Het eerste bewijs voor het gebruik van zeep is bijna 5000 jaar oud en stamt uit Babylon.
Een cilinder van klei uit 2800 v.Chr. bleek een zeepachtige substantie te bevatten, en ook werd een babylonisch kleitablet van 2200 v.Chr. gevonden waar een zeepformule op staat beschreven.
Ook de Oude Egyptenaren gebruikten regelmatig zeep, waarbij de oliën van zowel dierlijk als plantaardige afkomst waren. Romeinse plattelandsvrouwen zouden de reinigende werking van zeep bij toeval ontdenkt hebben.
De klei van de oevers van de rivier de Tiber bleek te helpen bij het schoonmaken van hun was, doordat het vermengd was met dierlijk vet en as.
Dit was afkomstig van de tempel van de berg Sapo, een naam die in vele talen terugkomt in het woord voor zeep.
Zeep werd tot de tweede wereldoorlog veel als schoonmaakmiddel gebruikt, maar gedurende de tweede helft van de 20e eeuw is zeep bijna geheel verdrongen door andere detergenten.
Natriumhydroxide ook wel bekend als gootsteenontstopper het is een oplossing van natriumhydroxide en water. De vaste stof (korrels, schilfers, vlokken, parels) die je verkrijgt door het indampen van de loog wordt bijtende of caustic soda of bijtende soda genoemd. Tijdens het oplossen komt er een grote hoeveelheid warmte vrij. Het is een witte, hygroscopische stof met een smeltpunt van 319 °C De uiteindelijke oplossing wordt ook wel aangeduid als natronloog. Deze waterige oplossing is een sterke base en verdringt zwakkere basen uit hun zouten. Natriumhydroxide is zeer corrosief en kan ernstige brandwonden veroorzaken.