In 1922 richtte Pastoor Pieter Segers in het centrum van Houthalen een parochiale bibliotheek op. In één van de klassen van de meisjesschool in de Zavel vond hij er een onderkomen voor. Hij en later Pastoor Henri Nulens (sedert 1937) waren niet alleen én voorzitter van het bestuur van de boekerij én bibliothecaris, zij waren ook de enige officiële personeelsleden, maar voor de verzorging en de uitlening van de boeken werden zij bijgestaan door behulpzame zusters van het klooster Filip Neri.
Van bij de oprichting van de boekerij werd met een gesloten-kast-systeem gewerkt: gevraagde boeken werden door het personeel uit de kast gehaald. Eén detail: de boeken stonden volgens aankoop gerangschikt. Op 4 januari 1924 werd de vrije bibliotheek van Houthalen Centrum door de staat erkend als openbare volksbibliotheek. Behalve geldelijke steun vanwege staat, provincie en gemeente had de bibliotheek nog een andere bron van inkomsten, namelijk leesgelden en boetes. Per uitlening werd 0,5 fr. leesgeld gerekend. Een groot deel van die inkomsten werd besteed aan nieuwe boeken.
Vlak na W.O. II, welbepaald op 1 oktober 1945, werden de werkzaamheden in de bibliotheek officieel hervat onder de nieuwe naam Sint-Martinusboekerij en op 1 september 1946 trad onderwijzer Jef Schepers in dienst als bibliothecaris. Dankzij de financiële tussenkomst van staat en provincie die jaarlijks op basis van werkingsverslagen toegekend werd slaagde de bibliotheek er in meer dan behoorlijk werk te verrichten. Ook de koolmijn droeg gedurende zeven jaar haar steentje bij: van 1952 tot 1958 stortte zij jaarlijks de ronde som van 5000 fr. op de rekening van de bibliotheek. In de gesloten kasten hadden de boeken inmiddels een andere opstelling gekregen: het systeem van plaatsing volgens aankoop had afgedaan. Gekozen was voor een voor het oog veel ordelijker opstelling, namelijk plaatsing volgens formaat of het zogeheten magazijnstelsel. Maar naarmate de collectie groeide drong een meer overzichtelijke rangschikking zich op die vooral het zoeken naar een welbepaald boek moest vergemakkelijken. Daarom werden de informatieve boeken voortaan per onderwerp geplaatst, volgens de Universele Decimale Classificatie of kortweg UDC. De verhalende boeken werden alfabetisch volgens auteur gerangschikt.
Na een kort verblijf in de sacristie van de kerk en daarna in de kapelanij had de bibliotheek in 1958 een ruimer onderkomen gevonden in een parochiaal lokaal, gelegen in de Pastorijstraat. Vanaf dat jaar werden heel wat inspanningen gedaan om de bibliotheekinrichting te verbeteren. Gezien het stijgend boekenaantal (toen meer dan 4 000 exemplaren) konden gesloten kasten niet meer voldoen. Meters houten rekken werden geïnstalleerd, een heuse uitleenbalie neergezet en voor het comfort van de lezers ook tafels en stoelen aangekocht. In 1962 was de bibliotheek klaar voor een open-kast-uitleen: leners konden voortaan naar hartelust boeken inkijken en uitkiezen in open rekken.
