Een batterij (stroomblokje) is een voorwerp voor opslag
van elektriciteit. Het bestaat uit een elektrotechnische component en
spanningsbron, een combinatie van een of meerdere elektrochemische
cellen, die worden gebruikt voor de omzetting van opgeslagen chemische
energie in elektrische energie. Dat kan weer als elektrische energie - stroom - geleverd worden. Historisch wordt een aantal parallel of in serie geschakelde elektrochemische cellen, Leidse flessen of condensatoren een 'batterij' genoemd, in de volksmond heeft de enkele cel van de batterij de naam van het geheel overgenomen. Een auto-accu is een oplaadbare batterij, maar deze wordt in Nederland, in tegenstelling met Vlaanderen, gewoonlijk geen "batterij" genoemd.
Het symbool voor een batterij in een elektrisch schema is als volgt:
Het + en - teken worden vaak weggelaten omdat men aan de grootte van
de "platen" in de tekening kan zien welke zijde de + en welke de - is.
Een ezelsbruggetje is dat voor het "+" teken twee keer zoveel streep nodig is als voor het "-" teken.
Ledlampen komen in verschillende modellen voor, waaronder de vorm en
grootte van een gewone gloeilamp met grote (E27) of kleine (E14) Edison-fitting. Er zijn ook uitvoeringen met andere vormen, maten en aansluitingen, bijvoorbeeld een GU5.3-steekvoet (bipinvoet) of een GU10-bajonetvoet.
Lichtstroom is een maat voor de hoeveelheid energie die een lichtbron
in totaal (in alle richtingen) uitzendt. De eenheid van lichtstroom is
het lumen. De lichtstroom van een gloeilamp van 40 watt is bijvoorbeeld
415 lm.
De lichtsterkte (helderheid) van een lichtbron geeft aan hoeveel vermogen de lichtbron per stralingshoek
uitzendt. Voor leds wordt de lichtsterkte uitgedrukt in millicandela
(mcd). 1000 millicandela is gelijk aan 1 candela. Hoe kleiner de
stralingshoek waarin het licht uitgezonden wordt, hoe hoger de
lichtsterkte (bij gelijkblijvende lichtstroom).
Om bij benadering de hoeveelheid lumen uit te rekenen wordt het
aantal candela's gedeeld door het deelgetal dat bij de stralingshoek van
de lamp hoort (zie MR16). Voorbeeld: een lamp met een verlichtingssterkte van 590 cd (590.000 mcd) en een stralingshoek van 40° geeft
Hygiëne is een verzamelnaam voor alle handelingen en handelingswijzen die ervoor zorgen dat mensen en dieren gezond blijven door ziekteverwekkers uit de buurt te houden. Het woord is afkomstig van het Griekse woordHygieia; υγιεινή was in de Griekse mythologie de godin van de gezondheid en reinheid.
Voorbeelden zijn:
afwassen;
baden of douchen;
gedragen kleding wassen;
handen wassen;
handschoenen dragen bij riskante karweitjes;
keuken schoonhouden;
schoon werken bij het bereiden van eten (hieronder vallen onder andere koken en het smeren van een boterham);
bederfelijke etenswaren in de koelkast bewaren;
sterilisatie en desinfectie van besmette voorwerpen of oppervlakken;
uitwerpselen in een toilet deponeren;
rioolwaterzuivering;
Met de term sociale hygiëne worden de taken en verantwoordelijkheden aangeduid. die de Nederlandse wetgever in 1995 bij leidinggevenden in de horeca heeft neergelegd.
Het eerste bewijs voor het gebruik van zeep is bijna vijfduizend jaar oud en stamt uit Babylon. Een cilinder van klei uit 2800 v.Chr. bleek een zeepachtige substantie te bevatten, en ook werd een Babylonisch kleitablet van 2200 v.Chr. gevonden waar een samenstelling op staat beschreven die mogelijk een zeepachtige substantie op zou leveren als er lang genoeg wordt gekookt. Ook de Oude Egyptenaren gebruikten regelmatig zeep, waarbij de oliën van zowel dierlijke als plantaardige afkomst waren. Romeinseplattelandsvrouwen zouden de reinigende werking van zeep bij toeval ontdekt hebben. De klei van de oevers van de rivier de Tiber bleek te helpen bij het schoonmaken van hun was, doordat het vermengd was met dierlijk vet en as. Dit zou afkomstig zijn van de tempel van de berg Sapo, een naam die in veel talen terugkomt in het woord voor zeep. Er bestaat echter geen berg Sapo en meestal wordt aangenomen dat dit een verzinsel is.
Romeinen en Grieken kenden van oorsprong de zeep namelijk helemaal niet; zij gebruikten oliën om hun huid te reinigen. Het laat-Latijnse woord sapo wordt voor het eerst doorPlinius genoemd. Het is een leenwoord uit het Germaans: *saipo-, getuige een zeer vroege Germaanse ontlening in het Fins: saippua. Oorspronkelijk was het de term voor de rode haarverf waarmee Germaanse krijgers een schrikwekkend uiterlijk poogden te verkrijgen. Uit het Germaanse woord ontstonden het Engelse soap, het Friese sjippe, het Duitse Seife en het Nederlandse zeep. Via het Latijn belandde het woord in het Italiaanse sapone, het Franse savon en Spaanse jabon[1].
Zeep werd tot de Tweede Wereldoorlog veel als schoonmaakmiddel gebruikt, maar gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw is zeep bijna geheel verdrongen door andere detergenten zoals natriumdodecylsulfaat (ook wel natriumlaurylsulfaat genoemd).
Dag iedereen, ik ontwerp mijn eigen techniekblog die met 5 berichten per projectaangevuld zal worden hopelijk hebben jullie er plezier aan. "Keep calm and enjoy my blog" ------------------- "HAVE FUN!!!!!" -------------------