Pmd is een in Vlaanderen gangbare afkorting voor het afval van plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons. Het verpakkingsafval wordt samen ingezameld en na sortering gerecycleerd.
Pmd wordt meestal in een blauwe pmd-zak huis aan huis ingezameld. De zakken zijn doorzichtig, zodat de ophalers kunnen zien of ze wel degelijk alleen pmd bevatten. Als dat niet zo is, wordt de pmd-zak niet meegenomen en krijgt die een rode weigeringssticker.
Pmd kan ook in minicontainers of in ondergrondse containers worden ingezameld. Verder wordt pmd in het containerpark aanvaard. De zakken worden naar een afvalsorteercentrum gebracht, waar de verschillende fracties gescheiden worden om erna te worden gerecycleerd.
Het suiker in fruit is anders dan de suikers in andere producten. Bij fruit gaat het om zogenoemde fruitsuikers (fructose), bij andere producten worden suikers uitgedrukt in koolhydraten. Suikers zijn suikers, maar er is wel een klein verschil tussen koolhydraten en fruitsuikers. Fructose (natuurlijke suikers) wordt door het lichaam makkelijker verteerd, dan suikers uit koolhydraten. Het onderstaande overzicht is niet alleen handig voor mensen die willen lijnen, maar ook voor mensen met suikerziekte.
Vruchtensappen kunnen 3 tot 4 dagen in de koelkast worden bewaard. Sinaasappelsap uit concentraat kan 3 maanden ongeopend buiten de koelkast worden bewaard.
Flessen vers sap kunnen het beste in de koelkast bewaard worden, omdat anders het vitamine C-gehalte sneller terugloopt. Vitamine C wordt onder invloed van licht afgebroken.
Bananen worden groen geplukt. Ze worden gewassen, en omdat het kwetsbare vruchten zijn, verpakt in stevige kartonnen dozen. De dozen worden op pallets of in containers geplaatst. Tussen de oogst en consumptie van de banaan ligt ongeveer 30 tot 40 dagen. Het transport vindt plaats in koelschepen of koelcontainers.
De bananenspin (Phoneutria nigriventer) is een zeer giftige spin, en komt nog wel eens voor in aanvoerhavens zoals Rotterdam omdat ze meekomen tussen de bananentrossen. Het zijn bruine kamspinnen (Ctenidae). Ze eten geen banaan maar insecten en vogels die erop afkomen.
Windenergie is bij uitstek een duurzame energiebron. Wind is een onuitputtelijke energiebron en bij de productie van elektriciteit uit wind komen geen afvalstoffen en geen schadelijke gassen vrij. Windturbines kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan onze energievoorziening. De windenergiesector is internationaal ook een belangrijke economische activiteit geworden. Het is én milieuvriendelijk én goed voor onze economie.
Windenergie vormt een belangrijk aandeel van de hernieuwbare energiebronnen in Vlaanderen. Er zijn 228 windturbines eind 2012. Samen produceren de windturbines ongeveer 840 GWh of 840.000.000 kWh, wat overeenkomt met het elektriciteitsverbruik van meer dan 240.000 gezinnen. De meeste windturbines staan opgesteld langs bestaande infrastructuur zoals havens, autostrades, dijken, ...
De voordelen van windenergie zijn duidelijk. Het belangrijkste voordeel is dat de energiebron, namelijk de wind, onuitputtelijk is. Daarenboven is het omzetten van wind naar elektriciteit vrij van enige reststof. Er komen geen uitlaatgassen noch afvalstoffen vrij. Windenergie, is net als andere duurzame energiebronnen, CO2-vrij. Windenergie, in al zijn verscheidenheid, heeft de potentie om een grote bijdrage te leveren aan het behalen van de Kyoto-doelstellingen. Stroom produceren obv windenergie vergt ook geen waterverbruik noch watergebruik, dit in tegenstelling tot veel andere manieren van stroomopwekking.
Het Internationaal Atoomenergie Agentschap definieert radioactief afval, nucleair afval of kernafval als materiaal dat radioactieve isotopen bevat of daarmee gecontamineerd is, in concentraties hoger dan wat minimaal meetbaar is en waarvoor geen praktische toepassingen bekend zijn. Afhankelijk van onder meer de halveringstijd is dit afval gedurende korte of langere tijd (tot wel duizenden jaren) gevaarlijk voor de volksgezondheid en het milieu.
