Ik heb zoujuist hoofdstuk 13 gelezen in mijn boek. Het hoofdstuk waar ik al een tijdje naar uitkeek. Het hoofdstuk dat ik met een spiegeltje moest lezen. En ik heb er van genoten. Met mijn rond zwart spiegeltje las ik het verhaal van Orestes. Hij denkt namenlijk dat een plas water, een vijvertje in het midden van het bos een spiegel is. Hij ziet een persoon, die hem vraagt naar hem te komen. Maar soms verdwijnt de persoon. Door dit met een spiegel te lezen, stel je je makkelijker in de plaats van Orestes en begrijp je dit al te vreemde hoofdstuk weer een beetje beter.
"Hij zag verwonderd het verwonderde gezicht dat hem aankeek." "Hij lachte en het gezicht lachte terug." "Hij strekte zijn handje uit, naar het uitgestrekte handje."
Het enige nadeel is dat je soms wordt afgeleid door je eigen ijdelheid en dat je onbewust te lang in dat spiegeltje kijkt.