gefantaseerde verhalen over onbekende passanten Dagelijks heb ik contact met onbekende alledaagse passanten, waarbij hun gedragingen niet stroken met de mijne. Om dit te begrijpen is het interessant om je in hun plaats te stellen en na te denken over hun leven en denken.
23-10-2020
29 September 2020
29/09/2020:
Ze is in de winter van haar leven en reeds enkele jaren aan
het aftellen wanneer ze haar geblutste Ford tientallen keren op- en
afrijdt op de parking, in de hoop te parkeren uit de weg van de rest van de
wereld en zonder schade te berokkenen aan de buurt. Knokig stapt ze uit,
terwijl ze haar eigen leven spiegelt aan de grauwe winterwereld die op haar af
is gekomen wanneer ze de deur opende. Ze vraagt zich af of ze heimwee heeft
naar de warme zomerdagen die duidelijk achter de rug zijn, doch naar het
fleurige leven dat ze zeker en vast gehad heeft. In tegenstelling tot de
jaarlijks terugkerende zomermaanden is het afscheid van haar bruisende leven
wel definitief.
Vooraleer ze de automatisch geopende deur binnenstapt neemt ze argwanend nog
een laatste blik op de maatregelen die binnen gelden, wetende dat ze zich aan
geen enkele zal houden. Het interesseert haar niet om te testen hoe lang ze
haar leven nog kan rekken en dat is exact de reden waarom ze hier is.
Ze volgt nog net genoeg de klassieke media om van het bestaan van een
wereldwijd besmettingsgevaar te weten, maar is te wereldvreemd geworden om te beseffen
dat ook zij een zogenaamde superverspreider kan zijn. Het is duidelijk dat in
deze fase van het leven de verdraagzaamheid en de zorg voor anderen
achteruitgestoken wordt en dat het gebrek aan motivatie om energie te steken in
levensrekkende wondermiddeltjes de bovenhand neemt.
Ze beseft niet dat zij gisteren bij een zoen van haar derde
kleinkind niet geheel ongewild besmet raakte, noch dat zij de dader is van een
toekomstig familiedrama. De onwetende oude drager schuifelt zonder mondmasker en
zonder het gebruik van de duidelijk zichtbare handpomp, een net buitengaande,zwaar ademende corpulente dertiger, die net
zijn nieuwe dosis pleisters kwam afhalen om van zijn nicotineverslaving af te
geraken, voorbij. De gedachte dat zij nu net het alomtegenwoordige virus heeft ingeademd
kan haar weinig schelen, terwijl hij niet nadenkt bij het feit dat een
onschuldige kuch van die oude dame, de aansteker is van zijn lange,
zuurstofarme doodstrijd.
Met een vervallen voorschrift in de hand discussieert ze tegen
de onschuldige stagiair achter het plexiglas. Woord per woord kraakt ze haar
rug in de richting van het doorgeefluik, in de veronderstelling dat haar
woorden op die manier een grotere indruk nalaten. In haar wereld is het de
schuld van de toekomstige apothekeres dat ze verzocht wordt meermaals de
grootste smeerlapperij in haar lichaam te laten jagen. Het kan haar geen hol
schelen wat het antwoordt is, maar toch vraagt ze naar de drogreden achter de
spuit die voorgeschreven staat. Zonder geldig voorschrift krijgt ze geen griepvaccin
mee, maar alsnog doet de stagiair wel haar uiterste best om het belang aan te
tonen om terug te komen. Met een laatste betoog tegen de moderne wetenschap,
tegen griep en alle andere virussen, en zonder afscheid te nemen van de
behulpzame jongedame in witte overjas, verlaat ze vaccinatieloos de apotheek.
Niet beseffend dat ze geen verhaal meer heeft in de komende harde winter.