Foto
Foto
E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

Zoeken in blog

Mijn favorieten
  • Buddenbrookhaus
  • De Aanraking
  • De Contrabas
  • Frans Roumen
  • Frédéric Leroy
  • Georg Trakl
  • Hans Warren
  • Paul Celan
  • Romenu II
  • Thomas Mann
    Foto
    Georg Trakl

    Georg Trakl werd op 3 februari 1887 in het conducteurshuis aan de Waagplatz 2 in Salzburg geboren. Zijn vader, Tobias Trakl, was een handelaar in ijzerwaren en zijn moeder, die ook psychische problemen had, was Maria Catharina Trakl, (meisjesnaam Halik). Voorts had hij nog drie broers en drie zussen. Margarethe (doorgaans Grethe genoemd) stond hem het naast, zelfs zodanig dat sommigen een incestueuze verhouding vermoeden. Zijn jeugd bracht hij door in Salzburg. Vervolgens bezocht hij van 1897 tot 1905 het humanistische gymnasium. Om toch een academische opleiding te kunnen volgen, werkte hij tot 1908 in de praktijk bij een apotheker. Sommigen vermoedden dat hij dit vooral deed om zichzelf opiaten te kunnen verschaffen. Bij het uitbreken van WO I werd Trakl als medicus naar het front in Galicië (heden ten dage in Oekraïne en Polen) gestuurd. Zijn gemoedsschommelingen leidden tot geregelde uitbraken van depressie, die verergerd werden door de afschuw die hij voelde voor de verzorging van de ernstig verwonde soldaten. De spanning en druk dreven hem ertoe een suïcidepoging te ondernemen, welke zijn kameraden nochtans verhinderden. Hij werd in een militair ziekenhuis opgenomen in Kraków, alwaar hij onder strikt toezicht geplaatst werd.Trakl verzonk daar in nog zwaardere depressies en schreef Ficker om advies. Ficker overtuigde hem ervan dat hij contact moest opnemen met Wittgenstein, die inderdaad op weg ging na Trakls bericht te hebben ontvangen. Op 4 november 1914, drie dagen voordat Wittgenstein aan zou komen, overleed hij echter aan een overdosis cocaïne
    Foto
    Thomas Mann

    Thomas Mann, de jongere broer van Heinrich Mann, werd geboren op 6 juni 1875 in Lübeck. Hij was de tweede zoon van de graankoopman Thomas Johann Heinrich Mann welke later één van de senatoren van Lübreck werd. Zijn moeder Julia (geboren da Silva-Bruhns) was Duits-Braziliaans van Portugees Kreoolse afkomst. In 1894 debuteerde Thomas Mann met de novelle "Gefallen". Toen Thomas Mann met 21 jaar eindelijk volwassen was en hem dus geld van zijn vaders erfenis toestond - hij kreeg ongeveer 160 tot 180 goldmark per jaar - besloot hij dat hij genoeg had van al die scholen en instituties en werd onafhankelijk schrijver. Kenmerkend voor zijn stijl zijn de ironie, de fenomenale taalbeheersing en de minutieuze detailschildering. Manns reputatie in Duitsland was sterk wisselend. Met zijn eerste roman, Buddenbrooks (1901), had hij een enorm succes, maar door zijn sceptische houding tegenover Duitsland na de Eerste Wereldoorlog veranderde dit volledig. Stelde hij zich tot aan de jaren twintig apolitiek op (Betrachtungen eines Unpolitischen, 1918), meer en meer raakte hij bij het Politiek gebeuren betrokken. Zijn afkeer van het nationaal socialisme groeide, zijn waarschuwingen werden veelvuldiger en heftiger. In 1944 accepteerde hij het Amerikaanse staatsburgerschap. Tussen 1943 en 1947 schreef Mann Doktor Faustus (zie Faust), de roman van de 'Duitse ziel' in de gecamoufleerd geschilderde omstandigheden van de 20ste eeuw. In 1947 bezocht hij voor het eerst sinds de Oorlog Europa, twee jaar later pas Duitsland. In 1952 vertrok hij naar Zwitserland. Op 12 augustus 1955 stierf hij in Zürich. Twintig jaar na zijn dood, in aug. 1975, is zijn literaire nalatenschap geopend: dagboekaantekeningen van 15 maart 1933 tot 29 juli 1955, alsmede notities uit de jaren 1918 tot en met 1921.Belangrijke werken zijn: Der Zauberberg, Der Tod in Venedig, Dokter Faustus , Joseph und seine Brüder en Die Bekenntnisse des Hochstaplers Felix Krull
    Foto
    Paul Celan

    Paul Celan werd onder de naam Paul Antschel op 23 november 1920 geboren in Czernowitz, toentertijd de hoofdstad van de Roemeense Boekovina, nu behorend bij de Oekraïne. Paul Celans ouders waren Duitssprekende joden die hun zoon joods opvoedden en hem naar Duitse christelijke scholen stuurden. In 1942 werden Celans ouders door de Duitse bezetter naar een werkkamp gedeporteerd en daar vermoord. Hijzelf wist aanvankelijk onder te duiken, maar moest vanaf juli 1942 in een werkkamp dwangarbeid verrichten. Celan overleefde de oorlog. Via Boekarest en Wenen vestigde Celan zich in 1948 in Parijs. Daar was hij werkzaam als dichter, vertaler en doceerde hij aan de prestigieuze Ecole Normale Supérieure. Vermoedelijk op 20 april 1970 beëindigde hij zijn leven zelf door in de Seine te springen.
    Foto
    Gerard Reve

    Gerard Reve over: Medearbeiders ”God is in de mensen, de dieren, de planten en alle dingen - in de schepping, die verlost moet worden of waaruit God verlost moet worden, door onze arbeid, aangezien wij medearbeiders van God zijn.” Openbaring ”Tja, waar berust elk godsbegrip op, elke vorm van religie? Op een openbaring, dat wil zeggen op een psychische ervaring van zulk een dwingende en onverbiddelijke kracht, dat de betrokkene het gevoel heeft, niet dat hij een gedachte of een visioen heeft, maar dat een gedachte of visioen hem bezit en overweldigt.”
    Foto
    Simon Vestdijk

    Simon Vestdijk (Harlingen, 17 oktober 1898 – Utrecht, 23 maart 1971) was een Nederlands romancier, dichter, essayist en vertaler. Zijn jeugd te Harlingen en Leeuwarden beschreef hij later in de Anton Wachter-cyclus. Van jongs af aan logeerde hij regelmatig bij zijn grootouders in Amsterdam, waar hij zich in 1917 aan de Universiteit van Amsterdam inschrijft als student in de medicijnen. Tijdens zijn studie die van 1917 tot 1927 duurde, leerde hij Jan Slauerhoff kennen.Tot 1932 is hij als arts in praktijken door heel Nederland werkzaam. In 1932 volgt zijn officiële schrijversdebuut met de uitgave van de bundel Verzen in De Vrije Bladen. Doorslaggevend voor Vestdijks uiteindelijke keuze voor de literatuur is zijn ontmoeting in 1932 met Eddy Du Perron en Menno ter Braak. Deze ontmoeting had tot resultaat dat hij redactielid werd van het tijdschrift Forum Kort daarop, in 1933, wordt zijn eerste novelle, De oubliette, uitgegeven. In hetzelfde jaar schrijft hij Kind tussen vier vrouwen, dat, eerst geweigerd door de uitgever, later de basis zal vormen voor de eerste drie delen van de Anton Wachter-romans. In 1951 ontvangt Vestdijk de P.C. Hooftprijs voor zijn in 1947 verschenen roman De vuuraanbidders. In 1957 wordt hij voor het eerst door het PEN-centrum voor Nederland voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Literatuur, die hij echter nooit zal krijgen. Op 20 maart 1971 wordt hem de Prijs der Nederlandse Letteren toegekend, maar voor hij deze kan ontvangen overlijdt hij op 23 maart te Utrecht op 72-jarige leeftijd. Vestdijk was auteur van ca. 200 boeken. Vanwege deze enorme productie noemde de dichter Adriaan Roland Holst hem 'de man die sneller schrijft dan God kan lezen'. Andere belangrijke boeken van Simon Vestdijk zijn: "Kind van stad en land" (1936), "Meneer Visser's hellevaart" (1936), "Ierse nachten" (1946), "De toekomst de religie" (1947), "Pastorale 1943" (1948), "De koperen tuin" (1950), "Ivoren wachters" (1951), "Essays in duodecimo" (1952) en "Het genadeschot" (1964).
    Foto
    Romenu
    Over literatuur, gedichten, kunst en cultuur
    31-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Triztán Vindtorn, Ahmed Zitouni, Munshi Premchand, Peter Rosegger

    De Noorse dichter Triztán Vindtorn werd geboren als Kjell Erik Vindtorn in Drammen op 31 juli 1942. Zie ook mijn blog van 31 juli 2009.

     

     

    Blue Pictures on a Green Easel

     

    your ocean compass is bathing in sunshine
    and the prow is digging into
    white sand before stopping ..
    no footprints left by naked feet here
    nor any bird carcasses dissolved in salt
    only wet flapping sails clapping you on your back
    and wind across your sun-burned shoulders ..

     

    the Tristan albatross is still hovering over the mast-top
    polishing its scientific gaze against the surface of the sea
    this ocean on eternity's ball bearings
    and rocks worn round and shaped by wavy fingers ..
    you stand at the shores of your own body
    feeling the tide rise in your eyes
    while you observe the lonely coconut
    which the ocean has brought here from another shore ..

     

    maybe cut loose with a sharp machete
    or chewed into freedom by the dentures of the wind ..
    there is no tsunami on its way into this island kingdom
    do these micro-continents know each other's names?
    you wonder while time becomes a large strange bird
    across the same ocean which answers its own echo
    and rolls on with its sleep-walker's heart intact ..
    your skin desert drinks this all-embracing blue
    waiting for the night to light its diamonds

     

     

     

     

    Triztán Vindtorn (31 juli 1942 - 4 maart 2009)

     

     

     

     

     

    Volgens de Franse Wikipedia is de Algerijnse, Franstalige schrijver Ahmed Zitouni geboren op 31 juli 1949 in Saïda, Algerije. Zie ook mijn blog van 31 juli 2007 en ook mijn blog van 31 juli 2008.

     

    Uit: À mourir de rire

     

    “Ils ont envahi ma cellule, ces salopards. Sans se gêner ni s'excuser. Ils ont pris possession de mon dernier univers. Ils l'ont occupé. Dieu, ce qu'ils sont nombreux! Une horde indisciplinée, on dirait une procession entière.

    Ils sont entrés dans ma cellule. Tranquillement. Calmement. Presque naturellement. je ne peux rien dire, c'est leur droit le plus absolu. Ils représentent la justice, ou, pour mieux dire, ils sont la justice. Ils mettent en scène ses différentes manifestations, en somme.

    Ils vont et viennent dans cette cellule que je croyais mienne. Affairés et polis. Je me demande pourquoi ils ont tant de respect pour moi. Ce protocole ! Cette pompe administrative ! Tout ce beau monde ! Ce groupe de représentants de l'ordre presque pour moi. Moi seul. Moi qui n'ai rien demandé. Ce n'est pas facile à comprendre. Ils sont là, pour moi, tous ces Messieurs. Et si, tous, ils font semblant de faire quelque chose autour de moi, c'est leur manière de s'occuper de moi... lointainement. Une façon comme une autre " d'alléger mes derniers moments ", probablement ! S'ils pouvaient savoir combien ils me sont indifférents et combien je les ai méprisés avant ce moment... Mais, passons ! Il faut rester sérieux ! Faire comme le mourant qui écoute sonner la cloche de sa dernière heure, une heure qu'il attendait depuis longtemps. Beaucoup de sérieux. Et surtout rester calme quoi qu'il arrive. Ne pas paniquer. Encore moins, improviser. D'ailleurs, au point où en sont les choses, à ce stade presque final de mon existence, je n'ai pas le choix ; seulement celui d'aller au bout de mon choix. Aucune possibilité à regretter. Même si je voulais, il me serait impossible de revenir en arrière. je suis engagé sur cette voie, jusqu'au cou. Trop tard pour faire le moindre changement de stratégie. La partie va toucher à sa fin, dans quelques minutes. Et les dés sont jetés. C'est bien ma chance, pour une fois que je n'avais pas triché ! Oh ! si peu... à peine bricolé la machinerie de quelques mécaniques, légèrement poussé un système qui déjà marchait mal”

     

    .

     

     

    Ahmed Zitouni (Saïda, 31 juli 1949)

     

     

     

     

     

    De Indische (Hindi en Urdu) schrijver Munshi Premchand werd geboren in Lamhi op 31 juli 1880.

    Premachands moeder overleed toen Premchand zeven jaar oud was. Zijn vader trouwde hierna opnieuw. Toen Premchand acht jaar oud was, begon hij met zijn opleiding in Perzisch en Urdu. Zijn leraar was een moslim die in het dorp zelf les gaf. Op zijn twaalfde voegde hij zich bij zijn vader in Gorakhpur, en bezocht voor het eerst de Rawat Pathshala. Hier leerde hij Engels. Vervolgens ging hij naar de mission school van Gorakhpur. Op zijn vijftiende keerde hij terug naar Lamhi, en ging studeren aan Queen's College in Benaras. In 1910 werd hij door de districtsmagistraat in Gorakhpur op het matje geroepen vanwege zijn verzameling korte verhalen getiteld Soz-e-Watan, die als opruiend werd geëtiketteerd. Het eerste verhaal in deze verzameling was Duniya ka Sabse Anmol Ratan (Het kostbaarste juweel ter wereld), wat volgens hem “de laatste druppel bloed vergoten ten behoeve van de vrijheid van het land” was. Alle kopieën van Soz-e-Watan werden in beslag genomen en verbrand. Aanvankelijk schreef Premchand in Urdu onder de naam Nawabrai, maar na de inbeslagname van Soz-e-Watan begon hij te schrijven onder de naam Premchand. Hij besloot een nieuwe draai te geven aan de Hindi-literatuur. Tot dusver bestonden vrijwel alle werken uit deze literatuur uit fantasieverhalen en religieuze werken. Premchand daarentegen schreef meer realistische verhalen. In totaal schreef hij meer dan 300 verhalen, een dozijn romans en twee toneelstukken.

     

    Uit: The Winding Sheet (Vertaald door Jeffrey Krouse en Dr.Hanif Fauque)

     

    „At the door of the thatched hut, father and son sat beside a smoldering fire pit in silence. Inside, the son’s young wife Buddya was tossing and turning in labor pains, letting out agonizing moans that made the two of them cringe. It was a cold winter night, a deathlike silence hung in the air, and the entire village was shrouded in darkness.

    “Sounds like she’s not gonna make it,” said Gheesu, the father. “This has been going on all day! Why don’t you go take a look at her?”

    “What’s there to see?” muttered Mahdo despondently. “If she’s going to die, why can’t she just get it over with quickly?”

    “What an ungrateful wretch! How can you share life’s sorrows with the woman a whole year, then just turn your back on her?”

    “Why don’t you go, if you want to see her thrashing around in pain like that?”

    The men were from the lowest Hindu caste and had a bad reputation throughout the village for their negligence. For every day Gheesu worked, he gave himself a three-day vacation. Mahdo was just as much of a loafer, rewarding every hour of work with an hour to smoke his pipe. This was why no one would hire them. Even as much as a handful of grain in the house served as an excuse not to work. When they came to the brink of

    starvation, Gheesu would climb trees and break off branches for firewood and Mahdo would sell them in the market, and as long as the money lasted, they would wander around doing nothing. When they found themselves starving again, they would collect more firewood to sell or look for manual labor. Because they lived in a farming village, there was always a demand for labor – any hard-working person could find dozens of jobs. But Gheesu and Mahdo were only hired when someone had no alternative but to be content with getting the services of one man for the price of two.“

     

     

     

     

    Munshi Premchand (31 juli 1880 –  8 oktober 1936)

     

     

     

     


    De Oostenrijkse dichter en schrijver Peter Rosegger werd geboren op 31 juli 1843 in Alpl, Steiermark. Zie ook mijn blog van 31 juli 2007 en ook mijn blog van 31 juli 2008.
     
     

     

    Auch der andre, der bist du

     

    Was die Erde mir geliehen,
    Fordert sie schon jetzt zurück.
    Naht sich, mir vom Leib zu ziehen
    Sanft entwindend Stück für Stück.

     

    Um so mehr, als ich gelitten,
    Um so schöner ward die Welt.
    Seltsam, dass, was ich erstritten,
    Sachte aus der Hand mir fällt.

     

    Um so leichter, als ich werde,
    Um so schwerer trag' ich mich.
    Kannst du mich, du feuchte Erde,
    Nicht entbehren? frag' ich dich.

     

    "Nein, ich kann dich nicht entbehren,
    Muss aus dir ein' andern bauen,
    Muss aus dir ein' andern nähren,
    Soll sich auch die Welt anschauen.

     

    Doch getröste dich in Ruh'.
    Auch der andre, der bist du."

     

     

     

     

    Auf dem Wege zum Licht

     

    Auf dem Wege zum Licht lasset keinen zurück.
    Führt jeden mit euch, der vergessen vom Glück.
    Dem die Ampel verlosch, dem die Glut nie gebrannt,
    Das Kind, das den leitenden Stern nie gekannt.

     

    Sie taumeln in Nacht und Verlassenheit. -
    Ihr begnadeten Pilger der Ewigkeit,
    Führt alle mit euch in Liebe und Pflicht.
    Lasset keinen zurück auf dem Wege zum Licht!

