Deze vereniging werd opgericht in 1944 ten behoeve van de sterrenkundige amateur- en beroepswereld in Vlaanderen. Zij heeft tot doel de bestudering, aanmoediging en verspreiding van de sterrenkunde en aanverwante wetenschappen. De vereniging beschikt over gespecialiseerde werkgroepen en heeft tal van erkende aangesloten afdelingen/astronomieverenigingen verspreid over het Vlaamse landsgedeelte. Asterion is een aangesloten regioafdeling van VVS. Door op het VVS embleem te klikken krijgt u toegang tot hun interessante website en kan u tevens de gegevens van de Hemelkalender van de lopende maand raadplegen.
Wat wij vanop Aarde kunnen waarnemen is de verandering van nieuwe tot volle en terug naar nieuwe Maan in een periode van 29 ½ dagen (synodische maand). Als de Maan tussen de Aarde en de Zon staat dan keert ze haar niet verlichte zijde naar ons toe. De siderische omlooptijd (de tijd die de Maan erover doet om een volledige omloop te maken aan de hemel) bedraagt 27 1/3 dagen. Staat de Aarde tussen Zon en Maan, dan kunnen we de vol verlichte zijde van de Maan waarnemen. Bij een kwart van de omloop zien we het halfverlichte oppervlak. (eerste of laatste kwartier). Een tipje: zien we een letter P (premier) dan hebben we met het eerste kwartier te maken, D (dernier) het laatste. De Maan beschrijft dus een baan om de Aarde maar heeft ook een aswenteling en keert ons steeds dezelfde zijde toe. Daarbij maakt ze ook nog een “knikkende” beweging (libratie), tengevolge daarvan zien we ca. 59% van het totale oppervlak. Het overige onzichtbare percentage werd enkel door ruimtesondes en tijdens bemande maanvluchten onthuld.
De verzonken Maankrater (naast de bekende Copernicuskrater) genoemd naar Johannes Stadius, wis- en sterrenkundige uit Loenhout.
Maankaart
Deze Maanmap met een formaat van 236 x 244 mm. toont meer dan 500 maandetails (kraters,bergen,valleien en rillen). Ze bevat tevens waarnemingstips, gegevens over de Maanfazen en een kleinere map van de donkere zijde van de Maan. Tevens zijn ook de landingsplaatsen van bemande en onbemande maanvluchten erop aangeduid. Prijs: rond 10 euro.
Foto: Courtesy NASA
De Zon
Foto genomen in UV licht vanuit Skylab. Het toont een van de meest spectaculaire zonnefakkels ooit opgenomen. De massa van de Zon bedraagt bijna 333.000 maal deze van de Aarde en haar diameter 1.392.000 km. In de buitenste laag (fotosfeer) bedraagt de temperatuur ca. 6000° C. Door de enorm hoge temperatuur in de kern (15 miljoen °C.) en de extreem hoge druk kunnen er radioactieve reacties op gang komen. Deze zorgen voor de omzetting van waterstof in helium. Dergelijke activiteit is reeds voor ongeveer 4,6 miljard jaar aan de gang. Het ganse proces zorgt voor convectie, die ontstaat aan het oppervlak en waarbij warmte en licht vrijkomt. Een belangrijke satelliet i.v.m. zonnewaarneming is SOHO. Dit zonne- en heliosferisch observatorium werd gelanceerd op 2 december 1995.Het is een samenwerkingsproject van ESA en NASA. De satelliet bestudeert de zonnekern, de zonnecorona en zonnewind. Onder de twaalf instrumenten aan boord bevindt zich de LASCO coronagraaf. Deze kan ook aangewend worden om kometen die de Zon passeren te observeren. Op Sohoafbeeldingen bedekt de blauwe schijf in het centrum het zonlicht, de kleine cirkel geeft de positie van de Zon zelf aan.De corona, zonnefakkels, planeten en eventueel kometen zijn zichtbaar.De onderstaande foto toont een opname van de LASCO2 camera. Het is een afbeelding van een heldere coronale massauitstoot met een enorme eruptie tot gevolg. (Opname 2 juni 1998 om 13:31h. UT). Op de site van SOHO kan je veel meer van dergelijke zonneopnamen en ook -videos bekijken: http://sohowww.nascom.nasa.gov/
Foto: Courtesy of SOHO/LASCO2 consortium. SOHO is a project of international cooperation between ESA and NASA.
Amateurfoto: W. Ransburg.
Totale zonsverduistering van 11 augustus 1999.
Fotos: Courtesy SOHO (ESA&NASA)
SOHO PROJECT
Bovenstaande fotos tonen de afgewerkte SOHO satelliet en SOHO tijdens een van zijn constructiefazes. Buiten de uitgevoerde werkzaamheden in de Matra Marconi werkplaatsen werd de samenbouw van sonde en raket voorbereid in het SAEF-2 Kennedy Space Center. Tenslotte de afbeelding van de Atlasraket tijdens de lancering op Cape Canaveral die de sonde in zijn correcte baan bracht.
Amateurfoto: W. Ransburg
Lagunenevel/Messiercatalogus.
De Messiercatalogus werd samengesteld door een Frans astronoom Charles Messier, geboren 26 juni 1730. Zijn aanvankelijke interesse voor het bestuderen van kometen heeft geleid tot de ontdekking en/of catalogering van vele wazige objecten. (Lijst van 110 deep sky objecten en door hem gecatalogeerd onder de benaming M1 tot M110.) De reeks is samengesteld uit nevels, open sterrenhopen, bolsterrenhopen, dubbelsterren en galactische stelsels. Een van deze objecten opgenomen in zijn lijst is de M8 – Lagunenevel. Het is een zeer uitgestrekte emissienevel (ca. 140 bij 60 lichtjaar afmeting) en bevindt zich op een afstand van 5200 lichtjaar in het sterrenbeeld Boogschutter (Sagittarius). De eigenlijke ontdekker van dit object is Guillaume Le Gentil, eveneens een Frans astronoom. Hij ontdekte tevens de zoals heden bekende M32,M36 en M38. In diverse lectuur kan U de volledige lijsten en hun afbeeldingen terugvinden. De practische werken rond dit thema zijn zeker een aanrader om voor of tijdens de waarneming te raadplegen. De sterrenhoop NGC 6530 die het centrum van de Lagunennevel vormt werd reeds in 1680 ontdekt door John Flamsteed. Deze Britse amateurastronoom zou zijn kennis aanvankelijk putten uit zelfstudie. Later zou men voor hem het Koninklijk Observatorium van Greenwich bouwen om hem toe te laten zijn studie doorgedreven verder te zetten. Hij had bij zijn overlijden tal van belangrijke studies en ontdekkingen op zijn palmares staan. Bij donkere hemel kan men met een kleine telescoop de Lagunenevel slechts als een vage vlek waarnemen. Fotos zoals hierboven zijn bekend van opnamen met de Hubbletelescoop en van de grote sterrenwachten. De getoonde foto is echter een opname gemaakt door een ervaren amateurastronoom.
Amateurfoto: W. Ransburg
M42 - Grote Orion- nevel.__________
Deze difusse nevel vinden we terug in het sterrenbeeld Orion, gemakkelijk te herkennen aan de drie gordelsterren. (In de winterperiode te localiseren in het zuiden). De samenstelling van deze nevel is vnl. 90% geioniseerd waterstof en 10% helium. Het is een broedplaats voor nieuwe sterren. Hij staat op een geschatte afstand van ca. 1600 lichtjaar en heeft een leeftijd van enkele tienduizenden jaar. Bij uitzonderlijk heldere nachten met het blote oog te zien als een lichte vlek, door een kleine kijker ziet men reeds enige structuur. Het sterrenbeeld Orion is in het noordelijk halfrond een opmerkelijk wintersterrenbeeld. Het bevat buiten de grote nevel zelf nog enkele andere interessante objecten voor deepskywaarneming. (O.a. onder de ster Alnitak, de Paardekopnevel).
M51 -"Whirlpool"- of Draaikolkspiraalstelsel.
De diverse deep-sky sterrenstelsels zijn gecatalogeerd naar type en structuur. Ook ons eigen melkwegstelsel (spiraalstelsel) is hierin opgenomen. Het is een platte schijf met naar het midden toe een verdikking nabij het sterrenbeeld Boogschutter. Het draait zoals een groot wiel en de miljarden sterren bewegen zich rond het centrum. Ons ganse zonnestelsel is er in verhouding een minuscuul onderdeel van dat meedraait in een van de buitenste regionen van een van de spiraalarmen. De afstanden die we in dit verband hanteren zijn reeds in verhouding enorm groot te noemen. Hierboven een amateurfoto van M51, het “Whirlpool”- of Draaikolkstelsel. Het is opgebouwd uit gas, stof en jonge heldere sterren. Het werd ontdekt in 1773 en was meteen het eerste sterrenstelsel waarin spiraalstructuur werd waargenomen. De foto werd genomen door W. Ransburg met een 200 mm. Newtontelescoop. Het is de som van drie opnamen met elk 20 min. belichtingstijd op 400 ASA met een Canon D1 camera.