In datzelfde jaar, na het plotse heengaan van Jef Schepers, werd Ernest Stevens, in dienst sinds 24 augustus 1957, tot bibliothecaris benoemd. Een jaar later, in 1963, schakelde de bibliotheek als eerste in Limburg over op het nieuwe SISO-schema als plaatsing voor haar informatieve boeken. De grote herklassering kon starten: elk informatief boek kreeg een nieuw onderwerpsnummer en het gehele boekenbestand werd in nieuwe registers ingeschreven. Voor dit monnikenwerk deed het personeel noodgedwongen beroep op een hele schare vrijwillige medewerkers. En als vanouds kon het rekenen op de nog even behulpzame zusters van de meisjesschool! Er werden nog bergen verzet, vermits de Sint-Martinusboekerij al jarenlang de stille ambitie koesterde om bibliotheek van groot belang te worden. In 1966 ontving zij van het gemeentebestuur een uitzonderlijke toelage die besteed werd aan de uitbouw van de afdelingen Laak en Sint-Pauluscollege. Een deel van dat geld werd ook geïnvesteerd in de verbouwing van de oude garage van de pastorie tot leeszaal annex leeshoek waar de boeken van waarde een aparte plaats kregen. Een afzonderlijke jeugdafdeling, ten slotte, werd in de loop van 1970 ingericht. Nu aan alle voorwaarden was voldaan kon eindelijk een aanvraag om rangverhoging ingediend worden en op 1 oktober 1971 werd de bibliotheek door de staat erkend als bibliotheek van groot belang, een bibliotheektype met wekelijks 5 uitleenzittingen van telkens 2 uur.
Gebeurde het voor of na deze erkenning, feit is dat in het begin van de jaren 70, in samenwerking met de Provinciale Bibliotheek van Hasselt, alle boeken van voor 1948, uiteraard nog in de oude spelling, uit de collectie werden verwijderd. Een verouderd boekenbestand kon de lezers immers niet blijven boeien.
Toen de financiële lasten in de loop der jaren voor de bibliotheek te zwaar om dragen werden, was er het gemeentebestuur dat redding bracht: op 8 februari 1972 besliste de gemeenteraad alle bibliotheken, ook de socialistische boekerij in de Koolmijnlaan, over te nemen. Personeel, boeken, tijdschriften en meubels werden door parochiale en overige bestuurscomités afgestaan: in de andere parochies van de gemeente waren inderdaad reeds jarenlang kleine goed werkende parochiale bibliotheken actief, op Meulenberg, in Houthalen-Oost en in Lillo. De afdeling Laak was intussen een stille dood gestorven.
Vanaf dat ogenblik bestond er maar één bibliotheekstructuur meer. De Sint- Martinusboekerij werd centrale bibliotheek, met 3 filialen: Houthalen-Oost, Lillo en Meulenberg. Al gauw maakte het gemeentebestuur er werk van om de filialen van Houthalen-Oost en Meulenberg, in 1974, alsook van Lillo, in 1975, nieuw onderdak te verschaffen. Na menig avontuur in de jaren 60 werd ook in 1975 de vroegere afdeling Laak van de centrale bibliotheek opnieuw geopend. In 1977, het jaar van de fusie van de gemeenten Houthalen en Helchteren, breidde de bibliotheek nog verder uit: de volksboekerij van Helchteren werd als filiaal in de nieuwe bibliotheekstructuur opgenomen.
De bibliotheek van Houthalen-Helchteren had sinds de overname door de gemeente in 1972 reeds voldaan aan de eerste verplichting van het nieuwe bibliotheekdecreet, d.w.z. één bibliotheekstructuur per gemeente. Wel moest nog hard gewerkt worden om te voldoen aan de nieuwe en heel wat strengere erkenningsnormen betreffende lokalen, personeelskader, collecties, lenersaantal, dienstreglement en bibliotheektechnische voorschriften als catalogi, uitleensysteem, aantal uitleenzittingen en statistische registratie. Het ene B.T.K.-team na het andere hielp het personeel alle voorbereidende werkzaamheden vlot af te handelen.
Met ingang van 1 januari 1982 werd de bibliotheek, onder het nieuwe decreet, door de staat erkend als een deeltijds werkende bibliotheek. Eens te meer werden naam en structuur gewijzigd. De gemeentelijke bibliotheek van groot belang heette voortaan Plaatselijke Openbare Bibliotheek of kortweg P.O.B. De centrale bibliotheek werd hoofdbibliotheek met 5 uitleenposten: Helchteren, Houthalen-Oost, Laak, Lillo en Meulenberg.
