Een elektrisch voertuig (EV) rijdt deels of volledig op elektriciteit. De term omvat alle soorten voertuigen, waaronder elektrische treinenen trams, elektrische auto's en elektrische fietsen. De toevoer van elektriciteit kan op drie verschillende manieren: via externe aanvoer, met een ingebouwde generator of met een ingebouwde opslag.
Elektrische voertuigen zijn geen recente uitvinding. In de 19e eeuw werden al elektrische voertuigen gebouwd, vooral voor railvervoer.
Begin 20e eeuw reden er al elektrische taxi's maar elektrische auto's werden toen minder gebruikt dan auto's met verbrandingsmotoren, omdat de olieprijzen laag waren. Sinds de olieprijzen in de jaren zeventig van de 20e eeuw begonnen te stijgen, wordt er weer aandacht besteedt aan elektrische auto's.[1]
De eerste elektrische tram, ontworpen door Siemens & Halske, te Berlin-Lichterfelde; 1881.
Elektrische wagen, ontworpen in Luik in 1900
De Hongaar Ányos Jedlik bouwde in 1828 een kleinschalige modelwagen die werd aangedreven door een elektromotor. Vervolgens kwam de ontwikkeling van elektrische voertuigen in een stroomversnelling. In het begin van de 19e eeuw werden elektrische voertuigen vooral ontworpen in Schotland en de Verenigde Staten. Tussen 1832 en 1839, het precieze jaartal is onbekend, maakte de Schot Robert Anderson het eerste prototype van de elektrische koets. In 1835 ontwikkelde de Amerikaan Thomas Davenport de eerste elektromotor voor commerciële doeleinden.[2]
In het jaar 1851 financierde de Amerikaanse senaat een experimentele elektrische spoorweg tussen Washington D.C. en Baltimore. Het experiment mislukte omdat de batterijen barstten en de spoelen oververhit raakten.[1]
De eerste experimentele elektrische tram reed in 1881 in Berlijn. De eerste elektrische tram in Nederland reed in 1882 in Zandvoort.[3] In Engeland ontwikkelde Magnus Volk in het jaar 1883 de eerste succesvolle commerciële elektrische tram.
In 1897 werd in New York voor het eerst geëxperimenteerd met elektrische wagens, die als taxi dienden. Nog hetzelfde jaar werd wagenproducent Pope Manufacturing Company de eerste grootschalige fabrikant van elektrische voertuigen.[4]
In het begin van de 20e eeuw werden de eerste elektrische voertuigen geproduceerd die sneller dan 100 km/h konden rijden. De Belg Camille Jenatzy had kort tevoren in 1899 met La Jamais Contente de barrière van 100 km/h doorbroken met 105,882 km/h. Daarnaast veroverden de elektrische wagens 28% van het marktaandeel in de VS. Het succes was deels te verklaren doordat de motor niet zorgde voor vibratie, geluid of geuren. Verder was het schakelen tussen de versnellingen niet nodig.
Ondanks het succes zorgde de Paniek van 1907 ervoor dat er in 1912 in Amerika geen elektrische taxi's meer reden en de interesse bij de consument verminderde. Daardoor moesten grote producenten van elektrische voertuigen hun deuren sluiten.
In de jaren twintig begonnen de elektrische voertuigen te verdwijnen en kregen auto's met verbrandingsmotor de overhand.
In 1973 zorgde een embargo van de OPEC ervoor, dat de brandstofprijzen drastisch stegen. Dit leidde tot de oliecrisis van 1973. Daardoor ontstond hernieuwde interesse in elektrische voertuigen.
In de jaren negentig kwamen de grote producenten, waaronder Toyota en General Motors met elektrische auto's. Sindsdien bleef de productie stijgen.