Oud schapenras Kempens schaap terug op Hengelhoef
Natuurvereniging Limburgs Landschap vzw streeft al 40 jaar lang naar meer biodiversiteit in haar natuurgebieden. De organisatie poogt ook de diversiteit binnen de huisdierrassen die nodig zijn bij het beheer van haar natuurgebieden in stand te houden. Daarom kocht Limburgs Landschap deze zomer 16 schapen van het oude schapenras Kempens schaap aan voor de begrazing van de fruitweide en heideterreinen in natuurgebied Hengelhoef in Houthalen-Helchteren.
Het verdwijnen van soorten of de achteruitgang van biodiversiteit manifesteert zich niet enkel in natuurgebieden. Door de industrialisatie en specialisatie in de moderne landbouw, ontstaat ook genetische verschraling van onze huisdierrassen. Oude rassen passen niet meer in deze landbouw en verdwijnen. Enkel gespecialiseerde en hoogproductieve rassen blijven over. Vele 'oude' rassen van landbouw- en neerhofdieren zijn reeds verdwenen, andere staan op het punt te verdwijnen, zoals ook het Kempens schaap.
Limburgs Landschap ijvert voor (bio)diversiteit en zet schapen in voor de begrazing van haar fruitweiden en heideterreinen in Hengelhoef in Houthalen-Helchteren en Schotshei in Maaseik. Daarom is weloverwogen beslist om verder te werken met een oud schapenras dat zijn thuis kent op onze heideterreinen: het Kempens schaap (ook wel Kempisch heideschaap genoemd). Zo draagt Limburgs Landschap haar steentje bij tot de bewaring van dit oude schapenras. Eeuwenlang heeft het Kempens schaap met duizenden de Kempense heide bevolkt. Het werd reeds rond 1800 als een apart ras besproken. Het Kempens schaap is middelgroot en geeft de indruk hoog op de poten te staan. Het dier is egaal wit of zeer lichtbruin. De kop is lang, smal, onbewold en net als de poten wit (maar soms ook bruin of gespikkeld) van kleur. De ooien zijn altijd ongehoornd, de rammen doorgaans ook.
Het Kempisch heideschaap was een bepalende factor in het ontstaan van het landschap en de biodiversiteit van de Kempen. Door de begrazing met steeds groter wordende dorpskuddes, werd het begraasde landschap steeds opener. s Nachts werden de schapen doorgaans gestald. De mest die op deze wijze werd verzameld, hadden de Kempische heideboeren hard nodig om op de schrale zandgronden aan akkerbouw te doen. Parallel met het ontstaan van de uitgestrekte, vrijwel boomloze heidevelden met een heel bijzondere, en vaak kwetsbare flora en fauna, ontwikkelde zich een type schaap dat specifiek was aangepast aan de schrale en vaak harde levensomstandigheden op de heide. Het Kempisch heideschaap is dan ook een gehard ras. Het komt toe met een schraal dieet van heide, hard gras en het onkruid dat na de graanoogst afgeweid werd op de akkers. Uiteraard is het Kempisch heideschaap op zijn best bij de bestrijding van houtige gewassen zoals berk, els en lijsterbes. Zelfs brandnetels en akkerdistels worden aangepakt. Daarnaast is het Kempisch heideschaap een gemakkelijk schaap. Geboortehulp is slechts zelden nodig. De dieren zijn dan ook in staat om gedurende langere tijd in relatief moeilijk terrein te verblijven en te lopen.
En dat dit een zeldzaam ras is geworden, heeft Limburgs Landschap geweten. "Na een lange zoektocht is onze natuurvereniging uiteindelijk bij een fokker van dit ras in Nederland terechtgekomen" zegt Wim Fourie, natuuruitvoerder van Limburgs Landschap vzw. Sinds half juni lopen 15 ooien en een rammetje rond in de fruitweide in Hengelhoef. Het zijn echter nog jonge dieren, waardoor het kweekprogramma pas volgend jaar zal starten. Zij zullen voornamelijk ingezet worden om onze heideterreinen open te houden. Door begrazing zorgen zij ook voor verjonging van de aanwezige heidestruiken. Het verspreiden van zaden krijgen we er als bonus bij!
Meer info ? Wim Fourie, 011/ 53 02 50, info@limburgs-landschap.be.
|