     

     

     

     

     

    Peter Rosegger (31 juli 1843 – 26 juni 1918)

    31-07-2010 om 20:14 geschreven door Romenu  


    Tags:Triztán Vindtorn, Ahmed Zitouni, Munshi Premchand, Peter Rosegger, Romenu
    30-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Patrick Modiano, Cherie Priest, Salvador Novo, Emily Brontë

    De Franse schrijver Patrick Modiano werd geboren in Boulogne-Billancourt op 30 juli 1945. Zie ook mijn blog van 30 juli 2007 en ook mijn blog van 30 juli 2008 en ook mijn blog van 30 juli 2009.

     

    Uit: Place de l`Etoile (Vertaald door Elisabeth Edl)

     

    „Mein Vater trug einen nilblauen Alpakaanzug, ein Hemd mit grünen Streifen, eine rote Krawatte und Schuhe aus Persianerpelz. Ich hatte ihn soeben im osmanischen Salon des Hôtel Continental kennengelernt. Nachdem ich verschiedene Papiere unterzeichnet hatte, durch die er über einen Teil meines Vermögens verfügen würde, sagte ich: „Mit einem Wort, Ihre New Yorker Geschäfte standen vor dem Ruin? Wie kann man nur Generaldirektor der Kaleidoscope Ltd. sein? Sie hätten doch merken müssen, dass der Markt für Kaleidoskope von Tag zu Tag kleiner wird! Kinder bevorzugen Trägerraketen, Elektromagnetismus, Arithmetik! Der Traum verkauft sich nicht mehr, mein Alter. Und dann, ich will offen mit Ihnen reden: Sie sind Jude, folglich haben Sie kein Gespür für Handel oder Geschäfte. Dieses Privileg muss man den Franzosen überlassen. Wenn Sie lesen könnten, würde ich Ihnen den schönen Vergleich zeigen, den ich zwischen Peugeot und Citroën angestellt habe: auf der einen Seite der Provinzler aus Montbéliard, ein Raffke, diskret und erfolgreich; auf der anderen Seite André Citroën, ein tragischer jüdischer Abenteurer, der in Spielsälen hohe Einsätze wagt. Schauen Sie, Sie haben nicht das Zeug zum Industriekapitän. Sie sind ein Seiltänzer, das ist alles! Es hat keinen Sinn, Komödie zu spielen! Hektisch mit Madagaskar, Liechtenstein, Feuerland zu telephonieren! Ihre Kaleidoskopbestände werden Sie nie los.«

    Mein Vater wollte Paris wiedersehen, wo er seine Jugend verbracht hatte. Wir gingen ein paar Gin-Fizz trinken, ins Fouquet’s, ins Relais Plaza, in die Bar des Meurice, des Saint-James et d’Albany, des Élysée-Park, des George-V, des Lancaster. Da war er zuhause.“

     

     

     


    Patrick Modiano (Boulogne-Billancourt, 30 juli 1945)

     

     

     

     

    De Amerikaanse schrijfster Cherie Priest werd geboren in Tampa op 30 juli 1975. Zie ook mijn blog van 30 juli 2007 en ook mijn blog van 30 juli 2008 en ook mijn blog van 30 juli 2009.

     

    Uit: Boneshaker

     

    "Then it's all your fault, yes. You mentioned. You're being awfully hard on yourself. Boys disobey their parents with such great regular¬ity that it's barely worth a comment; and if yours is talented enough to rebel in such grand fashion, then you ought to consider it a point of pride that he's such a sharp lad." She leaned forward on her one el¬bow, laying her mechanical forearm down on the bar. "Now tell me, you don't really think—do you—that there's anything you could've done to keep him out of here?"

    "I don't know. Probably not."

    Someone behind Briar gave her back a friendly pat. It startled her, but there was nothing salacious about the gesture so she didn't flinch away from it. Besides, this was more friendly human contact than she'd had in years, and the pleasantness of it smoothed the keen, guilty edge of her sorrow.

    "Let me ask you this, then," Lucy tried. "What if you'd given him all the answers to every question he ever asked. Would he have liked those answers?"

    "No, he wouldn't have," she confessed.

    "Would he have accepted them?"

    "I doubt it."

    The barwoman sighed in sympathy and said, "And there you go, don't you? One day, he'd have gotten a bee in his bonnet about the old homestead, and he'd have come poking about regardless. Boys are boys, they are. They're useless and ornery as can be, and when they grow up they're even worse."

    Briar said, "But this particular boy is mine. I love him, and I owe him. And I can't even find him."

     

     

     


    Cherie Priest (Tampa, 30 juli 1975)





    De Mexicaanse dichter, schrijver, vertaler, televisiepresentator en ondernemer
    Salvador Novo werd geboren op 30 juli 1904 in Mexico City. Zie ook mijn blog van 30 juli 2007 en ook mijn blog van 30 juli 2008 en ook mijn blog van 30 juli 2009.

     

     

     

    FOR MEXICO CITY

    Mexico! Capital! City of crowds
    where proud
    Flora flaunts her greatest paradise.
    If I toast to her don’t be surprised,
    she is my native city, my birthplace,
    where I first felt sunlight on my face!
    What grand museum, my city;
    everywhere I see
    cars, carriages, trucks, the roads
    to a thousand schools and private homes,
    for my people, young and old,
    move among them, science and affection to behold.
    But human tongue cannot describe
    such pleasure that I feel inside
    my city; you may think that I exaggerate
    but it’s the truth; and just in case
    you want more proof, take
    a journey to my land by train
    and you’ll see it’s no mistake
    what has been spoken here to you by one.

     

     


    Vertaald door
    Rigoberto González

     

     

     


    Salvador Novo (30 juli 1904 – 13 januari 1974)

     

     

     

     

    De Engelse dichteres en  schrijfster Emily Brontë werd geboren in Thornton in Yorkshire op 30 juli 1818. Zie ook mijn blog van 30 juli 2006 en ook mijn blog van 30 juli 2007 en ook mijn blog van 30 juli 2008 en ook mijn blog van 30 juli 2009.

     

     

    Song

     

    The linnet in the rocky dells,

    The moor-lark in the air,

    The bee among the heather bells

    That hide my lady fair:

     

    The wild deer browse above her breast;

    The wild birds raise their brood;

    And they, her smiles of love caressed,

    Have left her solitude!

     

    I ween, that when the grave's dark wall

    Did first her form retain,

    They thought their hearts could ne'er recall

    The light of joy again.

     

    They thought the tide of grief would flow

    Unchecked through future years;

    But where is all their anguish now,

    And where are all their tears?

     

    Well, let them fight for honour's breath,

    Or pleasure's shade pursue--

    The dweller in the land of death

    Is changed and careless too.

     

    And, if their eyes should watch and weep

    Till sorrow's source were dry,

    She would not, in her tranquil sleep,

    Return a single sigh!

     

    Blow, west-wind, by the lonely mound,

    And murmur, summer-streams--

    There is no need of other sound

    To soothe my lady's dreams.

     

     

     

     

     

    Emily Brontë (30 juli 1818 - 19 december 1848)



    Zie voor nog meer schrijvers van de 30e juli ook mijn vorige blog van vandaag.

    30-07-2010 om 20:12 geschreven door Romenu  


    Tags:Patrick Modiano, Cherie Priest, Salvador Novo, Emily Brontë, Romenu
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alexander Trocchi, Pauline van der Lans, Jacques de Kadt, Anke Bastrop

    De Schotse schrijver Alexander Trocchi werd geboren op 30 juli 1925 in Glasgow. Zie ook mijn blog van 30 juli 2007  en ook mijn blog van 30 juli 2008 en ook mijn blog van 30 juli 2009.

     

    Uit: Young Adam

     

    „It was not until Leslie swore at me for being so handless with the boathook that I drew her alongside. We reached down with our hands. When I felt the chilled flesh under my fingertips I moved more quickly. It was sagging away from us and it slopped softly and obscenely against the bilges. It was touching it that made me realize how bloated it was.

    Leslie said: “For Christ’s sake get a bloody grip on it!”

    I leant down until my face was nearly touching the water and with my right hand got hold of one of the ankles. She turned over smoothly then, like the fat underbelly of a fish. Together we pulled her to the surface and, dripping a curtain of river-water, over the gunwale. Her weight settled with a flat, splashing sound on the wooden boards of the deck. Puddles of water formed quickly at the knees and where the chin lay.

    We looked at her and then at each other but neither of us said anything. It was obscene, the way death usually is, frightening and obscene at the same time.

    “A hundred and thirty at eleven pence a pound”: an irrelevant thought… I didn’t know how it came to me, and for more than one reason, partly because I knew Leslie would be shocked, I didn’t utter it. Later you will see what I mean.

    The ambulance didn’t arrive until after breakfast. I don’t suppose they were in a hurry because I told them she was dead on the telephone. We threw a couple of potato sacks over her so that she wouldn’t frighten the kid and then I went over and telephoned and went back and joined Leslie and his wife and the kid at breakfast.

    “No egg this morning?” I said.

    Ella said no, that she’d forgotten to buy them the previous day when she went to get the stores. But I knew that wasn’t true because I’d seen her take them from her basket when she returned. That made

    me angry, that she didn’t take the trouble to remember how she’d examined the shells because she thought she might have broken one of them, and me there in the cabin at the time. It was a kind of insult.“

     

     

     

    Alexander Trocchi (30 juli 1925 – 15 april 1984)

     

     

     

     

     

    De Nederlandse schrijfster Pauline van der Lans werd geboren op 30 juli 1963 in Den Haag. Zie ook mijn blog van 30 juli 2008 en ook mijn blog van 30 juli 2009.

     

    Uit: Tweeties

     

    “Zijn moeder strikt zijn stropdas. ‘Maham….’ piept hij.

    Trots kijkt ze naar hem omhoog en ze slaat haar handen ineen. ‘Wie had dat ooit gedacht,’ zegt ze. ‘Mijn Nielsje in een net kostuum.’

    Onhandig trekt hij de knoop wat losser. Precies zoals ze nu voor hem staat had ze twee weken geleden ook haar handen in elkaar geslagen. ‘Een Galafeest van school? Nou, maar daar heb je een mooi pak voor nodig. Als we ‘m iets op de groei kopen kun je hem ook aan bij de diploma-uitreiking.’

    Bijna had ze een stropdas met strepen gekocht. ‘Niet dus,’ had hij gezegd. ‘Hang maar mooi weer terug.’ Het meisje bij de kassa lachte toen hij er eentje afrekende met gerangschikte Tweeties op een donkerblauwe achtergrond.

    Onwennig staat hij voor de passpiegel in zijn moeders slaapkamer. Hij zakt door een heup en trekt een wenkbrauw omhoog. Daarna slaat hij zijn armen over elkaar en zet zijn voeten op heupbreedte. Nee, dat wordt niks vanavond.

    Het snoeiharde ritme dreunt door zijn maag als hij voor de tweede keer die avond vijf consumptiebonnen gaat kopen. Hij heeft twee keer twee biertjes voor zichzelf gekocht. Om zich een houding te geven leunt hij tegen een pilaar naast een groepje lachende derdejaars. Zo lijkt het net of hij bij hen hoort.”

     

     

     


    Pauline van der Lans (Den Haag, 30 juli 1963)

     

     

     

     

     

    De Nederlandse publicist, journalist en politicus Jacques de Kadt werd geboren op 30 juli 1897 in Oss. Zie ook mijn blog van 30 juli 2007 en ook mijn blog van 30 juli 2008.

     

    Uit: Barricade 

     

    “Antwoord aan Vestdijk

    1. Van geen enkele polyneuritische kip en dus ook niet van de uwe heb ik het lijden ooit in twijfel getrokken. Ik ben heus niet zo, dat ik vind, dat ze allemaal de pip kunnen krijgen, want dat lijkt mij ook een heel akelig verschijnsel. Dat u het bijna steeds weet te voorkomen, dat de andere kippen haar op de kop pikken, verdient een innig ‘goed zo!’

    2. De pijn van een kankerpatiënt is iets anders dan de cafard. Concrete pijnen, het lijden, dat de natuur of onze medemens ons aandoet, wens ik allerminst te bagatelliseren. ‘Cafard’ noemde ik alleen het onbestemde onlustgevoel, de mineurstemming zonder kiespijn. Het is dwaas, dat ik dit herhalen moet, want de tekst van mijn stuk laat daaromtrent geen twijfel. U beklaagt zich over mijn slecht lezen met tonnen boter op het hoofd.

    3. Dat mijn als toekomstvisie ontworpen ‘jager’ het lijden overwonnen zou hebben, is ook weer een gratis toevoeging van een bar slechte lezer. Nergens heb ik het beweerd. Nergens heb ik het bedoeld. Ik heb er zelfs ernstig bezwaar tegen om te worden ingelijfd bij de kwakzalvers, die voorgeven ‘het lijden’ te zullen opheffen.

    4. Sartre. Hier schijn ik speciaal op een gevoelige teen te hebben getrapt. Dat ik ‘L'Être et le Néant’ niet zou kunnen lezen, lijkt mij een kinderachtige bewering, die ik niet zal weerleggen. Wel vind ik het boek taai en bepaald náár om te lezen. Jeanson met de beide telefoonnummers geeft hem zelfs geheel onjuist weer, vrolijkt zijn leer op, maakt hem verteerbaar voor het grote publiek der keukenmeiden-romanlezers.”

     

     

     

     
    Jacques de Kadt (30 juli 1897 – 16 april 1988)

     

     

     

     

    Onafhankelijk van geboortedata:

     

    De Duitse dichteres Anke Bastrop werd geboren in 1982 in Halle / Saale. Zij groeide op in Parchim (Mecklenburg.) en volgde een opleiding tot boekhandelaar. Sinds 2003 studeerde zij germanistiek en journalistiek in Leipzig. Sinds 2005 studeerde zij daar ook aan het Deutsche Literaturinstitut. Zij is mede-uitgeefster van de TIPPGEMEINSCHAFT 2008.

     

     

    Cape McLear

     

    die ebenmäßigen Fische

    werfen jetzt kleinere Scharten

    ins Schilf-Licht, fast nichts

    übersehbare Echsen divers

    in Holz skizziert

    unberingte, unberindete Masken

     

    die Zeichnung des Nachtwächters

    kippt aus dem Rahmen, stutzt

    surrt, ein vielleicht Generator, moskitohaft an

     

     

     

     

    Anke Bastrop (Halle / Saale, 1982)

    30-07-2010 om 20:10 geschreven door Romenu  


    Tags:Alexander Trocchi, Pauline van der Lans, Jacques de Kadt, Anke Bastrop, Romenu
    29-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Harry Mulisch, Chang-Rae Lee, Wolfgang Bittner, Stanley Kunitz, Sten Nadolny

    De Nederlandse schrijver Harry Mulisch werd  geboren op 29 juli 1927 in Haarlem. Zie ook mijn blog van 29 juli 2006 en ook mijn blog van 29 juli 2007 en ook mijn blog van 29 juli 2008 en ook mijn blog van 29 juli 2009.

     

    Uit: De ontdekking van de hemel

     

    “Quinten zag zijn moeder. Daar was zij: precies daar, op die plek in de wereld, en niet ergens anders. Haar zwarte haar was kortgeknipt. Hij stapte over de drempel en keek naar de roerloos slapende, – alleen het laken ging langzaam op en neer. Bij haar oren werd ze een beetje grijs.

    Na een poosje vroeg hij:

    ‘Kan mama echt nooit meer wakker worden?’

    ‘Nee, Quinten, mama sliep al toen jij geboren werd. Ze kan niets meer horen en niets meer zien en niets meer voelen – helemaal niets meer.’

    ‘Hoe kan dat nou? Ze is toch niet dood, zoals opa. Ze ademt toch.’

    ‘Ze ademt, ja.’

    ‘Droomt ze?’

    ‘Dat weet niemand. De doktoren denken van niet.’

    ‘Hoe weten ze dat?’

    ‘Ze zeggen dat ze dat kunnen meten, met bepaalde toestellen. Volgens hen mag je eigenlijk niet eens zeggen, dat mama slaapt.’

    ‘Wat dan?’

    Onno aarzelde, maar zei toen toch:

    ‘Dat ze niet meer bestaat.’

    ‘Terwijl ze niet dood is?’

    ‘Terwijl ze niet dood is. Dat wil zeggen,’ zei Onno en vertrok zijn gezicht, ‘mama is dood terwijl ze niet dood is… ik bedoel, wat er niet dood is is niet mama. Het is niet mama, die ademt.’

    ‘Wie dan?’

    Onno maakte een hulpeloos gebaar.

    ‘Niemand.’

    ‘Dat kan toch zeker niet.’

    ‘Dat kan absoluut niet, maar zo is het dus.’

    (…)

    ‘Hoe is het gebeurd, papa?’

    Onno knikte en vertelde hem in grote trekken de hele geschiedenis.

    (…)

    ‘Daarna heb jij nog drie maanden in mama’s buik gezeten. Dat was heel bijzonder, het stond later zelfs in de krant.’

     

     

     

     

    Harry Mulisch (Haarlem,  29 juli 1927)

     

     

     

     

     

    De Koreaans-Amerikaanse schrijver Chang-Rae Lee werd geboren op 29 juli 1965 in Seoel. Zie ook mijn blog van 29 juli 2007 en ook mijn blog van 29 juli 2008 en ook mijn blog van 29 juli 2009.

