De kilojoule is een van het SI afgeleide eenheid. De eenheid heeft het symbool kJ. Een kilojoule is gelijk aan 103 J, ofwel 1000 joule.
De energie van levensmiddelen (voedingswaarde) wordt uitgedrukt in kilojoule of, als erfenis uit het verleden, in calorieën (1 joule=0,238 845 9 calorie; 1 calorie=4,1868 joule).
Een volwassen persoon heeft per dag ongeveer 8 000-12 000 kilojoule aan energie uit voeding nodig. Opname van 20 000 kilojoule die het lichaam niet kan gebruiken resulteert in een gewichtstoename van ongeveer 1 kilogram.
Fruit is een verzamelnaam voor een aantal eetbare vruchten van plantensoorten en -rassen (of van daarop gelijkende schijnvruchten zoals aardbei, vijg, ananas, appel en peer). Hoewel ook het woord ooft hiervoor gebruikt wordt, wordt daar doorgaans vooral boomfruit of najaarsfruit zoals appels en peren mee bedoeld.
Consumptie
Veel primaten, zoals de chimpansee, eten vooral fruit (aangevuld met bladeren, noten, schors en stengels, maar ook dierlijk materiaal als insecten en vogeleieren). Ook de mens gebruikt fruit.
Fruit kan meestal in oorspronkelijke vorm gegeten worden. Soms moet eerst de schil verwijderd worden. Fruit wordt ook wel als nagerecht gegeten. Ook kan het worden gebruikt als basis voor vruchtensap. De hoeveelheid opgeloste stoffen in een vruchtensap wordt gemeten met de maat Brix.
Minstens twee stuks fruit per dag wordt aanbevolen als dagelijkse hoeveelheid.[bron?] Sommige mensen kunnen fruit op een volle maag echter niet verdragen, met een onaangenaam opgeblazen gevoel in de maag als gevolg.
De West-Europese steenkool ontstond in het Westfalien (313,0 tot 303,9 miljoen jaar geleden, een subperiode van het Carboon) na langdurig aan hoge druk en warmte te zijn blootgesteld, waarbij tamelijk zuivere koolstof en vluchtige verbindingen ontstonden, waarvan de laatste weer grotendeels zijn ontsnapt. De transformatie verloopt met toenemende blootstelling aan druk en temperatuur van veen via bruinkool naar steenkool en antraciet uiteindelijk naar grafiet. Bij verdere compressie van grafiet zou diamantkunnen ontstaan. Dat voor dit proces in principe geen lange tijd nodig is, is in diverse experimenten bewezen. Hierbij werd organisch materiaal aan sterke druk onderworpen waarbij zich binnen een paar dagen steenkool vormde[1]. In steenkoolafzettingen zijn soms de afdrukken van de fossiele planten en bomen, waaruit het is ontstaan, nog herkenbaar.
Energie is een natuurkundige grootheid. De SI-eenheid van energie is joule. Energie wordt vaak aangeduid als de mogelijkheid om arbeidte verrichten, of ruimer: de mogelijkheid om een verandering te bewerkstelligen.
De energie van een systeem is de totale hoeveelheid arbeid die moet worden verricht om vanaf een grondtoestand tot de huidige situatie te komen. Bijvoorbeeld hoeveel arbeid het kost om een zwaar voorwerp vanaf de grond op een tafel te zetten, of de hoeveelheid arbeid om een spiraalveer die eerst ontspannen was een bepaalde afstand in te drukken.
De totale energie van een systeem is de som van alle vormen van energie die op verschillende manieren zijn opgeslagen. Energie is eentoestandsfunctie dat wil zeggen: de hoeveelheid energie is onafhankelijk van de voorgeschiedenis. Het maakt bijvoorbeeld niet uit of een veer eerst is ingedrukt, toen op de tafel is gehesen of andersom.
Als het systeem niet wordt tegengehouden, zal het altijd proberen de hoeveelheid vrije energie zo klein mogelijk te maken: de veer rolt van tafel af en ontspant weer. Als een systeem zich in zo'n toestand van minimale energie bevindt, is het in evenwicht.
De totale hoeveelheid energie in een gesloten systeem (dat wil zeggen dat er geen materiaal of straling in- of uit kan) blijft altijd gelijk; dit heet de wet van behoud van energie. De totale energie van een systeem is de optelsom van alle microscopische en macroscopische energieën, namelijk; thermische, mechanische, kinetische, potentiële, elektrische, magnetische, chemische en nucleaire energie. De inwendige energie (U) van een systeem wordt gegeven door de som van alle microscopische energieën; alle bovenstaande behalve kinetische, potentiële en mechanische energie. In veel processen wordt een soort energie in een andere omgezet. Zo wordt in een gaskachel de chemische energie in het gas omgezet in warmte. En tijdens het vallen van een voorwerp wordt zwaartekrachtsenergie of potentiële energie omgezet in bewegingsenergie of kinetische energie.