Amateurfoto: Rui Tripa
Mars
Deze planeet met zijn typisch roodachtige uitzicht, veroorzaakt door het hoge ijzergehalte, is een interessant waarnemingsobject. Haar gemiddelde afstand tot de zon bedraagt ca. 228,3 miljoen km. en de omloop rond de zon in een langgerekte elliptische baan bedraagt 669 dagen. De middellijn is 6.794 km. De Nederlandse astronoom Christiaan Huygens merkte als eerste op 28 november 1659 de verschuiving van een donkere opervlaktevlek (Syrtis Major) op waaruit hij toen reeds een aswenteling van ca. 24 uur kon afleiden. (De exacte rotatietijd bedraagt 24 h. 37 min. en 22,7 sec.) Het idee van de Italiaanse sterrenkundige Giovanni Schiaparelli als zouden er op de planeet kanalen voorkomen is sinds bijna 40 jaar definitief opgeborgen. Bekeken door de later kwalitatief sterk verbeterde telescopen bleken deze “canali” afzonderlijke strepen en vlekken te zijn. De onbemande ruimtetuigen alsook de zeer geslaagde landing van de twee Viking ruimtevoertuigen in 1976 brachten nog eens extra duidelijkheid aangaande het oppervlak van Mars. Zij hebben aangetoond dat het bestaat uit droge beddingen en kloofdalen alsook uit dalen met steile wanden. Enorme vulkanen, diepe kraters, hoogvlakten, ravijnen, canyons en rotsblokken komen er eveneens voor. Zeer bekende canyon is de Vallis Marinaris (Marinerdal) van 4000 km. lang, 6 km. diep en ca. 150 km. breed. Het is waarschijnlijk ontstaan door tectonische verschuivingen in de oppervlaktekorst. De bodem is bedekt met vulkanisch as. Aangenomen wordt dat er in een zeer ver verleden wel stromend water aanwezig zou kunnen geweest zijn dat aanleiding gaf tot de vorming van valleien. Bij de huidige gemiddelde luchtdruk van ca. 5 millibar is de aanwezigheid van vloeibaar water echter volkomen uitgesloten. In 1956, 1971 en 1988 was de nadering tot de Aarde groot en ideaal voor waarneming.(1988: minder dan 59 miljoen km.). Deze eeuw zal het spijtig genoeg niet meer voorkomen. De ijle Marsdampkring bestaat voor 95% uit koolzuurgas, 3% stikstof ,1% argon en een uitermate kleine hoeveelheid koolmonoxyde,zuurstof en waterstof. Op beide polen zijn er "ijskappen" zichtbaar die in de winter groter worden en in de zomer inkrimpen of helemaal verdwijnen. Er wordt eerder gedacht aan waterijs of rijp. Er wordt tevens verondersteld dat er water, maar dan wel in ijsvorm, in de Marsbodem is opgeslagen. Er komt op Mars ook veel bewolking en mistvorming voor. Een uitzondering op de zeer zwakke wind volgens een vrij regelmatig patroon bij gemiddeld -63° C. zijn de stofstormen die plots over vrijwel het volledige oppervlak kunnen voorkomen. Kraters zijn er ook aanwezig maar vele kleinere exemplaren zijn zo goed als weggeerodeerd. Een reusachtige vulkaan, de Ascraeus Mons reikt tot bijna 24 km. hoog. De caldera heeft een opening van 120 km. aan de top! (De lavastromen verspreiden zich tot meer dan 1000 km. in zuidelijke richting). Een tweede grote vulkaan is de Olympus Mons. Mars heeft twee manen: Deimos en Phobos. Beiden van onregelmatige vorm met diameters van 10 en 20 km. Bovengetoonde foto werd genomen met een ATIK 1C webcam in combinatie met een 8” telescoop bij f/38 – Eindresultaat van 500 beelden.
Foto: Courtesy NASA
Zuidpool Mars
Deze foto werd genomen door de Viking Orbiter. Het is een opname van de zuidelijke poolkap. Deze bestaat hoofdzakelijk uit bevroren koolstofdioxyde en is op zijn minimum doorsnede van ca. 400 km.
Foto:Courtesy NASA/JPL-Caltech Mercurius
Deze foto werd gemaakt door Mariner 10. Na de donkere zijde van de planeet gepasseerd te zijn werden vele afzonderlijke opnamen gemaakt van de wat meer verlichte hemisfeer, waarvan achteraf een fotomosaiek werd samengesteld. Op het oppervlak zijn zeer vele kraters te ontwaren.
Fotos:Courtesy NASA/JPL-Caltech.
Venus
De eerste foto is een werkelijke kleurenweergave van het wolkendek zoals bekeken door Mariner 10. De tweede maakt het wolkenpatroon zichtbaar door gebruikmaking van een violetfilter. We zien de zwavelwolken van oost naar west en de meer heldere poolgedeelten. De winden stromen van oost naar west aan een snelheid van ca. 370 km./h. De dikke wolkenlaag doet er ongeveer 4 dagen over om over de ganse planeet te trekken. De derde afbeelding is een computersimulatie van radarbeelden van de Magellanradar aangevuld met data van de Pioneer Venus Orbiter (onjuiste radarkleurweergave om het opgemeten oppervlaktereliëf duidelijk te kunnen weergeven.) De laatste foto toont een 3D afbeelding van het westelijk gedeelte van de Eistlaregio en de Gula Mons vulkaan (rechts, 3km. hoogte). Aan de linker horizon is de Sif Mons vulkaan te zien (diameter 300 km., hoogte 2 km.) De beelden werden eveneens gemaakt door de Magellanradar en aangevuld met data van de Russische Venera 13 en 14. De computersimulatie werd afgewerkt door het JPL Multimission Image Processing Lab.
Amateurfoto: Tom Alderweireldt
Jupiter
Jupiter is verreweg de grootste en meteen ook de zwaarste buitenplaneet van ons zonnestelsel. Met zijn absolute magnitude van –9.25 is het een helder waar te nemen object aan de avondhemel. De grootste afstand tot de zon bedraagt 5,2024 AE (lees Astronomische eenheid = gemiddelde afstand aarde-zon) of 778,267 miljoen km. De equatoriale diameter van Jupiter bedraagt 142.800 km. en de massa komt overeen met 318 maal deze van de Aarde. Totnogtoe zijn er van deze planeet 16 manen bekend.Soms laten zij een schaduw zien op het oppervlak wanneer ze over de planeetschijf heen bewegen. De grootste manen zijn Ganymedes, Callisto, Io en Europa. Ganymedes heeft een middellijn van 5268 km. Alle grote manen samen werden reeds ontdekt in 1610 door Galileo Galilei. Leda, ontdekt in 1974, heeft slechts een diameter van 16 km! Een goede verrekijker (bvb 10x50) op eenvoudig fotostatief volstaat reeds om de grootste manen als fijne puntjes waar te nemen.
Een 80-120 mm. refractor van een behoorlijke kwaliteit en bij een redelijke vergroting laat al wat meer oppervlaktedetails zien van de planeet zelf.Wat voor planetenwaarnemingen hierbij een belangrijke rol speelt is de openingsverhouding van het instrument (best rond f15 voor een standaardlenzenkijker.) Bij speciale constructies van telescopen kan dit cijfer nog veel hoger liggen. Zoals we op de foto merken laat het oppervlakteuitzicht lichte strepen,donkere banden alsook een in verhouding enorme rode vlek zien. Deze laatste is hoogstwaarschijnlijk een storm met een ontzettende kracht die reeds gedurende enkele honderden jaren waarneembaar zou zijn. Het duurt twaalf aardse jaren alvorens de planeet een volledige omloop om de zon voltooid heeft. Een aswenteling duurt minder dan 10 uur, wat zeer vlug is voor een dergelijke reuzenplaneet. Scheikundig gezien bestaat Jupiter voor het grootste deel uit waterstof en er is ook redelijk wat helium aanwezig. Op een dun laagje atmosfeer na is de volledige planeet in vloeibare gastoestand. Of de kern rotsachtig zou kunnen zijn is waarschijnlijk maar nog steeds niet zeker geweten. De oppervlaktetemperatuur bedraagt 2000°C.De amateurfoto is genomen met een astrowebcam op een 200 mm. Schmidt-Cassegrain telescoop (brandpunt ca. 2000 mm.) en bewerkt met Registax software. (Systeem waarbij met dit computerpprogramma soms honderden beelden uitgelijnd op elkaar kunnen “gestacked” worden om zodoende een optimale beeldkwaliteit te verkrijgen
Fotos:Courtesy STScI and NASA/JPL.
