1. Heb je veel zien veranderen en wat?
Ja, heel veel bv. een tv, een wasmachine, eerst had bijna niemand een auto en nu bijna iedereen.
2.Welk werk hadden je ouders?
Mijn mama was huismoeder en mijn vader was boer. Mijn vader kweekte dieren en een beetje aardappelen.
3. Welke klusjes moest je doen toen je 10 was?
Ik moest helpen afdrogen en kolen verzamelen, helpen boeren, maar ik was de was de jongste en moest dus minder helpen.
4. Wat waren leuke momenten in je jeugd / leven?
Vooral Sint-Maarten omdat je toen iets kreeg wat anders bijna nooit gebeurde. Eens geen lappenpop maar een echte pop.
5. Wat waren moeilijke momenten in je leven?
Mijn mama is vroeg gestorven aan een hersenbloeding. De oorlog was ook heel moeilijk, we hadden ook maar 1 keer in de week vlees. Ook toen ik 38 was is mijn man gestorven.
6. Wat at je graag? (nu en vroeger)
Vroeger at ik graag worst met rode kool. Nu eet ik liever appelmoes met worst met vol-au-vent. Maar eigenlijk lust ik alles.
7. Had je broers of zussen? Waren ze ouder of jonger?
Ik had 4 zussen en 2 broers. Ze waren allemaal ouder dan ik.
8. Hoe lang ben je naar school geweest?
Ik ben tot mijn 15de naar school geweest en heb mijn 8ste jaar gedubbeld omdat er kinderen te weinig waren en het niet meer zou bestaan.
9. Wie was je beste vriend(in) op school en zie je hem of haar nog? Ik had verschillende vriendinnen maar ik zat op een meisjesschool en had dus weinig vrienden We zien elkaar redelijk veel. We gaan samen eten en gelukkig wonen we niet te ver van elkaar.
10. Hoe was het in de 2de wereldoorlog? Wat weet je nog?
Ik was klein toen de 2de wereldoorlog bezig was. Maar ik weet nog dat het niet gemakkelijk was. De Duitse waren de slechte en de Engelse de goede.
Gemaakt door Alicia, Maxim, Marlies, Miguel, Kiara
|