29. Oineus, afstammeling van Endymion.
(na verhaaltje nr. 20 hebben we de koningen van Thebe even laten rusten en nu doen we hetzelfde met die van Argolis, maar later zullen we de draad weer opnemen; we zullen het nu hebben over Kalydon, een wat minder bekende doch in de oudheid zeker geen onbelangrijke stad)
We beginnen dit verhaal bij Endymion. Hij was een zoon van Zeus en van een nimf. Hij woonde in Elis, in het noordwesten van de Peloponnesos. Hij trouwde en had vier zonen. Op een warme zomerdag trof Selene de maangodin, hem aan, naakt slapend in een grot. Selene is een dochter van het titanenkoppel Hyperion en Theia en tevens een zuster van Eos, de dageraad, en van Helios, de zonnegod. De nochtans koele godin werd op slag tot over de oren verliefd op de knappe jonge man. Ze vleide zich tegen hem aan en overlaadde hem met kussen. Dit geluk zou eeuwig moeten blijven duren, dacht ze, en ze smeekte Zeus haar geliefde onder te dompelen in een nooit eindigende slaap, opdat hij nimmer oud zou worden en aldus zijn knap uiterlijk voor altijd zou blijven behouden en zij hem ongestoord iedere dag zou kunnen bezoeken en liefhebben. En Zeus willigde haar verzoek in...
Aitolos, een van de zonen van Endymion vestigde zich aan de andere kant van de Korintische Golf, in het zuidwesten van het Griekse vasteland. De streek werd naar hem genoemd: Aitolië. Aitolosÿ zoon Kalydon stichtte er later de gelijknamige stad, Kalydon dus. De meest bekende koning van deze stad is Kalydons achterkleinzoon Oineus. Deze was gehuwd met Althaia, dochter van zijn neef Thestios. Drie kinderen van Oineus spelen een hoofdrol in verhalen die behoren tot de meest spannende uit de Griekse mythologie: het zijn Meleager, Deianeira en Tydeus. We zullen u die verhalen niet onthouden.
Maar eerst iets over Oineus. Er was geregeld goddelijk bezoek aan het koninklijk hof in Kalydon. De hoge bezoeker was Dionysos, de god van de wijn, bij wie alle geneugten des levens hoog in het vaandel stonden. Of Oineus dan zulke goede maatjes was met de god? Welnee. Dionysos kwam in de eerste plaats voor Althaia, die hij het hof maakte. Had Oineus dat niet in de gaten? Zeer zeker wel, maar Oineus tolereerde het overspel van zijn echtgenote. Hij deed of hij niets merkte en telkens als de god op bezoek kwam trok hij zich bescheiden terug op zijn akkers. Dionysos wist deze handelwijze van Oineus zeer naar waarde te schatten. Uit erkentelijkheid leerde hij Oineus hoe hij uit druiven wijn kon maken, een kunst die tot dan toe enkel voorbehouden was aan de goden. En via Oineus heeft deze kennis zich verder verbreid over het mensdom. De oinologie, ook oenologie of enologie genoemd, de leer van de wijn en de wijnbouw, hebben we te danken aan de god Dionysos en aan Oineus, de tolerante koning van Kalydon, die niet te beroerd was om al eens een oogje dicht te knijpen...
|