Welkom bij een nieuwe blog met het onderwerp katrollen.
Een katrol bestaat uit een schijf, met een groef op de omtrek, waar het touw in ligt. De schijf draait om een as. De schijf is eventueel voorzien van een lager
om de wrijving met de as te beperken. De uiteinden van de as zijn
bevestigd in de blokwangen. De blokwangen komen bij elkaar in een haak
of oog, dat wordt bevestigd aan een vast punt of aan de hijslast. In
een katrol kunnen meerdere schijven zijn verwerkt: samen op één as, of
verdeeld over meerdere assen. Men spreekt dan van een takelblok of
meerschijfs blok.
Het uiteinde van het touw (het hondsend) wordt doorgaans bevestigd aan een oog dat aan een van beide blokken is bevestigd. Dat oog heet een
|