Kerncentrales zijn belangrijke bronnen van radioactief afval. Verbruikte splijtstof, eventueel na opwerking, bevat grote hoeveelheden radioactief uranium, plutonium, cesium en tal van andere isotopen waarvoor geen toepassingen zijn. Bij de ontmanteling van een kerncentrale komen grote hoeveelheden bouwmaterialen, pijpleidingen, enz., vrij die zeer radioactief zijn. De nucleaire geneeskunde, radiotherapie en brachytherapie die worden toegepast in ziekenhuizen leveren een breed scala aan licht radioactief afval. Tal van industrietakken zoals de olie-industrie, en bepaalde onderzoekscentra produceren eveneens licht radioactief afval. Bij de ontwikkeling van kernwapens komt naast herbruikbare splijtstof ook radioactief materiaal vrij waar niets mee gedaan kan worden. Ook bij de winning en verwerking van nucleaire brandstof ontstaat radioactief afval. Tenslotte levert de radioactief afval verwerkende industrie zelf ook radioactief afval.
Het afval kan van heel verschillende aard zijn. Vaste stoffen bijvoorbeeld verbruikte splijtstofstaven, filters, gereedschappen, verontreinigde grond en kleding, maar ook vloeistoffen zoals koelwater of oplosmiddel dat radioactieve stoffen bevat. In principe wordt elke vorm van afval dat radioactief besmet is, gerekend tot radioactief afval.
In een kolenmijn wordt steenkool of bruinkool gewonnen. Bruinkoollagen bevinden zich altijd net onder de toplaag en boven eventuele steenkoollagen en worden daarom vrijwel altijd in open kolenmijnen ontgonnen. Steenkool wordt daarentegen ook vaak in gesloten mijnen gewonnen. Uiteraard zijn die niet alleen gevaarlijker, maar is de productie ook duurder.
Bruinkool werd in de Benelux alleen gewonnen in Nederlands-Limburg. Steenkool werd in België en Nederland ontgonnen.
In België waren er zeven mijnen, die in handen van privé-maatschappijen waren.
de steenkoolmijn van Beringen te Beringen, productie vanaf 1922 tot 1989
de steenkoolmijn van Eisden te Eisden, productie vanaf 1923 tot 1987
de steenkoolmijn van Houthalen te Houthalen, productie vanaf 1938-1939 (fuseerde in 1964 met Zolder) tot 1992
de steenkoolmijn van Waterschei te Waterschei, productie vanaf 1924 tot 1987
de steenkoolmijn van Winterslag te Winterslag, productie vanaf 1917 tot 1988
de steenkoolmijn van Zolder te Zolder, productie vanaf 1930 die als laatste sloot op 30 september 1992.
de steenkoolmijn van Zwartberg te Zwartberg, productie vanaf 1925 tot 1966.
Waterkrachtcentrales of hydraulische centrales zijn elektriciteitscentrales die stromend of neerstortend water (zie waterkracht) gebruiken om een turbine in beweging te brengen. Ze bevinden zich op stromen en rivieren, met al dan niet een kunstmatige dam. Het verval en het debiet van de stroom zijn bepalend voor de werking.
Het gebruik van waterkracht brengt geen vervuiling met zich mee en geen gevaarlijk radioactief afval. Daarom worden waterkrachtcentrales gezien als opwekker van groene energie.
De centrale van Coo-Trois-Ponts is de belangrijkste spaarbekkencentrale van België gelegen tussen Coo en Trois-Ponts in de provincie Luik in Wallonië. De centrale werd gebouwd tussen 1967 en 1979. Ze was bedoeld als buffer voor de kerncentrale van Tihange. Zij wordt automatisch van uit een controlecentrum in Linkebeek bij Brussel bediend en kan in enkele minuten opgestart worden. Het totale vermogen van de centrale is meer dan 1100 MW.
Zonne-energie is energie van de zon in de vorm van warmte en licht. Deze energie, samen met secundaire vormen zoals windenergie, getijdenenergie, waterkracht en biomassa vormt meer dan 99,9% van alle hernieuwbare energie op Aarde.
De zon is een ster die zich gemiddeld op 150 miljoen kilometer afstand van de aarde bevindt. De energie die de zon uitstraalt ontstaat door kernfusie. De atmosfeer en de magnetosfeer (het magnetisch veld van de aarde) beschermen het leven op aarde tegen het grootste deel van de schadelijke straling die de zon naast licht en warmte eveneens uitstraalt. De hoeveelheid energie die de aarde bereikt, is ca. 9000 maal groter dan de energiebehoefte van alle 7 miljard aardbewoners samen. De energie bereikt de aarde als licht en warmtestraling, een mengsel van elektromagnetische straling van verschillende golflengten, voor 99% liggend tussen 300 en 3000 nm. (De golflengten van zichtbaar licht vallen tussen 390 en 780 nm).