Regenbuien tot 15 u, daarna zonnig, 25°.
Ondertussen ken ik de spreuk volledig: "La pluie du matin n'arrête pas le pèlerin, la pluie de toute la journée, ça sent le chien mouillé." Als we 's avonds bezweet toekomen is douchen en kleren wassen het eerste wat we doen. En dat is hard nodig!!!
Om 8.15 u vertrokken, uitgewuifd door gastheer Bernard en gastvrouw Lucie. Geschuild in Utxiat in een oude molen, vroeger deel van een pelgrimshospitaal. Er liggen 2 stevige matrassen en er staat een lange tafel met banken. We zeggen het door aan elkaar. Van op het pad is het niet te zien dat je hier wat kunt uitrusten. Op een kruispunt van oude Romeinse wegen staat een stenen kruis uit 1714: Galzetaburu.
Het regent nu werkelijk pijpenstelen. Ik loop met open handen onder de cape om te vermijden dat er water in de slobkousen komt. Een boer probeert tevergeefs zijn schapen van de stal naar de weide te leiden tot zijn hond komt aangelopen. Even verder moet ik uit de weg voor een troepje schapen dat voortgedreven wordt door een traag rijdende wagen. Door de regen te laat voor een foto. Opeens merk ik een teken van de GR 78 op, de route die uit Lourdes komt. Ben ik weer verkeerd gelopen? Door de buien heb ik enkel naar de wit-rode streepjes van de GR uitgekeken en heb ik nooit mijn gidsjes erbij gehaald. Ik picknick in een loods van een boerderij waar landbouwmachines staan! Oef! Eindelijk droog ergens kunnen schuilen. Ik doe wel een ontdekking. Ik zit neer op een soort wijde eg, in de hoek van de machine ligt er een ongeopende, goede fles rode wijn: El Coto, Rioja Crianza, met een glas en daarnaast een fles water. Een tussendoortje voor de landbouwer tussen het harde werk in, zonder dat moeder de vrouw op de hoogte is.
Gerustgesteld zie ik een wegwijzer naar St-Jean-le-Vieux, op de plaats van een Romeinse neerzetting. Van hieruit trokken ooit Karel de Grote en Roeland, en later Aimery Picaud, de middeleeuwse schrijver van de 'Guide de Pèlerin' uit de codex calixtinus over de Santiagobedevaart, over de Pyreneeën. De parochiekerk Saint-Pierre heeft nog een romaans portaal. Vanaf de 13de eeuw trokken de pelgrims via het gehucht La Magdaleine ( er was een hospitium, nog merkbaar aan het kerkje La Sainte-Madeleine-de-la-Recluse met een gotisch portaal in rode zandsteen) naar St-Jean-Pied-de-Port ( = aan de voet van de bergpas). Je komt er binnen langs de Sint-Jacobspoort. Rond 16.15 u meld ik mij eerst aan bij de 'Accueil Saint Jaques'. Zij houden statistieken bij over alle pelgrims die hier voorbijkomen of van hieruit vertrekken. Aan de overkant is de gîte "L'esprit du chemin", uitgebaat door de supervriendelijke Huberta en Arno uit Nederland. Ze praten vlot 4 talen: Frans, Duits, Engels, Nederlands. Ze hebben zelf al meer dan eens de camino gelopen en doen nu in hun jaarlijkse vakantie stukken onderweg naar Jeruzalem! De Antwerpse Liesbet helpt als vrijwilligster. Ze hebben een tuinhuisje dat als meditatieruimte dienst doet. Bij het aperitief vragen ze ons ons voor te stellen. Ja hoor, vanaf hier is het echt een internationaal gezelschap. Er zijn Amerikanen, Canadezen, Nieuw-Zeelanders, Oostenrijkers, Fransen, de Duitser Herman, een Zwitserse en een Koreaan. We krijgen een vegetarische schotel: courgettesoep en Mexicaanse pannekoeken met zoete maïs, bonen, broccoli, wortels en pompoen, een tomatenslaatje en yoghurtsaus. Nergens op de camino hebben we zoveel groenten op tafel zien staan.
Ik heb in de vooravond nog even geblogd, ben door het pittoreske stadje gewandeld om te zien of ik eventueel nog bekenden zou ontmoeten. Bijna onmogelijk: er zijn 15 gîtes hier in St-Jean... Vauban heeft indertijd de muren van de citadel boven de stad nog extra versterkt. Pelgrimstocht afgesloten met een korte misviering in Notre-Dame-du-Pont, de gotische kerk van St-Jean naast de oude brug over de Nive. Vroeger was de kerk gewijd aan de Heilige Johannes ( vandaar de naam van het stadje St-Jean). Huberta waakt er wel over dat iedereen om 22u op de kamer is en dat er van dan af stilte heerst. Noodzakelijk voor de pelgrims die morgen al vroeg zullen vertrekken voor de toch lastige, maar o zo mooie etappe naar Roncesvalles.
|