|
We zijn de 21de week van 2024
|
|
|
|
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
|
16-04-2015 |
Lang. Blanka Gyselen |
Lang heeft mijn hart zijn vreemde spel gespeeld:
wel werd zo vaak mijn dorste mond gekust,
en heeft mijn klamme hand een hoofd gestreeld,
en beefde door mijn leden een vage lust.
Maar geen gelaat was meer dan een schemerbeeld,
geen streelgebaar, geen klank werd klaar-bewust,
mijn wezen bleef geheel, en onverdeeld,
in nauw-verbroken, gauw-herstelde rust.
Toen kwaamt gij, mijn lief, nog zaagt gij mij niet aan.
Vergat mijn hart zij spel van scherts en waan?
Een weelde-rilling door mijn leden rees
en groeide in mijn openbloeiend vlees,
en plots ontdekte mijn herrezen geest,
mijn hart en lijf gereed toe enig feest.
16-04-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
15-04-2015 |
Geliefde. Blanka Gyselen |
Geliefde, zullen povere woorden pogen
het rijk verhaal te zijn van dit beminnen,
hoe vind ik zoveel zuiver-zachte zinnen,
die vuur en vreugde waardig dragen mogen?
Verklaart men diep geheim van moederogen,
die kennen reeds het kind, terwijl het binnen
in haar nog wachtend is. En in het gewinnen
van lillend leven uit haar kracht gezogen
zijn de eerste blikken, door haar pijn gebroken,
dezelfde die, volgroeid maar schoner immer,
het kind ontvangen zal door al zijn levensdagen.
Geliefde, zou uw beeld, in mij ontloken:
in vreugde gevormd, in pijn gerijpt, en nimmer
ontgroeit het mij doorheen mijn dagen-dragen?
15-04-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
14-04-2015 |
Aan mijn moeder. Blanka Gyselen |
Hoe heb ik steeds u algeheel verkregen,
dikwijls gevergd, maar vaker ongevraagd,
mijn moeder, die zo schaarse waarden draagt,
was één weelde, breder dan uw zegen?
Die veel geleden heeft en meer gezwegen,
als gij door jaren vaart vervagen zaagt,
het kindergelaat in het lichaam van de maagd,
haar schreden reeds gekeerd naar vreemde wegen.
Mijn moeder, die mij beter heeft bemind,
wanneer, van levensfeesten weergekeerd,
mijn weke vlees het ontberen had verleerd.
Hoe ben ik steeds, hoe ben ik meer uw kind,
als, angst-verzwakt, en smarten moegetart,
ik banger tast naar het warme moederhart.
14-04-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
13-04-2015 |
Gasthuismuren. Blanka Gyselen |
Nog hangt om hoge, grauwe gasthuismuren
van tijdloze dagen het trage talmen,
de avondklokken slaan hun zware galmen,
door het schaars geluid van levenslege uren.
Reeds dooft de nieuwe nacht de laatste vuren
in het wijde weven van zijn watten walmen,
als wilde hij tot wonderlijk verkalmen,
het uitgebrande hart van moede lijders puren.
Ik hoor een vreemde vrouw in smarten baren,
haar wreedste schreeuw gevolgd van vol bedaren,
bij de eerste kreten van het kinderleven.
Waartoe mijn vege leden teder beven?
Ik heb nochtans van angsten-zwarte nachten
geen moedersmart, geen weelde te verwachten.
13-04-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
12-04-2015 |
Avondzegen. Blanka Gyselen |
In avondzegen zaait het zongelaat
op ranken torenspits zijn roodste vuur,
de huizenrij vervaagt tot grauwe muur,
met schaarse lach van het hel-gekleurd plakkaat.
Nog licht geen lampenoog door de schemerstraat,
en stoort geen jazz-muziek dit innigste uur,
waarop mijn stille stad voor korte duur,
gedachteloos in dromen ondergaat.
Ik weet in donkere tocht mij zijn: vestaal
waarvan het blank gewaad angstvallig waakt
op de broze vlam van heimnisvolle lust.
Door de avond schrijdt mijn hart naar liefdemaal,
heeft niet een hete hand mijn hand geraakt,
en heeft geen moede mond mijn mond gekust?
