Aarding is het geleidend ("galvanisch") verbinden van een object met aarde. De aarde kan als een geleider van praktisch onbeperkte capaciteit worden gezien. Het resultaat van aarding is dat het geaarde object daardoor een spanning krijgt van nul volt: de elektrische aarde.
Voor een goed begrip van aarding dient men te begrijpen wat in de elektriciteitsleer onder aarde wordt verstaan. Daarnaast dient men het doel van de aarding voor ogen te hebben; gaat het om:
een chassis of de geleidende behuizing van een elektrisch apparaat.
Voor de meeste mensen is de aarding gewoonweg een element dat vermeld staat op het elektrische plan van het huis.
Toch kan dit op het eerste gezicht onbeduidende element uw leven redden! Dankzij de aarding kan het teveel aan elektriciteit immers worden afgevoerd wanneer een toestel slecht geïsoleerd is. Een aarding beschermt u dus tegen elektrocutie.
Hoe werkt een aarding?
Het principe van een aarding is eenvoudig. Het komt erop neer om de elektrische stroom die uit een toestel kan ontsnappen, af te leiden naar een metalen geleider (kabel) die loopt naar een pin die in de grond is geslagen.
Zo'n stroomverliezen kunnen zich bijvoorbeeld voordoen wanneer een beschadigde kabel bloot komt te liggen en de elektrische draden in contact komen met de behuizing van het toestel. Zonder aarding zou die stroom doorheen het lichaam van de eerste persoon gaan die het toestel zou aanraken: dat is elektrocutie. In België verplicht het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI) de aanwezigheid van een aarding. Hierop worden alle elementen aangesloten die een potentieel gevaar vormen, zoals:
de stopcontacten
de lichtpunten van de elektrische installatie
de leidingen en metalen onderdelen van het huis (fornuis, douche enz.) die per ongeluk in contact kunnen komen met de elektrische stroom.
Een kerncentrale is een elektriciteitscentrale die elektriciteit opwekt met de energie die vrijkomt bij kernsplijting. Net zoals bij andere soorten elektriciteitscentrales wordt met deze splijtingswarmte stoom opgewekt die een turbine aandrijft. De mechanische energie in deze turbine wordt dan via een alternator omgezet in elektrische energie.
In 2018 was twee derde van de in België geproduceerde elektriciteit van koolstofarme oorsprong. Kernenergie, zon en wind hebben samen 66% van onze elektriciteit geproduceerd. Bij koolstofarme oorsprong denk je algauw aan zon en wind, maar het grootste gedeelte (80%) werd geproduceerd door de kerncentrales. Er is nauwelijks of geen uitstoot van CO2 bij de productie van elektriciteit via kernenergie.