     

    Uit: The Surrendered

     

    “Korea, 1950

    The journey was nearly over.

    The night was unusually chilly, the wind sharpened by the speed of the train as it rolled southward through the darkened valley. The cotton blanket June had stolen was large enough to spread as a tarp and at the same time wrap around her younger brother and sister and herself, but it was threadbare and for brief stretches the train would accelerate and the wind would cut right through to them. It had not been a problem the night before but now they were riding on top of the boxcar, as there was no more room within any of them, even as the train was more than a dozen cars long. A massive phalanx of refugees had met the train at the last station, and in the time it took her siblings to relieve themselves by the side of the tracks they had lost their place and had had to climb the rusted ladder between the cars, June running alongside for fifty meters until her brother was high enough on the rungs so she herself could jump up and on.

     

    There was a score or so of people atop every car, groupings of families and neighbors, mostly women and the old and the young, and then a cluster or two like theirs, children traveling by themselves. June was eleven; Hee-Soo and Ji-Young had just turned seven. They were fraternal twins, though looked as much alike as a sister and brother could, only the cut of their hair distinguishing them. June knew they could have waited in the hope of another train with room inside but it hadn't been cold when they stopped just before dusk and she decided they ought to keep moving while they had the chance.”

     

     

     


    Chang-Rae Lee (Seoel, 29 juli 1965)

     

     

     

     

     

    De Duitse schrijver Wolfgang Bittner werd geboren op 29 juli 1941 in Gleiwitz, Oberschlesien (tegenwoordig Gliwice, Polen). Zie ook mijn blog van 29 juli 2007 en ook mijn blog van 29 juli 2008 en ook mijn blog van 29 juli 2009.

     

    Uit: Der Aufsteiger

     

    „Die Starfighter starteten kurz nacheinander. Kaum hatten die vier Maschinen abgehoben, zogen sie mit gewaltiger Geschwindigkeit in den blauen Himmel hinein. Hinter ihren Triebwerken flimmerte die Luft. Wie die gespreizten Finger einer Hand fuhren sie zuerst auseinander und strebten dann langsam wieder aufeinander zu, um in großer Höhe zum Formationsflug überzugehen.
    Erich Wegner stand auf seinen Spaten gestützt im Graben und sah den glänzenden Vögeln hinterher, bis ihn die Sonne blendete. Er malte sich aus, wie er am Steuerknüppel eines Düsenjägers feindlichen Bomberschwärmen entgegen flog, die er mit seiner Leuchtspurmunition spuckenden Bordkanone beharkte. Bei jedem Einsatz würde er mindestens zehn oder sogar zwanzig Abschüsse machen, wie dieser Jagdflieger in den Landserheften, das war klar. Und dafür würde ihm der General einen Orden verleihen und die Kameraden würden ihm auf die Schulter klopfen. Frauen wären kein Problem, die würden ihm, einem gut aussehenden Luftwaffenoffizier in einer Uniform voller Orden, zu Dutzenden hinterherlaufen. Natürlich hätte er dann außer seiner Jagdmaschine auch noch einen rassigen Sportwagen.
    Pilot müsste man sein, dachte er und fluchte beim Weiterarbeiten vor sich hin, weil er andauernd auf Felsbrocken stieß. Wie sollte man bei so einer mistigen Strecke den Akkord schaffen. Er stellte den Spaten beiseite, nahm die Spitzhacke und schlug, weit ausholend, auf die Steinbrocken ein, bis sie zersprangen. Aber kaum hatte er einen weggeräumt, kam schon der nächste zum Vorschein.
    Scheißmaloche. Er richtete sich auf. Vor ihm war nichts als Heidekraut und niedriges Buschwerk, durch das sich eine Schnur spannte. Hinter ihm befand sich ein Stück Graben, 40 cm breit und 90 cm tief. Im Abstand von je 50 Metern hackten, schaufelten, gruben, wühlten die anderen. Wie die Maulwürfe, dachte er. Immer im Dreck und blind drauflos. Immer in diesen verfluchten Gummistiefeln. Nach ein paar Monaten hatte man garantiert Schweißfüße. Aber besser Schweißfüße, als ständig Wasser in den Schuhen.“
     

     

     


    Wolfgang Bittner (Gliwice, 29 juli 1941)

     

     

     

     

     

    De Amerikaanse dichter en vertaler Stanley Jasspon Kunitz werd geboren in Worcester, Massachusetts, op  29 juli 1905. Zie ook mijn blog van 29 juli 2007 en ook mijn blog van 29 juli 2008 en ook mijn blog van 29 juli 2009.

     

     

     

    Father and Son 


    Now in the suburbs and the falling light

    I followed him, and now down sandy road

    Whitter than bone-dust, through the sweet

    Curdle of fields, where the plums

    Dropped with their load of ripeness, one by one.

    Mile after mile I followed, with skimming feet,

    After the secret master of my blood,

    Him, steeped in the odor of ponds, whose indomitable love

    Kept me in chains. Strode years; stretched into bird;

    Raced through the sleeping country where I was young,

    The silence unrolling before me as I came,

    The night nailed like an orange to my brow.

     

    How should I tell him my fable and the fears,

    How bridge the chasm in a casual tone,

    Saying, "The house, the stucco one you built,

    We lost. Sister married and went from home,

    And nothing comes back, it's strange, from where she goes.

    I lived on a hill that had too many rooms;

    Light we could make, but not enough of warmth,

    And when the light failed, I climbed under the hill.

    The papers are delivered every day;

    I am alone and never shed a tear."

     

    At the water's edge, where the smothering ferns lifted

    Their arms, "Father!" I cried, "Return! You know

    The way. I’ll wipe the mudstains from your clothes;

    No trace, I promise, will remain. Instruct

    You son, whirling between two wars,

    In the Gemara of your gentleness,

    For I would be a child to those who mourn

    And brother to the foundlings of the field

    And friend of innocence and all bright eyes.

    0 teach me how to work and keep me kind."

     

    Among the turtles and the lilies he turned to me

    The white ignorant hollow of his face.

     

     

     

     

     

    Stanley Kunitz (29 juli 1905 – 14 mei 2006)

     

     

     

     


    De Duitse schrijver
    Sten Nadolny werd geboren op 29 juli 1942 in Zehdenick an der Havel. Zie ook mijn blog van 29 juli 2007 en ook mijn blog van 29 juli 2008 en ook mijn blog van 29 juli 2009.

     

    Uit: Die Entdeckung der Langsamkeit

     

    „Das Dorf
    John Franklin war schon zehn Jahre alt und noch immer so langsam, daß er keinen Ball fangen konnte. Er hielt für die anderen die Schnur. Vom tiefsten Ast des Baums reichte sie herüber bis in seine emporgestreckte Hand. Er hielt sie so gut wie der Baum, er senkte den Arm nicht vor dem Ende des Spiels. Als Schnurhalter war er geeignet wie kein anderes Kind in Spilsby oder sogar in Lincolnshire. Aus dem Fenster des Rathauses sah der Schreiber herüber. Sein Blick schien anerkennend.
    Vielleicht war in ganz England keiner, der eine Stunde und länger nur stehen und eine Schnur halten konnte. Er stand so ruhig wie ein Grabkreuz, ragte wie ein Denkmal. »Wie eine Vogelscheuche!« sagte Tom Barker.
    Dem Spiel konnte John nicht folgen, also nicht Schieds­richter sein. Er sah nicht genau, wann der Ball die Erde berührte. Er wußte nicht, ob es wirklich der Ball war, was gerade einer fing, oder ob der, bei dem er landete, ihn fing oder nur die Hände hinhielt. Er beobachtete Tom Barker. Wie ging denn das Fangen? Wenn Tom den Ball längst nicht mehr hatte, wußte John: das Entscheidende hatte er wieder nicht gesehen. Fangen, das würde nie einer besser können als Tom, der sah alles in einer Sekunde und bewegte sich ganz ohne Stocken, fehlerlos.
    Jetzt hatte John eine Schliere im Auge. Blickte er zum Kamin des Hotels, dann saß sie in dessen oberstem Fenster. Stellte er den Blick aufs Fensterkreuz ein, dann rutschte sie herunter auf das Hotelschild. So zuckte sie vor seinem Blick her immer weiter nach unten, folgte aber höhnisch wieder hinauf, wenn er in den Himmel sah.“


     

     

    Sten Nadolny (Zehdenick an der Havel, 29 juli 1942)



    Zie voor nog meer schrijvers van de 29e juli ook mijn vorige blog van vandaag.

    29-07-2010 om 20:04 geschreven door Romenu  


    Tags:Harry Mulisch, Chang-Rae Lee, Wolfgang Bittner, Stanley Kunitz, Sten Nadolny, Romenu
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Thomas Rosenlöcher, Eyvind Johnson, Michail Zostsjenko, August Stramm, Marja Brouwers

    De Duitse dichter en schrijver Thomas Rosenlöcher werd geboren op 29 juli 1947 in Dresden. Zie ook mijn blog van 29 juli 2007 en ook mijn blog van 29 juli 2008 en ook mijn blog van 29 juli 2009.

     

    Uit: Die verkauften Pflastersteine

     

    “8. 9. 1989

    Besuch U. Hegewald. Reden die halbe Nacht über Infantilität und Unterwürfigkeit der hier Aufgewachsenen.

    Selbst Wolfgang, er ist nun schon fünf Jahre hier weg, wäre dergleichen fortwährend anzumerken.

    Zerknirschungsgesichter.

    Blatternarbige Häuser.

    Uringeruch und Bahnpolizei.

    Gestern früh mit Birgit in verzweifelter Stimmung nach Heidenau. Natürlich werde ich kontrolliert, belege den Polizisten: Seit zwanzig Jahren kontrolliere man mich, aber nun nicht mehr lange.

    Freilich hat es auch sein Tröstliches, daß ich besonders von diesen armseligen Bahnhofsmützen mit Vorliebe kontrolliert werde: Völlig verbürgerlicht kann ich noch nicht aussehen.Nach stundenlangem Laufen endlichwieder Gefühl der Leichtigkeit: Die Kirnitzsch im Grund, einWasser von rätselhafter Sauberkeit,manchmal schimmert sie türkisfarben durch die Bäume zum Hangweg herauf.

    Am Schluß, Waldausgang, ein »kommen Sie mal her hier«, gleich vom Motorrad aus. Offenbar ein sogenannter Grenzhelfer. Unsere Antwort, vielleicht eine kleine Sensation für uns selbst, lautet, beinahe im Chorus:
    »Wir denken nicht daran.« Das Aufheulen des davonfahrenden Motorrads kommt uns vor wie ein langgezogener Wutschrei. Freilich bekommt meine Frau hernach eine Art hysterischen Anfall. »Dieses Land, dieses Land.« Ich habe ihr versprochen,mich nun doch um ein Stipendium in Worpswede zu bewerben, nicht gleich um zu bleiben, sondern um eben einen Fuß in den Westen zu setzen. Freilich hinsichtlich dieser Entscheidung auch schlechtes Gewissen: Ist ja doch eine Flucht aus

    der schlichten Lebenspraxis, da im Westen vieles viel geschmierter geht, die Entfremdung des zu Hause hokkenden Künstlers daher gewiß größer ist. Hier brauche ich nur in die sogenannte Kaufhalle (eigentlich ein ehrlicher Name) zu gehen, um einigermaßen Bescheid zu wissen.”

     

     

     

     

    Thomas Rosenlöcher (Dresden, 29 juli 1947)

     

     

     

     

     

    De Zweedse schrijver Eyvind Olof Verner Johnson werd geboren in Svartbjörsbyn bij Boden op 29 juli 1900.  Zie ook mijn blog van 29 juli 2009.

     

    Uit: Écartez le soleil (Vertaald door Philippe Bouquet)

     

    « Des jeunes filles qui marchent à l’intérieur des terres, au fond de vallées situées à l’intérieur des terres, fermées par des montagnes et de paisibles lacs-frontière. Dans la fraîche inquiétude d’une verdure précoce ou bien dans l’inquiétude et le sentiment de sécurité grandissants de l’été, des jeunes filles en robes claires et en chaussures blanches rêvent de pouvoir arriver au bord de la mer.
    Rêvent de pouvoir marcher sur la grève en chaussures blanches ou bien sans chaussures, sans robe, sans rien, et d’être seule et cependant pas seule. Marcher sur les galets, entendre le bruit des vagues sur les galets, marcher sur des rochers lisses, polis par la mer, qui n’ont pas sur leur peau (qui est la peau du rocher) des rides plus profondes que ne peuvent en avoir les visages humains, et peut-être même pas des rides aussi profondes.
    Être assise sur ces rochers plats, lisses et chauds. Être couchée sur ces rochers et être seule et cependant pas seule et écouter l’eau qui vient de très loin, vague après vague.
    Marcher sur le sable. Marcher sur le sable les pieds nus, observer ses doigts de pieds tandis que coule entre eux le sable chaud, être couchée sur le sable et être tout à fait seule et cependant pas seule.
    Pouvoir arriver au bord de la mer. Pouvoir arriver là et voir le soleil se lever sur une mer, très loin, en direction de l’est, pouvoir voir le soleil se coucher dans une mer, très, très loin, en direction de l’ouest, pouvoir arriver là.
    Au-dessus d’elle volent les oiseaux du matin et ceux du soir, qui sont les mêmes et cependant pas les mêmes. Mais des oiseaux qui crient, des oiseaux qui cachent quelque chose entre les rochers et dans le sable, de cruels oiseaux qui fondent sur leurs proies avec leur bec pointu et leurs griffes acérées, prêtes à saisir, et des oiseaux craintifs qui volent très bas et dont la pointe des ailes frôle la crête des vagues.”
     

     

     

     

    Eyvind Johnson (29 juli 1900 - 25 augustus 1976)

     

     

     

     

     

    De Russische schrijver Michail Michailovitsj Zostsjenko werd  geboren in Sint-Petersburg op 29 juli 1895. Zie ook mijn blog van 29 juli 2009.

     

    Uit: Nervous People (Vertaald door Dean Moore)

     

    “Not long ago in our communal apartment there was a fight. And not just any fight, but a full-out battle. On the corner of Glazova and Borova.

    Of course in their hearts the fight was virtuous. The invalid Gavrilov near got his lone head chopped off. The main reason – folks are very nervous. Erupt over trivialities. Lose control. And fight dirty, like in a fog.

    Of course they say that after a civil war the people are always jittery. That may be so, but ideology won’t heal Gavrilov’s head any faster.

    So at nine o’clock in the evening one tenant, Marya Vasilyevna Shchiptsova, comes into the kitchen to light her primus stove. You know, she always lights her primus about this time, drinks tea and applies compresses. So she comes in the kitchen. Sets the primus before her and sparks it. But it fails completely, won’t light.

    She thinks, “What, the devil won’t light? Must be sooted up, that’s the problem.”

    In her left hand she grabs a brush and sets to clean it.

    As she is about to clean, holding the brush in her left hand, another tenant, Darya Petrovna Kobylina, whose brush it is, sees what of hers has been taken and replies:

    “Incidentally, Marya Vasilyevna deary, you can just put that brush back where it belongs.”

    Shchiptsova of course flares at these words and answers:

    “Darya Petrovna, please go choke on your fucking brush. I don’t care to touch the disgusting thing, much less pick it up.”

    Darya Petrovna Kobylina of course erupts at these words. They began to talk, just the two of them. Their volume grows, shouting, banging.

    Darya’s husband, Ivan Stepanich Kobylin, who really owns the brush, comes to the ruckus. He is a stout man, even pot-bellied, but in his own way, a nervous type.”

     

     

     


    Michail  Zostsjenko (10 augustus 1895 – 22 juli 1958)

     

     

     

     

     

    De Duitse dichter en toneelschrijver August Stramm werd geboren op 29 juli 1874 in Münster, Westfalen. Zie ook mijn blog van 29 juli 2007 en ook mijn blog van 29 juli 2009.

     

     

     

    Angriff

    Tücher
    Winken
    Flattern
    Knattern.
    Winde klatschen.
    Dein Lachen weht.
    Greifen Fassen
    Balgen Zwingen
    Kuß
    Umfangen
    Sinken
    Nichts.

     

     

     

    Angststurm

    Grausen
    Ich und Ich und Ich und Ich
    Grausen Brausen Rauschen Grausen
    Träumen Splittern Branden Blenden
    Sterneblenden Brausen Grausen
    Rauschen
    Grausen
    Ich

     

     

     

     

    August Stramm (29 juli 1874 – 1 september 1915)

     

     

     

     

     

    De Nederlandse schrijfster Marja Brouwers werd geboren op 29 juli 1948 in Bergen op Zoom. Zie ook mijn blog van 29 juli 2007 en ook mijn blog van 29 juli 2009.

     

    Uit: De Jan Hanloessayprijslezing 2005

     

    „Alles wat emoties wekt, om welke reden ook, kan het onderwerp worden van een kunstwerk. Maar het kunstwerk wordt pas kunst, krijgt pas stijl, als de emotie is overwonnen. Die oude Kloos met zijn klotsende zee, die slaagt er al meer dan honderd jaar in de jongetjes en meisjes die onze boeken bespreken in de war te brengen met de meest complete nonsens.