12-04-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
11-04-2015 |
Zwaartepunt. Blanka Gyselen |
Dit is het zwaartepunt der dagen maat,
de goedheid van een groet aan alle deuren,
de streling van gestegen etensgeuren,
naar het veel ontberen van het veegst gelaat.
En elk mens in zijn oprechte staat:
de jeugd, zo fleurig om het licht-gebeuren,
de ouden, grauwe en nuchtere luchten-kleuren,
maar elk zijn eigen vreugd, en eigen haat.
Mijn warme stad, mijn milde middagstad,
die wild mijn willen slingert in uw rad,
hoe dool ik, droom-beroofd, door blote straten?
Ik drink de blinde gift van iedere bik,
ik draag het naamloos leed van elke snik,
maar kan deze weelde mijn begeren baten?
11-04-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
10-04-2015 |
Mijn stille stad. Blanka Gyselen |
Mijn stille stad, hoe vroom wordt zij herboren,
gereed tot geven van het levenssein,
en-schoon ontbloot in jonge morgengloren,
bereid tot verse vreugd en verse pijn.
Het angelus, uit elke hoge toren,
is oude boodschap in een nieuw refrein,
de dakenstraten mogen dit wel horen,
maar weten niet wat hun de dag zal zijn.
Ik ben de maagd, die naakt bij traag ontwaken,
behagelijk haar tengere leden strekt,
maar, tot het rein bewustzijn plots gewekt,
haar teder vlees bedekt met bleke laken,
en over schone droom te schromen ligt,
het prille licht op haar verblijd gezicht.
10-04-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
09-04-2015 |
De winter. Blanka Gyselen |
De winter:
uw brede zegen
over alle wegen,
over alle oneffenheid
uw vrome peis
in sneeuw-stille zuiverheid,
in reine ijs,
over dooi en vochtigheid
uw troostend vuur,
in lange gezelligheid
van avontuur.
Ik wil in wereld-wijde rust
begraven oude pijn en lust.
Mijn God, hoe heet mijn hart ook hijgt,
Gij ziet mijn hoofd dat neigt en zwijgt.
O laat me aan uw witte hand
geluidloos gaan door avondland,
en leer me steeds, naar uw gebod
mijn schreden meten, goede God.
09-04-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
08-04-2015 |
De herfst. Blanka Gyselen |
De herfst:
een traan van gedogen
uit uw wenende ogen,
uw purperen gloed
in volle druiventros,
uw weidse weemoed
om gouden glorie-bos,
uw zachte tederheid
in sobere krysanten-pracht,
uw laatste waakzaamheid
in maneklare nacht.
Ik stap door 's levens laatste geluid
al wankel tastend voor mij uit.
Wat baat die schuttend-schuwe schroom
mijn stukgespatten, stoute droom?
o God, verleen mijn dwaze waan
de balsem ener trage traan,
genees dit hart van zonne-bloei
opdat het in uw schaduw groei...
08-04-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
07-04-2015 |
De zomer. Blanka Gyselen |
De Zomer:
uit uw zegenende zoen
zingend geboren,
een schallend klaroen
uw adem op het wuivende koren.
Tot uw groeiende roem
deze zwellende vrucht,
deze rijp-rode bloem,
deze zwangere lucht.
Wat danst mijn dronken, donker bloed
als dol om zoveel overvloed:
al avonden zo schuldig-stil
tot gul genieten zonder wil,
al liefde-nachten zwart en zwoel,
al morgenvreugd, verzadigd-koel.
Hoe laait door deze zomerkoorts
mijn hart: die hoge, rode toorts.
07-04-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
06-04-2015 |
De lente. Blanka Gyselen |
De lente:
uw liefde lacht
het leven wakker
op veld en akker,
lichtend lekend
door dauw en doom,
belofte brekend
uit bloesemboom,
weelde waaiend
op wassende plant,
vogelzang zaaiend
over luisterend land.
Wat lokt mij toch, zo zinder-zacht
die wonderlijke tovermacht?
Dit is van ieder herbegin
het verse spel in nieuwe zin:
de losgelaten, dwaze drang
naar warmte glanzen, dans en zang.
Ik weet, hoe reeds mijn vlees herleeft
en al te schone dromen weeft.
