Verborgen parels. 20 mei
Een dagje met ons tweetjes op stap. Wij zoeken de parels.
Een eerste ontdekking: een park waar vroeger de paardenrennen plaatsvonden. Gelukkig heeft men er wijs aangedaan om dit als groene long te behouden.
Oma en opa die met kleinkindje(s) bootjevaren, op de paardenmolen zitten, in de autootjes...zonder kermislawaai, zo heerlijk rustig. Want in elk park is er een hoek voorbehouden voor kinderkermisspelen. De kleintjes wuiven naar ons al dan niet ondersteund met de krachtige hand van opa of oma. De vijver brengt ook in de morgen al verkoeling. Vrolijke bloemen fleuren ons nog meer op.
Wij steken door naar een tweede park. Het LU XUN park. LU XUN is de grootste schrijver van de twintigste eeuw in China.Hoewel hij nooit lid was van de communistische partij en een kritische linkse rakker, werd hij door Mao gecanoniseerd tot Schrijver des vaderlands. Hugo Claus van China dus.
Aan zijn graftombe in dit park heeft Zhou Enlai twee magnoliabomen geplant en Mao heeft het grafschrift eigenhandig gekalligrafeerd. Vriend en vijand was vol bewondering voor de kalligrafiekunde van Mao.
Onder een luifel zit een groepje Chinezen te picknicken; ze weten het ook van Mao en Zhou als wij wijzen naar de bomen en het schrift. Wij mogen spontaan van hun meloendessert proeven.
Wat verder zijn drie mensen aan het zingen. De man bespeelt een tweesnareninstrument met een tweevoudige strijkstok met onderaan een rond kuipje. Onze muziekale kennis schiet te kort, ons genieten stijgt met de minuut.
Wanneer wij verder verschillende dansersparen bezig zien, twijfelen wij even, maar de melodie klinkt ons bekend in de oren, en ja minder stijlvol doen wij mee. Blije en lachende gezichten en een applausje bij de eindtonen. Wij gelukkig, zij gelukkig.
Het park verrast ons met levensgrote beelden van bekende schrijvers : De Balzac, Goethe, Poeskin, Shakespeare, Tolstoi , Dante , Gorki ... Jammer, Emile Verhaeren, de dichter van ons buurdorp St. Amands, ontbrak. Prachtig gedaan.
Het park geeft nagenoeg uit op een wijk waar vele schrijversvrienden van LU XUN woonden. Een soort Parijse "bateau lavoir" maar dan voor schrijvers. En het feest van de beelden gaat door in deze laagbouw straat; alle linkse vrienden van LU hebben er hun beeltenis. LU zelf ook.
Een oase tussen die hoogbouw. Een literaire kloof kan je dit noemen. En de kleine dwarstraatjes waarvan je de ingang nauwelijks kunt opmerken, verbergen een heuse volkswijk.
Boekenstanden kunnen hier niet ontbreken.
Wij hebben een tweedehandse kleinood op de kop kunnen tikken. Wij zijn nu de trotse bezitter van het origineel Rood Boekje van Mao. Twee keer staat zijn foto erin. Wij gaan nu Chinees studeren om hem juist te kunnen citeren.
Geef toe, deze dag heeft al duizend bloemen in ons hart laten bloeien.
Op zoek naar een museum dat door De Morgen zo appetijtelijk was beschreven, zijn wij de weg kwijt geraakt. ( wij beschikken over geen goed plan van Sjanghai). Hulpvaardigheid is een Chinese deugd. Of ze tikken op hun smartphone de weg voor ons uit, of ze lopen met ons mee, of ze zeggen dat wij toch nog verder met de metro moeten ( wat wij dan weigeren omdat het ook te voet kan en ons later beklagen dat het.. Kinderlijke "hoever nog " over onze lippen komt - en niet uit spaarzin want de metro kost hier maar 20 of 30 eurocent.) In dit geval loopt een dokter ( die ons begrepen had en Engels praatte)heel ver met ons mee want wij waren al heel ver de andere kant opgelopen.
Je hoort ons niet klagen want hij bracht ons aan de rivier op de West Bank. Een wandelpromenade van kilometers lang. De machtige torens in de verte voor ons. De verfrissende wind van het water geeft verkoeling.
Wij worden opgehouden door een brug over een zijrivier die ze aan het herstellen zijn. Een ommetje is nodig, maar met al dat geloop zoeken wij een metro( twee kilometer verder en onder begeleidng van weer zo een hulpvaardige - en zeggen dat wij maar twee woorden chinees spreken ,goede dag en Dank u , dit laatste zeggen wij dan ook veel en dan lachen ze weer) die ons naar de wijk Pudong brengt. Pudong was 30 jaar geleden een vruchtbaar akkerland. Nu staan de ontelbare torens, tegen elkaar op, te pronken.
De Japanners hebben op last van de Duitsers ( bondgenoten)een getto voor joden moeten maken. Ene mijnheer Shibota heeft kunnen voortkomen dat de joden naar een eiland werden getransporteerd en hen hier in Pudong een onderkomen gegeven. Bovendien heeft hij veel joden laten ontsnappen. Hij heeft voor Israël dezelfde status als Oscar Schindler.
Het was zo geprogammeerd en als bij toeval komt dit maal onze programmatie uit. Zes uur.
Wij gaan in een van de hoogste torens met de lift omhoog. 85 verdiepingen. 474 meter hoog. Het gebouw lijkt op een kroonkurkwipper ( een aftrekker dus). Dat gat bovenaan is er gemaakt om de wind niet ten volle tegen het ganse gebouw te laten inbeuken. De laatste tweehonderd trappen doen wij langs een zijarm van de aftrekker.
Wij zien de zon ondergaan in het woud van torens. De avond valt. Het feeërieke licht op al die buildings doet ons vrede hebben met deze stad. Sommigen met strakke ingetogen belichting, anderen met hevige en snelle reclame verspringende verlichting. Zover je oog reiken kan zien wij de lichtjes en dat doet ons hartje sneller slaan.
Hoeft dit allemaal, wellicht niet. Het is niet onze keuze, maar we moeten onze gevoelens toch toelaten.
Maar dit is wat China wil laten zien aan de buitenwereld. China het land van het midden. De wereld ligt er buiten.
Moe maar voldaan.
Gegroet
Joos en Frieda