Zonnig, blauw met witte schapenwolkjes, 28 °, zwoel en donderwolken 's namiddags.
Ontbijt met 8 verschillende soorten zelfgemaakte confituur o.a. van vijgen, groene tomaten, en wilde abrikozen 'abricots des vignes'. De taart gisteren en de confituur werden allemaal door de grootmoeder van 86 gemaakt. Iedereen is ingeschakeld op de boerderij. Ze hebben melkkoeien: bonte Montbéliarde en zwart-witte Holsteiner. "On écoute Sarkozy, zegt de landbouwster, travailler plus pour gagner moins!" Nog de lieve landbouwer omhelsd voor ik als laatste vertrek. Ik ervaar de dankbaarheid en de erkentelijkheid van de middeleeuwse pelgrim.
In mijn kamer sliep ook Dorit, een jonge kinderarts uit Dresden. Haar vriend werkt als ingenieur in Zwitserland. Na haar tocht ( ze gaat helemaal naar Compostella) wil ze nog vrienden bezoeken in Frankrijk en Zwitserland en zich daarna vestigen in München, omdat ze dan dichter bij haar vriend kan zijn. Ze heeft wel last van haar knie. Ik denk vaak aan haar, want we dalen een flink pak vandaag: van Golinhac (655 m) naar Conques ( 271 m).
Ik luister naar de vogels. Ik herken enkel het krassen van de kraaien, de roep van de koekoek, de tjiftjaf en het slaan van vinken zonder de typisch Vlaamse suskewiet. Hier eindigt hun wijsje als 'sjioete'. Chouette! Massa's bijen in de lindes aan de boerderijen. Ik pluk elke dag een wilde bloem en leg die 's anderendaags neer bij één van de vele stenen kruisen onderweg. De negende dag. In Le Soulié ( zou zowel 'soleil' als 'soulier' betekenen ) is er een kleine, landelijke gîte van de tempeliers. Ik was er mijn handen met bronwater in de keuken en in de intieme kapel met sfeervolle muziek bid ik voor Luc en Rosemie. In vele kerkjes hier mag je geschreven intenties achterlaten, waar dan 's avonds met de aanwezige pelgrims voor gebeden wordt.
Picknick in het bos. Ik krijg een telefoontje van Roland. Hij heeft het druk op de boerderij: hij is wijn van kersen aan het maken en heeft een schaap geslacht. Vandaag moet het in de diepvriezer, en daar bovenop krijgt hij nog talloze telefoontjes te verwerken die eigenlijk voor mij bestemd zijn. Arme Roland!
Om 13.50 u in Sénergues. Speeltijd in het lokale schooltje. De juf vraagt geen kinderen te fotograferen. In het kerkje zijn er moderne, kleurrijke glasramen ontworpen door een monnik. Hoe meer je Conques nadert, hoe meer akkers: kameelkleurige vlekken in het patchwork van groene weiden en bossen met een lichter kleuraccent voor de bloeiende kastanjebomen. De boeren zijn hier al rogge aan het oogsten. Blijkbaar loop ik toch wel een aantal kilometer om... 2 automobilisten stoppen om mij de weg te wijzen als ik aarzelend mijn topogids raadpleeg aan een kruispunt.
De klokken van Conques slaan 5 uur als ik aan de rotsige afdaling begin. We worden onderweg aangemoedigd in de trant van "Ami pèlerin, l'extraordinaire se trouve dans l'ordinaire. Bière à 20 minutes!" Nog even internetten in het office de tourisme tot sluitingsuur 18.30 u. Daarna deelnemen aan het rustige, geregelde leven van de witte paters van Conques.: om 18.30 u vespers, om 19 u avondmaal in de refter, om 20.30 u pelgrimszegen en om 21 u uitleg over het romaanse timpaan van Het Laatse Oordeel op het portaal van de abdijkerk, gevolgd door een orgelconcert. De enthousiaste pater acteert en boeit het hele gezelschap van pelgrims en toeristen. Hij wordt opgenomen voor de tv Arte, in juni 2012 in de reeks: de 40 markantste dorpen van Frankrijk.
Ja, de reliekenhistorie in de Middeleeuwen! Sainte Foy ( ofte de 12- of 13-jarige heilige Fides) werd onthoofd in Agen in 303. In de 9de eeuw, in 866, won een pater van Conques het vertrouwen van de bewoners van Agen, maar hij beschaamde dit vertrouwen en stal de relieken. In Conques kwamen er hele scharen pelgrims Sainte Foy eren. Ze bewerkstelligde veel mirakels. Zo werd een zekere Vuitbert overvallen in het naburige dorpje Espeyrac. De rovers staken hem de ogen uit, maar de vogeltjes brachten die naar Conques. De ongelukkige werd jongleur om in de kost te voorzien, maar ging toch op bedevaart naar Sainte Foy en hij kreeg in Conques zijn zicht terug. Wat geloof en vertrouwen al niet vermogen!
Hier in de abdij slaap ik helemaal alleen in dortoir 2, de jonggehuwden krijgen een kamer apart. De paters houden er wel een eigenaardige gewoonte op na. De rugzak moet de hele nacht in een plastic zak, geïmpregneerd met een product tegen bedwantsen. Voor alle zekerheid... De abdijkerk is heel ruim en hoog , een echte pelgrimskerk. Pelgrims kunnen via de zijbeuken helemaal rond het koor gaan, zonder de diensten te storen. Tijdens het orgelconcert kun je zelfs hoog in de tribunes lopen , weliswaar tegen betaling. Kan ik de volgende keer doen, als ik ooit terugkom???
|