De hele Hemel sfeer is ingedeeld door vier gelijke delen door de Meridiaan en de Horizon, zo ontstaan er vier kwadranten, elk kwadrant is gedeeld in drie parten, afgeleid van de Meridiaan en de Horizon, waaruit 12 gelijke delen ontstaan, te beginnen vanaf het Oosten, dit is nu wat Astrologen sectoren, tempels of Huizen noemen.
Het eerste kwadrant van het Oosten tot de Midhemel, of vanaf de lijn van het éérste Huis tot het tiende bevat het twaalfde, elfde en tiende Huis, het is Oostelijk, staat voor Lente, mannelijk, kindertijd, sanguinish kwartier.
Het tweede kwadrant van de Midhemel tot de cusp van het zevende Huis bevat het negende, achtste en zevende Huis, het is Zuidelijk, staat voor Zomer, vrouwelijk, jeugdig, cholerisch kwartier.
Het derde kwadrant van de cusp van het zevende tot het vierde Huis bevat het zesde, vijfde en vierde Huis, het is Westelijk, het staat voor herfst, mannelijk, melancholiek, volwassenheid, koud en droog.
Het vierde kwadrant van de cusp van het vierde tot het éérste, bevat het derde, tweede en éérste Huis, het is Noorderlijk, staat voor winter, vrouwelijk, ouderdom, flegmatisch kwartier.
Het éérste, tiende, zevende en het vierde Huis noemen we hoekhuizen, het elfde,tweede, achtste en het vijfde opvolgende, het derde, twaalfde,negende en het zesde vallende Huizen. De hoekhuizen zijn krachtig (sterk ) de opvolgende minder krachtig (sterk ) in waarde, de vallende zwak. Opvolgende Huizen volgen de hoekhuizen, vallende volgen de opvolgende Huizen; in sterkte en waarde staan zij in volgende orde;
1 10 7 4 11 5 9 3 2 8 6 12
De betekenis hiervan is, dat wanneer twee Planeten gelijk in waardigheid staan, de een geplaatst in de Ascendant, de ander in M.C. of tiende Huis, overweeg dan dat de Planeet in de Ascendant als aanduider wat sterker is in zijn uitwerking, dan een Planeet in het tiende Huis; doe dit met de rest in de volgorde zoals hier boven is aangegeven; onthoudt dat Planeten in de hoekhuizen krachtiger zijn in hun uitwerking.
Wanneer we spreken over de Heer van de Ascendant, of aanduider van de vrager, of de vraag, wil dit niets anders zeggen dan dat de Planeet de Heer is van het rijzende teken, of de Heer van het teken van het Huis die het gevraagde beheerst; zoals voor het het zevende Huis, de Heer van het teken dat valt op de cusp van het Huis is de aanduider, en zo ook voor de rest van de Huiscuspen.
Wanneer een Planeet zich in een aspect of conjunctie bevindt met een Planeet die als hoofd aanduider fungeert noemen we dan mede aanduider ( cosignificator ), deze Planeet zal in meer of mindere mate ( afhankelijk van zijn toestand ) bijdragen tot het verwerkelijken van de kwestie, zaak, toestand,of de vraag ; Wanneer het een vriendelijkje Planeet betreft, verwacht dan iets goeds; is het een onfortuinlijke Planeet het tegenovergestelde, namelijk de vernietiging of verstoring ervan.
Almuten, van gelijk welk Huis is de Planeet die de meeste waardigheden heeft in het rijzende of dalende teken op de cusp van het Huis, waarover of waarvan men zijn uitspraken maakt.
Almuten, van de figuur , is de Planeet die het sterkst staat in essentiële en accidentele waardigheden in de hele hemelfiguur.
De Drakenkop noemen we soms Anabibazon. De Drakenstaart Catabibazon.
De lengte van een Planeet is de afstand beginnend van af Ram, tellend overeenkomstig naar de opeenvolgende tekens, tot de plaats van die Planeet.
Breedte is de afstand van een Planeet tot de ecliptica, zowel naar het noorden of het zuiden, wat betekent dat of hij/zij Septentrionalle, of Meridionalle breedte heeft.
Alleen de Zon beweegt onophoudelijk in de Ecliptica, en heeft nooit breedte.
Declinatie van een Planeet is zijn afstand vanaf de Evenaar, en als hij afneemd of toeneemd, Noordwaards of Zuidwaards, is zijn declinatie Noord of Zuid vermeld.