Uranus
De planeet Uranus heeft buiten enkele dunne, nevelachtige wolkensliertjes een vrij egaalblauwe kleur (recente opnamen van de Hubbletelescoop bevestigen dit). Tengevolge van zijn reeds eerder beschreven askanteling zijn er eigenaardige gevolgen voor de seizoenen. Een Uranusjaar duurt 84 aardse jaren. Op de eerste foto zien we een totaalbeeld, op de tweede manen, ringen maar ook in het byzonder de duidelijke aftekening van de atmosfeer die door Hubble geregistreerd werd. Op de laatste afbeelding zien we een detail van de structuur van de epsilon-ring, één van de 13 aanwezige ringen.
Plössl oculair
Het oculair in het algemeen is de in een vatting geplaatste lenzencombinatie die zich bvb. achteraan een lenzentelescoop in het zenitprisma bevindt. Je vindt ze in vele merknamen en brandpunten. Deze oculairs hebben door de vervaardiging in grote hoeveelheden een uitstekende prijs/kwaliteitsverhouding. Het schijnbare gezichtsveld rond de 50° veroorzaakt geen “tunneleffect” meer. De randscherpte is eveneens beter dan bij vele andere oculairsoorten. Plössls worden veelvuldig aangewend door amateurastronomen als all round oculairs. Ze hebben een vatting van 1.25” en zijn inzetbaar vanaf een openingsverhouding f/4. Zelfs bij Newtontelescopen met f/4 is nog een redelijke beeldscherpte over het ganse gezichtsveld aanwezig. 32 en 40 mm. Plöslls zijn zeer goede overzichtoculairs voor het maximaal mogelijke gezichtsveld bij gebruik van 1.25” focusers. Hierboven een schema van de opbouw van dit oculair: twee met optische lijm aan elkaar gekitte lenzenparen. Men heeft dus slechts vier lensoppervlakten en kan daarom een helder beeld met goede lenscorrectie bekomen. Ieder glas/luchtvlak beschikt doorgaans over een hoogwaardige multi-coating. Een goede binnenzwarting van de vatting en aanwezigheid van een rubberoogkapje zijn zeker onontbeerlijk. Let op de kwaliteit en afwerking bij uw aankoop! Lees verder ook aangaande de overige telescoopcomponenten op deze site om meer duidelijkheid te hebben aangaande de terminologie.
Erfle oculair
Erfle oculairs zijn beschikbaar in 1.25" en 2" uitvoering. Voornamelijk de 2" types zijn zeer goede deepskyoculairs voor de waarneming van uitgestrekte objecten aan een aanvaardbare prijs. Het zijn eigenlijk verbeterde Plössls met in het midden een extra lens die het beeldveld aanzienlijk vergroot (zie schema). Een kijker uitgerust met een dergelijk oculair zal adembenemende en uitgestrekte "spacewalk effect" beelden tonen. Hun gezichtsveld ligt om en bij de 70° en zijn best geschikt voor telescopen met een openingsverhouding vanaf f/5 of lichtzwakker. Bij zeer lichtsterke telescopen zijn deze oculairs eveneens bruikbaar maar zij zullen bij dergelijke instrumenten wat meer beeldkrommingsfout, Newtoncoma (bij Newtons) en in de randzone astigmatisme vertonen. Dit zijn beeldfouten waarbij vanaf ongeveer 75% uit het beeldcentrum sterren niet meer zuiver puntvormig afgebeeld worden. Lichtsterke telescopen bieden zowel voor visuele waarneming als voor astrofotografie interessante voordelen maar stellen aan quasi zowat alle types oculairs vrij hoge eisen. Bij de meeste 2" Erfles van een degelijke kwaliteit zijn deze optische verschijnselen echter niet echt overdreven aanwezig en men dient in de totale beoordeling daarbij ook terdege rekening te houden met de voordelige aanschafprijs. Wil u voor deepskywaarneming over werkelijk uitmunde oculairs beschikken dan zijn de Nagleroculairen een ideale keuze. Deze types hebben een gezichtsveld van 70-80° en een totaal andere opbouw. (Prijzen van ca. 300 tot wel 700 euro per stuk ! ). In dit laatste geval is uw objectieflens best ook van een uitzonderlijk goede kwaliteit om tot een optimaal resultaat te komen.
Zenitprisma
Bij de meest courante types van telescopen zit het oculair aan het uiteinde van de kijkerbuis. (bvb. lenzenkijker). Uitzondering hierop is de Newtonkijker. Wanneer we met een lenzenkijker in de omgeving van het zenit (recht boven ons hoofd) of in andere moeilijke "kijkposities" willen waarnemen dan is een zenitprisma onontbeerlijk. Indien we hiervan geen gebruik maken kunnen we er enkel een stramme nek of overbelaste rug aan overhouden. Zo een zenitprisma is meestal opgebouwd in een metalen behuizing. Binnenin is een verspiegeld prisma gemonteerd. De driehoekige behuizing is aan één zijde voorzien van een oculairopening (2" of 1.25" via reductiestuk) met klemming, aan de andere zijde van een metalen insteekhuls. Deze laatste past in de opening van de focuser. De standaard norm voor de reflectie van de verspiegeling ligt rond ca. 90%. We kunnen nu onder een hoek van 90° comfortabel (bij voorkeur gezeten op een verstelbaar waarnemingsstoeltje) waarnemen. Zelfs indien de kijkerbuis volledig verticaal staat zal het nog aangenaam waarnemen zijn.
Focuser
Voor de leken onder ons: de focuser is de component op de telescoop die dienst doet om het beeld scherp te stellen. Ze zijn verkrijgbaar in 1.25" of 2" uitvoering, de laatste meestal met reductiestuk naar 1.25". Op de bovenste foto zien we een eenvoudige focuseerinrichting op het tandaandrijvingsprincipe voor Newtontelescopen. Op de tweede de zeer geavanceerde Crayfordfocuser. Deze waarborgt een zeer gelijkmatige loop van de tubus door kogellagers en heeft twee werksnelheden. Bovendien kunt U naast de standaardscherpstelling d.m.v. een extra fijnregelknop (grijze knop rechts op de afbeelding) met een reductie naar 1/10 haarfijn scherpstellen. Daarbij zal de tubus zich amper 1.4 mm. verplaatsen bij een volledige omwenteling van 360°. Deze uitvoering is byzonder geschikt voor astrofotografie en tevens voor gebruikers die prijsstellen op een haarscherpe manuele afstelling. Focusers volgens dit principe zijn ook verkrijgbaar voor aanbouw op refractoren evenals Schmidt-Cassegraintelescopen.
Barlowlens.
Een barlowlens is een element dat uit twee of drie lenzen bestaat en tussen de zenitspiegel en het oculair word geplaatst. Ze zijn beschikbaar in 1.25” en 2” vatting. Ze kunnen uitgevoerd zijn met achromatische of apochromatische optiek. De bedoeling ervan is dat je je reeks oculairen in waarden kan verdubbelen. Een oculair met een brandpunt van 30 mm. zal dus in kombinatie met een 2x barlow een brandpunt van 15 mm. geven. In sommige gevallen kan de onderste lens van het barlowelement uitgeschroefd worden en kan deze tevens rechtstreeks in de schroefdraad van het oculair geschroefd worden met een factor x1.5. Wanneer je over een dergelijk model beschikt dan heb je dus met slechts twee oculairs zes diverse vergrotingen. Een interessant iets dus. Vooral de apochromatische barlows kunnen de beeldkwaliteit zelfs nog iets verbeteren.
Slijpen van een optische spiegel voor Newtontelescoop
Fotos: Urania - Cursus telescoopbouw.
Enkele fazen van de slijpsessies in volg- orde:
Een cursist aan het werk :het uitruwen van het oppervlak met carborundumpoeder en een weinig water - Regelmatig microscopisch nazicht van de toestand van het oppervlak tussen de slijpsessies door na testen van de sfericiteit met een sferometer - Verdere slijpsessies met fijnere carborundumpoeder en een beetje water - Het verder polijsten met ceriumoxyde op viltjes - Tenslotte het voorbereiden van een peklaag voor het finaal afwerken van de optiek. Na de spiegel in de laatste fazen nog een aantal malen bekeken en getest te hebben d.m.v. een Foucaulttester wordt de optiek veraluminiseerd. Er worden voor een eerste optische spiegel regelmatig waarden gehaald rond de 1/8 lambda en beter. (maatstaf voor de nauwkeurigheid van de optiek). Vergis U niet: dit werk tot een goed einde brengen is in vele gevallen een zaak van veel geduld en aandacht.
