|
- Scheidsrechter laat de bal vallen op de plaats waar de bal was, op het ogenblik dat de wedstrijd werd onderbroken.
Dus bal niet omhoog werpen en ook niet met kracht naar beneden gooien. Deze spelherneming wordt NIET voorafgegaan door
een fluitsignaal
- Er staat nergens in het reglement bepaald hoeveel spelers er zich in de nabijheid van de bal moeten zijn, op het ogenblik dat
de scheidsrechtersbal wordt gegeven. Dat kan dus 1, 2 , 3 enz zijn, maar dat kan ook geen enkele speler zijn.
- De bal mag slechts aangeraakt worden door een speler, nadat hij de grond geraakt heeft. Indien een speler de bal vroeger raakt
dan moet de scheidsrechtersbal hernomen worden
- Uit een scheidsrechtersbal kan NIET rechtstreeks gescoord worden. Hernemen met doeltrap of hoekschop indien de bal
toch rechtstreeks in doel gaat en naargelang de bal in het doel van de tegenstrever of in eigen doel getrapt is.
Indien een speler een tweede maal de bal raakt, nadat de bal in aanraking met de grond kwam en een doelpunt scoort is dit
WEL een geldig doelpunt.
- Men ziet nogal veel - vooral bij een scheidsrechtersbal na kwetsuur - dat de scheidsrechter tegen de spelers zegt wie de bal eerst
mag raken en in welke richting de bal moet geschopt worden. Dit is tegen het reglement. Een scheidsrechter mag dit niet bepalen.
|
