De Heer zei tot zijn leerlingen,de dieren drinken water, maar wij! wij drinken pater. hij nam een deel van tarwezaden, een deel van gerstenzaden, en een deel van hoppevlokken, mengde dit met dierendrank, en liet het gisten in een vat. Na een tijdje gingen ze de pater kraken, toen liepen ze allen met ne grote kater. de Heer zag en lachte hij sprak "voorwaar ik zeg u" ieder van u allen moet leren zijn dorst te laven met mate. Groetjes van juliaan daaaaaaaaaaaag