Helaas, de goede moed was van korte duur. Een relatie kan, zoals eigenlijk alles in deze wereld, op twee manieren tot een einde komen: hetzij ineens, met een knal, een explosie van emoties, hetzij geleidelijk aan, als een lijk in ontbinding of een opbrandende kaars. De laatste, misschien minder spectaculaire van de twee mogelijkheden is in mijn geval van toepassing geweest. Maar niet getreurd, want elk verval kent toch zijn climax. En in mijn inwendige passieve moord op Sheila vallen niet één maar twee climaxmomenten aan te duiden. Een eerste kondigde het einde van mijn reeds te lang aanslepende relatie aan, en is te situeren een week voor de feitelijke bezegeling van de breuk. Die viel me al bij al trouwens nog best mee. Het was haast té gemakkelijk. Hans-Lode raakte er dan ook niet uit wijs: Hoe kunt ge er zo kalm onder blijven? Fuck, kerel. Ik weet nog toen het met Cally gedaan was, ge zijt toen echt wekenlang depressief geweest. Wekenlang? Hm, had Sheila dan misschien nooit zo veel voor me betekend als Cally? Maar zo simpel was het niet. Een relatie van twee jaar leg je niet zomaar naast je neer. De zwaarste klap moest nog komen. Dat was het tweede climaxmoment. Ik was... onvoorbereid. Diep in de grond van mijn wezen werd ik getroffen. Voor eens en voor altijd heb ik de waardevolle les geleerd dat gewillige zelfbegoocheling niet loont. Eerlijk duurt niet per se het langst, maar bij God! het kan je soms een hoop ellende besparen
Het eerste hoogtepunt kwam op een vrijdag- of zaterdagavond, eind november of begin december van het jaar 2008. Het kan niet lang na het begin van de al eerder vermelde relationele crisis zijn geweest. Ik zat aan mijn laptop, op mijn kamer in Hasselt. De msn-conversaties met Sheila verliepen hoekig en koel, met af en toe de dreiging van een uitbarsting. Er zat haar iets dwars. Ik vroeg ernaar, ik drong aan. All right," sprak ze uiteindelijk, "Ill pour my heart out. Maar het gaat u kwetsen. Ik hield mijn adem in en mijn hart vast. Het onderwerp was overspel. Ze had een dubbele bekenning. Allereerst: de mysterieuze smsjes die ik de afgelopen week had ontvangen? Shit... Ik had het kunnen weten.
Ik had op een dinsdagavond een bericht ontvangen van een mij onbekend gsm-nummer. Iets als hoi, jij kent mij niet maar ik jou wel. Twijfel al een tijdje om je aan te spreken, dus nu stuur ik je maar een smsje xxx. De timing was formidabel. Ik maakte juist een wat moeilijke periode door, deels vanwege Sheila, deels door een geval van gsm-fraude waaraan ik tot mijn diepste schaamte ten prooi was gevallen. Ik had de schade tot 16 euro kunnen beperken, maar het feit dat ik was bedrogen frustreerde me enorm. Ik heb zelfs mijn nummer moeten veranderen om de fraudeurs van me af te schudden. In alle tegenslag was ik dus bijzonder gevoelig voor het mysterieuze smsje. Met ingehouden enthousiasme stuurde ik dan ook een bericht terug.
De volgende dag bracht een ontgoochelende wending: een nieuw smsje, waarin de zender zich verontschuldigde ze had naar het verkeerde nummer gestuurd. Dus, de geheime aanbidster had toch niet mij in gedachten gehad... Bah. Ik weigerde me er bij neer te leggen, en stuurde roekeloos terug dat ik niet in toeval geloofde en dat ze wist waar ze me kon bereiken, indien ze me alsnog wilde leren kennen. Of ik dan geen vriendin had, vroeg ze. Ik rook onraad. Haar vraag volgde niet logisch op mijn bericht. Mijn nieuwsgierigheid won het echter van mijn achterdocht. "Maakt dat uit?" was mijn wedervraag. Mijn voorstel om elkaar te leren kennen was immers volstrekt onschuldig geweest? Maar dat bleek het verkeerde antwoord te zijn, want ze haakte af met de smoes dat Leuven sowieso te ver lag voor haar. Tot zover het avontuur... En ik was niet eens haar naam te weten gekomen.