1936
Blanka Gyselen werd te Antwerpen geboren in 1909 en stierf er in 1959.
Zij studeerde geschiedenis en letteren aan de Katholieke Vlaamse Hogeschool voor Vrouwen
te Antwerpen. Nadien studeerde ze aan het Antwerpse conservatorium.
Zij schreef gedichten, romans, toneel voor kinderen en hoorspelen voor de radio.
Zij was een tijdlang journaliste bij De Gazet van Antwerpen.
06-04-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
05-04-2015 |
Zalig Paasfeest 3 |
Pasen is de start van een nieuw begin. Zoals de lente het begin is van een nieuw leven.
05-04-2015, 13:29
Geschreven door André
|
|
|
|
Zalig Paasfeest 2 |
De paasklokken zijn geweest. Hoera. En nu maar paaseitjes smullen.
05-04-2015, 09:39
Geschreven door André
|
|
|
|
Het lijdensverhaal van Jezus. Vertelling |
Tweeduizend jaar geleden was mijn stad één lijden. Een wreedaardig en laf volk uit het onbekende Romeinse heuvelland had ons
veroverd en vernietigd. Wij leefden onder een verschrikkelijke terreur. Wij waren slaven. Om elk verzet tegen te gaan werden
verdachte personen, of zelfs volledig onschuldige mensen gekruisigd. Het was een dagelijks tafereel. Iedereen moest openlijk de
veroordeelden haten en bespotten. Andres werden zijzelf gekruisigd. En of dat niet erg genoeg was, werden dagelijks vrouwen
aangerand en baby's vermoord. Niemand durfde iets zeggen uit angst voor kruisiging.
Wij dachten dat het einde van de wereld nabij was. Want erger kon niet meer. Regelmatig kwamen mensen naar voren die zich profeet
of God noemden. Zij voorspelden het einde, en maande ons aan om boete te doen. De Romeins verdrukkers lieten dat toe. Die
godheden en profeten waren ongevaarlijk, en maakte de angst nog groter.
Een van die profeten was een zekere Johannes. Hij doopte de mensen aan het water van de rivier die door onze stad loopt. Lang, mager,
en gekleed in een harig gewaad wou hij de mensen tot God brengen. Alleen dat kon ons nog redden. Eenmaal weigerde hij om iemand
te dopen. Een zekere Jezus. "Ik ben het niet waard om zelfs zijn slaaf te zijn". Maar een goddelijk teken, niet zichtbaar voor ons, gaf hem
de opdracht om Jezus te dopen. Johannes werd met rust gelaten. Tot hij de plaatselijke heer bekritiseerde om zijn gedrag. Die had zijn
vrouw verstoten om diens zuster te huwen. Johannes werd gearresteerd en onthoofd.
Stilletjes hoopten wij dat er iemand zou opstaan om ons te bevrijden van de verdrukker. En wij dachten aan die ene Jezus. Hij was hier
geboren en was een rechtstreekse afstammeling van de stichter van onze stad. Hij had zijn jeugd doorgebracht in een nabije stad, waar
zijn vader gewerkt had aan de bouw van de kathedraal.Zijn vader was vroeg gestorven. En de familie was teruggekeerd naar het ouderlijk
huis. Zijn moeder had graag gehad dat Jezus timmerman werd, zoals zijn vader. Maar met angst en droefheid moest zij aanzien dat Jezus
een andere weg opging.
Hij predikte over een betere wereld, over goedheid, over naastenliefde en vergeving. Hij genas mensen en liet doden opstaan. Hij vertelde
verhalen met een diepere betekenis. De godsdienst moest er voor de mensen zijn. Gedaan met al die regels die de mensen zo zwaar
belasten. Dat vraagt God niet. Jezus kwam met een blijde boodschap. God zal ons bevrijden, en Zijn heerschappij zal op aarde
zegevieren.
De moeder van Jezus was heel bezorgd. Hoe zou dat aflopen? De Romeinen zagen hem als een profeet en dus ongevaarlijk. Maar de
bevolking zag in hem hun bevrijder. En dat werd heel duidelijk. Toen hij na een tocht terug onze stad binnenkwam, werd hem hulde
gebracht, en door de stad gevoerd als een held.
