
Vertrokken om, 7.15 u, vol verwachting. Vandaag de dag van Cruz de Hierro, een letterlijk ( 1504 m ) en figuurlijk hoogtepunt van de tocht. Ik ga bergop tussen varens, doornige struiken, brem, heide, tijm in het morgenlicht. Ik wandel mijn schaduw achterna in Foncebadón, één van die dorpjes die ten dode waren opgeschreven, maar herleven dankzij de stroom pelgrims. In het kerkje daar heeft Domus Dei een albergue parroquial op gericht, in het Huis van God zelve. Heel symbolisch! En dan onverwacht Cruz de Hierro ,ook Cruz de Ferro genoemd. Een toeristische fotoshoot eerst. Iedereen is zo blij hier te zijn. Ik leg het steentje neer uit het kerkhof van Baillonville, waar opa (vader van Roland) begraven ligt. Ik had er 2 uitgezocht: oma heeft het zwaarste voor haarzelf gehouden en mij het lichtste meegegeven. Even gezocht naar de steen van de KWB, niet gevonden. Er liggen er zoveel. Mensen laten hier T-shirts, sjaaltjes, een kompas, sleutelhangers, troeteldiertjes, berichtjes, doodsprentjes achter. Ik heb zelfs een Zwitsers zakmes gezien, zo´n nuttig ding. Bedevaartgangers leggen hier al heel lang een steen neer die ze hebben meegebracht van bij hen thuis als symbool voor de last die ze achter zich willen laten. Aan het Cruz de Hierro is het zeer druk, de bezinning komt achteraf. Alleen stappend door zo´n ongelooflijk mooi landschap: groene, zonbeschenen heuvels, windmolens aan de horizon, koebellen op de achtergrond ( van in Navarra geleden), een enkele lijsterbes of rozenbottelstruik als kleuraccent. Gebeden voor oma en opa, voor mijn eigen moeder en vader, voor "nonkel" zelfs. " Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren". Ik denk dat ik nu pas dat zinnetje snap dat we al prevelen sedert we klein zijn. In Manjarin is er een heel speciale herberg waar men de oude tempeliersgebruiken in ere wil houden: Santiago 222 km, Rome 2475 km, Jeruzalem 5000 km, Mexico 9376 km. Ik heb er een Tau-kruisje gekocht (symbool dat de monniken van de Antoniusorde aan de pelgrims gaven om hen te beschermen tegen de gevaren van de camino). Nog even klimmen en daarna de afdaling naar El Acebo. Het pad is hier niet altijd met stenen en keien bezaaid, op sommige stukken liggen er schisten, leistenen zoals in de Ardennen bij ons. In El Acebo een pint gedronken, te laat voor het kerkje. Het gaat juist dicht: het is 13 u. Ik zie geen hond met 3 poten, zou hij of zij aan de siësta begonnen zijn? Ik vraag er wel naar in de bar. Goed nieuws voor Karel! Er is niet 1 hond met 3 poten in El Acebo, er zijn er 2! De moeder heet Tina en heeft een zoon gebaard, maar om een of andere reden moest het hondje geopereerd worden en heeft het nu ook maar 3 poten. Machadín heet het. Dus Karel, volgend jaar wachten er jou 2 hondjes met 3 poten op: Tina en Machadín! We dalen nog verder. We zien Ponferrada al liggen in de verte. Hier en daar zorgen kastanjebomen voor wat schaduw. Ik wandel even samen met de Koreaanse Young Ah, ze is 35 en spreekt vlot Spaans. Ze geeft Spaanse les aan volwassenen in Zuid-Korea. De camino is in de mode daar, en niet alleen om godsdienstige redenen. Als ze terugvliegt maakt ze een tussenlanding in Thailand. Daar zal ze zich laten masseren. Dat zal nodig zijn na haar tocht.Ze is gestart in León en heeft wel veel last aan haar voeten. Ik ontmoet ook Mieke weer, de Hollandse die ik al af en toe zie sedert León. Zij zet mij aan het denken: ze vliegt terug op 8 oktober, plant een busreisje op 7 okt en zal aankomen in Santiago op 6 okt. Dat is de dag dat ik terugkeer! Even een rekensommetje gemaakt. Nog 8 stapdagen, nog 202 km. Vale! Dat is te doen. Wel een nieuw blaartje op mijn linker grote teen. Om 5.45 u toegekomen. Nog tijd gehad om even door het historisch centrum te lopen, een kiekje genomen van het kasteel van de tempeliers. Aan de kerk was er een trouw. Heel veel trouwgenodigden zijn niet te zien in de kerk, maar zitten in hun avondkledij in bars op het plein voor de kerk. Een gezellige boel daar!
|