NOOIT !!!! Van mijn leven niet ! Ik zeg het je, ik zal me nooit laten vangen in dat wurgend web dat huwelijk heet. Het idee alleen al voelt als een ijzeren ketting die zich rond mijn lichaam wikkelt en zich beetje bij beetje aanspant tot ik uit pure ademnood instort, gebroken, vleugelloos, dood. Het huwelijk is een moordend keurslijf, de verkrachter van mijn vrijheid, een gevangenisbewaarder. En als er één ding is waar ik het meest van hou dan is het wel mijn vrijheid, het gevoel om te kunnen doen en laten wat ik wil, om op elk moment mijn spullen te kunnen pakken en te vertrekken naar andere oorden, ongebonden, vrij. VRIJ !! Dat is wat ik wil zijn.
Ik heb het vaak gezien, uit eerste hand gezien en ervaren wat het huwelijk is en hoe verwoestend het kan zijn. Als kind zat ik er midden in, het huwelijk van mijn moeder en mijn vader. Ik kan me geen enkel gelukkig of harmonisch moment herinneren, er was enkel dat bedreigend gevoel dat als een loodzware deken ons leven bedekte. Een deken die ons langzaam verstikte onder haar gewicht, quasi ondoordringbaar voor licht of lucht. Ik herinner me nog goed de adembenemende spanning. Van zodra mijn ouders in dezelfde ruimte waren dan was het er, dan kon je als het ware de elektriciteit horen knetteren want twee tegengestelde polen geven geheid kortsluiting wanneer ze te dicht bij elkaar komen. En dat gebeurde vaak, meestal uitte zich dat in een doods zwijgen, een ijzige drukkende stilte, een wurgende spanning die zich langzaam maar zeker opbouwt. Zwijgen, stilte, het bezorgt me nog steeds een ongemakkelijk gevoel, alsof er iets mis is en onheil nadert. Als het breekpunt bereikt was dan volgde roepen en tieren, vaatwerk dat aan diggelen sloeg, pesterijen heen en weer of het hysterische gekrijs van mijn moeder die weer een zenuwinzinking kreeg waarna ze zich telkens in de badkamer opsloot en zichzelf probeerde te verdrinken in het bad. Wanneer dat gebeurde dan beukte mijn vader de badkamerdeur in en sleepte mijn uitzinnig spartelende moeder naar buiten, hield haar in zijn armen gekneld als een levende dwangbuis tot ze na een tijdje alle verzet staakte en als een slappe vod ineen zakte, wartaal uitslaand in het Engels. Twee diep ongelukkige mensen gebonden door iets wat huwelijk heet, vervloekt. Groot was mijn opluchting toen mijn ouders besloten om de handdoek in de ring te gooien en te kiezen voor schande, de ontbinding van hun huwelijk, het bannen van de vloek... echtscheiding. Zelfs schande was beter dan te moeten leven in een constante dreiging, te moeten leven in een leven zonder lucht. Maar hoe naïef was ik om te denken dat het dan allemaal voorbij was. Al snel spatte mijn droom van vrijheid als een zeepbel uit elkaar. Tot mijn kinderlijke verbazing zette de ellende zich voort en schakelde zelfs een versnelling hoger. Het was tijd om kennis te maken met een ander fenomeen van het huwelijk, de vechtscheiding. Niet echt herinneringen waar ik nu in wil gaan graven, let bygones be bygones, maar laat me zeggen dat mijn afschuw en vrees voor het huwelijk daar op dat moment zijn geboren. Veel heeft mijn moeder van die duistere periode niet geleerd want ze is nadien nog twee maal opnieuw getrouwd. Oh ja, het begon elke keer weer veelbelovend en elke keer weer had ze de ware gevonden. Maar die gelukzaligheid duurde maar even en werd opgevolgd door een quasi identieke herhaling van het verleden met steeds hetzelfde resultaat... een vechtscheiding. Een steeds weerkerend patroon. Laat me zeggen dat ik als kind al heel snel een huwelijksdeskundige werd, of moet ik zeggen scheidingsdeskundige ? Daar en toen heb ik een eed gezworen, een eed die ik nooit zou breken, een eed dat ik nooit diezelfde fout zou maken, dat ik mezelf en mijn kinderen nooit in diezelfde ellende zou storten, de heilige eed dat ik nooit zou trouwen. Trouwen ? Ik ? Van mijn leven niet !! NOOIT !!