Slijptafel met tool.
De "tool" (tweede glasschijf) in bolle toestand, na een aantal slijpsessies, waarop de optische spiegel geslepen word. Het slijpen verloopt door het verdraaien van de slijptafel rond zijn as en het uitvoeren van korte of langere "slagen" volgens de toestand van de hoofdspiegel. Plaatselijke correcties zijn tijdens het polijsten met ceriumoxydepoeder mogelijk door het aanbrengen van lokale viltjes in een gepast patroon, indien nodig. (Eigen foto)
In augustus 1992 om 12.40 h. UT kwam er een chondriet de atmosfeer binnen over Mbale in Uganda. Chondrieten zijn voor het eerst bestudeerd door de Franse chemicus Antoine Lavoisier. Zij behoren tot de oudste gesteenten in ons zonnestelsel (ca. 4,6 miljard jaar). De meteoor brak in talloze stukken en kwam neer in een strooiveld van 3x7 km. Gelukkig werd hierbij geen echte schade aangericht en vielen er ook geen gekwetsten. Op de fotos zien we wat grotere en vele kleinere fragmenten van de meteorieten. De meteoor in zijn geheel zou een gewicht gehad hebben van tussen de 400-1000 kg. Men neemt aan dat de eerste fragmentatie begon op een hoogte van 25 km. De totale fragmentatie zou plaatsgehad hebben op 10-14 km. hoogte. Tijdens dit project werd er ca. 190 kg. aan materiaal verzameld, waarvan 150 kg. bruikbaar was. In België zijn sinds de twaalfde eeuw slechts zeven noemenswaardige meteorietinslagen bekend, de laatste op 13 augustus 1980 in Maldegem (Steenmeteoriet 20x12 cm.)
Laatste foto: Barringerkrater in Arizona.
INFO PLANETOIDEN:
Bron foto: NASA/JPL
Planetoïde
Op de bovenstaande foto zien we planetoïde Ida met rechts het maantje Dactyl dat er omheen draait. Gezien deze objecten dateren uit het zeer vroege stadium van het zonnestelsel zijn wetenschappers zeer geinteresseerd in hun samenstelling. Net zoals Gaspra is Ida samengesteld uit metaalrijke silicaten. Zijn grootste diameter bedraagt 56 km. De opname werd gemaakt door de Galileo orbiter op 28 augustus 1993. Het ruimtetuig naderde de planetoïde tot op 2400 km. afstand.
Animated gifs: Courtesy NASA/JHU-APL.
Planetoïde Eros
Beide bovengetoonde animaties zijn opnamen van de multispectrale beeldcamera van de NEAR Shoemaker ruimtesonde. Deze maakte op 12 februari 2001 een landing aan een snelheid van amper 6 km/h. op dit object dat 33 km. lang en 13 km breed is. Eros is hoogstwaarschijnlijk samengesteld uit o.a. een variëteit van mineralen en beweegt zich in een langgerekte elliptische baan om de zon op een gemiddelde afstand van 218 milj. km. De ontdekkers Gustav Witt en Auguste Charlois deden beiden een aparte eerste waarneming. Deze planetoïde behoort tot de Amorgroep en dient bij de categorie van de aardscheerders gerekend te worden. Het oppervlak toont vele kleinere kraters, een reuzekrater van 6 km. diameter en een zadelvormige uitholling. De eerste animatie laat een versnelde rotatie zien van een 5,27 h. durende "Erosdag". De tweede spectaculaire opnamen tot kort voor de landing. De NASA/NEAR organisatie doet aan continubestudering van de banen van bekende aardscheerders die reeds voor zeer lange tijd vooraf bepaald zijn.
Amateurfoto: W. Ransburg
Komeet Hyakutake
Kometen draaien in een langgerekte elliptische baan rond de zon. Hun kern bestaat uit ijzermeteoroiden, stof en gruis, steentjes en ijsdeeltjes. Deze laatste bestaan uit bevroren gassen (o.a. ammoniak, methaan, koolmonoxyde, blauwzuur en gewoon ijs. Rond de kern zit een "coma". Staartvorming ontstaat door de invloed van de zon (stralingsdruk en zonnewind). De meeste kometen hebben geen spectaculaire staart, bij anderen ontwikkelt de staart zich zeer vlug en bereikt een lengte van honderden miljoenen km. Hyakutake naderde de Aarde op 25 maart 1996 tot 0,1017 AE. De banen van sommigen worden sterk beinvloed door de aantrekkingskracht van de planeten.
Fotos resp.: - Roger Johansen - Patrick Boomer
Komeet Mc Naught
Deze komeet werd pas ontdekt door de Australiër Robert Mc Naught begin augustus 2006. Het is de helderste komeet waargenomen sinds meer dan 40 jaar. Gezien de komeet vlak bij de zon staat is hij momenteel (14 januari 2007), weliswaar moeilijk, in de avondschemering en vlak boven de westelijke horizon met het blote oog waarneembaar. Met een degelijke verrekijker is de staart reeds duidelijk te zien.Op 14 januari zou de komeet even helder te zien zijn als Venus. (magnitude ca. -4). !Kijk echter nooit bij nog te fel zonlicht in de richting van de zon. Bij waarneming met optische instrumenten zonder de nodige afscherming is dit ronduit gevaarlijk en kan het oogletsel veroorzaken. Dit geldt trouwens eveneens voor alle zonnewaarnemingen.In dit laatste geval bij telescoopwaarneming minstens objectieffoliefilter gebruiken (bvb. Astrosolarfolie van Baader). Bovenstaande amateurfotos werden genomen resp. door Roger Johansen (Hammerfert, Noorwegen) en Patrick Boomer (nabij Alberta in Canada). De opnamen werden gemaakt met Canon fototoestellen voorzien van een 300 mm. telelens. De fotos werden genomen op 6-7 januari 2007.
Druk op de onder- staande Next linkbutton om de ASTERIONFOTO- SITE te bezoeken die fotos alsook verslagen van onze waarnemings- en overige activiteiten zal gaan bevatten.
05-05-2006
WAARNEMINGSMATERIAAL 2010
WAARNEMINGSMATERIAAL 2010
Naast onze Vixen 90 mm. lenzenkijker en het overige beschikbare waarnemingsmateriaal konden we aanvang 2010 overgaan tot een aanvullende aanschaf. De keuze is daarbij gevallen op een 200 mm. Newtontelescoop. Met een brandpuntsafstand van ca. 800 mm. (f/4) is deze kijker niet alleen uitstekend geschikt voor deepskywaarneming en -astrofotografie maar tevens nog voldoende transporteerbaar. Deze telescoop kan met gemak realistische vergrotingen aan tot minimum 300x. De optiek is uiteraard parabolisch geslepen en van degelijke kwaliteit.Het instrument beschikt over een 2" Crayfordfocuser met 1:10 rotatiereductie. Dit zal ons toelaten om met oculairs met grote beeldvelden van 70-80° te werken en een zeer nauwkeurige scherpstelling te hebben.De telescoop is opgesteld op een HEQ5 Skyscan equatoriale, computergestuurde montering met een draagkrachtvermogen van ca. 14kg. Deze combinatie zal zo vlug mogelijk mede ingezet worden tijdens onze groepswaarnemingen. We hebben de telescoop ondertussen aan een eerste test onderworpen met gebruikmaking van 2" en 1.25" oculairs 60-75° gezichtsveld. Er werd ook gebruik gemaakt van een 2" ED barlow factor 1.5 en 2. De resultaten kunnen qua beeldscherpte / contrast, alsook algemeen bedieningscomfort en degelijke werking van de automatische sturing veelbelovend genoemd worden.
Buiten onze eigen sterrenkijkwandelingen worden er in de loop van het jaar nog enkele dergelijke activiteiten georganiseerd in samenwerking met overige organisaties. Een daarvan is VMPA / Natuurpunt regio Noorderkempen. Op de foto hierboven zien we de groep deelnemers aan de wandeling op domein Kooldries te Brecht.Deze werd begeleid door zowel natuurgidsen als begeleiders/amateurastronomen van beide verenigingen.Na een rondleiding en uiteenzetting aangaande de historiek en rijke natuur van het domein door Rudi Bosschaerts van VMPA/Natuurpunt Brecht kwamen respectievelijk Paul De Rydt en Bob Magerman van Asterion aan het woord met toelichtingen aangaande de Maan, zichtbare planeten en sterrenbeelden.Na afsluiting van de wandeling verzorgden beiden de waarnemingen voor de talrijke aanwezigen.Bij deze gelegenheid werden twee telescopen opgesteld en konden de deelnemers beschikken over een gratis proefnummer van het VVS tijdschrift Heelal en een sterrenkaart.