Vaak wordt energie verward met vermogen: dit is echter energie per tijdseenheid. Iemand die op een keukentrapje klimt heeft daarvoor theoretisch net zoveel energie nodig als wanneer hij even hoog springt. Het springen gebeurt in minder tijd en daarom is daarvoor wel meer vermogen nodig.
De intensiteit waarmee een mens diverse vormen van energie ervaart verschilt soms van de objectief te meten fysische waarde van die energie. Zo is bijvoorbeeld ca. 40kJ (40 000 joule) nodig om een kopje water tot tegen het kookpunt te brengen. Met diezelfde hoeveelheid energie zou men een baksteen van een kilogram vanaf het aardoppervlak naar 4 km hoogte kunnen gooien, of een stadsbus van 4 ton een meter optillen. (Afgezien van omzettings- en wrijvingsverliezen.)
Als kleuter zag het er niet naar uit, dat hij een wonderkind zou worden. Tot zijn vierde jaar kon hij nog niet spreken en zijn familie was ervan overtuigd dat hij een achterblijver was. Maar in zijn zevende jaar, na het overlijden van zijn vader, begon hij vooruit te gaan.
Als scholier raakte Volta geïnteresseerd in elektriciteit, voerde experimenten uit en las alles wat hij daarover in handen kon krijgen.
Van 1776-77 richtte hij zich op de scheikunde, ontdekte in 1778 het brandbare moerasgas methaan.
Volta trouwde in 1794 met Teresa Peregrini (1764-1841), de jongste dochter van graaf Ludovico Peregrini. Ze kregen drie zonen, Giovanni, Flaminio en Zanino.
Ledlampen komen in verschillende modellen voor, waaronder de vorm en grootte van een gewone gloeilamp met grote (E27) of kleine (E14) Edison-fitting. Er zijn ook uitvoeringen met andere vormen, maten en aansluitingen, bijvoorbeeld een GU5.3-steekvoet (bipinvoet) of een GU10-bajonetvoet.
Aarding is het geleidend ("galvanisch") verbinden van een object met aarde (als planeet bedoeld). Het resultaat van aarding is, dat het geaarde object daardoor een spanning krijgt van nul Volt: de "elektrische aarde"
Zeep ontstaat door de verzeping van een vet met loog. Ook is het mogelijk om zeep van een vetzuur met loog te maken. Het product wordt in combinatie met water gebruikt als schoonmaakmiddel. Toiletzeep van een normale, alledaagse kwaliteit wordt meestal gemaakt van rundvet, olijfolie, palmolie, palmpitolie of kokosolie. Voor de exclusievere soorten zeep wordt soms gebruikgemaakt van exotische oliën en vetten.
Behalve zeep bevatten zeeptabletten in de meeste gevallen ook hulpstoffen zoals plantaardige of synthetische geurstoffen en kleurstoffen
Schematische weergave van een micel van olie in water
Bij het verven van dit textiel worden vele kleurstoffen gebruikt
Een kleurstof is een stof om aan producten een kleur te geven.
In tegenstelling tot een pigment heeft een kleurstof een vervend vermogen; het hecht zich tot op zekere hoogte aan de te kleuren stof. Daarnaast worden kleurstoffen als regel in oplossing gebruikt, terwijl pigmenten juist onopgelost moeten blijven. Vrijwel alle kleurstoffen zijn een organische verbinding. Een opmerkelijke uitzondering vormen de kleurstoffen die in de beeldbuizen van conventionele kleurentelevisietoestellen worden gebruikt.
Kleurstoffen worden met name gebruikt om textiel te verven, daarnaast bevatten inkten meestal kleurstoffen.
In levensmiddelen is een beperkt aantal kleurstoffen toegestaan, deze zijn herkenbaar aan het E-nummer in de reeks E100-199 dat meestal op de verpakking vermeld wordt. Niet al deze kleur- en smaakstoffen zijn synthetisch; E120 bijvoorbeeld is een stof die karmijnrood kleurt en gemaakt is van de cochenilleluis, dat is een beestje dat op de opuntia leeft.
Kleurstoffen op een markt in Osh (Kirgizië)
De textielindustrie gebruikt bijna uitsluitend synthetische kleurstoffen. Het kenmerkende verschil tussen de verschillende kleurstoffen is de chemische structuur, maar in de praktijk worden ze ingedeeld naar de manier waarop ze zich gedragen in het verfproces.
In feite is het zo dat als over smaak gesproken wordt er ook verwezen wordt naar geurstoffen. De smaak wordt voor een belangrijk deel bepaald door de geur tijdens het eten.
De aggregatietoestand van een stof is de staat waarin een stof zich bevindt. Men gaat daarbij meestal uit van een chemische zuivere stof. Het begrip aggregatietoestand is nauw verwant aan het (bredere) begrip fase. De tot nu toe bekende aggregatietoestanden zijn:
Natriumhydroxide (ook wel caustische of bijtende soda genoemd en ook bekend onder de handelsnaam Destop) is een anorganische verbinding met als brutoformule NaOH. De stof komt voor als een witte, hygroscopischevaste stof, die zeer goed oplosbaar is in water. Tijdens het oplossen komt een grote hoeveelheid warmte vrij. De uiteindelijke oplossing wordt ook wel aangeduid als natronloog. Deze waterige oplossing is een sterke base en verdringt zwakkere basen uit hun zouten. Natriumhydroxide is zeer corrosief en kan ernstige brandwonden veroorzaken.
