Zetmeel (molecuulformule: (C6H10O5)n) is een complex koolhydraad (sacharide): een polymeer van glucose dat in de natuur dient als voedselreserve voor planten. Het dierlijke equivalent ('dierlijk zetmeel') is glycogeen. Zetmeel en glycogeen worden door planten respectievelijk dieren aangemaakt als reservebrandstof, en kunnen weer terug worden afgrebroken tot glucose, om in de cellen als brandstof te dienen.
De naam zetmeel vindt zijn oorsprong in het proces waarin ongeraffineerde zetmeelmelk op slemptafels werd uitgewassen en ontwaterd. Het ontwaterde meel bleef als "zetmeel" in de slempgoten achter en werd vervolgens handmatig uitgestoken. In het Duits heet zetmeel Stärke. Deze naam slaat op een van de oudste toepassingen van het zetmeel: het stijven, sterken van doek.
|