    De expressie van emotie is heel eenvoudig. Bovendien aanstekelijk. Waar er een schreeuwt van woede gaan anderen dat al gauw ook doen. Waar twee mensen huilen, huilt een derde al gauw mee, al weet hij niet eens waarom. Denk aan het massale rouwvertoon rond de dood van prinses Diana of André Hazes. Wat bezielt die mensen? Niets. Lachen is nog aanstekelijker. Ook in de taal ligt de emotionele uitdrukking niet zelden al klaar. In principe is alle taal emotioneel, voor zover we ons beperken tot de taal van de roedel, die altijd emotie veronderstelt.
    Met die taal heeft de schrijver een rekening te vereffenen. Dat is de definitie van stijl. Stijl is de beheerste emotie, die plaats heeft gemaakt voor iets anders. De uitdrukking van gevoel is niet zo simpel, omdat die altijd in botsing zal komen met de taal van de roedel. Maar alleen gevoel is rechtstreeks communiceerbaar. Emotie niet, die is vooral besmettelijk.
    De enige eis die je moet stellen aan stijl is dat de schrijver daarin blijk geeft van een zuiver gevoel ten aanzien van zijn onderwerp, dat hij ontziet wat ontzien moet worden en niet ontziet wat het niet verdient te worden ontzien. Dat kan hij pas doen, als hij zijn emoties over dat onderwerp heeft overwonnen.
    Een cultuur die het gevoel verplettert onder marktdruk raakt zijn hart kwijt, die is ten dode opgeschreven. De wereld die onze kinderen dan zullen aantreffen zal een darwinistische jungle zijn en dat wil niemand. Daarover gaat literatuur.”

     

     

     

     

    Marja Brouwers (Bergen op Zoom, 29 juli 1948)

    29-07-2010 om 19:59 geschreven door Romenu  


    Tags:Thomas Rosenlöcher, Eyvind Johnson, Michail Zostsjenko, August Stramm, Marja Brouwers, Romenu
    28-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Remco Campert, Malcolm Lowry, Angélica Gorodischer, Gerard Manley Hopkins

    De Nederlandse dichter schrijver Remco Campert werd op 28 juli 1929 in Den Haag geboren. Zie ook mijn blog van 28 juli 2006 en ook mijn blog van 28 juli 2007 en ook mijn blog van 28 juli 2008 en ook mijn blog van 28 juli 2009.

     

     

    Sonnet

     

    ik had je bloemen willen zenden
    een soort bloemen dat je zou doen begrijpen
    hoe ik wandel
    onder welke luchten ik wandel
    over welke bodem ik wandel

    ik had je bloemen willen zenden
    een soort van winterbloemen
    met de bruine kleuren van de laatste roos
    en de geur van nachten lopen
    in gevaarlijk terrein
    door verwaarloosde heggen omgrensd
    waarachter men narcissen kon vermoeden
    van de maanden die achter ons liggen
    narcissen van een geur die ik waarschijnlijk te liefelijk schat

    dat soort bloemen had ik je willen zenden
    niet per post en onverpakt
    neen ze zouden je worden gebracht
    door een zwarte jongen met een Grieks profiel
    die Duits studeert aan de universiteit
    die zichzelf een choreografie heeft geschreven
    op muziek van Mozart

    dat soort bloemen
    door zo'n soort jongen

    maar ik vernam
    dat je op reis bent
    en wel niet meer terug zult keren

     

     

     

     

    Verzet begint niet met grote woorden

     

    Verzet begint niet met grote woorden
    maar met kleine daden
    zoals storm met zacht geritsel in de tuin
    of de kat die de kolder in zijn kop krijgt

    zoals brede rivieren
    met een kleine bron
    verscholen in het woud

    zoals een vuurzee
    met dezelfde lucifer
    die een sigaret aansteekt

    zoals liefde met een blik
    een aanraking iets dat je opvalt in een stem

    jezelf een vraag stellen
    daarmee begint verzet

    en dan die vraag aan een ander stellen

     

     

     

     

    In het donker

     

    Soms zie ik spoken
    's avonds laat op straat
    in een vuilwitte jurk
    jij die niet bestaat
    of mager in een pak
    van vooroorlogse snit
    mijn vaders gelaat
    of tot mijn schrik
    in een spiegelruit
    mezelf die verdergaat.

     

     

     

     

     

    Remco Campert (Den Haag, 28 juli 1929)

    Getekend door Peter van Dongen (http://www.petervdongen.nl/)

     

     

     

     

    De Engelse dichter, verhalen- en romanschrijver Malcolm Lowry werd geboren 28 juli 1909 in Birkenhead Merseyside. Zie ook mijn blog van 28 juli 2007 en ook mijn blog van 28 juli 2008 en ook mijn blog van 28 juli 2009.

     

    Uit: Unter dem Vulkan (Vertaald door Susanna Rademacher)

     

    „Der Konsul senkte schließlich den Blick. Wie viele Flaschen seitdem? In wie vielen Gläsern, wie vielen Flaschen seitdem? Plötzlich sah er sie, die Flaschen mit Aguardiente, Anis, Jerez und Highland Queen, die Gläser – einen babylonischen Turm von Gläsern, der sich immer höher türmte wie der Rauch des Zuges an jenem Tag, bis in den Himmel hinauf, und der dann fiel, so dass die Gläser purzelnd und zerschellend vom Generalife-Park hinunterrollten und alle Flaschen zerbrachen, Oportoflaschen, tinto, blanco, Pernod-, Oxygénée-, und Absinthflaschen, Flaschen zersplitterten, weggeworfene Flaschen, die dumpf aufschlagend auf Parkwege, unter Bänke, betten und Kinositze fielen, die in Konsulaten in Schubladen versteckt wurden, fallengelassene, zerbrochene Calvadosflaschen, die in tausend Scherben zersprangen, Flaschen, die auf Müllhaufen oder ins Meer geschmissen wurden, ins Mittelländische, Kaspische oder Karibische Meer, Flaschen, die im Ozean schwammen, erledigte Schotten im atlantischen Hochland. Und nun sah und roch er sie alle, vom ersten Anfang an – Flaschen, Flaschen, Flaschen und Gläser, Gläser, Gläser mit Bier, Dubonnet, Falstaff, Rye, Johnny Walker, Vieux Whiskey blanc Canadien; die Apéritifs, die Magenbitter, die Halben, die Doppelten, die „noch eines, Herr Ober“, die et glas Araks, die tusen taks, die Flaschen, die Flaschen, die schönen Flaschen mit Tequila und die Kürbisflaschen, Kürbisflaschen, Kürbisflaschen, die Millionen Kürbisflaschen mit herrlichem Mescal ... Der Konsul saß ganz still. Sein Gewissen wurde vom Brausen des Wassers übertönt. Es rüttelte winselnd mit der böigen Brise an dem Holzhaus, es sammelte mit den Gewitterwolken über den Bäumen, die man durch die Fenster sah, seine Streitkräfte. Wie konnte er in der Tat hoffen, sich selbst zu finden, neu anzufangen, wenn irgendwo vielleicht in einer dieser verlorenen oder zerbrochenen Flaschen, in einem dieser Gläser für immer der einzige Schlüssel zu seiner Identität lag? Wie konnte er jetzt zurückgehen und danach suchen, zwischen Scherben, unter unzähligen Theken, auf dem Grund der Meere danach wühlen?“

     

     



    Malcolm Lowry (28 juli 1909  - 26 juni 1957)

     

     

     

     

     

    De Argentijnse schrijfster Angélica Gorodischer werd geboren in Buenos Aires op 28 juli 1928. Zie ook mijn blog van 28 juli 2009.

     

    Uit: The End of a Dynasty or The Natural History of Ferrets (Vertaald door Ursula K. Le Guin)

     

    „The storyteller said: He was a sorrowful prince, young Livna'lams, seven years old and full of sorrow. It wasn't just that he had sad moments, the way any kid does, prince or commoner, or that in the middle of a phrase or something going on his mind would wander, or that he'd wake up with a heaviness in his chest or burst into tears for no apparent reason. All that happens to everybody, whatever their age or condition of life. No, now listen to what I'm telling you, and don't get distracted and then say I didn't explain it well enough. If anybody here isn't interested in what I'm saying, they can leave. Go. Just try not to bother the others. This tent's open to the south and north, and the roads are broad and lead to green lands and black lands and there's plenty to do in the world -- sift flour, hammer iron, beat rugs, plow furrows, gossip about the neighbors, cast fishing nets -- but what there is to do here is listen. You can shut your eyes and cross your hands on your belly if you like, but shut your mouth and open your ears to what I'm telling you: This young prince was sad all the time, sad the way people are when they're old and alone and death won't come to them. His days were all dreary, grey, and empty, however full they were.“

     

     

     


    Angélica Gorodischer (Buenos Aires, 28 juli 1928)

     

     

     

     

     

    De Engelse dichter en Jezuïet Gerard Manley Hopkins werd geboren op 28 juli 1844 in Stratford, Essex. Zie ook mijn blog van 28 juli 2007 en ook mijn blog van 28 juli 2008 en ook mijn blog van 28 juli 2009.

     

     

    Easter Communion 

     

    Pure fasted faces draw unto this feast:

    God comes all sweetness to your Lenten lips.

    You striped in secret with breath-taking whips,

    Those crooked rough-scored chequers may be pieced

    To crosses meant for Jesu's; you whom the East

    With draught of thin and pursuant cold so nips

    Breathe Easter now; you serged fellowships,

    You vigil-keepers with low flames decreased,

     

    God shall o'er-brim the measures you have spent

    With oil of gladness, for sackcloth and frieze

    And the ever-fretting shirt of punishment

    Give myrrhy-threaded golden folds of ease.

    Your scarce-sheathed bones are weary of being bent:

    Lo, God shall strengthen all the feeble knees. 

     

     

     

     

    No Worst, There Is None 

     

    No worst, there is none. Pitched past pitch of grief,

    More pangs will, schooled at forepangs, wilder wring.

    Comforter, where, where is your comforting?

    Mary, mother of us, where is your relief?

    My cries heave, herds-long; huddle in a main, a chief

    Woe, world-sorrow; on an age-old anvil wince and sing -

    Then lull, then leave off. Fury had shrieked "No ling-

    Ering! Let me be fell: force I must be brief."

     

    O the mind, mind has mountains; cliffs of fall

    Frightful, sheer, no-man-fathomed. Hold them cheap

    May who ne'er hung there. Nor does long our small

    Durance deal with that steep or deep. Here! creep,

    Wretch, under a comfort serves in a whirlwind: all

    Life death does end and each day dies with sleep.

     

     

     

     

    Love Preparing to Fly 

     

    He play'd his wings as tho' for flight;

    They webb'd the sky with glassy light.

    His body sway'd upon tiptoes,

    Like a wind-perplexed rose;

    In eddies of the wind he went

    At last up the blue element.

     

     

     

     

     

    Gerard Manley Hopkins (28 juli 1844 – 8 juni 1889)

    Stratford High Street - 1890




    Zie voor nog meer schrijvers van de 28e juli ook mijn vorige blog van vandaag.

    28-07-2010 om 20:10 geschreven door Romenu  


    Tags:Remco Campert, Malcolm Lowry, Angélica Gorodischer, Gerard Manley Hopkins, Romenu
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stephan Sanders, Drew Karpyshyn, John Ashbery, Shahyar Ghanbari, Collin Higgins, Józef Ignacy Kraszewski


    De Nederlandse schrijver, columnist, presentator en essayist
    Stephan Sanders werd geboren in Haarlem op 28 juli 1961. Zie ook mijn blog van 28 juli 2008 en ook mijn blog van 28 juli 2009.

     

    Uit: In Almere geldt: homo’s zijn vooral op de televisie (column)

     

    „Dat is de sfeer: een stad vol gezinsauto's die keurig langs elkaar heen rijden op weg naar de wekelijkse inkopen, terwijl hun puberkinderen, die allemaal op hetzelfde moment zestien zijn, zich ostentatief lopen te vervelen.

    Wat mij meteen opviel, was het gebrek aan homo's in de stad. Ze moesten er zijn, en ik ontdekte ook een 'homovriendelijk café' zoals dat heet, maar overdag, tussen het winkelende publiek, overviel mij de Twentse ervaring uit mijn jeugd: homo's zijn vooral voor op de televisie en komen in het wild niet voor. In die zin geloof ik dat de klierige nichtenlol van Goor en Geer dat beeld alleen maar heeft versterkt. Ook was er die moeilijk aanwijsbare homovijandige sfeer, zeker 's avonds als het stadscentrum verlaten was. Ik zou daar niet met mijn geliefde gearmd rondlopen. Nee, niet vanwege de Marokkaanse jongetjes, maar vanwege veel Almeerse jongetjes in het algemeen, die groepsgewijs met de ziel onder hun arm rondsjokken, op zoek naar iets om tegen te trappen. Een leeg blikje. Een nicht.

    Pas geleden werd burgemeester Jorritsma van Almere uitgeroepen tot 'homo-moeder'. Had ik dit bericht gelezen als niet-Almeerder, ik zou het overdreven hebben gevonden, zij is toch burgermoeder van iedereen, et cetera. Maar nu schamper ik niet. Almere is een stad waar je makkelijk wegkomt met het idee dat moeilijkheden zich altijd ergens anders voordoen, want in Almere zijn de dingen goed geregeld, fris en groen. Tegelijkertijd kan iedere homo hier je meteen over zijn onbehagen vertellen.

    Nee, nieuwe, jonge steden als Almere zijn niet vanzelfsprekend broedplaatsen van tolerantie.“

     

     

     

     

    Stephan Sanders (Haarlem, 28 juli 1961)

     

     

     

     

     

    De Canadese schrijver Drew Karpyshyn werd geboren op 28 juli 1971 in Edmonton. Zie ook mijn blog van 28 juli 2007 en ook mijn blog van 28 juli 2008 en ook mijn blog van 28 juli 2009.

     

    Uit: Star Wars: Darth Bane: Dynasty of Evil


    ". . . adhering to the rules established through the procedures outlined in the preceding, as well as all subsequent, articles. Our sixth demand stipulates that a body of . . ."
    Medd Tandar rubbed a long-fingered hand across the pronounced frontal ridge of his tall, conical cranium, hoping to massage away the looming headache that had been building over the last twenty minutes.
    Gelba, the being he had come to the planet of Doan to negotiate with, paused in the reading of her petition to ask, "Something wrong, Master Jedi?"
    "I am not a Master," the Cerean reminded the self-appointed leader of the rebels. "I am only a Jedi Knight." With a sigh he dropped his hand. After a moment's pause he forced himself to add, "I'm fine. Please continue."
    With a curt nod, Gelba resumed with her seemingly endless list of ultimatums. "Our sixth demand stipulates that a body of elected representatives from the mining caste be given absolute jurisdiction over the following eleven matters: One, the determination of wages in accordance with galactic standards. Two, the establishment of a weekly standard of hours any given employee can be ordered to work. Three, an approved list of safety apparel to be provided by . . ."
    The short, muscular human woman droned on, her voice echoing strangely off the irregular walls of the underground cave. The other miners in attendance-three human men and two women crowding close to Gelba-were seemingly transfixed by her words. Medd couldn't help but think that, should their tools ever fail, the miners could simply use their leader's voice to cut through the stone.“

     

     

     

     

    Drew Karpyshyn (Edmonton, 28 juli 1971)

     

     

     

     

     

    De Amerikaanse dichter en schrijver John Ashbery werd geboren op 28 juli 1927 in Rochester. Zie ook mijn blog van 28 juli 2007 en ook mijn blog van 28 juli 2009.

     

     

    Into the Dusk-Charged Air  (Fragment)


    Far from the Rappahannock, the silent

    Danube moves along toward the sea.

    The brown and green Nile rolls slowly

    Like the Niagara's welling descent.

    Tractors stood on the green banks of the Loire

    Near where it joined the Cher.

    The St. Lawrence prods among black stones

    And mud. But the Arno is all stones.

    Wind ruffles the Hudson's

    Surface. The Irawaddy is overflowing.

    But the yellowish, gray Tiber

    Is contained within steep banks. The Isar

    Flows too fast to swim in, the Jordan's water

    Courses over the flat land. The Allegheny and its boats

    Were dark blue. The Moskowa is

    Gray boats. The Amstel flows slowly.

    Leaves fall into the Connecticut as it passes

    Underneath. The Liffey is full of sewage,

    Like the Seine, but unlike

    The brownish-yellow Dordogne.

    Mountains hem in the Colorado

    And the Oder is very deep, almost

    As deep as the Congo is wide.

    The plain banks of the Neva are

    Gray. The dark Saône flows silently.

    And the Volga is long and wide

    As it flows across the brownish land. The Ebro

    Is blue, and slow. The Shannon flows

    Swiftly between its banks. The Mississippi

    Is one of the world's longest rivers, like the Amazon.

    It has the Missouri for a tributary.

    The Harlem flows amid factories

    And buildings. The Nelson is in Canada,

    Flowing. Through hard banks the Dubawnt

    Forces its way. People walk near the Trent.

    The landscape around the Mohawk stretches away;

    The Rubicon is merely a brook.

    In winter the Main

    Surges; the Rhine sings its eternal song.

     

     

     


    John Ashbery (Rochester,  28 juli 1927)

     

     

     

     

    Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 28 juli 2009.

     

    De Iraanse dichter, songwriter en zanger Shahyar Ghanbari werd geboren op 28 juli 1950 in Teheran.

     

    Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 28 juli 2007.

     

    De Australische schrijver, regisseur en draaiboekauteur Colin Higgins werd geboren op 28 juli 1941 in Nouméa, Nieuw Caledonië.

     

    De Poolse schrijver Józef Ignacy Kraszewski werd geboren op 28 juli 1812 in Warschau.