Naar jaarlijkse traditie georganiseerd op domein Keienven te Wuustwezel met onze opgestelde verenigingstelescopen eventueel aangevuld met een interessante voordracht. Het bezoekersaantal ligt ieder jaar opnieuw relatief hoog (ca. 50 à 100 bezoekers).
OPENDEUR/INFOAVOND 2010 EEN SUCCES !
Andermaal een succesvol evenement met een zeventigtal geinteresseerde bezoekers hoofdzakelijk uit Wuustwezel en randgemeenten.Asterion mocht bij die gelegenheid tevens vier nieuwe leden noteren.
De weersomstandigheden waren de bewuste avond uitzonderlijk goed zodat de geplande waarnemingen met de verenigingstelescoop konden doorgaan.De voordrachten werden door talrijke aanwezigen bijgewoond en er werden door de bezoekers vele vragen gesteld bij het opgestelde materiaal (een vijftal telescopen, de astrofotografieopstelling alsook de tentoongestelde componenten voor telescoopzelfbouw).Er werden bovendien door enkele aanwezigen meteen een aantal boeken uit de astrobibliotheek ontleend.
Kortom in zijn geheel een geslaagd opzet dat wij binnen een viertal jaar zeker weer zullen herhalen.Bij deze ook een dankwoord aan onze bestuurs- en kernleden voor de opbouw van de tentoonstelling, het geven van de voordrachten, de terbeschikkingstelling van deels eigen materiaal en de vakkundige toelichtingen naar de aanwezigen toe.
Sterrenkijkwandelingen in het kader van de Nacht van de Duisternis
Na de sterrenkijkdagen is de Nacht van de Duisternis een jaarlijkse klassieker om het brede publiek kennis te laten maken met de sterrenhemel en de activiteiten en werking van sterrenkundige verenigingen. Voor de vijftiende maal organiseert BBL (Bond Beter Leefmilieu vzw preventie lichthinder) en de VVS werkgroep lichthinder dit initiatief.De Week van het Bos loopt van 10 t.e.m. 17 oktober (Agentschap voor Natuur en Bos, Vereniging voor Bos in Vlaanderen). Deze samenwerking wil de aandacht vestigen op het probleem lichthinder maar tevens op de rijke natuur, waar je nog het beste in alle rust van geniet onder een prachtige sterrenhemel. Vergeet ook niet die avond uw eigen buitenverlichting te doven zoals ook de diverse gemeentbesturen hiervoor aandacht zullen vragen door zoveel mogelijk de openbare verlichting uit te schakelen. Asterion steunt dit initiatief tenvolle aangezien de factor lichthinder ook voor amateurastronomen een belangrijk probleem vormt.Onze vereniging organiseerde tijdens deze avond een sterrenkijkwandeling langs de Kalmthoutse heide.Het opzet van deze avondwandeling verliep verder in de stijl van onze overige regelmatige sterrenkijkwandelingen met andermaal een goede opkomst qua deelnemers.
Basiscursus algemene sterrenkunde/telescoopbasics voor de beginner en gevorderde
Sinds de voorbereiding in 2008 kende deze zesdelige practische en theoretische basiscursus een mooi aantal geinteresseerden. Je kan je nu reeds inschrijven voor de reeks 2015 (aanvang vermoedelijk in de loop van februari 2015).
Voordrachten en sterrenkijkavond op het St. Jozefinstituut ASO te Essen
Voordrachtgevers: Leerlingen, Paul De Rydt/Dirk Flies (Asterion) en Eric Van Acker (KSGA)
Wegens de zeer goede opkomst bij dit initiatief vorig jaar werd er in samenspraak met de school beslist dit voor 2010 te herhalen.De organisatie was in handen van de school in samenwerking met Asterion en KSGA. Er werden in totaal tijdens de aanvullende waarnemingsavond drie telescopen opgesteld met begeleiding en toelichtingen. De toegang was gratis voor iedereen.
Bij herhaling een zeer goede opkomst van meer dan 100 bezoekers. Helaas konden de waarnemingen niet plaatsvinden vanwege de zware bewolking. De voordrachten, zowel van de leerlingen als beide verenigingen, werden met interesse bijgewoond. Wij verwezen de geinteresseerden voor de waarnemingen echter naar onze bijeenkomst tijdens de VVS sterrenkijkdagen.
Voordrachten
Een reeks voordrachten ondersteund door videobeamervoorstellingen die op een talrijke aanwezigheid mochten rekenen.
Reeks waarnemingssessies en sterrenkijkwandelingen
Beide initiatieven kenden een vrij regelmatige en voldoende opkomst gedurende de afgelopen jaren voor zover de minder goede weersomstandigheden en "seeing" ons daarbij geen parten speelden.
Met een hartelijk dankwoord aan onze voordrachtgevers, waarnemingsbegeleiders en overige organisators alsook medewerkers die deze Asterionactiviteiten mogelijk maakten !
Een kijkje in het leslokaal tijdens een van onze cursussen basissterrenkunde en telescoopbasics. Tijdens de pauze is er de gelegenheid om in de gezellige bar even kennis te maken met de nieuwe geinteresseerden, onderling van gedachten te wisselen of bijkomende vragen te stellen aan de lesgevers. In het verleden hebben we reeds diverse personen via deze eerste kennismakingscursus ingeschreven als vaste leden. De cursus werd hoofdzakelijk op touw gezet voor de beginners, jongeren of gevorderden die hun kennis nog wat willen opfrissen. Deze vormt een ideale voorbereiding op onze waarnemingssessies en wat diepgaander voordrachtenreeksen. De cursus wordt jaarlijks herhaald mits voldoende inschrijvingen. Men hoeft geen lid te worden om zich voor de cursus in te schrijven voor zover de cursusbijdrage tijdig voldaan wordt. Voor het bijwonen van de overige activiteiten is een lidmaatschap verplicht. Totnogtoe mochten wij van de deelnemers enkel positieve reacties aangaande dit initiatief vernemen.
De ster Asterion (ook wel Chara of βCvn genoemd) bevindt zich in het sterrenbeeld Canes Venatici (Jachthonden). Het sterrenbeeld werd eind zeventiende eeuw geintroduceerd door Johannes Hevelius en toegevoegd aan de reeks van achtenveertig sterrenbeelden van Ptolemaeus. Het stelt twee jachthonden voor, Asterion en Chara. Het verhaal uit de Griekse mythologie vertelt ons dat de jachthonden door Boötes aan de lijn gehouden worden terwijl ze de Grote Beer rond de Poolster jagen.Asterion of Asterius staat in het Grieks voor "sterrenhemel" of "heerser van de sterren".Hij was de koning van Kreta en gehuwd met Europa. Het sterrenbeeld is terug te vinden onder de "steel" van de Grote Beer en is best te observeren in het voorjaar. Vanaf de breedte van de Benelux is het sterrenbeeld circumpolair (d.w.z. voor onze geografische breedte steeds zichtbaar). De helderste ster is Cor Caroli (α) met magnitude 2,9 - afstand 91 lichtjaar en heeft tevens een begeleider.De twee componenten hebben resp. een gele en blauwe kleur en de hoofdster is ongeveer even groot als onze Zon. Het duo is een van de mooiste dubbelsterren voor waarneming met kleine telescopen en kan reeds gescheiden worden op een vergroting rond 40x. Asterion (β) is de ster die er rechtsboven geplaatst staat met een magnitude van 4,3. Zij is een gele dwergster die zich op een afstand van ca. 27,4 lichtjaar bevindt en heeft een temperatuur van rond de 6000°C. Linksboven Asterion zien we een variabele koolstofster (Υ CVn).Deze heeft een wisselende helderheid (magnitude 7,4 tot 10 in een periode van 157 dagen) en wordt ook wel "La Superba" genoemd omwille van haar prachtig rode kleur. Aan de uiterste zuidrand van de combinatie vinden we M3 (Messierobject) terug, een bolvormige sterrenhoop die ca. 100.000 sterren bevat. Verder vinden we er een zeer bekend spiraalstelsel M51 (Messierobject), de Draaikolknevel, dat reeds met kleinere telescopen waarneembaar is. Daarmee is nog niet alles gezegd: maar liefst zeven interessante extragalactische stelsels bevinden zich eveneens in deze omgeving, kortom in zijn geheel een gewaardeerd waarnemingsterrein voor de deep-skyliefhebbers. Als we het gebied wat ruimer bekijken dan vinden we er aanpalend tevens het sterrenbeeld Coma Berenices en Virgo met in de regio tal van noemenswaardige Messierobjecten. Een redelijk interessant gebied voor waarneming dus...
