37. Deukalion en Pyrrha.
Prometheus had het helemaal verkorven bij Zeus. Niet alleen had hij het hemelse vuur gestolen om het naar de mensen te brengen, maar door het geschenk van Zeus de vrouw Pandora te weigeren had hij zich de wraak van de diep beledigde oppergod op de hals gehaald. De straf die Zeus voor zijn neef in petto had kon tellen! Hij liet hem vastketenen met onbreekbare kettingen aan een hoge rots in het Kaukasusgebergte, alwaar een arend overdag grote stukken uit zijn lever kwam pikken; s nachts groeide de lever telkens weer aan. De oppergod had de bedoeling die straf eeuwig te laten duren, tenzij iemand van de onsterfelijken bereid zou gevonden worden zijn eigen onsterfelijkheid terug te schenken in ruil voor Prometheus bevrijding.
Ook vond Zeus dat de mensen met al de kwalen uit de doos van Pandora nog niet genoeg gestraft waren. Hij had zich voorgenomen dat goddeloos mensengeslacht uit te roeien. Hij zou ze allen de verdrinkingsdood laten sterven door een zondvloed. Toch waren er een paar mensen die we godvrezend zouden kunnen noemen: Deukalion en Pyrrha. Deukalion was de zoon van Prometheus, Pyrrha de dochter van Epimetheus. Reeds lang van te voren had Deukalion op aanraden van zijn vooruitziende vader Prometheus een schip gebouwd, voor het geval dat
Toen Zeus de hemelsluizen openzette trok Deukalion zich met zijn nicht Pyrrha terug in het schip. Het schip strandde uiteindelijk op de Parnassosberg. Toen het water zich terugtrok merkten ze dat zij de enige overlevenden waren. Hoe zouden zij in staat zijn de wereld te herbevolken? Zij raadpleegden daartoe het orakel van de godin Themis. De uitspraak van het orakel luidde: sluier uwe hoofden, maakt uw gordels los en gooi de beenderen van uw geliefde moeder over uwe schouders, en op die wijze zult gij de wereld weer bevolken. Lang dachten Deukalion en Pyrrha na over deze godsspraak. Het orakel kon dit onmogelijk letterlijk bedoeld hebben. Natuurlijk niet! Hun moeder, dat was Gaia, de Aarde, de Almoeder, en de beenderen, dat waren de stenen die op de grond lagen. Met hun beiden gingen ze aan de slag: ruggelings gooiden ze stenen over hun schouder en er geschiedde iets wonderlijks. Uit de stenen die Deukalion had gegooid ontstonden mannen, uit de stenen die Pyrrha had gegooid ontstonden vrouwen. Zo werd de wereld weer bevolkt.
Deukalion en Pyrrha hadden een zoon, Hellen, die de stamvader zou worden van alle Hellenen, van alle Grieken dus. Hellen had met Orseïs een waternimf ofte naïade drie zonen: Doros, Aiolos en Xouthos (over deze laatste hebben we verteld in nummers 33 en 34). Doros werd de stamvader van de Doriërs die zich aanvankelijk vestigden in de noordelijke delen van Griekenland, zegge Epiros en Macedonië. Later zouden de Doriërs oprukken naar andere delen van Griekenland. Aiolos niet te verwarren met die andere Aiolos, de god van de winden was de stamvader van de Aïoliërs. Deze vestigden zich in Thessalië. Later werden ze daar verdreven door de Doriërs en gingen ze zich vestigen in meer zuidelijk gelegen delen van centraal Griekenland en ook op het schiereiland Attika. Xouthos, die zoals u weet gehuwd was met Kreousa, dochter van de Atheense koning Erechtheus, had naast Ion nog een zoon, Achaios. Van Ion stammen de Ioniërs af. Zij bevolkten de eilanden van de Egeïsche zee, de westkust van Klein-Azië en delen van Attika. De Achaïers ten slotte, afstammelingen van Achaios, bewoonden het noordelijk gedeelte van de Peloponnesos.
|