Voorvleugellengte 27-30 mm.Deze citroengele vlinder heeft aan de voorvleugel een puntige vleugelpunt; aan de acchtervleugel bevindt zich halverwege de achterrand een duidelijk puntje. Het vrouwtje is bleekgeel of soms bijna wit.De onderkant van de vleugels is groenachtig van kleur.
Voorkomen: Een algemene standvlinder die verspreid over het hele land voorkomt.
Habitat: Vooral zonnige plaatsen in open bos en langs bosranden,struwelen op braakliggende percelen en houtwallen in landbouwgebieden en tuinen.
Waardplanten: Sprokkelhout en wegedoorn;vooral jonge stuiken op open zonnige plaatsen.