    28-07-2010 om 20:06 geschreven door Romenu  


    Tags:Stephan Sanders, Drew Karpyshyn, John Ashbery, Shahyar Ghanbari, Collin Higgins, Józef Ignacy Kraszewski, Romenu
    27-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Michael Longley, Hilde Domin, Theodore Dreiser, Marijke Höweler, Julien Gracq


    De Ierse dichter
    Michael Longley werd geboren op 27 juli 1939 in Belfast. Zie
    ook mijn blog van 27 juli 2007 en ook mijn blog van 27 juli 2009.

     

     

    Carrigskeewaun

    For Penny and David Cabot

     

    The Mountain

     

    This is ravens' territory, skulls, bones,

    The marrow of these boulders supervised

    From the upper air: I stand alone here

    And seem to gather children about me,
    A collection of picnic things, my voice

    Filling the district as I call their names.

     

     

    The Path

     

    With my first step I dislodge the mallards

    Whose necks strain over the bog to where

    Kittiwakes scrape the waves: then, the circle

    Widening, lapwings, curlews, snipe until

    I am left with only one swan to nudge

    To the far side of its gradual disdain.

     

     

    The Strand

     

    I discover, remaindered from yesterday,

    Cattle tracks, a sanderling's tiny trail,

    The footprints of the children and my own

    Linking the dunes to the water's edge,

    Reducing to sand the dry shells, the toe

    And fingernail parings of the sea.

     

     

     

     


    Michael Longley (Belfast, 27 juli 1939)

     

     

     

     

     

    De Duitse schrijfster, dichteres en vertaalster Hilde Domin werd geboren in Keulen als Hilde Löwenstein op 27 juli 1909. Zie ook mijn blog van 27 juli 2006 en ook mijn blog van 27 juli 2007 en ook mijn blog van 27 juli 2009.

     

     

    Ich will dich

     

    Freiheit
    ich will dich
    aufrauhen mit Schmirgelpapier
    du geleckte

    (die ich meine
    meine
    unsere
    Freiheit von und zu)
    Modefratz

    Du wirst geleckt
    mit Zungenspitzen
    bis du ganz rund bist
    Kugel
    auf allen Tüchern

    Freiheit Wort
    das ich aufrauhen will
    ich will dich mit Glassplittern spicken
    daß man dich schwer auf die Zunge nimmt
    und du niemandes Ball bist

    Dich
    und andere
    Worte möchte ich mit Glassplittern spicken
    wie Konfuzius befiehlt
    der alte Chinese

    Die Eckenschale sagt er
    muß
    Ecken haben
    sagt er
    Oder der Staat geht zugrunde

    Nichts weiter sagt er
    ist vonnöten
    Nennt
    das Runde rund
    und das Eckige eckig

     

     

     

     

    April

     

    Die Welt riecht süß

    nach Gestern.

    Düfte sind dauerhaft.

     

    Du öffnest das Fenster.

    Alle Frühlinge

    kommen herein mit diesem.

     

    Frühling der mehr ist

    als grüne Blätter.

    Ein Kuß birgt alle Küsse.

     

    Immer dieser glänzend glatte

    Himmel über der Stadt,

    in den die Straßen fließen.

     

    Du weißt, der Winter

    und der Schmerz

    sind nichts, was umbringt.

     

    Die Luft riecht heute süß

    nach Gestern –

    das süß nach Heute roch.

     

     

     

     


    Hilde Domin (27 juli 1909 -  22 februari 2006)

     

     

     

     

    De Amerikaanse schrijver Theodore Herman Albert Dreiser werd geboren op 27 juli 1871 in Sullivan, Indiana. Zie ook mijn blog van 27 juli 2007 en ook  mijn blog van 27 juli 2008 en ook mijn blog van 27 juli 2009.

     

    Uit: Sister Carrie

     

    „What, pray, is a few hours—a few hundred miles? She looked at the little slip bearing her sister's address and wondered. She gazed at the green landscape, now passing in swift review, until her swifter thoughts replaced its impression with vague conjectures of what Chicago might be.
    When a girl leaves her home at eighteen, she does one of two things. Either she falls into saving hands and becomes better, or she rapidly assumes the cosmopolitan standard of virtue and becomes worse. Of an intermediate balance, under the circumstances, there is no possibility. The city has its cunning wiles, no less than the infinitely smaller and more human tempter. There are large forces which allure with all the soulfulness of expression possible in the most cultured human. The gleam of a thousand lights is often as effective as the persuasive light in a wooing and fascinating eye. Half the undoing of the unsophisticated and natural mind is accomplished by forces wholly superhuman. A blare of sound, a roar of life, a vast array of human hives, appeal to the astonished senses in equivocal terms. Without a counsellor at hand to whisper cautious interpretations, what falsehoods may not these things breathe into the unguarded ear! Unrecognised for what they are, their beauty, like music, too often relaxes, then weakens, then perverts the simpler human perceptions.
    Caroline, or Sister Carrie, as she had been half affectionately termed by the family, was possessed of a mind rudimentary in its power of observation and analysis. Self-interest with her was high, but not strong. It was, nevertheless, her guiding characteristic. Warm with the fancies of youth, pretty with the insipid prettiness of the formative period, possessed of a figure promising eventual shapeliness and an eye alight with certain native intelligence, she was a fair example of the middle American class—two generations removed from the emigrant. Books were beyond her interest—knowledge a sealed book. In the intuitive graces she was still crude. She could scarcely toss her head gracefully.“

     

     

     


    Theodore  Dreiser (27 juli 1871 – 28 december 1945)

     

     

     

     

     

    De Nederlandse schrijfster en psychologe Marijke Höweler werd geboren in Koog aan de Zaan op 27 juli 1938. Zie ook mijn blog van 27 juli 2007 en ook mijn blog van 27 juli 2009.

     

    Uit: Het Huis

     

    ‘Leuk hè,’ zei Laisa. En dat was alweer iets wat ik nooit zo had bekeken. Vooral de laatste tijd niet. Er was iets aan de schapen wat me niet beviel. Daarom dacht ik voornamelijk aan verkopen.

    ‘Wat zou u doen, in ons geval,’ vroeg hij.

    ‘Wat moet ie ervoor hebben?’

    Eerst dacht ik nog dat ik hem niet verstond. Dus liet ik het hem nóg eens zeggen. Toen er geen twijfel mogelijk was dat het om zes miljoenen franken ging, begon ik te begrijpen waarom de eigenaar geen betere buren voor mij wist dan deze.

     

    ‘Dan weet ik er nog wel een voor jullie,’ zei ik. En zonder na te denken, wees ik mijn eigen hoeve aan, die ongeveer hetzelfde is. ‘Die is vijf, die kan je ook zo hebben!’ Het was niet serieus bedoeld. Ik was dus blij dat ik zag dat ze hem niet moesten.

    Hij zei, ‘die is ook mooi natuurlijk, maar dan mis je het uitzicht wel.’

    ‘Dat is Zuid West,’ zei ik, ‘daar komt de wind vandaan. Daarom kan je er beter eentje vóór je hebben.’ ‘Bent u van plan om te verhuizen?’ vroeg ze.

    ‘Kom rustig binnen kijken,’ zei ik. En dat er wel wat rommel zijn zou, zei ik ook, omdat ik een man alleen was.“

     

     

     


    Marijke Höweler (27 juli 1938 - 5 mei 2006)

     

     

     

     

     

    De Franse schrijver Julien Gracq werd geboren op 27 juli 1910 als Louis Poirier in Saint-Florent-le-Vieil bij Angers. Zie ook mijn blog van 27 juli 2007 en ook mijn blog van 27 juli 2009.

     

    Uit: Au château d'Argol

     

    «Albert passa toute la journée du lendemain dans le cabinet qu'il s'était aménagé dans la plus haute des tours du château, et d'où son œil plongeait sur la forêt. Son esprit était occupé de vagues et indistinctes rêveries: la forêt à la veille de cette visite attendue lui paraissait multiplier ses retraites, faire briller de secrets cheminements; une présence imminente la pénétrait toute comme une vie légère dont l'étincellement de ses feuilles parut être à Albert le symbolique témoin. Les salles vides du château attendirent que cette présence les peuplât, dans un pesant ensommeillement: le bruit d'un pas sur les dalles, un craquement des panneaux de chêne, le choc d'une abeille contre une vitre retentirent alors jusqu'au fond du cerveau comme un signal longtemps convoité. Il parut bizarrement à Albert que ce château somnolent dût être visité, ou périr, comme un château de légende entraînant sous ses décombres ses énigmatiques serviteurs endormis.»

     

     

     


    Julien Gracq (27 juli 1910 – 22 december 2007)




    Zie voor nog meer schrijvers van de 27e juli ook mijn vorige blog van vandaag.

    27-07-2010 om 20:32 geschreven door Romenu  


    Tags:Michael Longley, Hilde Domin, Theodore Dreiser, Marijke Höweler, Julien Gracq, Romenu
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hilaire Belloc, Vladimir Korolenko, Lafcadio Hearn, Rajzel Zychlinsk, Alexandre Dumas fils, Denis Davydov


    De Britse dichter en schrijver
    Hilaire Belloc werd geboren te St-Cloud op 27 juli 1870. Zie ook mijn blog van 27 juli 2009.

     

     

     

    [Month of) July 

     

    The Kings come riding back from the Crusade,

    The purple Kings and all their mounted men;

    They fill the street with clamorous cavalcade;

    The Kings have broken down the Saracen.

    Singing a great song of the eastern wars,

    In crimson ships across the sea they came,

    With crimson sails and diamonded dark oars,

    That made the Mediterranean flash with flame.

     

    And reading how, in that far month, the ranks

    Formed on the edge of the desert, armoured all,

    I wish to God that I had been with them

    When the first Norman leapt upon the wall,

    And Godfrey led the foremost of the Franks,

    And young Lord Raymond stormed Jerusalem.

     

     

     

    [Month of] August 

     

    The soldier month, the bulwark of the year,

    That never more shall hear such victories told;

    He stands apparent with his heaven-high spear,

    And helmeted of grand Etruscan gold.

    Our harvest is the bounty he has won,

    The loot his fiery temper takes by strength.

    Oh! Paladin of the Imperial sun!

    Oh! crown of all the seasons come at length!

     

    This is sheer manhood; this is Charlemagne,

    When he with his wide host came conquering home

    From vengeance under Roncesvalles ta'en.

    Or when his bramble beard flaked red with foam

    Of bivouac wine-cups on the Lombard plain,

    What time he swept to grasp the world at Rome.

     

     

     

     


    Hilaire Belloc (27 juli 1870. – 16 juli 1953)

     

     

     

     

    De Russische schrijver Vladimir Korolenko werd geboren op 27 juli 1853 in Zjitomir (Volynië). Zie ook mijn blog van 27 juli 2007 en ook  mijn blog van 27 juli 2008 en ook mijn blog van 27 juli 2009.

     

    Uit: The Vagrant And Other Tales

     

    " In the days of old Lang Syne! " The forest soughed. . . . The forest always soughed, now with a murmur calm and prolonged, like the echo of distant ringing, and again soft and gentle, like a song without words or a dim memory of the past. It always soughed, for it was an old and mighty forest, still untouched by the saw or the axe of woodman or trader. The tall, centennial pines, with their vast trunks, stood like threatening warriors, and their green tops formed a massive wall. Everything below was still; the air was filled with an odor of resin. Ferns of vivid hues pushed their way through the carpet of pine-needles with which the ground was strewn, expanding luxuriantly and resting thereon, like a soft fringe, without stirring a leaf. In the damp corners the greengrass shot up its tall and slender stems, and the white clover, heavy with bloom, drooped its languid head; while over all soughed the forest, with long-drawn, indistinguishable sighs. Now the sighs were growing deeper and louder; and as I rode along the forest path, although I could not see the sky, I judged by the moaning of the trees that heavy clouds were slowly rising above it. It was late in. the afternoon. Here and there a sunbeam, made its way, but in the dense woods the twilight was spreading rapidly. Evidently a storm was brewing. All plans for hunting must be given up for to-day. The storm might overtake me before I could find shelter for the night. My horse snorted and pricked up his ears, when, striking his hoofs against the naked roots, he heard the sharp sound of the forest echo, and he quickened his pace as he drew near a familiar hut. A dog barked, and whitewashed walls glimmered through the trees.

     

     

     


    Vladimir Korolenko (27 juli 1853 – 25 december 1921)

     

     

     

     

     

    De Engelstalige schrijver Lafcadio Hearn werd geboren op 27 juli 1850 op het Griekse eiland Lefkada. Zie ook mijn blog van 27 juli 2009.

     

    Uit: Chita. A Memory of Last Island

     

    „Thirty years ago, Last Island lay steeped in the enormous light of even such magical days. July was dying;—for weeks no fleck of cloud had broken the heaven’s blue dream of eternity; winds held their breath; slow wavelets caressed the bland brown beach with a sound as of kisses and whispers. To one who found himself alone, beyond the limits of the village and beyond the hearing of its voices,—the vast silence, the vast light, seemed full of weirdness. And these hushes, these transparencies,

    do not always inspire a causeless apprehension: they are omens sometimes—omens of coming tempest. Nature,— incomprehensible Sphinx!—before hermightiest bursts of rage, ever puts forth her divinest witchery, makes more manifest her awful beauty. . . .

    But in that forgotten summer the witchery lasted many long days,—days born in rose-light, buried in gold. It was the height of the season. The long myrtle-shadowed village was thronged with its summer population;—the big hotel could hardly accommodate all its guests;—the bathing-houses were too few for the crowds who flocked to the water morning and evening. There were diversions for all,—hunting and fishing parties, yachting excursions, rides, music, games, promenades.

    Carriage wheels whirled flickering along the beach, seaming its smoothness noiselessly, as if muffled. Love wrote its dreams upon the sand. . . .

    . . . Then one great noon, when the blue abyss of day seemed to yawn over the world more deeply than ever before, a sudden change touched the quicksilver smoothness of the waters—the swaying shadow of a vast motion.“

     

     

     


    Lafcadio Hearn (27 juli 1850 – 26 september 1904)

     

     

     

     

     

    De Poolse dichteres Rajzel Zychlinski werd geboren op 27 juli 1910 in Gąbin, Polen.  Zie ook mijn blog van 27 juli 2007 en ook mijn blog van 27 juli 2009.

     

     

    Who calls me here in the meadow?
    Who still knows my name?
    A thorn bush burns in the field--
    a child cries from the flames.


    I take off my shoes and approach
    the little son of my neighbor;
    his little hands are charcoal,
    but his eyes are open still.

    .......................

     

    I am leaving you, shtetl,
    your roads are blue as before.
    You will celebrate autumns and fairs,
    and the river will flow through the valley.

     

     

     

     

     

    Rajzel Zychlinski (27 juli 1910 – 13 juni 2001)

     

     




    De Franse schrijver
    Alexandre Dumas fils werd geboren op 27 juli 1824 in Parijs. Zie ook mijn blog van 27 juli 2009.

     

    Uit: La Dame aux camélias

     

    “Je restai quelque temps dans cette heureuse famille, tout occupée de celui qui leur apportait la convalescence de son coeur. Je revins à Paris oùj'écrivis cette histoire telle qu'elle m'avait été racontée. Elle n'a qu'un mérite qui lui sera peut-être contesté, celui d'être vraie. Je ne tire pas de ce récit la conclusion que toutes les filles comme Marguerite sont capables de faire ce qu'elle a fait ; loin de là, maisj'ai eu connaissance qu'une d'elles avait éprouvé dans sa vie un amour sérieux, qu'elle en avait souffert et qu'elle en était morte.J'ai raconté au lecteur ce quej'avais appris. C'était un devoir. »

     

     

     


    Alexandre Dumas fils (27 juli 1824 - 27 november 1895)

    Buste door Jean-Baptiste Carpeaux in het Musée d'Orsay

     

     

     

    Zie voor onderstaande schrijver ook  mijn blog van 27 juli 2008  en ook mijn blog van 27 juli 2007.

     

    De Russische dichter en soldaat Denis Vasilyevich Davydov werd geboren op 27 juli 1784 in Moskou..

                           

    27-07-2010 om 20:27 geschreven door Romenu  


    Tags:Hilaire Belloc, Vladimir Korolenko, Lafcadio Hearn, Rajzel Zychlinsk, Alexandre Dumas fils, Denis Davydov, Romenu
    26-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arthur Japin, Anne Provoost, Yves Petry, Aldous Huxley, Nicholas Evans, Chairil Anwar


    De Nederlandse schrijver
    Arthur Japin werd geboren in Haarlem op 26 juli 1956. Zie ook mijn blog van 26 juli 2008 en ook mijn blog van 26 juli 2009.

