Zeer aangenaam verrast, is het minst wat ik kan melden, door de talrijke bezoekers en reacties. Samen met "Bertje blikt" zijn we de enige Lierse blogs waar mijn zijn "ei" kwijt kan. Velen reageerden op "mensen hebben een weinig-tot-geen luisterend oor". Dat ging van, wij zijn gefrustreerd, ik zou steigeren, dat niet iedereen gedistingeerd en met dezelfde rede reageert tot, u staat toch niet versteld van het voortdurend onderbreken van de spreker. Mijn woorden ga ik hoegenaamd niet terugtrekken en dit was geenszins een verwijt naar de omwonenden, het was enkel een persoonlijke vaststelling. Bereidheid (hoe moeilijk ook) tot luisteren dwingt meer respect af, al verwijt je de tegenpartij van non-communicatie en ben je gefrustreerd, dan het steeds onderbreken van de sprekers in het panel (al leek het voor sommigen een kleutertuin). Over één zaak zijn we het met zijn allen eens, er moet gesaneerd worden. De vraag is wie gaat dat betalen?
WIE BETAALT?
Het decreet op de bodemsanering voerde het begrip saneringsplichtige in. Ondernemers
bij wie verontreiniging vastgesteld wordt, zijn verplicht om de saneringsprocedure op te
starten én te financieren, ook al zijn ze niet verantwoordelijk voor de vervuiling. Ze
kunnen wel de kosten verhalen op de werkelijke saneringsaansprakelijke.
De decreetgever heeft er dus voor geopteerd de kosten (en tijd) voor het opsporen van de
aansprakelijke persoon door te schuiven naar de saneringsplichtige; dit om te beletten dat
de sanering van gronden jaren op zich zou laten wachten. In de praktijk is het evenwel
veelal zo dat de saneringsaansprakelijke (vennootschap / persoon) zoek is, niet meer
bestaat, of ontbonden is.
In de bodemwetgeving is in geval van historische verontreiniging wel één reddingsboei
ingebouwd, nl. de mogelijke classificatie als onschuldig bezitter of gebruiker. Dit is
evenwel gekoppeld aan voorwaarden, men moet bewijzen dat men de vervuiling niet zelf
veroorzaakt heeft én men moet bewijzen dat men niet van de vervuiling op de hoogte was,
of behoorde te zijn, op het ogenblik dat men eigenaar of gebruiker werd
Dat men de verontreiniging niet zelf heeft veroorzaakt, kan meestal nog relatief éénvoudig
aangetoond worden. Dat men niet op de hoogte was of hoorde te zijn, blijkt in de praktijk
zeer moeilijk, soms onmogelijk, te bewijzen. Men moet kunnen aantonen dat op het
ogenblik van verwerving of ingebruikneming er geen (restanten van) installaties van de
vervuilende activiteiten meer zichtbaar waren (bv. fabrieksgebouw, tanks,
brandstofpompen,
.). Op het terrein zelf mag toen niets gewezen hebben op mogelijke
verontreiniging (bv. ophogingen, afwezigheid van plantengroei,
).
Daar het bijzonder moeilijk is om de OVAM hiervan te overtuigen, is die ene ingebouwde
reddingsboei in de praktijk meestal een maat voor niets.
Op vandaag is het dus zo dat in veruit de meeste gevallen de Vlaamse ondernemer
onmiddellijk de procedure moet opstarten en alle onderzoeken en saneringswerken zelf
moet financieren. Hij moet op zijn minst alle kosten voorfinancieren. Het gaat bijna altijd om gigantische bedragen. De zin : "men moet kunnen bewijzen dat men niet van de vervuiling op de hoogte was" is naar de stad toemoeilijk te ontkennen, dus lijkt het mij logisch dat de stad voor de kosten opdraait. Dit is waarschijnlijk een te moeilijke oefening en men haalt een 3de speler in het spel. Dan dient men natuurlijk rekening te houden met "voor wat, hoort wat". Een niet zo makkelijke en evidente beslissing om hier uit te raken. Maar met gezond verstand en rekening houdende met alle actoren, moet men hier toch tot een oplossing komen.
Wat de verkoop van de grond betreft heb ik mijn bedenkingen : Vooraleer er kan overgegaan worden tot de verkoop van een verontreinigd terrein zijn er diverse documenten nodig: -Oriënterend bodemonderzoek (dit mag bij overdracht max 2 jaar oud zijn) -Beschrijvend bodemonderzoek -Bodemsaneringsproject -Borgstelling door koper of door derden Eens aan bovenstaande voldaan, kan er voor de verkoop van het terrein een geldig bodemattest bekomen worden. (uiteindelijke bodemsanering). Vermits momenteel niet aan deze voorwaarden voldaan is, kan de stad de grond niet verkopen (zo mag ik veronderstellen, tenzij men ook hier de waarheid achterhoud).
Wat communicatie betreft met de stad, ook daar hebben alle schrijvers quasi dezelfde mening, die is er omzeggens niet. Daar kan ik mij bij aansluiten en zeker als het handelt om milieuproblemen (zie oud zwembad, afval storten in de Leerbeek, asbest in de Planeetstraat en Hoogeveldweg enz...). Men geeft dikwijls de indruk te "willen" luisteren, maar men drijft zijn zin door met in het achterhoofd zo weing mogelijk mensen te kwetsen (of anders gezegd kiezers te verliezen). Nu ja voor iedereen goed doen is onmogelijk en onbestaande.
Wat de toekomst betreft, van mij (persoonlijk) mag, na een grondige sanering, dit parkgebied park blijven met veel Groen! (what's in a name) (misschien met speelbos en kleutertuin), en opengesteld voor alle Lierenaars en bezoekers van ver daarbuiten. Een prachtige aanvulling op de stadsvesten, de groen omheining van onze stad.
Vanwege een Groen! voorzitter, die van zichzelf weet dat hij de waarheid niet in pacht heeft.
29-05-2008 om 11:28
geschreven door ronyvo
|