Bovenstaand kaartje aanklikken voor een overzicht.
Astronomievereniging Asterion is een erkende wetenschappelijke vereniging van de Cultuurraden van de Gemeente Wuustwezel en de Provincie Antwerpen. Zij is tevens een aangesloten regioafdeling van VVS (Vereniging voor Sterrenkunde) en heeft een samenwerkingsverband met Natuurpunt.
Fotosessie VVS Sterrenkijkdagen 2009 Keienven Wuustwezel en Antverpia Brasschaat
VVS STERRENKIJKAVONDEN 2009 TE WUUSTWEZEL EN BRASSCHAAT
Foto: ã An Van den Ouwelant (GvA)
Beide bijeenkomsten werden goed bezocht door talrijke bezoekers (resp. ca. 70 en 100 aanwezigen) uit diverse leeftijdsgroepen. Het overgrote deel kijklustigen was overwegend uit Wuustwezel en Brasschaat alsook vanuit de randgemeenten afkomstig. Zowel op vrijdag als zaterdag was de hemel open en in de vroege avond werden de Maan en de planeet Venus geobserveerd. Later op de avond kwamen o.a. de Pleiaden en diverse deepskyobjecten aan de beurt. Omstreeks 21 h was er een aangename drukte op beide waarnemingsposten en iedereen had ruimschoots de gelegenheid om eens door de diverse telescopen te kijken. Tussendoor werd er een drankje genuttigd of de videovoorstelling bekeken. Op beide locaties werd de voordracht aangaande telescoopbasics/optica door een groep van ca. 30 toehoorders bijgewoond. Hierbij waren er niet alleen algemene technische vragen maar tevens werd er door enkelen ook geinformeerd naar advies i.v.m. de persoonlijke aanschaf van een telescoop. Er werden ook redelijk wat vragen gesteld aangaande de werking van beide verenigingen en we hopen daarbij in de nabije toekomst nieuwe gezichten te mogen zien verschijnen in onze verenigingen. Indien u deze bijeenkomst heeft gemist: wij zullen voor de toekomst nog vele vergelijkbare activiteiten op ons programma hebben. Neem gerust met ons contact op voor een volgende afspraak...
Fotos: ã Jan Brys (GvA) Bob Magerman (Asterion) en Eric Van Acker (KSGA)
Interessante waarnemingen en toestand 2024 (VVS Hemelkalender)
Interessant voor waarneming gedurende 2024 (VVS Hemelkalender)
Voor de raadpleging van zeer uitgebreide waarnemingsgegevens kan u een kijkje nemen op de VVS website. Voor de lopende maand kan dit door iedereen bekeken worden onder het topic "Hemelkalender" in de inhoud links op de site. Voor de volgende maand is het even afwachten tot aanvang van die maand, aangezien het volledige jaaroverzicht enkel vooraf kan bekeken worden door VVS leden. Het is eveneens mogelijk de Hemelkalender in boekvorm met alle gegevens/illustraties voor een gans jaar te bestellen bij VVS.
Veel waarnemingsplezier toegewenst !
Door op het VVS embleem in de linkerkolom bovenaan te klikken kan u meer gedetailleerde gegevens terugvinden en tevens hun interessante site in zijn geheel bekijken.
Mede door onze erkenning van de gemeentelijke Cultuurraad hebben we de gelegenheid om in een vast lokaal van dit gebouw en op regelmatige basis onze voordrachten, vergaderingen, opendeurdagen en overige activiteiten doorgang te laten vinden. We hebben er tevens de beschikking over een bar die tijdens de pauze de mogelijkheid biedt om in een gezellige sfeer onderling van gedachten te wisselen. De hoofdgebruiker van deze locatie is Volwassenenatelier 't Kratje, een Wuustwezelse vereniging die cursussen rond diverse thema's van algemene creativiteit organiseert. We hebben bovendien ook de beschikking over een aantal overige lokaties te Wuustwezel zoals het gemeenschapscentrum Blommaert. Sommige activiteiten kunnen ook in overige locaties plaatsvinden buiten Wuustwezel.
Paul De Rydt Wuustwezel Voorzitter-bestuurder Patrick Van Looveren Wuustwezel Penningmeester Herman Van hunskerken Wuustwezel Secretaris Dirk Flies Essen Bestuurslid Tom Heye Wuustwezel Bestuurslid
Koenraad Roelands Wuustwezel Walter Robbé Ekeren Elza Quirynen Wuustwezel Koenraad Van Gastel Wuustwezel Marleen Goetstouwers Wuustwezel Suzi Vanderheyden Kalmthout Peter Maes Brasschaat Jacqueline Maes Ekeren Jonathan Sanctorum Kapellen Robin Bosschaerts St. Job in 't Goor Tim Wouters Schoten Bart Hendriks Loenhout Christof Hendriks Loenhout Jeroen Janssens Wuustwezel Paul Dierckens Wuustwezel Karel Van den Buys Wuustwezel Marina Hanssens Brasschaat Jeroen Van Houtte Edegem Marina De Roover Wuustwezel Karen Peeraerts Wuustwezel Monika Müller Wuustezel Eugeen Janssens Halle - Zoersel Albert Van Aken Wuustwezel Dirk Oostvogels Wuustwezel Jan Ruts Brasschaat Willy Hofmans Brasschaat Robert Van Driessche Wuustwezel Guy Vermeeren Schoten Julienne Dehousse Wuustwezel François Aerts Wuustwezel Madeleine Stalmans Brasschaat Veerle Beeckmans Wuustwezel Wesley Coekaerts Kapellen Bas Bukkems Loenhout Linda Hennekam Kalmthout Marianne Hertoghs Rucphen (Nl.) Mieke Sluis Zoersel Sebastian Veraart Essen Roel Van Bergen Rijkevorsel Margot Mees Wuustwezel Stijn Mennes Wuustwezel Greet Vervoort Wuustwezel Zara Simons Loenhout Rudy Simons Loenhout Michel Vandersnickt Kalmthout Ria Delcroix Kalmthout Leo Van Lien Ulvenhout Nl. Maria Peeters Sint Lenaarts Peter Kools Etten-Leur Nl. Herman Delcroix Kalmthout Dries Van Dessel Kalmthout Alex Van Dijck Ekeren Peter Suy Brasschaat Denise De Maeyer Essen Alfred Claeys " Koen Van Esbroeck Wuustwezel Charlotte Van Esbroeck " Maryse Van Bergen Wuustwezel Frank Willemen " Jan Quirynen Brasschaat Marc Vogels Kalmthout Geert Wouters Schoten Jos Claessens Essen Karen Claessens Essen François Akkermans Brasschaat Ludo De Backer Essen Pieter Crevels Wijnegem Sandy Ceuppens Wuustwezel Seppe Breugelmans Wuustwezel
Johannes Stadius werd als Johannes Van Ostaeyen geboren in Loenhout op 1 mei 1527. Hij was de zoon van Peter Van Ostaeyen (1484-1555) en huwde met Margareta Zylia. Ze hadden drie kinderen: Hieronymus, Catharina en Martina. De familie Van Ostaeyen leefde op Popendonck. Het waren landbouwers. Jan Van Ostaeyen bracht zijn jeugd door in Het Schaliënhuis in de Oud Dorpsstraat in Loenhout, thans een bekend restaurant - taverne. Na zijn lagere school studeerde Jan aan de Latijnse school van Johannes Custos in Brecht. Daarna trok hij naar de universiteit van Leuven waar hij koos voor de richtingen wiskunde, aardrijkskunde, sterrenkunde en geschiedenis en liet zijn naam in die periode verlatijnsen tot Johannes Stadius. Omwille van zijn uitgebreide kennis van de sterrenkunde maakte hij naam en faam. In 1554 vertrok Stadius naar Turijn waar hij als sterrenkundige/wiskundige in dienst trad van de hertog van Savoye. Ongeveer twee jaar later komt hij terug naar Brussel en draagt zijn werk "Ephemerides novae at auctae"" op aan Phillips II.Deze scriptie bevat een tijdstabel en posities (rechte klimming en declinatie) van de Zon, Maan en planeten. In 1559 neemt hij de conjunctie (samenstand) waar van de planeten Mercurius en Venus en schrijft een jaar later "Tabulae Bergenses".Dit werk werd in Keulen gedrukt en zorgde ervoor dat de toenmalige sterrenkundebeoefenaars konden beschikken over een vereenvoudigd werkinstrument i.p.v. de vrij ingewikkelde tabellen van Erasmus Reinhold.Hij maakte daarvoor toen gebruik van een geocentrisch wereldbeeld maar tegelijk van de nieuwe berekeningswijzen van de beroemde Poolse sterrenkundige Nicolaus Copernicus. Stadius begint naam te krijgen en gaat werken voor de prins-bisschop in Luik. Van daaruit reist hij regelmatig naar Keulen. Men vermoedt dat het de bedoeling was om toezicht te houden op de uitgave van zijn werken. In 1565 is Stadius professor in de wiskunde en klassieke geschiedenis in Leuven. Na vier jaar trekt hij weer naar Antwerpen en in 1576 gaat hij op verzoek van Hendrik III, de koning van Frankrijk, naar Parijs. Hij wordt er titularis van een leerstoel aan de universiteit en doceert er drie jaar wiskunde. Hij overlijdt in Parijs op 52 jarige leeftijd (17 juni 1579). Na zijn dood krijgen zijn wetenschappelijke werken grote aandacht en verschijnen er meerdere herdrukken. Dat Stadius gewaardeerd werd in verband met zijn belangrijke studies rond sterrenkunde bewijst het feit dat een verzonken Maankrater, naast de bekende Copernicuskrater, naar hem genoemd werd. Met Stadius is er dus een stukje Loenhout op de Maan ! Tevens werd er sinds 2003 ook een straatnaam in Loenhout naar hem vernoemd.
Bron afbeelding: Sky Map. Afbeelding aanklikken voor groter kaartje
ORIENTATIE STERRENBEELDEN
Een goede oriëntatie aan de hemel om sterren, deepskyobjecten en overige hemellichamen gemakkelijk te kunnen terugvinden is tijdens de waarneming van zeer groot belang. Het sterrenbeeld Orion is een zeer typisch wintersterrenbeeld dat in die periode in onze streken eenvoudig terug te vinden is in het zuiden. Het kan tevens dienst doen als wegwijzer om vele heldere sterren en omgevende sterrenbeelden te kunnen identificeren. Het sterrenbeeld heeft de vorm van een grote zandloper. Het gaan opnemen van vele gedetailleerde sterrenkaarten op deze site zou ons te ver leiden. Met een draaibare sterrenkaart echter, zoals in een volgende rubriek getoond, is het mogelijk om vertrekkende vanuit dit sterrenbeeld heel wat meer te herkennen. Toch interessant om voor uzelf eens een eenvoudige proef te doen. Op dit detailsterrenkaartje zie je duidelijk de drie Oriongordelsterren v.l.n.r. Alnitak, Alnilam en Mintaka. Ook de positie van de M42, in het zwaard van Orion, is zichtbaar. (Lees ook het artikel over de Orionnevel in de rechterkolom voor meer info). Net onder Alnitak bevindt zich de zeer gekende Paardekopnevel, linkserboven de M78 reflectienevel. Parallel rechts naast het rechterbeen van Rigel naar Mintaka treffen we Barnards Loop aan, een uitgestrekt nevelcomplex dat visueel slecht te ontwaren is maar fotografisch wel goed tot zijn recht komt. Deze enorme gas- en stofwolken zijn waarschijnlijk het gevolg van vroegere supernovaexplosies. Het ganse Oriongebied is trouwens een interessante regio voor deepskywaarneming. Tracht u met al deze gegevens eens te oriënteren en probeer tijdens een zeer heldere en donkere nacht niet alleen de betreffende sterren, maar ook (eventueel met behulp van een verrekijker of kleine telescoop) de nevels terug te vinden. Je zal deze laatsten dan kunnen zien als een wazige vlek. Byzonderste daarbij is dat U ze reeds weet te localiseren. Wil je meer details zien kom dan gerust eens een kijkje nemen tijdens een van onze waarnemimgsavonden. U kan zeer uitgebreide en practische sterrenkaarten met positie- en zoomfunctie raadplegen op http://www.fourmilab.ch/yoursky/ Zeer duidelijke info inzake sterrenbeelden e.d alsook vele sterrenkaartjes/afbeeldingen vindt U eveneens terug op de interessante website van H. Scheenen onder de titel "Kuukes Sterrenbeelden": http://www.sterrenkunde.nl/sterrenbeelden/cms/news.php. Neem tevens ook eens een kijkje op de site van VSML (Vereniging voor Sterrenkunde Midden-Limburg) in Nederland: http://www.vsml.nl U kan tot slot volledig gratis het zeer interessante en practische astrocomputerprogramma Stellarium downloaden via www.stellarium.org , met realtimesimulatie van bewegende sterrenkaarten en weergave van vele andere objecten voor ieder willekeurig moment en geografische plaats op Aarde.
De helderheid van hemelobjecten wordt weergegeven in magnitudes. Bvb een ster van magnitude +2 is 2.5x zo helder als een met magnitude +3 en in deze verhouding loopt de schaal door (vb. object met magnitude +1 is 100x helderder dan magnitude +6). Eigenaardig genoeg zijn de meest negatievehelderheden deze van de best waarneembare objecten. De uiterste grens voor waarneming met het blote oog ligt op +6. De Zon bvb. met haar zeer hoge lichtintensiteit omwille van haar relatief korte afstand tot de Aarde zit op 27, de planeet Venus op ca. 4 (variabel) , de Poolster rond +2 en de ster Sirius, de meest heldere ster aan de avondhemel, op -1.4. Zoals we in een aantal artikels lezen spreekt men meestal van de absolute magnitude,dit is een standaardeenheid voor de lichtkracht van een hemellichaam op een afstand van 32,6 lichtjaar (10 parsec). Voor wat wij vanop Aarde waarnemen speelt daarbij de afstand voor dit begrip uiteraard ook een grote rol. Daarom spreekt men naast de absolute ook nog van de schijnbaremagnitude (zoals wij ze waarnemen). Bij een vergelijk mogen we deze twee waarden dus zeker niet gemengd gebruiken. Indien de absolute magnitude of de afstand tot de Aarde gekend is dan kan de andere factor hieruit afgeleid worden. Op die manier is het bovendien mogelijk de afstand van vergelegen extragalactische stelsels te bepalen. Op de foto zien we de Pleiaden. (Messier object M45). Het is een van de bekendste open sterrenhopen met heldere sterren. Met het blote oog is deze zeer gemakkelijk op te sporen. Met een lichtsterke telescoop zien we de relatief jonge sterren omgeven door nevelmassa's waaruit zij vroeger ontstonden. De blauwe reflectienevels vertonen een mooie structuur.
Exoplaneten en mogelijk (intelligent) buitenaards leven
EXOPLANETEN EN MOGELIJK (INTELLIGENT) BUITENAARDS LEVEN
Het is een verbazingwekkende, onthutsende en misschien zelfs beangstigend gevoel: je staart naar de sterrenhemel en terwijl je dat doet vraag je jezelf af of er iemand terugstaart. De gedachte alleen al laat je de haren te berge rijzen. Maar zelfs na eeuwen van afvragen en tientallen jaren actief kijken weet de mens nog steeds het antwoord niet.Maar dat kan ook tengevolge zijn van het feit dat de mensheid de juiste vragen niet heeft gesteld.Wij Aardlingen kennen maar één type leven, op één plaats. Het idee om elders te zoeken naar levensvormen confronteert ons met een oneindige serie vragen. Waar moeten we zoeken? Kunnen we ons ook maar een idee vormen waar we naar zoeken? Of hoe we het moeten vinden?
Wie heeft niet ooit de schoonheid van de nachtelijke hemel aanschouwd en zich afgevraagd of er niet op een verre planeet nog iemand anders zou kunnen zijn die zich evenzeer verwondert over onze zon die in hun nachtelijke hemel schittert? Als we omhoogkijken naar de sterren zullen de meesten van ons het eens zijn met Paul Davies dat: 'De ontdekking van leven buiten de aarde niet alleen onze wetenschap, maar ook onze religies, onze geloofsstelsels en ons hele wereldbeeld zou veranderen.Want in zekere zin is het zoeken naar buitenaards leven in feite een zoektocht naar onszelf - wie we zijn en wat onze plaats is in de grootste uitgestrektheid van de kosmos.' We hebben het voorrecht te leven in een tijd van wetenschappelijke ontdekkingen die het begin van een antwoord bevatten op deze eeuwenoude vraag.In de laatste tien jaar hebben onderzoekers meer dan honderd planeten buiten ons zonnestelsel gevonden.Biologen hebben levensvormen ontdekt op en diep onder de aarde die aantonen dat organismen in staat zijn een manier te vinden om in extreme omstandigheden te leven zoals we die op andere planeten zouden kunnen verwachten.Laten we een aantal van die recente ontdekkingen eens nader beschouwen in het licht van de theosofische leringen die ons vertellen dat de sterrenhemel inderdaad vibreert van leven. De zoektocht naar leven in de ruimte heeft een lange en veelbewogen geschiedenis.De Griekse filosoof Democritus (ca. 480-370 v.Chr.), die beschouwd wordt als de "vader" van de atoomtheorie, speculeerde er al over dat men kan zien dat de wetten van de natuur universeel werkzaam zijn en dat daarom, als er leven op aarde kon ontstaan, het ook elders in de kosmos moet bestaan.In een minder verlichte tijd kostte het verkondigen van zulke ideeën het leven aan Giordano Bruno, die in 1600 op de brandstapel terechtkwam.De Poolse wiskundige en astronoom Nicolaus Copernicus (1473-1543) was, op grond van zijn waarnemingen van ons zonnestelsel, van mening dat planeten in de ruimte algemeen moeten voorkomen.
De zoektocht naar exoplaneten (planeten buiten ons zonnestelsel) is een zeer interessant en byzonder actueel onderwerp. Hierna een artikel over een dergelijke ontdekking. U kan meerdere artikels van diverse auteurs in dit verband terugvinden op volgende link: http://www.spacepage.be onder de betreffende inhoudsrubriek
Rotsachtige exoplaneet ontdekt in sterrenbeeld Leeuw
Spaanse astronomen en onderzoekers van de Londense universiteit UCL (University College London) hebben een (mogelijk) aarde-achtige planeet ontdekt in het sterrenbeeld Leeuw.
Dit sterrenbeeld (van de dierenriem), met als helderste ster Regulus, is goed zichtbaar in het noordelijke halfrond in de vroege avond, tot ongeveer eind juni. Deze nieuwe exoplaneet bevindt zich op ongeveer 30 lichtjaar van de aarde en is de kleinste tot op heden gevonden planeet buiten ons zonnestelsel. Uit computermodellen blijkt dat zij ongeveer 50 procent groter zou zijn dan de aarde, een massa van vijf keer de aarde heeft, maar een temperatuur boven de 100°C. Dit maakt de kans dat er ooit leven wordt gevonden vrij klein. Bijzonder is wel dat één dag op deze planeet ongeveer 22 aardse dagen in beslag neemt en dat zij in deze periode vier omwentelingen rond haar ster maakt. De planeet, die rond de ster GJ 436 (magnitude 10,68) draait, kreeg GJ 436 c als naam. Haar ontstaan werd afgeleid uit waarnemingen van storingen in de baan van een eerder ontdekte (ijzige) exoplaneet in hetzelfde stelsel nl. GJ 436 b. Deze eerste planeet werd drie jaar geleden ontdekt via de techniek van microlensing, en kreeg toen de naam OGLE-2005-BLG-3901b (OGLE: Optical Gravitational Lensing Experiment). Microlensing doet zich voor wanneer een andere ster zich tussen het exoplaneetstelsel en de waarnemer op aarde bevindt, en daardoor een lichtversterkend effect veroorzaakt. Deze twee planeten worden ook wel superaardes genoemd omdat zij een massa hebben tussen één en tien keer die van de aarde. De eerste twee superaardes werden een paar jaar geleden gevonden rond de rode dwergster Gliese 581 (op een afstand van 20,5 lichtjaar), toen wel met de radiële snelheidsmethode (aan de hand van abnormale bewegingen van de ster ten gevolge van de aanwezigheid van planeten). Verwacht wordt dat in de volgende jaren nog meer exoplaneten van het type van de aarde zullen gevonden worden, wat ook een belangrijke stap is in de zoektocht naar (intelligent) leven in het heelal.
Afbeelding aanklikken voor grotere foto Amateurfoto: W. Ransburg.
KOMEET HOLMES
Deze komeet werd ontdekt op 6 november 1892 door de Brit E. Holmes (Londen). Toen deze man aan observatie deed in het Andromedagebied verscheen de heldere komeet in het beeldveld van zijn 32 cm. Newtontelescoop. Op het moment van de ontdekking was de komeetkern eveneens in uitbarsting maar later nog vrij zwak en onopvallend in vergelijking met de huidige verschijning. Er werden evenwel in die tijden ook reeds meerdere kernuitbarstingen van dit object waargenomen. Sinds zeer korte tijd is de doormeter van de coma toegenomen tengevolge van een spectaculaire en onverwachte nieuwe uitbarsting. De komeet is hierdoor ca. 1000.000 maal zo helder geworden. Hij is reeds met het blote oog waarneembaar als een nevelig vlekje en staat momenteel (1.11.2007) ca. 2,5 maal zo ver van de Zon als de Aarde. Een verrekijker of kleine telescoop zal U meer details tonen maar gezien de komeetstaart afgewend is van de Aarde zien we enkel de kern. Deze laatste toont een heldere centrale condensatie en een zwakke buitencoma. De komeet is nog een tijd terug te vinden in de omgeving van het sterrenbeeld Perseus. De opname werd gemaakt op 31.10.2007 met een spiegeltelescoop 300/1600 mm. (spiegeldiameter 300 mm. / brandpuntsafstand 1600 mm.) Het is het resultaat van 12 opnamen met nabewerking. Op vrijdag 9 november ll. had de komeet een stofatmosfeer van 1,4 miljoen km. doorsnede opgebouwd met zijn binnenste ijs- en steenkern van amper 3,6 km. diameter. Hij was bijgevolg op dat moment het grootste object binnen ons zonnestelsel. Er is ondertussen reeds heel wat waarneming verricht, o.a. door enkele van onze leden, spijtig genoeg tijdens de minder gunstige weersomstandigheden van de laatste week. (omgeving Wuustwezel, Brasschaat ) Er werden ook in het algemeen door amateurs en op volkssterrenwachten vele amateurfotos genomen. Lees voor meer info aangaande kometen ook het artikel bovenaan in de rechterkolom.
De aarde is verdeeld in 24 uurgordels en volgens deze verdeling ligt België in de Greenwich uurgordel. Na een aantal gewijzigde wettelijke bepalingen in dit verband werd tijdens de tweede wereldoorlog hetvolgende besloten: De GMT (Greenwich Mean Time) of Universele tijd werd voor ons gedurende de winterperiode met 1 uur en gedurende de zomerperiode met 2 uur verlengd. Vanaf 1946 heeft men in België de klok continu met 1 uur verschoven. Zodoende geldt nu voor ons de tijd van Centraal Europa of CET (Central European time). Sinds 1977 moeten we daar nog eens een uur extra aan toevoegen. Om een lang verhaal kort te maken houdt dit hetvolgende praktische gevolg in: bvb. 14 h. UT (Universele tijd) komt overeen met 15 h. wintertijd CET en 16 h. zomertijd CET. Spijtige hierbij is dat men in sommige lektuur verzuimd om de vermelding UT na het opgegeven uur te vermelden hetgeen sporadisch voor enige verwarring kan zorgen en uiteraard een redelijk tijdsverschil betekent. In de astronomie wordt de Universele tijd echter zeer veel gehanteerd en het staat er ook meestal duidelijk bij vermeld.
Deze draaibare sterrenkaart is vervaardigd uit kunststof en vochtbestendig. Je kan er de datum en tijd op instellen en op die manier vele objecten terugvinden. De kaart is ontworpen voor 52° NB en bruikbaar tussen 47° en 57° NB. Ze geeft sterrenbeelden, sterren van magnitude -2 tot +5, dubbelsterren en variabele sterren weer alsook vele deepskyobjecten. Een ideaal werktuig dus voor gebruik onder de nachtelijke hemel. Wanneer je ook nog over een klein rood Ledlampje beschikt dan ben je gewapend om op verkenning te gaan. (Dit om tijdens het waarnemen en beurtelings raadplegen van de kaart uw ogen aangepast te houden voor waarneming). De sterrenkaart is verkrijgbaar in diverse astrozaken aan een prijs van ca. 12 euro.
Op vele Maansimulaties kan u per dag de actuele maanfase en data volgen. De studie van maandetails en herkenning van kraters, bergketens, mare e.d. is voor velen een fascinerende bezigheid die u aan de hand van gedetailleerde Maankaarten heel wat aan waarneming biedt.Zeker ook voor de beginnende amateurastronoom en/of bij het gebruik van wat kleinere telescopen is dit een zeer boeiende aangelegenheid.Een zeer hoog contrast bij de waarneming kan u bereiken door te kijken in de transitzone (overgang licht/donker) en uiteraard ook bij het gebruik van een voor uw telescoop geschikt grijsfilter of beter nog polarisatiefilter (variabele lichtdempingsinstelling).