30. Meleager.
Eén van de kinderen van Oineus en Althaia was Meleager. Toen het kind geboren was stonden de drie schikgodinnen bij zijn wiegje: Clotho, Lachesis en Atropos. De schikgodinnen ook Moiren genoemd zijn de dochters van Zeus en de titanes Themis; zij zijn het die het lot van de mensen bepalen. Clotho voorspelde het kind een goede gezondheid, Lachesis voorspelde een roemvolle toekomst, Atropos voorspelde dat het kind net zolang zou leven tot het grote houtblok in de haard zou opgebrand zijn. Althaia was vreselijk aangedaan door deze voorspelling. Toen de drie Moiren het huis verlaten hadden greep ze haastig het brandend houtblok en gooide het in het water. Daarna ging ze het verstoppen in een donkere hoek van het paleis, waar niemand ooit kwam.
Alles zou verder goed gegaan zijn, ware het niet dat koning Oineus zich de woede van de godin Artemis op de hals had gehaald. Er was een voorspoedige tijd geweest in Kalydon de oogst was overvloedig en het vee was gezond en toen het tijd werd om de goden te danken, bracht Oineus gulle offers: veldgewassen voor Demeter, druiven voor Dionysos, olijven voor Athena. Aan Artemis evenwel had hij niets geofferd. Vergeten! De godin had minstens een geit of een schaap of een reebokje verwacht, maar... niets! Artemis was weer eens diep vernederd en de gevolgen zouden weer niet uitblijven. Zij stuurde een ontiegelijk groot everzwijn naar Kalydon, dat de vruchten des lands vernietigde en de mensen aanviel, zowel als het vee. Niemand slaagde erin het dier te vangen en te doden. Tot uiteindelijk s konings zoon Meleager alle heldhaftige krijgers uit de streek opriep om zich te verenigen en een gezamenlijke jacht in te zetten tegen het everzwijn. Velen gaven gehoor aan de oproep. Onder hen ook een vrouw, Atalante: een jonkvrouw van koninklijken bloede, uit Arkadië, die meer dan behoorlijk overweg kon met pijl en boog. Velen van de krijgers stonden afkerig tegenover haar deelname. Sommigen vonden het vernederend te moeten vechten aan de zijde van een vrouw en haakten af. Maar Meleager, onder de indruk van de charmes van deze bekoorlijke jonge vrouw, liet haar niettemin mee ten strijde trekken.
Algauw bleek de strijd tegen de Kalydonische ever geen gemakkelijke klus te zijn. De ever beukte onvervaard in op het legertje gewapende mannen en aanvankelijk slaagde niemand erin het dier te treffen terwijl velen van de mannen zelf ernstig gewond raakten. Men begon reeds te twijfelen aan de goede afloop van de onderneming toen het dier plots neerzeeg, getroffen door één van Atalantes pijlen. Meleager rende op de ever af en doorboorde hem met zijn speer. Hij stroopte het dier het vel af en hieuw de kop van het lijf. De kop en het vel schonk hij als trofee aan Atalante, omdat zij de ever het eerst had getroffen. De twee broeders van Althaia, die ook aan de strijd hadden deelgenomen, protesteerden daar hevig tegen en eisten zelf de trofee op. Daarop ontstak Meleager in dolle woede en hij doodde zijn beide ooms.
Toen Althaia de uitslag van de veldtocht vernam was zij verheugd. Doch algauw maakte haar blijdschap plaats voor afgrijzen, toen men de lijken van haar beide broeders voor haar voeten kwam neerleggen. Op slag begon zij de goden te aanroepen en smeekte hun de moordenaar te straffen met de dood, niet wetend dat de moordenaar niemand anders was dan haar eigen teergeliefde zoon. De dood van haar broeders mocht niet ongewroken blijven. Ook niet toen de afschuwelijke waarheid tot haar was doorgedrongen. Ze nam het weggeborgen half opgebrand houtblok en wierp het in het vuur. En met het houtblok smeulde ook het leven weg uit het stoere lichaam van haar fiere zoon. En nog vooraleer hij de geest gaf had Althaia zichzelf het leven benomen, door verhanging...
|