     

    Uit: Alle Verhalen

     

    “BARCELONA

    Barcelona maakt zich op. Alsof ze zich schaamt voor wat ze is, bedekt de stad haar oneffenheden onder een dikke laag makeup. De Olympische klant die behaagd moet worden, is allang gestrikt. Toch is de nerveuze afwachting in de hele stad merkbaar. Mijn duistere kamer in de hoerenbuurt wacht al maandenlang op de afbraak van het tegenoverliggende huizenblok en op de zee van licht die daarachter schuil moet gaan. Een groen plein zal binnenkort deze Catalaanse Zeedijk voor de Olympische deelnemers vermommen. Kennelijk verwacht men tijdens de Spelen ook in deze rosse buurt een grote toeloop. Maar waarom juist het blok aan de overkant en niet een ander? Niemand weet het. Met chaotische bedrijvigheid worden de straten opengemaakt en dichtgegooid, zevenmaal in één maand, alsof men in de grond op zoek is naar een reden. Het zijn symptomen van de Olympische koorts.
    Les demoiselles d’Avignon, de door Picasso beroemd geworden hoeren, zitten er ’s ochtends op de stoep of tegen de etalages van de Carrer d’Avignó gelaten naar te kijken. Ze zijn oud geworden. Hun haar is blauw gespoeld. Ze beschermen het met één hand tegen de forse wind die is opgestoken vanuit de bergen. Heimelijk hopen ze misschien straks nog een passerende atleet voor zich te kunnen winnen. Af en toe halen ze de keurige damestasjes van hun arm. Dan komt er een camouflagestift uit en een spiegeltje waarin ze controleren of het hún tijd nog wel zal duren.

    De tramontana waait.
    ‘Eindelijk kun je de hemel zien!’ roept de oude man die langs het havenfront komt aangehinkt. Een van de vele slachtoffers van polio, of misschien ook wel gewond geraakt tijdens Franco. Aan welke kant eigenlijk? Hij gebaart recht omhoog.”

     

     

     

     

    Arthur Japin (Haarlem, 26 juli 1956)

     

     

     

     


    De Vlaamse schrijfster
    Anne Provoost werd geboren in Poperinge op 26 juli 1964. Zie
    ook mijn blog van 26 juli 2009.

     

    Uit: Beminde ongelovigen

     

    „Nieuwe opvattingen winnen veld: evangelisch creationisme, islamfundamentalisme en religieus sektarisme. Op verschillende vlakken zien we een hang naar meer rigide modellen. Alles wijst erop dat ze eraan komen, de prefecten van onze geest, zij die geloven dat er zoiets bestaat als een buitenmateriële kracht met een voorbeschikking, een project voor u en voor mij, misschien zelfs een uitverkiezing. We zijn er niet klaar voor. Ik heb mensen over zichzelf horen zeggen dat ze gelovig waren omdat ze in buitenaards leven geloofden. Anderen heb ik hun ongeloof horen verdedigen met behulp van een raadselachtig onderscheid tussen ‘toeval’ en ‘blind toeval’.

    Onze omgang met de thema’s van geloof en ongeloof is frivool en ontwijkend, onze argumentatie mist slagkracht en diepgang, vaagheid is troef. We verwarren tolerantie tegenover andersdenkenden met het kritisch onderbouwen van onze eigen opvatting. Een denkgebied dat blijft hangen in gemeenplaatsen maakt zich kwetsbaar, het zal in geen tijd worden veroverd door filosofieën die plausibeler concepten aandragen. Prat gaan op onze Verlichting zal niet mogelijk blijven als de groep die profiteert van die Verlichting deze niet meer weet te beargumenteren.

    We staan aan de vooravond van hete tijden. Al wie jonger is dan veertig behoort tot een ‘het-kan-zo-niet-langer-generatie’. Ze groeiden op na de jaren zeventig en werden groot met waarschuwingen zonder parure: dat de voorraden uitgeput raakten, dat de wereldbevolking te snel groeide. Het begon met autoloze zondagen en eindigde met... tja, hoe eindigde het? „

     

     

     

     

    Anne Provoost (Poperinge, 26 juli 1964)

     

     

     

     

     

    De Vlaamse schrijver Yves Petry werd op 26 juli 1967 geboren in Tongeren. Zie ook mijn blog van 26 juli 2009.

     

    Uit: De cijfers spreken

     

    „Amor omnia vincit, de liefde slaat alles en eist van haar volgelingen het uiterste. Zwijgen moeten zij over al het futiele dat geen liefde is, en Gods eigen muziek zullen zij zingen, ‘een muziek die door niemand is opgezet en door niemand kan worden afgezet, een muziek die al klonk nog voor enig leven op aarde gerucht begon te maken en die nog zal klinken lang nadat de laatste mens onder het sediment is verdwenen.’
    Na op klaarlichte dag overvallen te zijn door de liefde besluit Rijker West zijn betrekking als assistent-bioloog op te geven en voortaan de weg van de ware minne te bewandelen.

    De liefde slaat alles, maar alles slaat terug. De wereld heeft geen oren naar Gods eigen muziek. De wereld denkt nuchter, pragmatisch en toekomstgericht. Zij heeft haar eigen doelen. Liefde is een realiteit als een andere, net als tijdsbeheer en gezondheidszorg, en je kan er maar beter realistisch in blijven, zo spreekt de wereld.
    Rijker West zal dit op vele manieren mogen ervaren, onder andere wanneer hij bij zijn arbeidsconsulente, mevrouw Box, op het matje wordt geroepen...„

     

     

     


    Yves Petry (Tongeren, 26 juli 1967)

     

     

     

     

     

    De Engelse schrijver en criticus Aldous Huxley werd geboren op 26 juli 1894 in Godalming, Surrey. Zie ook mijn blog van 26 juli 2006 en ook mijn blog van 26 juli 2007 en ook mijn blog van 26 juli 2008 en ook mijn blog van 26 juli 2009.

     

    Uit: Point Counter Point

     

    “People want to drown their realization of the difficulties of living properly in this grotesque contemporary world, they want to forget their own deplorable inefficiency as artists in life.
    Some drown their sorrows in alcohol, but still more drwn them in books and artistic dilettantism;
    some try to forget themselves in fornication, dancing, movies, listening-in, others in lectures and scientific hobbies.
    The books and lectures are better sorrow-drowners than drink and fornication; they leave no headache, none of that despairing post coitum triste feeling.
    Till quite recently, I must confess, I too took learning and philosophy and science -
    all the activities that are magniloquently lumped under the title of "The Search for Truth" - very seriously. I regarded The Search for Truth as the highest of human tasks and the Searchers as the noblest of men.
    But in the last year or so I have begun to see that this famous Search for Truth is just an amusement, a distraction like any other, a rather refined and elaborate substitute for genuine living; and that Truth-Searchers become just as silly, infantile, and corrupt in their way as the boozers, the pure aesthetes, the business men, the Good-Timers in theirs.
    I also perceived that the pursuit of Truth is just a polite name for the intellectual's favourite pastime of substituting simple and therefore false abstractions for the living complexities of reality.
    But seeking Truth is much easier than learning the art of integral living (in which, of corse, Truth-Seeking will take its due and proportionate place along with the other amusements, like skittles and mountain climbing)."

     

     

     

     

    Aldous Huxley (26 juli 1894 – 22 november 1963)

     

     

     

     

     

    De Engelse schrijver Nicholas Evans werd geboren op 26 juli 1950 in Bromsgrove. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007 en ook mijn blog van 26 juli 2008 en ook mijn blog van 26 juli 2009.

     

    Uit: The Smoke Jumper

     

    „It was nigh on noon when the smoke jumpers came. They plummeted in pairs on each pass of the plane, their bodies jolting as the parachutes cracked open and filled and left them floating like medusas in an ocean of sky. Now and then the chutes masked the sun that flared harsh and white and unforgiving behind them, making shadows of their downward drift on the veil of smoke that shrouded the mountainside. They were a crew of six men and two women and every one of them landed safely in the jump spot, a narrow clearing not forty yards wide. They shed their parachutes and jumpsuits and stowed them, then unpacked their chainsaws and pulaskis and shovels from bags that were dropped separately and soon they were ready to start cutting a fire line.
    The peak that watched over them while they worked was called Iron Mountain. Its western shoulder was thickly forested and had no ready access by road. The fire had been spotted by a ranger that morning and, fanned by a strengthening westerly, had already taken out more than a hundred acres. If it continued to head east or switched to the north there was little risk. But to the south and west there were ranches and cabins and if the wind shifted they would be in grave danger, which was why the call had come for the smoke jumpers.“

     

     

     

     

    Nicholas Evans (Bromsgrove, 26 juli 1950)

     

     

     

     

     

    De Indonesische dichter Chairil Anwar werd geboren op 26 juli 1922 in Medan. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007 en ook mijn blog van 26 juli 2009.

     

     

    Ik

     

    Als mijn tijd gekomen is

    wil ik van niemand rouw

    Ook niet van jou

     

    Niks geen gesnik en gesnotter

     

    Ik ben een eenling geworden

    Uitgestoten uit de horde

     

    Laat kogels mijn huid doorboren

    Ik blijf tekeergaan en schoppen

     

    Wonden en gif voer ik mee op mijn vlucht

    Vlucht

    Tot de schrijnende pijn zal verdwijnen

     

    En ik zal er nog minder om geven

     

    Ik wil nog duizend jaar leven

     

     

     

    Vertaald door A. Teeuw

     

     

     

     

    My Friend And I

    For L.K. Bohang

     

     

    We share the same path, late at night

    with the fog, penetrating

    and the rain, drenching our bodies.

     

    Ships freeze in the harbor.

     

    My blood curdles. My mind congeals.

     

    Who is it that speaks?

    My friend is but a skeleton

    scourged of his strength.

     

    He asks the time!

     

    It is so late.

    All meaning has sunk and drowned

    and motion has no purpose.

     

     

     

     

    Vertaald door John H. McGlynn

     

     

     

     

    Chairil Anwar (26 juli 1922 – 28 april 1949)



    Zie voor nog meer schrijvers van de 26e juli ook mijn vorige blog van vandaag.

    26-07-2010 om 21:09 geschreven door Romenu  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.George Bernard Shaw, Claude Esteban, Antonio Machado, Anré Maurois, Paul Gallico, Hans Bergel


    De Ierse toneelschrijver, socialist en theatercriticus
    George Bernard Shaw werd geboren in Dublin op 26 juli 1856. Zie ook mijn blog van 26 juli 2006 en ook mijn blog van 26 juli 2007 en ook mijn blog van 26 juli 2008 en ook mijn blog van 26 juli 2009.

     

    Uit: Getting Married

     

    „To put it briefly, a contract for better for worse is a contract that should not be tolerated. . . . Indissoluble marriage is an academic figment, advocated only by celibates and by comfortably married people who imagine that if other couples are uncomfortable it must be their own fault, just as rich people are apt to imagine that if other people are poor it serves them right.

    Home life as we understand it is no more natural to us than a cage is natural to a cockatoo. Its grave danger to the nation lies in its narrow views, its unnaturally sustained and spitefully jealous concupiscences, it petty tyrannies, its false social pretenses, its endless grudges and squabbles . . . its unnatural packing into little brick boxes of little parcels of humanity of ill-assorted ages, with the old scolding or beating the young for behaving like young people, and the young hating and thwarting the old for behaving like old people, and all the other evils, mentionable and unmentionable, that arise from excessive segregation. It sets these evils up as benefits and blessings representing the highest attainable degree of honor and virtue, whilst any criticism of or revolt against them is savagely persecuted as the extremity of vice.

    We must be reasonable in our domestic ideals. I do not believe that life at a public school is altogether good for a boy any more than barrack life is altogether good for a soldier. But neither is home life altogether good. Such good as it does, I should say, is due to its freedom from the very atmosphere it professes to supply. That atmosphere is usually described as an atmosphere of love; and this definition should be sufficient to put any sane person on guard against it. The people who talk and write as if the highest attainable state is that of a family stewing in love continuously from the cradle to the grave, can hardly have given five minutes serious consideration to so outrageous a proposition. . .„

     

     

     

     

    George Bernard Shaw (26 juli 1856 – 2 november 1950)

     

     

     

     

     

    De Franse dichter en essayist Claude Esteban werd geboren op 26 juli 1935 in Parijs. Zie en ook mijn blog van 26 juli 2007 en ook mijn blog van 26 juli 2008 en ook mijn blog van 26 juli 2009.

     

     

    Lumière qui va toujours

    devant, je te prendrai

    par la main, ce sera soudain

    plus simple, les choses

    et les gens, les mots qui durcissaient

    sous la langue, tout

    sera transparent pour nous, lumière

    qui n'as pas de lieu, voilà que tu t'arrêtes

    et que mon mal

    s'arrête aussi et que tu m'attends.

     

     

     

     

    Donnez-moi ce matin, ces heures

    encore du petit matin

    quand tout commence, donnez-moi, je vous prie,

    ce mouvement léger des branches,

    un souffle, rien de plus,

    et que je sois comme quelqu'un

    qui se réveille dans le monde et qui ne sait

    ni ce qui vient ni ce qui va

    mourir, donnez-moi

    juste un peu de cieI, ou ce caillou.

     

     

     

     

     

    Claude Esteban (26 juli 1935 – 10 april 2006)

     

     

     

     

     

    De Spaanse schrijver en dichter Antonio Machado Ruiz werd op 26 juli 1875 in Sevilla geboren. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007 en ook mijn blog van 26 juli 2009.

     

     

     

    The Wind, One Brilliant Day 

     

    The wind, one brilliant day, called

    to my soul with an odor of jasmine.

     

    "In return for the odor of my jasmine,

    I'd like all the odor of your roses."

     

    "I have no roses; all the flowers

    in my garden are dead."

     

    "Well then, I'll take the withered petals

    and the yellow leaves and the waters of the fountain."

     

    the wind left. And I wept. And I said to myself:

    "What have you done with the garden that was entrusted to you?"

     

     

    Vertaald door Robert Bly

     

     

     

     

    Songs of the High Country 

     

    Soria, in blue mountains,

    on the fields of violet,

    how often I’ve dreamed of you

    on the plain of flowers,

    where the Guadalquiviŕ runs

    past golden orange-trees

    to the sea.

     

     

     

     


    Antonio Machado (26 juli 1875 – 22 februari 1939)

     

     

     

     

     

    De Franse schrijver André Maurois (eig. Emile Salomon Wilhelm Herzog) werd geboren op 26 juli 1885 in Elbeuf. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007 en ook mijn blog van 26 juli 2008 en ook mijn blog van 26 juli 2009.

     

    Uit: Le bonheur dans l’action

     

    « Il semble inutile d’escalader les plus hautes montagnes, d’y risquer la mort et le gel, ou de descendre au fond des gouffres. Inutile sauf au bonheur. Ceux qui peuvent, grimpent ; ceux qui ne grimpent pas applaudissent. Et les riches ne sont à peu près heureux que s’ils se servent de leur fortune pour travailler davantage. Après avoir vaincu ses rivaux, le financier continue de risquer pour se dépasser lui-même. Il a plus d’affaires qu’il n’en peut administrer ? Il en crée de nouvelles. Pour un homme qui a gouverné et joué le grand jeu, la retraite est presque insupportable. Il ne peut se désintoxiquer de sa drogue favorite : l’action. Il lui reste la ressource d’écrire ses mémoires et de revivre ainsi ses rudes actions.

    Une société qui permettrait un nouvel Âge d’Or et l’abondance sans travail montrerait qu’elle ne comprend rien à la nature humaine. Il n’y a de bonheur que celui que l’on fait soi-même. Le plaisir de l’écrivain, ce n’est pas le succès, c’est d’écrire. « J’ai parfois entrevu, disait Flaubert, un état supérieur à la vie, pour qui la gloire n’est rien, et le bonheur même inutile…» Inutile, oui, parce que déjà prodigué par l’action de créer. L’ouvrier esclave d’une machine qui lui impose un rythme et des actions monotones subit plus qu’il n’agit. C’est pourquoi il est mécontent. Il retrouvera le bonheur lorsque des robots seront chargés des travaux sans liberté et que l’ouvrier dirigera les robots. L’homme n’aura jamais fini de transformer le monde, de faire des plans, de les éprouver et de les refaire. «Au commencement était l’action».

     

     

     


    Anré Maurois (26 juli 1885 – 9 oktober 1967)

     

     

     

     

     

    De Amerikaanse schrijver Paul Gallico werd geboren op 26 juli 1897 in New York. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007 en ook mijn blog van 26 juli 2008 en ook mijn blog van 26 juli 2009.

     

    Uit: Jennie meine Freundin (Vertaald door Lisa May)

    “Bist du dir im Zweifel, über irgend etwas im Zweifel - wasch dich! Das ist die Grundregel”, sagte Jennie. (..)

    “Hast du irgend etwas angestellt und jemand schilt dich - wasch dich schnell”, fuhr Jennie fort. “Verlierst du das Gleichgewicht und fällst von etwas herunter - wasch dich! Befindest du dich in einem heftigen Streit und möchtest die Feindseligkeiten gern unterbrechen, bis du dich ein wenig gesammelt hast, fang einfach an, dich zu waschen. Vergiß nicht: alle Katzen respektieren einander, wen sie Toilette machen. Das ist unsere erste Regel, was den gesellschaftlichen Anstand betrifft, und die mußt du auch befolgen.

    In welcher Situation und welcher Schwierigkeit du dich auch befinden magst, du kannst nicht fehlgehen, wenn du dich wäscht. Kommst du in ein Zimmer, in dem ein Haufen Leute, die du nicht kennst und die dich verwirren, aufgeregt durcheinanderreden, setz dich einfach in ihre Mitte und putz dich ein bißchen. Dann werden sie sich bald beruhigen und dich ansehen. Erschreckt dich irgendein Geräusch, so

    Bilder von Meine Freundin Jennie/ Gallico, Paul 

    Meine deutschen Ausgaben..daß du entsetzt aufspringst, und jemand, den du kennst, hat gesehen, daß du Angst hattest - fang sofort an, dich zu waschen.

    Ruft dich jemand, und du hast keine Lust, hinzugehen, möchtest den Betreffenden aber auch nicht beleidigen - wasch dich.

