"De morgenstond heeft goud in de mond" zegt het oude gezegde.
Het is zeven uur. We vergapen ons aan de besneeuwde top van Annapurna-Zuid die schittert onder een blauwe hemel. Hij lijkt heel dichtbij maar het gaat ons nog dagen kosten om het basiskamp van deze reus te bereiken. Vandaag wordt schijnbaar een makkie want we gaan dalen tot 1.565 meter.
En inderdaad, enkele kuitenbijters daar gelaten wordt het een aangename wandeling van ongeveer vijf uur door en langs rijstvelden en semi-tropisch woud. Op de weg liggen meerdere lodges waar trekkers zich kunnen verfrissen, iets eten of overnachten. Mensen wonen hier zeer verspreid in kleine gemeenschappen van enkele huisjes groot. Meestal zeer armtierig. De levensverwachting ligt rond zestig jaar, de kindersterfte rond 63 per duizend en ondervoeding treft 1 op de 15 kinderen. Nepal wordt gerangschikt tussen de armste landen ter wereld. Bovendien is ongeveer 50% van de bevolking analfabeet (mannen 37%, vrouwen 65%). Een gemiddeld maandloon ligt tussen 10 en 15.000 roepies. Je krijgt ongeveer 100 roepies voor een euro. Reken zelf maar (en benzine kost hier bijna zoveel als bij ons).
We houden halt in Landruk. Een kleine (zeg maar kunstmatige) nederzetting met lodges, winkeltjes en restaurantjes. Op de weg naar ABC vormt dit trekkerstoerisme een belangrijke bron van inkomsten.
Gids, drager en taxi zijn stipt op de afspraak en wij vertrekken om 8u30 uit Pokhara voor een 12-daagse voettocht naar ABC of Annapurna Base Camp. Een ritje van 30 minuten tot Banskot even buiten de stad en we staan voor onze vuurdoop. Een paadje kronkelt zich omhoog. Het is eigenlijk een hoge, lange, ruwe stenen trap die we gedurende een dik uur gaan volgen. Ontzettend zwaar vanwege het stijgingspercentage en de hoogte van iedere trap. Ikzelf heb een redelijk slapeloze nacht achter de rug en zie af bij de beesten. Linda daarentegen zit blijkbaar direct in haar ritme en huppelt (hum) als een berggeit omhoog. Wandelstokken helpen natuurlijk, evenals enkele haltes om op adem te komen.
Rond elf uur komen we aan bij de familie van Sagar, een van onze gidsen (we kregen zogezegd een drager en een gids mee, maar eigenlijk zijn zij beiden meer gids dan drager). Grootmoeder, moeder en zus ontvangen ons hartelijk bijeen heerlijke tas thee. We worden rondgeleid en krijgen uitleg over het leven van alledag. De mensen die hier in de bergen wonen proberen te voorzien in hun dagelijkse behoeften en verbouwen vooral rijst en mais. Er staan twee buffels die voor het dagelijkse rantsoen melk zorgen en finaal voor een extraatje als ze verkocht worden om geslacht te worden. Wat de eenzame geit oplevert is ons onbekend. Sagar, de zoon en onze gids, studeert Bachelor in Business Administration maar weet al zeker dat hij met dit diploma nooit iets zal kunnen aanvangen. Nepal kent een werkloosheidsgraad die de 60% overstijgt. Jonge mensen die de kans krijgen om te studeren verlaten het platteland en bij voorkeur het land om in de Arabische Emiraten (voornamelijk) of Europa hun kans te wagen. En dan maakt het hen niet uit of ze in de bouw of als straatveger aan de slag kunnen. Nepal ligt gekneld tussen de twee reuzen China en India en heeft blijkbaar niets te bieden. Geen industrie, geen know-how, geen deftig wegennet, een gebrekkige electriciteitsvoorziening en verder niets. Onze twee begeleiders, twee clevere jongens, gidsen toeristen in hun vrije tijd om hun studiekosten betaald te krijgen. Zij zullen dit (deeltijdse) werk blijven doen tot andere kansen zich aanbieden. Maar zij zien de toekomst somber in.
Wij nemen afscheid van deze familie en trekken verder de bergen in. Rond de middag eten we typische Nepalese Dal-Baht (de basis is rijst, aangevuld met een handvol groenten, een soepje en een pikant sausje). Dit zal trouwens ons basisvoedsel worden voor de rest van de trekking.
Om 15u30 komen we aan in Pothana, eindbestemming voor vandaag.
Het werd al bij al een pittige wandeling waarbij we van 900m. hoogte in Banskot zijn gestegen tot 2.080 meter in Pothana.
's Avonds begint een Nepalese drager een traditionele dans en na een kwartiertje zijn alle aanwezige Duitse, Franse en Vlaamse toeristen een grote gemeenschap op de dansvloer.