48. Koning Midas.
Verdriet en woede om de dood van zijn zoon Asklepios dreven Apollo ertoe in opstand te komen tegen zijn vader. Hij doodde op zijn beurt de Kyklopen, die de bliksem van Zeus hadden gesmeed. Maar ook deze daad kon niet ongestraft blijven: Zeus verbande Apollo uit de hemel. Acht jaar lang moest hij op de aarde vertoeven, onder de stervelingen. Apollo vond een onderkomen bij de Thessalische koning Admetos. Onderdanig onderging Apollo zijn straf: hij verzorgde Admetos kudden en werkte op het land, acht jaren lang
Te lande oefende hij zich speciaal in het bespelen van de fluit. Uit die tijd dateert de uitdaging van de bosgod Pan. Deze ging een wedstrijd aan met Apollo in het fluitspel. Koning Midas van Phrygië was scheidsrechter. Midas was een rijke doch dwaze koning, die gaarne feest vierde en wijn dronk. Het hoeft ons niet te verwonderen dat hij goed bevriend raakte met Dionysos, de wijngod, en ook met Pan en de saters en de dikbuikige Silenos die een trouwe leermeester was van Dionysos en die vaak te diep in het glas keek. Toen Silenos op een dag verdwaald was, ging koning Midas op zoek naar hem, en bracht hem in stomdronken toestand terug naar Dionysos. De god was daar zo opgetogen over dat hij Midas een wens toestond. Midas wenste dat alles wat hij aanraakte zou veranderen in goud. Dionysos willigde de wens in, al vond hij het maar een dwaze wens. En dat was het ook! Alles wat Midas aanraakte veranderde terstond in goud: de takken van de bomen, zijn kleren, zijn haren, zijn eten, ja zelfs zijn drinken veranderde in vloeibaar goud. Op die wijze dreigde onze koning om te komen van honger en dorst. Hij smeekte Dionysos om de wens ongedaan te maken en de god gaf hem de opdracht zich te wassen in een rivier, de Paktolos. En de rivier spoelde al het goud weg uit zijn lichaam en nu kon Midas gewoon verder leven. Sedertdien heeft het water van de Paktolos-rivier een gouden glans.
Maar keren we terug tot de wedstrijd tussen Apollo en Pan. Midas, die er na zijn gouden avontuur blijkbaar niet slimmer op geworden was, kende de prijs toe aan zijn vriend Pan. Apollo was het met deze keuze natuurlijk niet eens. Hij trok aan de oren van Midas tot ze zo lang waren als ezelsoren. Zulke domme oren verdienen niet langer een menselijk uitzicht, zo sprak de god. Er groeide daarenboven lang haar op de oren en u kunt denken hoe zeer Midas zich schaamde. Hij hield zijn ezelsoren dan ook voortdurend bedekt. Alleen voor zijn haarkapper kon hij zijn mismaaktheid niet verborgen houden. Deze beloofde het aan niemand te vertellen. Maar
het geheim brandde hem op de tong, en op een dag werd het de man te machtig. Hij ging een diepe kuil graven, daalde af in de kuil en fluisterde: koning Midas heeft ezelsoren, koning Midas heeft ezelsoren! Daarna gooide hij de kuil weer dicht. Maar op diezelfde plaats groeide later een struikgewas en in het ruisen van de struiken kon iedereen het gefluister van de kapper horen. Zo raakte algemeen bekend dat de koning ezelsoren had. Toen het tot hem doorgedrongen was dat al zijn onderdanen van zijn schande op de hoogte waren, heeft Midas zich verhangen.
|