Het biologische begrip biomassa slaat op de totale massa (het vers- of het drooggewicht) van organismen in ecosystemen.
Hieronder valt zowel plantaardig als dierlijk materiaal. De biomassa is relatief het kleinst in arctische gebieden en in woestijnen, en het grootst in de tropen. Naarmate het milieu minder gestoord is en het klimaat minder extreem is, is de biomassa van de ecosystemen groter.
Onder de term biomassa worden in engere zin de producten begrepen, die gewonnen zijn uit plantaardige grondstoffen en dierlijk (rest)materiaal.
Hieronder vallen onder andere suikerriet, mais, koolzaadolie, palmolie en dierlijke vetten, die geproduceerd zijn ten behoeve van energieopwekking en/of als biobrandstof.
In de 'Europese richtlijn betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt' (Richtlijn 2001/77/EG) wordt de volgende definitie voor biomassa gehanteerd:
De biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw (met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen), de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, alsmede de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval."
|