Vandaag willen we liefst zo weinig mogelijk tijd verliezen met het
wassen van onze kleding en dat was in de prehistorie niet anders: wassen
betekende even jezelf en je kleding onderdompelen in de rivier. Het
resultaat was natuurlijk iets minder proper dan na een wasbeurt vandaag.
Dierlijke vetten De Romeinen waren de eersten die
zeep gebruikten tijdens het wassen. De naam zeep hebben we aan hen te
danken. De vrouwen die in de rivier aan de voet van de berg Sapo in Rome
wasten, merkten dat het wassen daar veel makkelijker ging. De reden? Op
de berg werden dieren geofferd, de as met dierlijke vetten zorgde
ervoor dat vlekken sneller verdwenen.
In de middeleeuwen en de
Renaissance was het met de persoonlijke hygiëne niet al te best gesteld,
mensen geloofden dat er via water allerlei vreemde ziektes je huid
konden binnendringen. Stukken zeep waren een luxeproduct en werden
vooral gebruikt voor het wassen van kleding.
Doeltreffender Op
het einde van de 18de eeuw vond niet alleen de industriële revolutie
plaats, ook het wassen veranderde grondig. Vaker een bad nemen werd een
statussymbool. In het midden van de 19de eeuw werden de eerste
mechanische wasmachines ontwikkeld. Daarnaast zorgde wetenschappelijk
inzicht in de rol van bacteriën voor een boom in de zeepindustrie. In de
Verenigde Staten fusioneerden in 1837 de kaarsen- en zeepfabriek van
twee jongemannen tot The Procter & Gamble Company, ook vandaag nog
een referentie.
De technologie zorgde voor almaar betere
wasmachines en droogkasten en ook de wasmiddelen werden almaar
doeltreffender. De producten werden biologisch afbreekbaar, er werden
wasverzachters en geconcentreerde wasmiddelen op de markt gebracht.
Allemaal om ervoor te zorgen dat onze kleding snel en efficiënt proper
wordt.
sunlight zeep uit de 2de Wereld Oorlog
Vulkanische
(as)klei werd doorheen de menselijke geschiedenis gebruikt vanwege zijn
buitengewone cosmetische eigenschappen. Oude stammen in Centraal-Afrika
De verslagen van de verschillende studies in de media spreken
elkaar nogal tegen. Maar behalve een enkel uitzondering zijn die studies
het over de meeste dingen eens, maar er moeten wel enkele onderscheiden
gemaakt worden:
(1) Het effect van media en sociale media is verschillend per
leeftijdsgroep. Het is het meest schadelijk bij jonge kinderen, minder
bij adolescenten. Bij adolescenten zijn er ook positieve effecten.
(2) De invloed van media gebruik is afhankelijk van vorm en inhoud.
Programmas met educatieve intenties, die kinderen betrekken scoren
meestal goed, maar ook niet altijd. Dat commerciële programmas net als
het Teletuby televise-programma, negatief scoren hoeft ons niet te
verwonderen.
Microsofts oorspronkelijke beslissing om de eerste versie van Windows te ontwerpen was waarschijnlijk sterk beïnvloed door eerdere initiatieven van Xerox en Apple, die hun computers al voorzagen van grafische gebruikersomgevingen.
Een hacker, ook wel kraker of cracker genoemd, is in het dagelijks taalgebruik meestal iemand die inbreekt in computersystemen. Een hacker kan zich echter ook bezighouden met andere systemen dan computersystemen. Het uitgangspunt bij hacken is het op creatieve wijze naar de hand zetten van een bestaande technologie.
Een computervirus (in het dagelijks taalgebruik wordt meestal kortweg over virus gesproken) is een vorm van schadelijke software (malware). Het is een computerprogramma dat zich in een bestand kan nestelen, bijvoorbeeld in bestanden van een besturingssysteem.
Computervirussen worden als schadelijk beschouwd omdat ze schijfruimte
en computertijd in beslag nemen van de besmette computers. In ernstige
gevallen kunnen virussen binnenin de computer schade aanrichten,
bijvoorbeeld het wissen en verspreiden van gevoelige gegevens. In zeer
ernstige gevallen kan de gebruiker zelfs de totale controle over de
computer verliezen.
Hoewel er veel verschillende computervirussen bekend zijn, komt er slechts een fractie daarvan "in het wild" voor. De WildList Organization International
houdt een maandelijkse lijst bij van de virussen die in het wild zijn
aangetroffen. Maandelijks worden er enkele duizenden verschillende
virussen in het wild aangetroffen. Veel bestaande virussen zijn niet
virulent genoeg om zich zelfstandig te verspreiden.
Het in omloop brengen van een computervirus is een misdrijf, zowel in het Nederlandse Wetboek van Strafrecht als in het Belgische Strafwetboek.