Jezus ging bidden in de kathedraal. Maar de kathedraal, een plek van rust en gebed, was ingenomen door handelaren, die er hun
waren verkochten. Jezus was zo aangedaan dat hij de kooplieden wegjoeg.
Nadien ging Jezus met enkele volgelingen eten. Hij wist dat het zijn laatste avondmaal was. Hij stelde Petrus aan als zijn opvolger,
en vertelde dat iemand hem zou verraden. Ongeloof alom. Na het laatste avondmaal ging Jezus bidden op een zanderige heuvel aan de
rand van de stad om te wachten wat komen zou.
En toen reageerde de overheid. Een van Jezus volgelingen werd gedwongen te zeggen waar Jezus was. En uit angst voor een opstand
werd Jezus gearresteerd. Jezus moest voor de Romeinse overheid verschijnen.
De geestelijken zeiden dat hij God belasterd had. Godslastering werd door de verdrukker niet bestraft. Dat wisten de geestelijken. zo
hoopten zij nog Jezus vrij te krijgen. Jezus gaf eerst geen antwoord. Nadien sprak de landvoogd onder vier ogen met Jezus. En Jezus
zei aan de landvoogd:"Ik kom het rijk van mijn vader stichten". Dat was voor de landvoogd genoeg. Jezus was een vrijheidsstrijder.
En dus moest hij sterven aan het kruis.
Om elk verzet de kop in te drukken, moesten de mensen schreeuwen dat zij de dood van Jezus wilden. Anders werden zij ook
gekruisigd. En de landvoogd ging nog verder. Jezus vrij of een vrouwenmoordenaar vrij. En iedereen moest schreeuwen om de
vrouwenmoordenaar vrij te laten. Uit angst om zelf niet gekruisigd te worden.
Jezus was nu door iedereen verlaten. Zijn volgelingen waren gevlucht. Ene Judas, die uit angst voor de kruisdood Jezus verraden had,
pleegde zelfmoord. En Petrus, Jezus opvolger, ontkende driemaal Jezus te kennen. Toen kraaide de haan.
Jezus werd gegeseld en met een zwaar kruis door de stad gejaagd. De bevolking werd verplicht hem uit te jouwen. Op de Grote Markt
aangekomen, werd Jezus gekruisigd, samen met twee andere veroordeelden. Geen van hen was goed of slecht, alleen slachtoffer
van brute overheersing. Op het kruis stond de rede van de kruisdood vermeld:"Koning van onze stad". En dat konden de Romeinen
niet toestaan. Een kluizenaar die op een eiland woonde buiten de stadsmuren, heeft enkele druppels bloed opgevangen van de
stervende Jezus aan het kruis. Hij heeft alles goed bewaard.
Vandaag nog, met Hemelvaart, wordt het Heilig Bloed in processie rondgedragen in mijn stad. De mooiste dag van het jaar.
Wij hadden Jezus verkeerd begrepen. Wij hadden gedacht dat Jezus ons zou bevrijden van de Romeinse heerschappij. En dat dachten
de Romeinen ook. Maar Jezus wou ons slechts verzoenen met God.
Na Jezus kruisdood waren wij bang. Wij sloten ons op. Wij hoorden verhalen dat Jezus uit zijn graf was opgestaan. Dat konden wij
niet geloven. Er waren getuigen. De vrouwen hadden het lege graf gezien, en Jezus had enkele volgelingen ontmoet bij de stadspoort.
En toen verscheen hij in ons midden. Het was dus toch waar dat Jezus verrezen was. Misschien was er toch nog hoop voor
de toekomst.
Een heel droevig verhaal eindigend met hoop. Maar het ergste gebeurt vandaag nog. Wij hebben zijn boodschap nog altijd niet
begrepen. Wij zijn nog altijd niet bevrijd. Jezus, kom terug naar onze stad, en wij zullen u ontvangen als onze bevrijder, en uw
boodschap begrijpen.
André Zomerwandeling
05-04-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
04-04-2015 |
Mijn Brugge. Julius Sabbe |
Ik heb u lief, mijn Brugge, als werd ik hier geboren,
en ik voel mij beter in uw stralend schoonheidslicht,
al acht ik het heden groot, het kan me min bekoren,
als ik uw vroegere grootheid schouw in het vergezicht.
