Gelachen bij het ontbijt! Gisteren gaven de nonnetjes koffie, melk, Spaans stokbrood, margarine en confituur. Vandaag was er ook mals bruin brood en roomkaas van Philadelphia. Dat dacht ik tenminste. Ze waren van de pelgrim naast mij. Toen ook anderen naar het brood en de kaas grepen, ging hij wijselijk buiten apart zitten. De hongerigen voeden. Hij heeft alvast zijn goede daad voor vandaag gesteld. Vertrokken om 6.45 u. De marktkramers zetten hun kraampjes klaar op de Plaza Mayor. Weer een onverwacht ontroerend moment in La Virgen del Camino. Er staat een moderne bedevaartskerk. Hier is ooit Maria verschenen aan een herder in de 16de eeuw. Ik ga binnen voor een stempel en schrijf de reden voor mijn tocht in het gedenkboek. Ik wil mijn moeder bedanken voor alles wat ze voor ons, mijn 2 broers en ik, gedaan heeft zonder dat wij het beseft hebben. Zij heeft zich zo sterk kunnen houden tijdens haar moeilijke leven omdat ze rotsvast geloofde in O-L-Vrouw van Lourdes. Ik wou een grotere uitdaging dan een bedevaart naar Lourdes, vandaar de tocht naar Santiago... Het oude pad loopt van León ( de Romeinse stad Legio) naar Astorga ( Asturia) langs de drukke N-120. Ik kies voor de alternatieve route over het platteland. De goede keuze. Weer rust en stilte in de droge hoogvlakte van de Páramo met een kenmerkende vegetatie van lage struiken. Lavendel, brem, ·cistusroosjes· ( volgens mijn gids) met kleine rozenbottels, en lage donseiken. Het blad voelt inderdaad fluwelig aan onderaan. Het ruikt weer kruidig. Geen grint meer, weer rood stof op mijn schoenen. Na het dorpje Villar de Mazarife (een Santiagokerk) volgt er wel een eindeloos stuk op een rustige asfaltweg met aan weerskanten irrigatiekanaaltjes. Water, dus weer een grote variatie aan wilde bloemen: o.a. anijsbloemetjes ( zo noemen wij ze). Ik zie ook weer bloeiende brem, walstro en bloeiend sint-janskruid. De seizoenen verlopen hier toch anders: nog geen spoor van herfst, ´s morgens licht om 7.30 u en ´s avonds donker rond 8.45 u. Ik hoor weer vogels, zoemende bijen, krekels en sla vervelende vliegjes weg. Ik verstoor kikkers in hun siësta, ze springen in het water. Er zijn ook libellen... maar geen enkel schaduwplekje om te picknicken. Pas in Villavante ( 3.15 u ) vind ik een bar. Mijn 1ste cola-met-ijs stoot ik om van vermoeidheid als ik mijn picknickgerief uithaal. Ik krijg gratis een 2de. De dorstigen laven... Vandaag lok ik werken van barmhartigheid uit bij mijn medemens. En vreemdelingen herbergen, dat doen ze hier in alle refugio´s, elke dag opnieuw. Bij de brug over de autosnelweg tel ik 9 hagedisjes. Die voelen zich hier wel in hun nopjes! Mijn eindpunt is Hospital de Órbigo ( 5.15 u), een pittoresk plaatsje met een heel speciale brug. De parochiale herberg wordt nu opengehouden door een Vlaams koppel uit Kapellen: Daniel en Lena Dierickx. Het is een heel landelijke herberg met een patio, een tuin, houten galerijen, mooie hoekjes, bloeiende planten: een oase van groen! De brug dus. In de tijd van de Romeinen werd het goud uit Asturië over deze brug naar Rome gebracht. In de middeleeuwen was er een ridder, Don Suero de Quiñones ( in León is er een straat naar hem genoemd) die omwille van een dame de gelofte had afgelegd elke donderdag een ketting om zijn hals te dragen. Om ervan af te geraken streed hij met zijn 8 kompanen een maand lang met elke ridder die hier langskwam. De gewone, arme pelgrims liet hij gaan. De ketting hangt nu aan het borstbeeld van Santiago de Mindere in Compostela. Dit toernooi (de paso honroso) wordt elk jaar herdacht - een grote toeristische attractie hier met middeleeuwse kledij. Avondmaal met het Oostenrijks koppel Wolfgang (75) en Elisabeth ( 65). Zij slapen in iets luxueuzere hostales, maar stappen wel sneller dan ik. Ze zijn verrukt over de pelgrims van overal ter wereld, maar van Duitsers moeten ze niets weten. Dan hebben ze Hedwig en Henri van München niet ontmoet! Antwoord: München is Beieren, dat hoort bij Oostenrijk, niet bij Duitsland!
|