Johnny Moss Zoals vele grote spelers werd ook Johnny Moss geboren in Texas, in 1907 in het dorpje Marshall. Het waren de jaren
van de cowboys te paard met de pistolen in de holsters, zoals je ze in films ziet. Waar het poker nu meestal
eerlijk en fair gespeeld wordt, was hetvalsspelen in die tijd de
normaalste zaak van de wereld. Als tiener kwam hij in aanraking met een groep professionele oplichters, die hem de
fijne kneepjes van het valsspelen leerden. Hij gebruikte zijn "opleiding" niet om zelf vals te spelen, maar om
valsspelers te herkennen en deze te ontmaskeren. Zijn eerste baan was in de locale saloon, waar hij ervoor moest
zorgen dat de pokergames fair verliepen. Zo kon hij twee jaar lang de beste lokale spelers observeren en leerde hij
de fijnere kneepjes van het pokeren. Hier werd de bodem gelegd van de illustere gokcarriere van "The Grand Old Man
of Poker".
Met deze "opleiding" trok Johnny Moss het land in, op zoek naar actie. Tijdens een high-stakes game in Oklahoma
krijgt hij al snel door dat de pokerroom opgezet is door oplichters. Boven in het plafond is een kijkgat, waar de
holecards van de spelers bekeken worden. Johnny Moss trekt zijn pistool en roept "moet ik nu echt een paar kogels
het plafond in schieten, of laten jullie hem naar beneden komen?" Ze dachten dat Moss blufte, en de beste man
eindigde met een kogel in zijn reet. Het trekken van een pistool was ook in die tijd vrij normaal. Johnny Moss
heeft vaak tijdens pokergames zijn pistool tegen het hoofd van een oplichter gedrukt en hem gedwongen zich uit te
kleden, om dan allerlei hulpmiddelen en kaarten op het lichaam van diegene aan te treffen. Tijdens een interview
werd hem ooit gevraagd of hij wel eens iemand heeft doodgeschoten. Hij antwoordde daarop droogjes "kweet niet of
hij is overleden."
Moss was naast een begenadigd bowler en golfspeler. Hij heeft in zijn leven ongeveer $2.000.000,00 gewonen met
weddenschappen op bowlen en golfen. Hij is een keer een weddenschap aangegaan met een rijke zakenman om 18 holes
golf te spelen. Moss moest gewoon afslaan van de T's en de zakenman mocht starten vanaf de green, waar Moss de bal
mocht neerleggen. Moss werd gebackt door een stel zware gangsters, en ze speelden voor $50.000,00, per slag
verschil wel te verstaan. Na een hole of 14 staat Moss $250.000,00 in de min. De gangsters zien de bui al hangen en
beginnen een gat te graven waar ze de zakenman in gaan dumpen. Moss slaat echter de laatse paar holes de ene birdie
naar de andere en eindigt $100.000,00 in de plus. De zakenman feliciteert hem en zegt "man, je hebt mazzel gehad"
Moss zijn antwoord: "je moest eens weten ouwe"
Geen makkelijke jongen dus, en al helemaal niet aan de pokertafel. Zijn jaren "on the road" hadden hem de reputatie
bezorgd van een van de beste spelers ter wereld(zelfs Doyle Brunson noemt Johnny Moss zijn pokermentor). In 1949
arriveert gokkoning Nick "The Greek" Dandalos in het casino van Bennie Binion. The Greek wil pokeren voor het
bedrag van $250.000,00 en Bennie stelt zijn goede vriend Johnny Moss aan hem voor. Er werd een tafel opgesteld bij
de ingang van het casino, om aandacht te trekken van de voorbijgangers. Er zijn er een hoop die een glimp van deze
heads-up match hebben kunnen opvangen. De sessie duurde maar liefst vijf maanden (!) voordat "the greek" er genoeg
had en de legendarische woorden sprak "Johnny, ik moet je laten gaan". Moss had hem $2.000.000,00 lichter gemaakt,
een astronomisch bedrag voor die tijd. Moss heeft in zijn leven behalve veel gewonnen, ook belachelijk veel geld
verloren. Hij vergokte zijn vers gewonnen geld vaak meteen met dobbelen en het gokken op sportwedstrijden. Zo gaf
hij een keer twee ton aan zijn vrouw om een huis te kopen, ze mocht zelf uitkiezen welke. Diezelfde avond vergokte
hij de rest van zijn poen en moest hij zijn vrouw de twee ton terugvragen. Moss zou in zijn leven een kleine
$8.000.000,00 verliezen met het gokken.
Het was dezelfde Bennie Binion die in 1970 het idee kreeg om een wereldkampioenschap pokeren op te zetten. Hij
nodigde de beste acht spelers uit, voor een high-stakes cash game en de spelers mochten zelf na afloop bepalen wie
kampioen werd. Elke speler moest op een briefje schrijven wie zij de beste speler vonden en iedereen schreef zijn
eigen naam op. Pas toen werd gevraagd wie ze de tweede beste speler vonden werd Johnny Moss uitgeroepen tot
wereldkampioen en werd hij de eerste winnaar van de WSOP.
In 1971 koos Binion voor een andere opzet, een $5.000,00 freeze-out toernooi, wat in die tijd echt veel geld was.
Het maakte Moss allemaal niets uit, en won ook maar de tweede WSOP. In '72 en '73 liet hij de eer aan zijn vrienden
Thomas Preston en Buggy Pearson, maar in 1974 sloeg hij weer toe en won de WSOP voor de derde keer, een prestatie
die alleen de legendarische Stu Unger heeft weten te evenaren. (Je kan de drie titels niet helemaal met elkaar
vergelijken, Ungar moest in 1997 312 spelers verslaan en Moss in 1974 16 spelers, maar een kniesoor die daar over
begint, drie titles zijn drie titels.)
Johnny Moss heeft vanaf 1970 tot aan 1995 aan elke WSOP meegedaan en heeft behalve dus die drie wereldtitels nog
vijf andere bracelets op zijn naam geschreven, waaronder drie overwinningen in het seven card stud. Op 16 december
1995 is Johnny Moss overleden. Als eerbetoon zijn de holecards A-10 naar hem vernoemd. Dus voortaan als het tot en
showdown komt en je hebt toevallig deze twee kaarten in je handen, dan is het niet A-10 maar Johnny Moss, een
saluut naar "The Grand Old Man of Poker."