Hier leef ik in het genot dier schoonheid, die blijft gloren
in alles wat de tijd geheiligd heeft en zwicht,
hier leef ik in de hoop, dat gij eenmaal, als tevoren,
uw toekomst naar het doel van uw verleden richt.
Het is of de gloriezon van het vroegere wonderleven,
hier aan de minste steen een ziel had ingegeven,
die in de schijndood waakt, tot zij de machtroep hoort.
En mij bezielt uw slaap in het bos van doornen en rozen,
En ik zucht, als ik u, dood, toch levensfris zie blozen,
waar blijft de toverprins en het wekkend liefdewoord?
Gent 1846- Brugge 1910
04-04-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
03-04-2015 |
Brugge. Remy Corneel Van de Kerckhove |
Als bij valavond de bomen aan het Minnewater
geuren,
zo was de regen doordrenkt van paradijzen,
dan rennen de ratten
achter mij aan.
Een doffe plons rukt de lippen der verliefden vaneen,
de schim van Memling schaterlacht,
want elke omhelzing is zo oud,
ouder dan het brood
der menselijke zwanen.
Guido Gezelle
staat in de nacht
alleen.
Het beeld is koud,
Het beeld is dood.
Aan het gruuthuse,
rennen de ratten, rennen de ratten,
om mij
heen.
Als door de valavond de angst om mij schuift,
mij grijpt, mij kust, mij schudt,
mij fluistert dat ik sterven moet,
en dood zijn, dood zijn, dood zijn,
dan rennen de ratten
om mij heen.
Mechelen 1921- Duffel 1958
03-04-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
02-04-2015 |
Brugge. Omer Karel De Laey |
Het is zomer, het is heet en ginder staat
de stoere Halletoren,
de reus die ons groots verleden zag,
in de avondzon te gloren.
De koene helden, te midden van de markt
op het eenzaam voetstuk verheven,
gevoelen somtijds in hun bronzen gemoed,
de trots der poorters herleven.
Bezijden hen lamlendig passeert
een roeper van "slunsen en benen"
en verder te paard een piquet lansiers
klabettert over de stenen.
De Vlamingstraat uit, met voetvrije rok
en zeer manhaftige schreden
daar komen, verslingerd op ancien art
twee Engelse misses getreden.
De beiaard ontwaakt, hij rammelt zijn voois,
de wijzers van de uurplaat blinken,
en wij, wij zitten "au Pannier d'Or"
een Pseudo Pilsken te drinken
Hooglede 1876-1909
02-04-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
01-04-2015 |
Lupienen. Alice Nahon |
Wat stond gij schoon, lupienenveld,
van gouden kaarsen opgesteld,
in groene kandelaren,
van alles wat de hei mij bood,
waart gij lupienen, het meest devoot,
van bloemen en van blaren.
Nochtans, waar ik u bloeiend vond,
was toch zo schralekens de grond,
dat zand van grijze kleuren,
daar wist ik nog geen enkel jaar,
het veel belovend, edel gebaar,
van zaai of maai gebeuren.
Geen akker, die zo pover staat,
dat hij een greep lupienenzaad,
geen voedsel meer kan bieden,
lupienen, het zijn die gouden daan,
die op verlaten velden staan,
van droeve en arme lieden.
Dies wil ik dat mijn ziele zij,
luipienenveld, zo schoon als gij,
verre van het woelig leven,
een grond, waar luttele vrucht gedijt,
maar die langzaam voorbereidt,
om rijke oogst te geven.
01-04-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
31-03-2015 |
Ik dank u. Alice Nahon |
Ik dank u voor het goed onthaal,
dat was van weinig woorden,
gelijk alle goede dingen zijn,
die ooit ons hart bekoorden.
Ik dank u voor het avondmaal,
der kinderen klare wezen,
het warme huis, de liefde, en
wat nooit mijn deel mocht wezen.
Maar wat vandaag op de oude droom,
en over dorre dagen,
een warme sneeuw van bloesem vlaagt,
lijk mei op dorenhagen.
31-03-2015, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
|
|
|