Flinke gerechtsrekening voor OCMW
De rechter heeft een definitieve uitspraak gedaan in de zaak die het OCMW tegen een mantelzorgersduo had aangespannen. De zaak loopt al enkele jaren en gaat over een website die de mantelzorgers hadden opgezet. De site was opgebouwd rond het verblijf van een eeuwelinge in rusthuis Vinkenhof in Houthalen-Helchteren. De mantelzorgers van de eeuwelinge noemden op de website paard en kar. Hierbij werd met een kritisch oog gekeken naar de werking binnen het OCMW van onze gemeente en binnen het Vinkenhof.
Verhuis
Omdat de man ook namen noemde op zijn website en behoorlijk kritisch uit de hoek kwam, escaleerde de hele zaak. Het kwam op een bepaald moment zelfs zo ver dat aan de mantelzorgers de toegang tot het Vinkenhof werd ontzegd. Dit voorval zorgde ervoor dat de eeuwelinge die in het rusthuis verbleef, op haar leeftijd nog diende te verhuizen naar een ander rusthuis.
Assisen
Op basis van de feiten spande het OCMW en enkele medewerkers binnen het OCMW een rechtszaak aan tegen de mantelzorger, meer bepaald over de website en de inhoud ervan. Hierbij haalde men aan dat de inhoud van de site laster en eerroof bevatte ten aanzien van het OCMW en haar medewerkers. De voorbije week kwam dan het definitieve vonnis in de zaak. De rechter verklaarde zich onbevoegd en haalde in het vonnis aan dat de betrokken materie als een drukpersmisdrijf moet worden aanzien. Dat impliceert meteen dat deze zaak niet voor de correctionele rechtbank moet behandeld worden, maar wel door het Hof van Assisen. Het gevolg van deze uitspraak is dat het OCMW en de medewerkers binnen het OCMW die de zaak aanspanden nu moeten opdraaien voor de dure gerechtskosten. Aan de mantelzorger werd bovendien een rechtsplegingsvergoeding toegekend. Een flinke streep door de rekening, zo klinkt het...
Weldra zal de advocate van het OCMW die de zaak behartigde samen met het OCMW bekijken of een verdere procedure nog wenselijk is. Immers, een procedure starten bij het Hof van Assisen is een dure opgave. Bovendien is er dan sprake van een verjaringstermijn van zes maanden. (bron: hbvl)
|