Iedere rijke herinnert zich exact het moment dat zijn banksaldo door de zes nullen heen ging. De dag dat ik dat giro-afschift kreeg, is de waanzinnigste van mijn leven' sprak uitzendtycoon Alex Mulder over het moment dat er honderd miljoen aan zijn saldo werd toegevoegd. Maar is dat eerste miljoen wel het lastigste? Maakt geld inderdaad geld, en komt daarna de rest vanzelf? Jaarlijks voert Team 500 zo'n vijftig namen van de rijkenlijst af. Meestal zijn die degradaties te wijten aan de snelle vermogenstijging van anderen, maar een dozijn per seizoen verarmt door financieel wanbeheer.
Van de rijkste families van de zeventiende eeuw zijn eigenlijk alleen de Oranjes en Six van Hillegom over. Ook het snelle geld van de tachtiger en negentiger jaren is verdampt door slechte investeringen, echtscheidingen, gedegenereerde derde generatie bastaarden, hoerenbezoek en andere excessieve uitgaven.
Het eerste miljoen is niet het eindpunt, maar het begin van de lange strijd om meer. In die hebzucht schuilt het grootste gevaar. Zo zagen we dat de miljonairs van de internethype veelal snel terug bij af waren. Ze dachten hun kunstje te kunnen herhalen en grepen in hun gretigheid naast de buit, simpelweg omdat het met hypes gaat die vergelijkbaar zijn met zonverduisteringen: spectaculair, maar het duurt maar even. Ook lijden deze snel rijk geworden telgen uit eenvoudige milieus al snel aan het sudden wealth-syndroom. Ze hebben voor het eerst in hun leven geld, en weten er geen weg mee. Dus gaan ze smijten met de centen, of investeren in een sterfhuis. Discipline, weten wanneer uit te stappen, tevreden zijn met acht in plaats van tachtig procent.
Dergelijke zorgen heeft oud geld allerminst. Families die al eeuwen vooraanstaand zijn, gaan behoedzaam om met hun centen. Het is niet hùn geld, ze hebben het te leen van vorige generaties en moeten het doorgeven aan hun nazaten. Zo pruttelt een jonge Van Vlissingen rustig in een eenvoudige Volkswagen en brengt Ome Paul de kerstdagen door in een Spartaans cottage in de Schotse Hooglanden. Oud geld gaat een beetje van au'.
Zelfbeheersing, eenvoud, respect voor traditie is hun Leitmotiv. En angst, veel angst. Want als telg van een oud geld-geslacht voel je je bekeken, dus weet je hoe het heurt'. Buitenstaanders zijn pottenkijkers, een gevaar voor de familie. Vandaar dat dergelijke geslachten altijd zeer conservatief gefinancierd zijn.
De Brenninkmeijers, het orthodoxe katholieke miljardairsgeslacht, laat zich niet in met bankiers. Vreemd vermogen betekent vreemde ogen, en op de Heer na gunnen dergelijke dynastieën dat niemand. Het conservatisme van de oud geld-families verklaart dat ze zelden weggevaagd worden door een economische crisis. Geen bankier die de stekker eruit kan trekken. Maar tegelijkertijd is de tragiek van oud geld dat ze nooit verliezen maar toch financieel verdampen.
Reden: te veel kleinkinderen. Waar Anton Dreesmann in de jaren tachtig nog pater familias was van de Vendex-miljarden, is het vermogen van deze ooit zo vooraanstaande katholieke kaste versnipperd over honderden nazaten. Hadden ze maar niet tegen voorbehoedsmiddelen moeten zijn.
|