
Vandaag kom ik Anne van Brugge telkens tegen in de dorpjes: in Tosantos ( ze vertelt me dat je als pelgrim altijd naar het toilet mag in een albergue die open is - net wat ik nodig had. Op de muur stond een mooie spreuk: "Oordeel de mensen niet, want dan heb je geen tijd om van ze te houden." Je bent hier vatbaar voor zingeving.), bij het ontbijt in Espinosa del Camino, bij de picknick in het bos en in de refugio van San Juan de Ortega. In Villafranca - Montes de Oca vergeet ik brood te kopen in een houtoven gebakken, specialiteit van daar. Ik heb nog wat restjes van gisteren. Vorig jaar met de KWB was dit mijn lastigste tocht ( klimmen van 770 m naar 1040 m, een eindeloze wandeling in de uitgestrekte eiken- en dennenbossen van Montes de Oca - ik was uitgeput toen ik arriveerde in San Juan de Ortega.) Dit jaar geniet ik meer, hoewel de uitputting er nog altijd bijhoort. Als je even stopt in dit bos, hoor je het suizen van de wind in je oren, getjirp van krekels, een enkele opgeschrikte vogel, het voorbijzoeven van een peregrino op mountainbike. Je voelt de wuivende droge grashalmen langs je benen. De vlindertjes fladderen met je mee, sprinkhanen springen voor je uit. Er zijn varens, brem, bloeiende heide en tijm. De dennengeur verkwikt je. Bij een open plek zie je in de verte de toppen van de Sierra de la Demanda (2200 m hoog) . Daar ergens, volgens het oriëntatiebord ligt het klooster San Millán de la Cogolla, waar een monnik de eerste zinnetjes in de volkstaal schreef in de marge van een Latijns handschrift: de Spaanse tegenhanger van ons "olla vogala nestas bigunnan!" San Juan de Ortega was een leerling van Santo Domingo de la Calzada, legde ook wegen aan en bouwde bruggen voor de pelgrims. Enorm belangrijk als je daardoor niet meer verdwaalde in ongure bossen of urenlang om moest lopen om een doorwaadbare plaats in de rivier te vinden. Vandaar... In deze bossen huizen trouwens nog herten, everzwijnen, vossen, wolven, dassen en otters...
In San Juan is er een bar met een gehandtekende foto van Enrique, blijkbaar een legendarische pelgrim. Tomas wist te vertellen dat Enrique en Marcelino ( in het houten chalet in Parque de la Grajera buiten Logroño) eeuwige pelgrims zijn. Marcelino heb ik niet op de foto, maar zijn stempel staat wel in mijn boekje, mijn credencial of geloofsbrief. Tomas slaapt vannacht buiten, zijn laatste nacht als pelgrim. Morgen neemt hij de bus terug uit Burgos, hij moet dringend met zijn proffen overleggen welke vrijstellingen hij kan krijgen. Zijn vriendinnetje Georgina uit Barcelona gooit haastig haar gerief in de plasticzakken (zoals wij allemaal gebruiken om wat orde te krijgen) in de rugzak, net voor de lichten uitgaan... We eten met Ann, Birthe uit Denemarken en Giuliano in de casa rural. Een empanada gallego de atún, morcilla de Burgos (gebakken bloedworst met rijst ) en ensalada. Lekker en ruim genoeg. De rest van het brood nemen we mee voor de picknick.
|