Zwetende dampige lijven, verhitte gezichten
onder kleurige maskers in de straten van Â’t dorp,
zotternijen alom.
Niemand is iemand, elk kent de ander niet,
is de heks nu al weerom?
Wat gebeurde in ‘t donker op een worp,
van Â’t idyllische vaartje
waar enkel de maan zich in rimpels trok?
Er werd gezopen, er werd gezwierd, gedanst
en de gekheid sloeg toe
tot van al dat gedoe de een na de ander
huiswaarts slenterde, doodmoe.
Morgen liggen de straatjes er weer verlaten bij
enkel confetti zullen getuigen dat de dorpsmensen
alweer de zotskap opzetten, zich vermommend
in iemand die ze niet zijn,
in iemand die ze zichzelf toewensenÂ…
(Kristin - carnaval 2014)