    Bist du gerade unterwegs und weißt plötzlich nicht mehr, wohin du eigentlich wolltest, setz dich ein Weilchen und mach dich erstmal frisch. Dann wird es dir schon wieder einfallen. Tut es dir an irgend einer Stelle weh, wasch sie. Bist du es müde, mit jemandem zu spielen, der so freundlich war, sich dafür die Zeit zu nehmen, und du möchtest gerne aufhören, ohne seine oder ihre Gefühle zu verletzen - wasch dich ruhig“.

     



     

    Paul Gallico (26 juli 1897 – 15 juli 1976)

     

     

     

     

     

    De Duitse schrijver en journalist Hans Bergel werd geboren op 26 juli 1925 in Râşnov (Duits:Rosenau), Siebenbürgen ofwel Transsylvanië, Roemenië. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007 en ook mijn blog van 26 juli 2009.

     

    Uit: Trauer im Zeichen doppelter Erschütterung


    „Als ich im Januar 1962 als politischer Strafgefangener in einem Zwangsarbeitslager an der unteren Donau bei 32 Kältegraden die Hand des sterbenden 28-jährigen Arztes Dr. Mehedinţ in meiner Hand hielt, bis sie erkaltete, hatte ich eine dieser Formen kennen gelernt. Der Uniformierte, der dem Arzt mit dem Schlag eines Spatens den Schädel zertrümmert hatte, weil er mit dem vollbeladenen Schubkarren auf dem vereisten Brettersteg gestürzt und nicht schon in derselben Sekunde wieder aufgestanden war, hatte sich nach dem Hieb vor uns aufgebaut, sich eine Zigarette angezündet und zwischen zwei Zügen in die vom Blut roten Schneebrocken neben dem Gesicht mit den erloschenen Augen gespuckt, hinter sich zwei Bewaffnete der Eskorte unseres Arbeitstrupps, die auf mich gerichteten Maschinenpistolen in den Fäusten.

    Wenn ich in den folgenden Minuten der Toten im ehemaligen riesigen Herrschaftsbereich kommunistischer Diktatoren gedenken soll – wie mein Auftrag für diese Feierstunde lautet –, kann ich es nur im Zeichen der Teilhabe an Bildern wie diesem tun. Die Zahl der Variationen solcher Bilder ist unbegrenzt, die Vielfalt schmerzhaften Rückblicks ebenfalls, und die Auffassung vom Tod als einem zum Ganzen unseres Daseins gehörenden natürlichen Teil verliert für mich jenen Akzent an Verbindlichkeit, die ihm nach meinem Dafürhalten in unserer redseligen Welt allzu schnell zugesprochen wird.“

     

     

     


    Hans Bergel (
    Râşnov, 26 juli 1925)

    26-07-2010 om 21:01 geschreven door Romenu  


    20-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Henk Hofland

    De Nederlandse schrijver, journalist, commentator, essayist en columnist Henk Hofland werd geboren in Rotterdam op 20 juli 1927. Hofland studeerde aan Nijenrode en kwam in 1953 in dienst bij de buitenlandredactie van het Algemeen Handelsblad en kreeg later de leiding over het zaterdagse supplement. Daarna werd hij adjunct-hoofdredacteur en later hoofdredacteur van de krant. De fusie in 1970 met de Nieuwe Rotterdamsche Courant tot het huidige NRC Handelsblad betekende tevens de val van Hofland. Hierna bouwde hij als freelancer voor diverse media een reputatie van respectabel politiek commentator, columnist en publicist op, met veel aandacht voor de Verenigde Staten. Ook van de ontwikkelingen in het Oostblok deed hij langere tijd verslag; hij maakte diverse reizen door de toenmalige Oostbloklanden, nog voor de val van de muur. New York City beschouwt Hofland als zijn tweede stad. Jaarlijks verblijft hij daar meerdere malen in hetzelfde hotel, en verwerkt zijn waarnemingen in zijn columns. Hofland kreeg in 1992 de Audax columnistenprijs, ontving in 1996 de Gouden Ganzenveer en werd in 1999 door zijn collega's uitgeroepen tot Journalist van de Eeuw.

     

    Uit: De voetbalbeschaving (column)

     

    „Maar terwijl we de indruk krijgen dat van tijd tot tijd de nationale noodtoestand dreigt, vooral bij wat we evenementen noemen, ontbreekt het aan een analyse van de oorzaken. Wie zijn de ‘raddraaiers’; waarom doen ze het; waarom begrijpen ze niet dat hun geweld en kabaal in het nadeel is van het algemeen belang waarin ze zelf ook hun aandeel hebben? Mijn antwoord klinkt misschien wat ouderwets. Het is een kwestie van opvoeding. Sinds al een jaar of twintig heeft Nederland 250.000 analfabeten die volstrekt niet kunnen lezen en schrijven, en 1,3 miljoen functioneel analfabeten of laaggeletterden die alleen de allersimpelste tekst kunnen begrijpen. De grote meerderheid is autochtoon. Ze betrekken hun informatie vrijwel uitsluitend van de televisie, en dan van de platste programma’s waaraan steeds minder gebrek is. Dat is nu eenmaal de trend die ook bij de serieuze media waarneembaar is. Alles moet leuker want anders gaan we failliet.

    Dit meer dan een miljoen analfabeten is een generatie die nu op het punt staat om kinderen te krijgen. Opvoeden bestaat voor een groot deel uit de overdracht van normen en waarden, nieuwsgierigheid en leergierigheid. Deze analfabeten dragen hun onkunde, hun onverschilligheid, misschien hun haat tegen de reguliere samenleving over op hun kinderen.

    Laatste nieuws op dit gebied: 145.000 jongeren zitten op ‘zwakke scholen’; de burger moet de politie beter gaan helpen want de ordebewaarders kunnen het niet meer alleen af; in Nederland zijn volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau volledig uitgesloten van sociaal verkeer; en het zogeheten ‘comazuipen’ onder jongeren is het afgelopen jaar met 45 procent gestegen, 500 pubers zijn met alcoholvergiftiging in het ziekenhuis beland.

    Gebrek aan algemene kennis is als een gletsjer die langzaam in de maatschappij schuift. Misschien hebben we een jaar of twintig geleden de grondslag gelegd voor een nieuw lompenproletariaat, waarvoor we nu de rekening gepresenteerd krijgen. Dat is dan uiteindelijk ook het gevolg van het eindeloze geëxperimenteer en gehannes met ons onderwijs. En als we nu beginnen met het herstel, zou het nog wel een generatie kunnen duren voor de toen aangerichte schade is hersteld.“

     

     

     
    Henk Hofland (Rotterdam, 20 juli 1927)

    20-07-2010 om 00:00 geschreven door Romenu  


    Tags:Henk Hofland, Romenu
    05-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geert Buelens

    De Vlaamse dichter, essayist, columnist Geert Buelens werd geboren in Duffel op 5 februari 1971.Buelens debuteerde in 2002 met de bundel Het is. Dit debuut werd bekroond met de Lucy B. en C.W. Van der Hoogtprijs 2003 en werd genomineerd voor de C. Buddingh'prijs 2002. Drie jaar later verscheen de opvolger: Verzeker u. In december 2003 ontving Buelens van toenmalig Vlaams minister van cultuur Paul Van Grembergen de Vlaamse Cultuurprijs voor Essay 2000-2002 voor Van Ostaijen tot heden: zijn invloed op de Vlaamse poëzie. Met deze omvangrijke geschiedenis van de Vlaamse poëzie sleepte hij ook de Prijs van de Provincie Antwerpen voor Essay in de wacht. Voor een apart verschenen essay over dichtende politici kreeg hij de 'kleine' Jan Hanlo - essayprijs in 2003. Buelens werkte samen met Jan Goossens en David Van Reybrouck mee aan Waar België voor staat (2007). Buelens schreef voor De Morgen en was jarenlang redacteur van het literaire tijdschrift Yang, waarin hij gedichten en essays publiceerde. Dit was ook het geval voor onder meer Bzzlletin en Het liegend konijn. Buelens was gedurende enkele jaren docent aan de Universiteit Antwerpen. In mei 2005 maakte hij een overstap naar de Universiteit van Utrecht waar hij werd aangesteld als hoogleraar Nederlandse letterkunde.

     

     

    Represaille 1

     

    Het is een vorm van Japan
    die gevuld wil
    Hij wordt eruit gezet
    en vecht zich dan terug naar binnen
    Hij is bijzonder kwetsbaar
    vooral aan de hoeken
    waar nagels zitten

    Wat doet hier toch dat leger
    buigzwammen?
    Maken ze geen misbruik
    van hun peen en van hun
    slag?
    O - het leeuwendeel van de overmacht
    plooit zich dubbel en dan
    terug

    Weer komt het goed

    We slapen uit tot morgenvroeg

     

     

     

     

    Verwant


    Jij bent de engel die neemt
    die altijd opnieuw door hologige blikken staart
    en het leven afroept als een vraag

    Wat als we het aflopen als een berg
    wat als een teken dat verwijst en dan toch
    het hart doorboort

    Wat als een oord dat door geen mens bezocht
    verkapt een dak aanbiedt

    Ik schroef het hoofd eraf en giet het leeg
    genoeg gekelderd en gekraakt

    Ik stel de vraag opnieuw
    en verwacht niet langer wat
    als dit wat als dat

    De wagen rijdt voor en kan zo vertrekken
    de deur staat zo open als

     

     

     

     

    Geert Buelens (Duffel, 5 februari 1971)

    05-02-2010 om 00:00 geschreven door Romenu  


    Tags:Geert Buelens, Romenu
    01-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Patrick Besson, John Masefield, Ferdinand Raimund, Peter de Mendelssohn, Colleen McCullough, Macedonio Fernández, Dennis Gaens, Jeroen Theunissen

    De Franse schrijver en journalist Patrick Besson werd geboren op 1 juni 1956 in Montreuil. Zie ook mijn blog van 1 juni 2007 en ook mijn blog van 1 juni 2008.

     

    Uit: Les Frères de la consolation

     

    “Maintenant, Srdjan et Gavroche déambulaient dans Belgrade, n'ayant même pas pris le temps de changer de vêtements ni de faire leur toilette. Le Serbe montrait au petit Parisien les endroits où il avait joué avec son frère aîné Milos quand ils étaient enfants. Il racontait comment Milos et lui se bousculaient dans les escaliers, chatouillaient le cul des poules, apostrophaient les marchands turcs. Srdjan avait demandé à Gavroche, une fois qu'il serait à Belgrade, de ne plus rien voler.

    « _De toute façon, dit-il, tu vis maintenant au milieu d'une famille serbe et tu disposeras de tout ce qui est aécessaire à un garçon de ton âge.

    _ Moi, j'ai une morale : chaque homme doit gagner son pain.

    _ Tu n'es pas un homme, mais un garçon, et à Paris ton pain tu ne le gagnais pas, tu le volais. »

    Srdjan apprenait quelques mots serbes à Gavroche, que l'autre retenait facilement, car dans cette tête bien faite on n'avait jamais rien mis et il y avait donc beaucoup de place. Gavroche devint en quelques heures un fanatique de la cuisine des rues belgradoises, avalant force burek et cevapcici avec le même appétit qu'il avait, à Paris, pour les glaces et les gâteaux. Même l'oignon cru ne le rebuta pas et il eut bientôt l'haleine matinale du vrai Serbe. En revenant vers la maison, il ne put s'empêcher de dire à Srdjan qu'à côté de Paris, Belgrade était une ville minuscule et qu'il allait s'y amuser beaucoup moins, surtout si on ne lui permettait pas d'y voler les gens.

    « Ce n'est plus le moment de t'amuser, dit Srdjan, mais de travailler. Milena et moi, nous tenons à ce que tu fasses des études.

    - Aïe, aïe, aïe, mais pourquoi diable suis-je allé me fourrer dans cette rue de la Chanvrerie, moi !...

    - Tu n'as pas envie de devenir le premier médecin serbe ?

    - II n'y a pas de médecin serbe ?

    - Je ne crois pas, non...

    - Et si je tombe malade, qu'est-ce que je fais ?

    - Nous avons d'excellents vétérinaires."

     

     

     

     

    Besson

    Patrick Besson (Montreuil, 1 juni 1956)



    De Engelse dichter en schrijver
    John Edward Masefield  werd geboren op 1 juni 1878 in Ledbury, in Herefordshire. Zie ook mijn blog van 1 juni 2006  en ook mijn blog van 1 juni 2007 en ook mijn blog van 1 juni 2008.


    Trade Winds

      

    IN the harbor, in the island, in the Spanish Seas,

    Are the tiny white houses and the orange trees,

    And day-long, night-long, the cool and pleasant breeze

    Of the steady Trade Winds blowing.

     

    There is the red wine, the nutty Spanish ale,

    The shuffle of the dancers, the old salt's tale,

    The squeaking fiddle, and the soughing in the sail

    Of the steady Trade Winds blowing.

     

    And o' nights there's fire-flies and the yellow moon,

    And in the ghostly palm-trees the sleepy tune

    Of the quiet voice calling me, the long low croon

    Of the steady Trade Winds blowing.

     

     

     

     

    Tewkesbury Road

      

    IT is good to be out on the road, and going one knows not where,

    Going through meadow and village, one knows not whither or why;

    Through the grey light drift of the dust, in the keen cool rush of the air,

    Under the flying white clouds, and the broad blue lift of the sky.

     

    And to halt at the chattering brook, in a tall green fern at the brink

    Where the harebell grows, and the gorse, and the foxgloves purple and white;

    Where the shifty-eyed delicate deer troop down to the brook to drink

    When the stars are mellow and large at the coming on of the night.

     

    O, to feel the beat of the rain, and the homely smell of the earth,

    Is a tune for the blood to jig to, and joy past power of words;

    And the blessed green comely meadows are all a-ripple with mirth

    At the noise of the lambs at play and the dear wild cry of the birds.



    Masefield

    John Edward Masefield (1 juni 1878 – 12 mei 1967)

    Met zijn echtgenote, 1923

     

     

     

     

     

    De Oostenrijkse schrijver Ferdinand Raimund werd geboren op 1 juni 1790 in Wenen. Zie ook mijn blog van 1 juni 2006 en mijn blog van 1 juni 2007 en ook mijn blog van 1 juni 2008.

     

     

    Lied

     

    Da streiten sich die Leut’ herum

    Oft um den Wert des Glück’s,

    Der Eine heißt den Andern dumm,

    Am End’ weiß keiner nix.

    Das ist der allerärmste Mann,

    Der And’re oft zu reich,

    Das Schicksal setzt den Hobel an

    Und hobelt’s Beide gleich.

     

    Die Jugend will halt stets mit G’walt

    In Allem glücklich sein,

    Doch wird man nur ein Bissel alt

    Da gibt man sich schon drein.

    Oft zankt mein Weib mit mir, O Graus!

    Das bringt mich nicht in Wut

    Da klopf ich meinen Hobel aus

    Und denk’ Du brummst mir gut.

     

    Zeigt sich der Tod einst mit Verlaub

    Und zupft mich: Brüderl kum,

    Da stell’ ich mich im Anfang taub,

    Und schau’ mich gar nicht um.

    Doch sagt er: Lieber Valentin

    Mach’ keine Umständ, Geh’!

    Da leg’ ich meinen Hobel hin,

    Und sag’ der Welt Adje!

     

     

     

     

    Ferdinand_Raimund_Litografie_Josef_Kriehuber_1835_small

    Ferdinand Raimund (1 juni 1790 - 5 september 1836)

    Litografie van Josef Kriehuber, 1835





     

    De Duitse schrijver, essayist en journalist Peter de Mendelssohn werd op 1 juni 1908 in München. Zie ook mijn blog van 1 juni 2007.

     

    Uit: Der Zauberer

     

    “„Es sei in seinen jungen Jahren gewesen, als er (Thomas Mann..) mit seinem Bruder die Sommerwochen in Palestrina verbrachte, und dort habe er im steinernen Saal in der Nachmittagshitze urplötzlich, auf dem schwarzen Sofa sitzend, einen Fremdling erblickt, von dem er gewußt habe, daß er kein anderer als der Teufel gewesen sei.“

     



    mendelssohn

    Peter de Mendelssohn (1 juni 1908 – 10 augustus 1982)




    De Australische schrijfster Colleen McCullough werd geboren op 1 juni 1937 in Wellington. Zie ook mijn blog van 1 juni 2007.

     

    Uit: Morgan's Run

     

    „Every head save Richard Morgan's lifted and turned toward the door, where a bulky figure stood brandishing a sheet of flimsy. For a moment a pin might have been heard dropping, then a confused babble of exclamations erupted at every table in the tavern except for Richard Morgan's. Richard had paid the stirring announcement scant heed: what did war with the thirteen American colonies matter, compared to the fate of the child he held on his lap? Cousin James-the-druggist had inoculated the little fellow against the smallpox four days ago, and now Richard Morgan waited, agonized, to see if the inoculation would take.

    "Come in, Jem, read it to us," said Dick Morgan, Mine Host and Richard's father, from behind his counter.