Maar nu kwam ik er alsnog achter. Haar naam was Sheila. Was het een test? Neen, dat ontkende ze. Maar wat dan wel? Een uit de hand gelopen grap? Ha! Niemand die er na afloop nog om kon lachen! In allerijl legde ik de situatie uit aan Hans-Lode, die op dat moment ook online was. Sheila bleef kalm. Ondanks het incriminerende gegeven dat ik hardnekkig had aangedrongen om met de geheime aanbidster kennis te maken, lag er in haar conclusie meer zelfverwijt dan beschuldiging: hoe kon ze zo bezig zijn met het saboteren van haar eigen relatie! Euh... ik vergaf het haar zonder al te veel moeite en wist me op de koop toe uit mijn eigen schuld te lullen: nergens in de smsjes had ik immers blijk gegeven van overspelige bedoelingen al waren die er in mijn verbeelding weldegelijk geweest, iets dat ik wijselijk voor mezelf hield. Het maakte Sheila allemaal weinig uit... wat haar echt dwars zat was het tweede deel van haar bekentenis. Ze had op het vlak van overspel meer schuld dan ik...
Het belangrijkste is dat ge het hoe dan ook niet hebt gedaan, kwam er uit mijn toetsenbord na haar uitleg, maar ik voelde de aarde beven onder mijn voeten. Ik slikte. Stond ik op het punt alles kwijt te raken? Man. Echt waar, ga naar haar toe. Ze heeft u momenteel hard nodig. Nu moet ge uzelf echt bewijzen, fluisterde Hans-Lode me in het andere msn-kader toe. Besefte hij niet dat de thuisploeg dit seizoen enkel slechte wedstrijden had gespeeld? Dat we aan ons allerlaatste spel waren toegekomen? Je kon de ontbinding al ruiken... maar ik kon niet op de zijlijn blijven staan. Ik moest het veld op. Misschien als we deze wedstrijd konden winnen... dat er dan nog hoop is voor ons? Ja, dat moest wel. Ik had het in me zitten om te winnen, om Sheilas heldhaftige ruiter op het witte paard te zijn. Ik was immers bereid haar alles te vergeven: dat, moest ze inzien, had toch ook zijn waarde.
Kenny
de vuile schurk had mijn meisje willen verleiden. Maar Sheila had de vuurproef weerstaan! "Ik zou gewoon niet kunnen leven met de gedachte dat ik u bedrogen heb," had ze in tranen gezegd (want ook dat is mogelijk op msn). Sheila bleek trouw en toegewijd, zelfs in het uiterste dieptepunt van de relatie. Hans-Lode had gelijk gehad. Het werd tijd dat ik Sheila de liefde en waardering gaf die ze altijd had verdiend. - Hey. Seg, er zijn wat probleempjes met Sheila. Ja, een beetje ruzie enzo. Ik ga naar Bilzen om het een en ander recht te zetten. Ik zal daar dan wel blijven slapen enzo. 'T is dat je het weet. - Ok. Hoe kom je morgen terug naar huis en hoe laat? - Dat zien we dan nog wel. Ik bel je morgenmiddag op. - Ok, is goed hoor. Veel plezier. Ik zit hier nog op dat boerenkrijg-gedoe nu, dus
- Zorg dat mama op de hoogte is. Valt het een beetje mee daar? - Ja ja. Dat zal hier nog wel even duren, ik laat ze maar gewoon doen. - Ok, mijn bus naar het station is hier. Ik moet ophangen. - Wat? Ok, ja. Dáág. - Dáág.
Het station. Wachtend op de 20a, de lijn die mijn wereld verbond met de hare. Het zou een van de laatste keren zijn dat ik die bus nam. Ik wachtte, en las in het sprookjesachtige De Kleine Johannes van Frederik Van Eeden. Dit op romantische leest geschoeide boekje leek mijn gemoed te manipuleren - of misschien was het juist mijn bewogen gemoed dat me openstelde voor het romantische gevoelsleven dat nodig is voor een volle waardering van Van Eedens werk? Maar tot tranen kwam ik niet. Nog niet. Ik vroeg me af wat Sheila van De Kleine Johannes zou vinden, mocht ze het ooit lezen. Saai, ouderwets en elitair waarschijnlijk, al hield ze wel van sprookjes. Als ik haar sprookje nu eens waar kon maken
Het lag in mijn vermogen, dat had ik in het verleden al ondervonden, maar kon ik de wilskracht nog opbrengen? De bus kwam. Ik stapte op. Bilzen, alstublieft.
12-03-2009, 00:00
Geschreven door J.W. 
|