2. Zeus.
In het vorig verhaal heb ik verteld hoe Kronos, de jongste van de twaalf kinderen van Ouranos, zijn vader uit de hemel stootte, na hem zwaar verminkt te hebben, en zich alzo de hemelse troon toeëigende. Kronos bevrijdde zijn broeders en zusters, de Titanen, die door hun vader Ouranos diep in de schoot van de aarde waren begraven. Met één van hen, zijn zuster Rhea, huwde hij en hij verwekte bij haar zes kinderen: drie dochters (Demeter, Hestia en Hera) en drie zonen (Hades, Poseidon en Zeus). De voorspelling van zijn vader indachtig, bibberde Kronos bij de gedachte dat één van zijn kinderen hem op zijn beurt van de troon zou stoten. Daarom gebood hij zijn echtgenote hem ieder kind direct na de geboorte te overhandigen opdat hij het zou kunnen verslinden. Vijf kinderen werden alzo door hun vader verorberd. Toen echter de jongste zoon, Zeus, geboren werd, misleidde Rhea haar echtgenoot door hem in plaats van het kind een in luiers gewikkelde steen aan te bieden. Kronos merkte het verschil niet en verslond de steen. De kleine Zeus werd door zijn moeder in veiligheid gebracht op het eiland Kreta. Op de berg Ida, op Kreta, woonden nimfen, samen met een goddelijke geit, Amalthea. De nimfen waren ontstaan uit de bloeddruppels van de verminkte Ouranos, waar ze op de grond neergevallen waren. Amalthea was ontstaan uit de vereniging van twee Titanen, de god Okeanos en de godin Tethys. De nimfen hadden, hoog op de berg Ida, een wiegje klaargezet voor de kleine Zeus. Ze voedden het kind met de melk van Amalthea. Zeus groeide snel. Als kleuter stoeide hij met de nimfen en met Amalthea. Op een dag brak, tijdens het spel, één van de hoorns van de geit af. Zeus vulde daarop de hoorn met korenaren en vruchten en allerhande kostbaarheden. Hij schonk de hoorn aan Tyche, eveneens een dochter van Okeanos en Tethys, een zuster dus van Amalthea. De Romeinen gaven Tyche de naam Fortuna, de godin van het geluk. De hoorn draagt de naam cornucopia, de Hoorn des Overvloeds: de hoorn schenkt de houder ervan alles wat zijn hartje lust.
Groot en krachtig geworden begaf Zeus zich naar zijn vader en liet hem een braakverwekkende drank drinken die hij had gekregen van zijn wijze tante Methis, een van de twaalf Titanen. Kronos braakte meteen de vijf verslonden kinderen uit. Met zijn broeders Hades en Poseidon bond Zeus nu de strijd aan tegen Kronos en de andere Titanen. Eerst had hij de honderdarmige reuzen en de Cyclopen, die nog steeds onder de aardkorst zuchtten, bevrijd en tot zijn bondgenoten gemaakt. De strijd was lang en hevig, een titanenstrijd. De drie broeders wonnen het pleit. Ze verdeelden het heelal onder elkander. Hades kreeg de onderwereld toegewezen. Poseidon werd de heerser over de oceanen en de zeeën. Zeus zelf nam de heerschappij waar over de hemel en de aarde. Met hun drie zusters vestigden zij zich op de hoge Olymposberg in het noordoosten van Griekenland.
|