Kleine diertjes en planten in zee hebben miljoenen jaren geledengezorgd voor het ontstaan van aardolie. In zee leefde toen plankton,zoals we dit nu ook kennen. Het miniplankton stierf en zakte naar dezeebodem. De volgende laag dode diertjes en plantjes viel daar bovenop en zo ontstond er in al die jaren een heel dikke laag dood plankton. Daar kwam een flinke laag zand en klei bovenop, dat de dode laag plantjes
en diertjes flink op elkaar perste. De dikke brij werd op de zeebodemlangzaam veranderd door warmte en het gewicht van de bovenliggendelagen. De dode diertjes en plantjes rotten weg tot aardolie en gas.Omdat aardolie en gas lichter zijn dan water, kwamen zij via kleine poreuze gaatjes omhoog en werden tegengehouden door dikke ondoorlatende lagen. Omdat de aardkorst steeds in beweging is, worden er door de druk ook plooien gevormd in de aardlagen. Ruwe aardolie, gas en zeewater verzamelden zich onder de grond in die plooien.
Omdat olie lichter is dan water, drijft het op het zeewater. Boven de olieverzamelt zich de lichtste stof en dat is .....gas.