Als deeltijdswerkende bibliotheek was de hoofdbibliotheek wekelijks 16 uur geopend. Nog een ingrijpende verandering in de leengewoonten van de trouwe bibliotheekbezoekers was het afschaffen van het leengeld. De leners betaalden van nu af aan één maal per jaar een vast bedrag (50 fr.) aan inschrijvingsgeld. De erkenning van 1982 kwam er mét de opmerking om zo vlug mogelijk te voorzien in een aangepaste accommodatie. Het lokaal waarin de hoofdbibliotheek 26 jaar lang gehuisvest was voldeed niet meer aan de nieuwe normen van het decreet. De zoveelste zoektocht naar een adequate ruimte kon weer starten. Tot het gemeentebestuur in 1983 een splinternieuw pand aankocht, gelegen op de eerste verdieping van een gebouw midden in het dorpscentrum.
Het was gemeentesecretaris Guy Smeyers die de knoop over de aankoop hielp doorhakken. Dank zij hem vond de bibliotheek daar eindelijk, na 60 jaar, haar vaste stek. Op uitnodiging van burgemeester Lode Franssens en zijn schepen voor cultuur Tony Coninx, kwam de toenmalige minister van cultuur, Karel Poma, in hoogsteigen persoon en in aanwezigheid van tal van prominenten op 22 september 1984 de nieuwe hoofdbibliotheek plechtig openen.
Alle voorwaarden voor een erkenning als voltijdswerkende bibliotheek bleken ook meteen vervuld: voldoende ruimte, goed uitgebouwde afdelingen, modern en gezellig ogend meubilair en een meer dan behoorlijke boekencollectie. De erkenning liet dan ook niet lang op zich wachten: op 1 januari 1986 was de kogel door de kerk en de openingsuren van de hoofdbibliotheek werden meteen uitgebreid tot 30 per week! In het najaar van 1986 was het de beurt aan Houthalen-Oost om in het nieuwe cultuurcentrum in de Kastanjestraat haar vaste stek te vinden. In 1987 werd Karine Leen als voltijdswerkende bibliothecaris aangesteld. Zij trad in de voetsporen van Ernest die, als uittredend bibliothecaris, in het jaarverslag van 1986 een warm dankwoord adresseerde aan al zijn oudgedienden. Na een jaar van bewezen diensten verkoos Karine echter terug te keren naar haar thuishaven in Genk. Martin Kellens, de huidige bibliothecaris, volgde haar op, in 1988. Op zijn beurt dankte hij op het einde van zijn eerste dienstjaar uittredend schepen voor cultuur Tony Coninx voor de degelijkheid van zijn dossierkennis waardoor hij de bibliotheek wist te behoeden voor de wolfsklemmen en de valkuilen van het decreet en zovele andere wetteksten.
En weer brak een nieuw tijdperk aan
In de jaren 90 koos de bibliotheek resoluut voor een verdere professionalisering en een ambitieuze aanpak. De ambities richtten zich o.a. op een betere uitbouw van de bestaande afdelingen. Zo kon de opmerkzame bibliotheekbezoeker voortaan zowel in de volwassenen- als in de jeugdafdeling steeds meer een complete up-to-date collectie vinden. Het nieuwe boekenaanbod werd immers op de voet gevolgd. Ook de informatie-afdeling breidde sterk uit. Een schat aan literaire en actuele losbladige documentatie als onmisbare aanvulling op de boeken werd daar op een overzichtelijke manier beschikbaar gesteld. En nieuwe afdelingen werden opgericht: de migrantenafdeling, die in 1990, mét de aanwerving van een Turks personeelslid, van start ging en de strip-o-theek, voor jong en oud, die een jaar later officieel opende. Vervolgens werd de bibliotheekstructuur, zoals die bij de erkenning vastgelegd was, eens te meer grondig aangepakt. Om efficiënter te kunnen werken hadden Laak, Lillo en Meulenberg een onderkomen gevonden in de plaatselijke lagere scholen. Laak en Lillo heetten voortaan bedieningspost en Meulenberg bleef uitleenpost. Helchteren en Houthalen-Oost, op hun beurt, kregen de naam filiaal, mét een uitbreiding van hun openingsuren. De bibliotheek deinsde er ook niet voor terug nieuwe paden in te slaan, waardoor zij verrassend genoeg in heel Vlaanderen bekendheid verwierf. Groots opgezette tentoonstellingen als Roald Dahl-Quentin Blake, Kijker op Turkije, Nöstlinger komt en Land van herkomst: Marokko lokten immers ontelbaar veel bezoekers naar Houthalen-Helchteren. Om daarna langs menige Vlaamse bibliotheek een succesvolle tournee aan te vatten.
