Bewolkt, 2 regenbuien.
Goed geslapen in de yourt. Die is gemaakt van dierenhuiden en hennepvezel en overdekt met zeil. Gisterenavond schitterden de 2 yourts in de zon. Aan de binnenkant is de yourt geïsoleerd met dichtgeweven, vervilte wol. Binnen is er plaats voor 10 gasten. Er liggen goede, stevige matrassen in een cirkel op een plankenvloer. Er is een kast voor de schoenen en in het midden een grote fauteul en een ouderwetse kleerkast met spiegeldeuren. Even denk ik muizen te horen, Verbeelding! Het moeten de plastic zakken in mijn rugzak geweest zijn. De gastvrouw vertelt dat muizen vroeger gaten beten in de yourt, maar nu is er op haar domein een hermelijn en van muizen heeft ze geen last meer.
Het heeft de hele nacht geregend, maar 's morgens starten we droog. In Nasbinals kan ik internetten in het bureau voor toerisme, recht tegenover de romaanse O-L-Vrouwekerk. Op het marktplein ontmoet ik een pelgrim met een ezel. Ezels doen mij onvermijdelijk denken aan mijn stappersvriend Luc van Kortrijk. Hoe zou dat komen? (Sorry, Luc, inside joke) Het is heel druk in het stadje, morgen wordt hier de 'course des burons' georganiseerd langs de GR 65 ( 10 km, 20 km, de marathon 42 km, en de 93 km). De deelnemers lopen langs de pelgrimswegen over de stenen en de keien, de drassige stukken, de open weiden bergop naar de Col de l'Aubrac ( 1368 m) tot St-Chély-d'Aubrac en maken daar rechtsomkeert. Wat een geluk dat wij hier een dag vroeger zijn! Ter hunner ere hangen er rood-witte plastic linten waar ze moeten afslaan en oranje stippen op de grond wijzen hen de weg. Ik heb zelfs een gentiaan gezien met zo'n rood-wit lint. Sterke bloem! De burons waren de berghutten waar de herders de plaatselijke kaas Laguiole maakten. De verse kaas 'tomme' wordt gebruikt voor de bereiding van aligot. Daarna wordt de ongerijpte kaas gesneden , in vormen geperst 'fourme' en laat men ze nog 2 maand rijpen in de kelder van de hut.
Onderweg naar de bergpas van de Aubrac steekt er een felle wind op. Voorbode van erger? Ik loop langs de rand van een loofbos, machtige hazelaars! Ik voel aan de kruiden. Hmm, de geur van wilde tijm. Op het pad spelen 2 kalfjes, ze stoten mekaar met de kop, maar gaan netjes uit de weg als ik eraan kom. Welopgevoede koeien hier! Een compliment trouwens voor de Fransen, nergens langs het pad zijn er papiertjes, plastic verpakkingen of blikjes te bespeuren. In Spanje was dat wel even anders! Ik krijg een telefoontje van Roland op het hoogste punt van de Via Podiensis. Alles OK op het thuisfront. Vanavond treedt Floris, mijn kleinzoontje op op Pieters kikkerfeest. Hij volgt les bij zijn papa en speelt al heel behoorlijk djembé. Een fikse regenbui overvalt mij. Gelukkig is het niet zo ver meer tot Aubrac. Daar staat een romaanse Notre-Dame-des-Pauvres-kerk, gesticht door de Vlaamse graaf Adalard. Een modern fresco vertelt het verhaal. Toen hij hier in de 12de eeuw overvallen werd door rovers, beloofde hij een klooster te stichten om pelgrims en reizigers op te vangen. Dit werd de 'domerie van Aubrac'. De dom of heer stond aan het hoofd en bood de pelgrims eigenhandig water aan om hun handen te wassen. Hun voeten werden met warm water gewassen en hun kleren werden voor een open vuur uitgeschud om ze van luizen te ontdoen. Van het hele complex is enkel de kerk bewaard gebleven. Ernaast staat wel nog een versterkte toren, Tour des anglais, nu de gîte van Aubrac.
Op 22 mei viert men in Aubrac de 'transhumance'. Dan trekken de koeien in optocht naar de zomerweiden, versierd met bloemen. Ik krijg nog een tweede stortbui over mij heen. Mijn regencape, slobkousen en schoenen worden wel flink uitgetest vandaag! Ik ben moe als ik door het bos afdaal naar St-Chély-d'Aubrac. Gelukkig heb ik nog enkele nootjes om te knabbelen. Roland heeft walnoten gekraakt voor ik vertrok. Ze komen goed van pas op het einde van de wandeling.
Overnachting in de gîte communal van St-Chély. Avondmaal en ontbijt in de bar "La Mairie". Biefstuk-friet, om dat vermaarde vlees toch eens te proeven!
|