    Though the noonday sun shone outside and light did diffuse through the bullioned panes of Crown glass in the windows of the Cooper's Arms, the large room was dim. So Mr. James Thistlethwaite strolled over to the counter and the rays of an oil lamp, the butt of a horse pistol protruding from each greatcoat pocket. Spectacles perched upon the end of his nose, he started to read aloud, voice rising and falling in dramatic cadences.


     colleen_mccullough
    Colleen McCullough (Wellington, 1 juni 1937)

     

     

     

     

     

    De Argentijnse schrijver Macedonio Fernández werd geboren op 1 juni 1874 in Buenos Aires. Daar studeerde hij in 1897 af in de rechten en werd hij eerst advocaat. Hij trouwde en kreeg vier kinderen. Toen zijn vrouw in 1920 stierf gaf hij zijn baan als advocaat op en werden zijn kinderen verder door hun grootouders opgevoed. In 1928 verscheen No toda es vigilia la de los ojos abiertos. Zijn beroemde roman Museo de la Novela de la Eterna, waaraan hij kort daarna al begon te schrijven, verscheen pas na zijn dood. Fernández schreef behalve romans ook verhalen, essays, gedichten en teksten die niet goed te kwalificeren zijn.

     

    Uit: The Museum of Eterna’s Novel (Vertaald door Margaret Schwartz)

    „The genre of there-never-was, so frequently invoked, but without precedents, will make its debut here, since it has never existed itself, there never has been a there-never-was, yet there will be in the current year, and, as is only fair, in Buenos Aires, the first city of the world to present itself in this category, the only city that is equally good for the conclusion of a trip around the world as for the start of one, a city that serves this purpose for trips started wherever else, as various and continual world navigators have successively discovered, with any around the world trips—whether they start in Berlin or Rio de Janeiro—being consumed, without regard for its future plans, in Buenos Aires, where it lingers, whispering its disdain for the other legs of the trip, instead going off into the streets, tramways and public works of Buenos Aires, buying a little house, getting married, and producing offspring, all of which has the fullness and heroism of the fulminous completion of the whole trip.

    With this genre, humanity will finally lay eyes upon the never-before-seen, a display of there-never-was; it won’t be a bridge that’s always dry, a conjugal frigidity, a religious war between peoples without religion, or other things that haven’t been seen. The never-before-seen will really be seen; this isn’t fantasy, it’s something else: the first example in this genre will be a novel. I’m just about to publish it, as the manuscript critics have already mentioned, admiringly, “it’s a novel that has never been written before.” And it hasn’t been written yet, but there’s only a little ways to go.

    Such a collection of events is contained in the novel that there’s practically nothing left over to happen in the streets, houses, and plazas; the papers, confronted with this lack of current events, will have to content themselves with citing the novel: “the following exchange took place in the middle of the afternoon yesterday in the novel of Eterna”; “this morning the Sweetheart is smiling”; “the President of the Novel, responding in person to the rumors circulating among his numerous readers, told us that today he will positively launch his plan for the hystericization of Buenos Aires and the conquest, in the name of aesthetic salvation, of our population by humor.”

     

     

     

    macedonio
    Macedonio Fernández (1 juni 1874 – 10 februari 1952)





    Onafhankelijk van geboortedata:


    De Nederlandse dichter Dennis Gaens werd geboren in Susteren in 1982. Hij woont en werkt in Nijmegen en is lid van de literaire broederschap De Mugwumps, dat in 2006 debuteerde met de bundel Gootlanding. Daarnaast is hij werkzaam in de redactie van literair tijdschrift Op Ruwe Planken en tot voor kort als columnist voor Club Propaganda. Sinds kort werkt hij ook bij de Wintertuin, een literair productiehuis. In 2005 won hij de Nijmeegse voorronde van de door Passionate georganiseerde schrijfwedstrijd 'Write Now!' Hij trad op bij: Bunkerfestival, Wintertuin, Cafestival, Write Now, Onbederf'lijk vers, Lava Live, ViRi en Lowlands en de theatershows van de Mugwumps.

     

     

    veertig graden

     

    als we de kou hierbinnen
    de ruimte geven
    en onze koorts buiten
    op straat laten spelen

    ons zweet tussen
    de groeven van klinkers
    en door blaren in het asfalt
    omhoog laten komen
    de straat overstromen

    lantaarnpalen laten smelten
    dwars over de weg alleen
    de stoep begaanbaar houden

    met onze ruggengraat
    door drempels breken
    het bestemmingsplan
    laten getuigen van
    de onrust in onze botten

    als we onze koorts
    in straten laten razen
    zijn we 38, 39, 40
    dichterbij de zon




     

    dennis_gaens
    Dennis Gaens (Susteren, 1982)

     

     

    De Vlaamse dichter en schrijver Jeroen Theunissen werd geboren in Gent in 1977. Hij studeerde Germaanse taal - en letterkunde. Naast leerkracht Nederlands en Engels is hij dichter en prozaschrijver, recenseert hij voor "De Tijd" en publiceert hij essays. Hij was ook writer-in-residence van het tijdschrift Yang, een voorrecht dat eerder onder andere Louis Paul Boon en Pol Hoste ten deel viel. Jeroen Theunissen publiceerde reeds gedichten in de tijdschriften "Deus ex machina" en "Dietsche Warande & Belfort". In 2004 verscheen zijn debuutroman De onzichtbare. Een jaar later debuteerde hij als dichter met zijn bundel Thuisverlangen. In 2006 verscheen Het einde.

     

     

     

    Vergelijking met de dood

     

    Met de dood is het als met een toerist die
    het mooiste meest authentieke plekje niet vond
    en aan de rotonde rondjes bleef draaien
    omdat hij de plaatselijke taal niet verstond en

    hoewel hij de weg in gebroken Engels kon vragen
    aan een beleefde local die het nut voor commercie
    wel inzag bleef de dood op een afstand rondjes
    draaiend binnensmonds vloeken om zijn eigen inertie.

     

     

     

     

    Theunissen2

    Jeroen Theunissen (Gent, 1977)

    01-06-2009 om 00:00 geschreven door Romenu  


    Tags:Patrick Besson, John Masefield, Ferdinand Raimund, Peter de Mendelssohn, Colleen McCullough, Macedonio Fernández, Dennis Gaens, Jeroen Theunissen




    Inhoud blog
  • Erik Spinoy, Arthur Conan Doyle, Gérard de Nerval
  • Emile Verhaeren, Gabriele Wohmann, Urs Widmer
  • Annie M.G. Schmidt, Hanna Krall, Honoré de Balzac, Wolfgang Borchert, Gerrit Achterberg
  • Ruskin Bond, Rahel Varnhagen, Jodi Picoult, Lorraine Hansberry, Anna Jameson
  • Gunnar Gunnarsson, W.G. Sebald, Yi Mun-yol, Ernst Wiechert, Omar Khayyam, Markus Breidenich
  • Christi Himmelfahrt (Annette von Droste-Hülshoff)
  • Gary Paulsen, Peter Høeg, Lars Gustafsson, Jacint Verdaguer, Dorothy Richardson
  • Juan Rulfo, Adrienne Rich, Olga Berghol, Friedrich Rückert, Jakob van Hoddis
  • André Brink, G. K. Chesterton, Eduard Escoffet, Leah Goldberg, Mohsen Makhmalbāf, Hans Weigel
  • Mario Vargas Llosa, Walter van den Broeck, Nelson Algren, Chrétien Breukers, Lauren Weisberger

    Blog als favoriet !

    Archief per dag
  • 22-05-2012
  • 21-05-2012
  • 20-05-2012
  • 19-05-2012
  • 18-05-2012
  • 17-05-2012
  • 16-05-2012
  • 28-05-2011
  • 28-03-2011
  • 27-03-2011
  • 26-03-2011
  • 25-03-2011
  • 24-03-2011
  • 23-03-2011
  • 22-03-2011
  • 21-03-2011
  • 20-03-2011
  • 19-03-2011
  • 18-03-2011
  • 17-03-2011
  • 16-03-2011
  • 15-03-2011
  • 14-03-2011
  • 13-03-2011
  • 12-03-2011
  • 11-03-2011
  • 10-03-2011
  • 09-03-2011
  • 08-03-2011
  • 07-03-2011
  • 06-03-2011
  • 05-03-2011
  • 04-03-2011
  • 03-03-2011
  • 02-03-2011
  • 01-03-2011
  • 28-02-2011
  • 27-02-2011
  • 26-02-2011
  • 25-02-2011
  • 24-02-2011
  • 23-02-2011
  • 22-02-2011
  • 21-02-2011
  • 20-02-2011
  • 19-02-2011
  • 18-02-2011
  • 17-02-2011
  • 16-02-2011
  • 15-02-2011
  • 14-02-2011
  • 13-02-2011
  • 12-02-2011
  • 11-02-2011
  • 10-02-2011
  • 09-02-2011
  • 08-02-2011
  • 07-02-2011
  • 06-02-2011
  • 05-02-2011
  • 04-02-2011
  • 03-02-2011
  • 02-02-2011
  • 01-02-2011
  • 31-01-2011
  • 30-01-2011
  • 29-01-2011
  • 28-01-2011
  • 27-01-2011
  • 26-01-2011
  • 25-01-2011
  • 24-01-2011
  • 23-01-2011
  • 22-01-2011
  • 21-01-2011
  • 20-01-2011
  • 19-01-2011
  • 18-01-2011
  • 17-01-2011
  • 16-01-2011
  • 15-01-2011
  • 14-01-2011
  • 13-01-2011
  • 12-01-2011
  • 11-01-2011
  • 10-01-2011
  • 09-01-2011
  • 08-01-2011
  • 07-01-2011
  • 06-01-2011
  • 05-01-2011
  • 04-01-2011
  • 03-01-2011
  • 02-01-2011
  • 01-01-2011
  • 31-12-2010
  • 30-12-2010
  • 29-12-2010
  • 28-12-2010
  • 27-12-2010
  • 26-12-2010
  • 25-12-2010
  • 24-12-2010
  • 23-12-2010
  • 22-12-2010
  • 21-12-2010
  • 20-12-2010
  • 19-12-2010
  • 18-12-2010
  • 17-12-2010
  • 16-12-2010
  • 15-12-2010
  • 14-12-2010
  • 13-12-2010
  • 11-12-2010
  • 10-12-2010
  • 09-12-2010
  • 08-12-2010
  • 07-12-2010
  • 06-12-2010
  • 05-12-2010
  • 04-12-2010
  • 03-12-2010
  • 02-12-2010
  • 01-12-2010
  • 30-11-2010
  • 29-11-2010
  • 28-11-2010
  • 27-11-2010
  • 26-11-2010
  • 25-11-2010
  • 24-11-2010
  • 23-11-2010
  • 22-11-2010
  • 21-11-2010
  • 20-11-2010
  • 19-11-2010
  • 18-11-2010
  • 17-11-2010
  • 16-11-2010
  • 15-11-2010
  • 14-11-2010
  • 13-11-2010
  • 12-11-2010
  • 11-11-2010
  • 10-11-2010
  • 09-11-2010
  • 08-11-2010
  • 07-11-2010
  • 06-11-2010
  • 05-11-2010
  • 04-11-2010
  • 03-11-2010
  • 02-11-2010
  • 01-11-2010
  • 31-10-2010
  • 30-10-2010
  • 29-10-2010
  • 28-10-2010
  • 27-10-2010
  • 26-10-2010
  • 25-10-2010
  • 24-10-2010
  • 23-10-2010
  • 22-10-2010
  • 21-10-2010
  • 20-10-2010
  • 19-10-2010
  • 18-10-2010
  • 17-10-2010
  • 16-10-2010
  • 15-10-2010
  • 14-10-2010
  • 13-10-2010
  • 12-10-2010
  • 11-10-2010
  • 10-10-2010
  • 09-10-2010
  • 08-10-2010
  • 07-10-2010
  • 06-10-2010
  • 05-10-2010
  • 04-10-2010
  • 03-10-2010
  • 02-10-2010
  • 01-10-2010
  • 30-09-2010
  • 29-09-2010
  • 28-09-2010
  • 27-09-2010
  • 26-09-2010
  • 25-09-2010
  • 24-09-2010
  • 23-09-2010
  • 22-09-2010
  • 21-09-2010
  • 20-09-2010
  • 19-09-2010
  • 18-09-2010
  • 17-09-2010
  • 16-09-2010
  • 15-09-2010
  • 14-09-2010
  • 13-09-2010
  • 12-09-2010
  • 11-09-2010
  • 10-09-2010
  • 09-09-2010
  • 08-09-2010
  • 07-09-2010
  • 06-09-2010
  • 05-09-2010
  • 04-09-2010
  • 03-09-2010
  • 02-09-2010
  • 01-09-2010
  • 31-08-2010
  • 30-08-2010
  • 29-08-2010
  • 28-08-2010
  • 27-08-2010
  • 26-08-2010
  • 25-08-2010
  • 24-08-2010
  • 23-08-2010
  • 22-08-2010
  • 21-08-2010
  • 20-08-2010
  • 19-08-2010
  • 18-08-2010
  • 17-08-2010
  • 16-08-2010
  • 15-08-2010
  • 14-08-2010
  • 13-08-2010
  • 12-08-2010
  • 11-08-2010
  • 10-08-2010
  • 09-08-2010
  • 08-08-2010
  • 07-08-2010
  • 06-08-2010
  • 05-08-2010
  • 04-08-2010
  • 03-08-2010
  • 02-08-2010
  • 01-08-2010
  • 31-07-2010
  • 30-07-2010
  • 29-07-2010
  • 28-07-2010
  • 27-07-2010
  • 26-07-2010
  • 20-07-2010
  • 05-02-2010
  • 01-06-2009

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    J. C. Bloem

    De Nederlandse dichter Jakobus Cornelis Bloem werd geboren op 10 mei 1887 in Oudshoorn. Bloem stamde uit een stijlvolle, patricische familie. Op 12 mei 1921 verscheen eindelijk Het verlangen, vooral dank zij de krachtdadige hulp van zijn vriend Jan van Krimpen, die ook de typografie verzorgde In 1925 ontmoette Bloem de 19-jarige Clara Eggink. Het volgende jaar trouwden zij. Vrijwel tegelijk met de geboorte van hun zoon Wim op 8 september 1927 werd Bloem ontslagen bij de NRC. In mei 1928 werd Bloem benoemd tot griffier aan het kantongerecht De Lemmer, uit welk 'Friesch Cayenne' hij in 1931 werd overgeplaatst naar Breukelen. Afgezien van kleine opflakkeringen in 1924/25 en 1929 (samen vijf verzen), duurde het tot 1930 voor hij weer 'aan de schrijverij' raakte. Dit resulteerde in het jaar daarop in de bundel Media vita. Tussen 1934 en 1937, maar vooral in dat laatste jaar, schreef Bloem de verzen die uitkwamen als De nederlaag. Zijn Verzamelde gedichten verschenen in 1947, al spoedig enige malen herdrukt, en daarmee kwam eindelijk ook de officiële erkenning van zijn dichterschap: Constantijn Huygens-prijs (1949), P.C. Hooftprijs (1952), en ten slotte de grote Prijs der Nederlandse Letteren (1965). Na een langdurige ziekte die hem volstrekt hulpbehoevend maakte, overleed Bloem op 10 augustus 1966. Hij werd begraven in Paasloo (Overijssel).

    Foto

    Foto

    Rainer Maria Rilke

    Rilke werd op 4 december 1875 geboren in Praag. Hij had al naam gemaakt als dichter met zijn bundels Das Stundenbuch en Das Buch der Bilder, toen hij de literaire wereld versteld deed staan en wereldfaam verwierf met de publicatie van zijn twee delen Neue Gedichte in 1907 en 1908. Hij verzamelde daarin het beste werk uit een van zijn vruchtbaarste periodes, die hij grotendeels doorbracht in Parijs. Rilke was daar diep onder de indruk gekomen van Rodin, bij wie hij een tijdlang in dienst was als particulier secretaris. Rodin, zei hij later, had hem leren kijken. Dit kijken kwam neer op intense concentratie, om het mysterie te kunnen zien ‘achter de schijnbare werkelijkheid'. Latere en rijpere werken als Duineser Elegien (1912-1923) en het ronduit schitterende Die Sonette an Orfeus (1924) illustreren Rilkes metafysische visie op het onzegbare, dat haar verwoording vindt in een hermetische muzikale taal. Op 29 december 1926 overlijdt Rilke in het sanatorium in Val-Mont aan de gevolgen van leukemie. Enkele dagen later wordt hij, overeenkomstig zijn wens, begraven op het kerkhof van Raron


    Foto

    Foto

    K.P. Kavafis

    K.P. Kavafis werd als kind van Griekse ouders, afkomstig uit Konstantinopel, geboren in 1863 in Alexandrië (tot vandaag een Griekse enclave) waar hij ook het grootste deel van zijn leven woonde en werkte. Twee jaar na de dood van zijn vader verhuist het gezin in 1872 naar Engeland om na een verblijf van vijf jaar naar Alexandrië terug te keren. Vanwege ongeregeldheden in Egypte vlucht het gezin in 1882 naar Konstantinopel, om na drie jaar opnieuw naar Alexandrië terug te gaan. In de jaren die volgen maakt Kavafis reizen naar Parijs, Londen en in 1901 zijn eerste reis naar Griekenland, in latere jaren gevolgd door nog enkele bezoeken. Op de dag van zijn zeventigste verjaardag, in 1933 sterft Kavafis in Alexandrië. De roem kwam voor Kavafis pas na zijn dood, dus postuum. Deels is dat toe te schrijven aan zijn eigen handelswijze. Hij was uiterst terughoudend met de publicatie van zijn gedichten, liet af en toe een enkel gedicht afdrukken in een literair tijdschrift, gaf in eigen beheer enkele bundels met een stuk of twintig gedichten uit en het merendeel van zijn poëzie schonk hij op losse bladen aan zijn beste vrienden.


    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs