Vroeg op. Het was vier uur en ik was klaarwakker. Zelfs de haan kraaide nog niet, hoewel die vaak al begint te kraaien wanneer het in mijn ogen nog pikdonker is. Daar stond ik dan, en door de duisternis had mijn lichaam totaal geen neiging tot iets actiefs. Dan maar een tas kamillethee (want het was wél de bedoeling later nog wat in bed te kruipen) en een boek. Ik heb het boek "HOMage" van Bo Coolsaet bijna helemaal uit. Het gaat over wijzer ouder worden, een onderwerp dat mij enerzijds interesseert vanwege mijn werk in de ouderenzorg, en anderzijds omdat ikzelf ook ouder word en dit liefst op een comfortabele manier wil doen. En het boek bevat veel wijsheid, het telt 611 pagina's. Teveel om ooit te onthouden, dus zal ik vermoedelijk semi-comfortabel oud worden.
Een tijdje later, toen de lettertjes de polonaise begonnen te dansen, vond ik het te proberen om weer onder de wol te kruipen. Zohra, de poes, was hier helemaal mee akkoord. Ze nestelde zich op mijn buik en tot mijn grote verrassing legde ze teder een pootje op mijn poortkatheter. De hygiënisten onder ons zullen dit met rechtopstaande haren lezen, maar ik was er vrij gerust in. Tenslotte is alles heel goed beschermd door een ondoorlatend verband (toch van buiten naar binnen) en Zohra had niet de intentie om haar nagels te gebruiken. Geraakt door haar gebaar legde ik zacht een paar vingers op haar pootje, en wat ze daarna deed raakte me nog meer: haar tweede pootje legde ze op die vingers. Het is waar: katten laten hun pootafdrukjes achter in je hart.
Een paar uurtjes later werd ik weer wakker. Zohra had zich naast mij genesteld, ook één van haar favoriete plekjes. Dat ik dan mijn arm rond haar moet slaan zodat zij haar kopje in mijn hand kan nestelen en ik daar met één koude arm boven de dekens lig, is van minder belang, vindt zij. Maar het plezier was nu door en ik stond op (zij niet). En toen voelde ik het: ik was misselijk. En de eerste gedachte was natuurlijk: daar gaat het beginnen. De molen was aan het draaien en tegen ik in de keuken kwam had ik reeds mijn hand door mijn recente korte haren gehaald. Twee haartjes in de hand. Nu, dat was toch nog niet voor vandaag, dus.
Mijn eerste werk bestond dan ook uit het aanbreken van de smelttabletten tegen misselijkheid die ik van het ziekenhuis had meegekregen. Snel handelen maar, niet te ver laten komen. De misselijkheid ging gelukkig snel over, zodat ik in alle rust genoot van mijn ontbijtje. Ik ben nooit een ochtendmens geweest, dus als ik die ochtenden in iets leuks kan omtoveren zal ik het zeker niet laten. Moeder kwam langs, vader kwam langs en ik las mijn boek verder uit, want het was nog steeds ochtend.
Rond elf uur krijg ik meestal mijn eerste energieprik, maar sinds de laatste weken lijkt die - en de volgende prikken - totaal verdwenen. Ik voel me vooral moe. Maar met het oog op weer een paar uurtjes 's nachts in het donker te dwalen voor ogen, wil ik vandaag niet toegeven aan de verleiding om teveel te gaan rusten. Er was nog wat administratie te doen, dus daar begon ik mee: papieren klasseren, afspraken maken, enzovoort. Alleen al voor mijn tegenwoordige ziekenhuisbezoeken neemt dit aardig wat tijd in beslag.
Op de middag kreeg ik totaal onverwacht bezoek van een goede vriendin. Erg vond ik dat niet, mensen die me nauw aan het hart liggen zijn altijd welkom. Het werden weer een paar uurtjes gezellig koffie drinken en onze wedervaren vertellen. Hoe bevreemdend is het dat je met sommige mensen nooit uitgepraat raakt? Jammer genoeg moest zij er weer vandoor, want ondanks dat ik tegenwoordig een zee van tijd heb, heeft zij dat niet.
De namiddag verliep rustig. Dat moet wel, want ik heb geleerd dat ik het rustig aan moet doen. Tot een maand terug durfde ik al eens overmoedig te worden wanneer ik weinig pijn had, en dan moest ik het de dag erna bezuren, want dan kon ik bijna niet meer vooruit. Doseren dus. En toch... Bij het uitruimen van de afwasmachine stak de ergernis van de pannenkast weer de kop op. De pannenkast is al heel lang onpraktisch ingericht, en net vandaag was het hoogtepunt. Uitruimen dan maar, en herschikken. En terwijl we bezig zijn met een sopje over de planken. Daarna alles praktisch terug inrichten. Ik was net klaar toen mijn moeder weer langskwam en mij een afkeurende blik toewierp. Dat ik dàt nu net moest doen in mijn toestand. Moeder heeft natuurlijk gelijk. Maar het gaf toch een voldaan gevoel.
Nu ben ik wel voor ogen blijven houden dat ik moest doseren. Ik wisselde dus mijn werkjes af met wat rust: kopje koffie, kopje thee, ander boek. Ditmaal een boek van Yvonne Kroonenberg, dat leest ook lekker vlot. Op een bepaald moment voelde ik wel dat het genoeg geweest was. Luisteren naar je lichaam, heet dat, en ik probeer dat te leren. Ditmaal nam ik het juiste besluit, en hierdoor kwam het boek van Yvonne Kroonenberg ook op de stapel "gelezen".
Anyway, ik hoop dat ik vannacht een rustige nacht zal hebben en het rondspoken zal laten voor wat het is. Eigenlijk is het een contradictie: luisteren naar je lichaam en voldoende rust. Als je dat erg ter harte neemt, lig je 's nachts wakker. Doseren dus.