33 euro extra belasting per inwoner als WK 2018 in België plaats vind
Indien de FIFA het WK voetbal in 2018 naar België en Nederland brengt, dan zou een Belgische inbreng van vier in plaats van zes stadions economisch "rooskleuriger" zijn. Dat oppert het onderzoeksinstituut Itinera Institute. Een beperking van het aantal stadions verkleint het risico op overinvesteringen, maar houdt wel in dat de Nederlanders meer WK-wedstrijden mogen organiseren dan wij.
Johan Albrecht (Itinera en UGent) en Ruben Laleman (Ugent) vergeleken de bestaande kosten-batenanalyses van een WK in de Lage Landen. Met de methode van de Nederlandse Stichting Economisch Onderzoek (SEO) berekenden ze onder meer dat de wereldbeker in een normaal scenario elke Belg zo'n 33 euro belastinggeld zou kosten. In Nederland blijft dat cijfer beperkt tot 9 euro per inwoner. Vooral de stadions vormen een belangrijke kostenpost, die in grote mate afhangt van de kwaliteit van de bestaande infrastructuur. De FIFA vraagt stadions met minimaal 40.000 zitplaatsen, wat aanzienlijke investeringen vraagt. De stadions dreigen na het WK echter met een ernstige overcapaciteit achter te blijven. Risico's beperken Het lijkt de onderzoekers daarom "niet onlogisch" na te gaan of het niet beter zou zijn meer wedstrijden op Nederlandse bodem te organiseren, om zo de risico's aan Belgische kant te beperken. Albrecht en Laleman willen dat België het WK als een "slim investeringsproject" aanpakt. Concreet denken ze aan een grotere rol voor private investeerders en de integratie van diverse functies in en rond voetbalstadions, om ze ook nadien optimaal te laten renderen.
|