en IN DE STRIJD, en als GEZEL VOOR ONTSPANNING en SPORT.
Het paard werd een dier dat bij de mens hoort. Echt wilde paarden zijn er bijna niet meer Het zijn echt kuddedieren. De baas van zo'n kudde is de hengst. Hij waakt over alle vrouwtjes (merries) en jongen (veulens). Veel kuddedieren eten planten, vaak gras. Paarden zijn heel oplettend. Ze kunnen goed ruiken, horen en zien.
Paarden bestaan al zeventig miljoen jaar Dit is langer dan de mens. De mens heeft het paard gebruikt als VOEDSEL, als VERVOERMIDDEL, als HELPER BIJ HET WERK