1993 was een succesrijk jaar voor de bibliotheek vermits twee grote projecten, de automatisering én de opening van de muziekafdeling hoopvol van start gingen. Een jaar later nam de automatisering van de boekencollectie een aanvang en Ed Franck Unlimited vervoegde het rijtje van de tentoonstellingen.
Ook de deelbibliotheken lieten in 1994 opnieuw van zich horen: filiaal Helchteren kreeg eindelijk een nieuwe locatie in het ontmoetingscentrum De Roepsteen en uitleenpost Meulenberg heette voortaan bedieningspost, net als Laak en Lillo. Na een stagnering in 1994 van lenersaantallen en uitleningen gingen de cijfers in 1995 weer fors de hoogte in. Op vlak van nieuwe realisaties was er de video-afdeling die in oktober van dat jaar opende. 1995 kende ook zijn droevige noot: het overlijden van de geestelijke vader van de P.O.B. Houthalen-Helchteren, schepen Jaak Lemmens. Hij was het die de dossiers voor de erkenning in 1982 in gang zette en de bibliotheek met zachte hand tot een grote dynamiek wist te inspireren.
Het jaar 1996 betekende een stagnatie op alle fronten: uitleencijfers en lenersaantallen maar ook de automatisering, vermits voorlopig alle verdere plannen in de koelkast werden gestopt. Gaven de cijfers een al te negatief beeld dan diende dit op enkele punten toch wel bijgesteld te worden. Zo werd er in 1996 weer een mooie tentoonstelling opgezet rond Suske en Wiske, die veel succes kende en werd de eerste cd-rom aangekocht. Ook het werk achter de schermen, met name het ingeven van de boeken in een eigen elektronische databank kende een gestage vooruitgang. Tenslotte werden de openingsuren gestroomlijnd, zodat de hoofdbibliotheek voortaan elke dag van de week geopend was van 14 tot 19 u. en op zaterdag en zondag van 10 tot 12 u. De belangrijkste ontwikkeling van de laatste jaren binnen het bibliotheekwerk was ongetwijfeld het internet en dankzij een eigen netwerk tussen alle Vlaamse openbare bibliotheken was BIBNET een belangrijke stap voorwaarts: niet alleen het wereldwijde web, het www, kwam hiermee binnen het bereik van iedereen, maar ook de communicatie tussen de bibliotheken onderling was met het gebruik van e-mail een stuk sneller, vlotter en eenvoudiger geworden.
Het jaar 1998 werd in mineur afgesloten. Op 27 december overleed na een korte maar hevige ziekte, onze gewaardeerde schepen voor cultuur, Henri Wouters. Hij legde de nadruk op samenwerking tussen de verschillende gemeentelijke diensten, om een multiplicatoreffect te verkrijgen. Zo werkte de bibliotheek mee aan de culturele veertiendaagse met een eigen tentoonstelling Thuisbibliotheken die later op Vlaams niveau navolging kreeg.
Op de valreep, nog voor de magische overstap naar het jaar 2000, werden op 1 december 1999 drie computerterminals op de uitleenbalie neergezet en kon het boek voor het eerst automatisch uitgeleend worden. De volledige automatisering van de hoofdbibliotheek was een feit. Dat had ook gevolgen: zowel de cijfers van de uitleningen als van het aantal gebruikers daalden opmerkelijk. Daar hadden collega-bibliothecarissen reeds voor gewaarschuwd: het eerste jaar van een automatische uitlening is er steeds een terugval in het lenerstal, onder meer door een gebrekkige registratie van de gebruikers. De algemene tendens in de Vlaamse openbare bibliotheken was ook een daling van de uitleencijfers, toe te schrijven aan de groeiende populariteit van het internet. Populair werd ook de dvd die vanaf 2000 deel ging uitmaken van de collectie van de hoofdbibliotheek.
|