Eredienst in het Koninkrijk
Overeenkomstig het vroegste Christelijke geloof, zijn de
hemelse scharen betrokken bij de eredienst omdat Christelijke eredienst zich
afspeelt in het Koninkrijk van God voor de hemelse troon (zie, bij voorbeeld,
Jesaja 6: 1-8).
serafijnen
in de Hagia Sophia
Rond de troon hebben zich ook alle heiligen verzameld (ook
allen die nog in ere gehouden worden op aarde). Zij nemen ook deel aan de
eredienst. Christenen bidden voor degenen die deelnemen aan de Eucharistie, en
zeggen "Bovendien bieden wij u deze geestelijke eredienst voor degenen die
in geloof ons voorgegaan zijn: voorvaderen, vaderen, patriarchen, profeten,
apostelen, predikers, evangelisten, martelaren, belijders, asceten en iedere
rechtvaardige geest die vervolmaakt is door geloof, in het bijzonder onze
heiligste en puurste, gezegendste vrouwe, de Moeder van God en altijd maagd
Maria". Christenen door de eeuwen hebben de "grote wolk van
getuigen" (Heb. 12: 1) erkend, de heiligen ons voorgegaan. Veel Christenen
bidden voor de heiligen hen voorgegaan en verwachten dat die ook voor hen
bidden.
H. Olga
In de
eerste eeuwen waren vele van de grootste stichtende apostolische handelingen in
de Christelijke maatschappijen gedaan door vrouwen. We hebben het voorbeeld van
heilige apostolische vrouwen zoals de H. Helena in het Romeinse Keizerrijk, H.
Nina in Georgië, H. Clothilde in het vroege Frankrijk, Bertha in het vroege
Engeland, H. Ludmilla in het Orthodoxe Tsjechië, Dubrava in het Orthodoxe Polen
en in Rusland de H. Olga.
Eredienst en gebed samen met
de Heiligen
Als Christenen samenkomen voor de eredienst, in het
bijzonder om de Goddelijke Liturgie te vieren, dan erkennen zij dat zij die
niet alleen vieren met degenen die op aarde erbij zijn, maar samen met degenen
die samengekomen zijn als "voor de gemeenschap van eerstgeborenen, die in
de hemel ingeschreven zijn" (Heb. 12:23). De bijzondere heiligen zijn de
heiligen die een bijzonder geestelijk of voorbeeldig leven geleid hebben in
Christus. De kerk houdt hen in ere als geloofsvoorbeelden, voorbeelden voor
ieder die ernaar streeft Christus na te volgen.
Christenen vinden het gewoon om anderen te vragen voor hen
te bidden. Zo vragen ze ook de heiligen die hen voorgegaan zijn voor hen te
bidden. Per slot van rekening weten de bijzondere heiligen ons voorgegaan wat
bidden is, en ze houden daar niet mee op als ze bij de Heer zijn. De heiligen
delen in dezelfde geestelijke gemeenschap als de Orthodoxe Christenen; zij
vormen de gemeenschap der heiligen. Inzoverre is het dus niet anders hen om
voorbede te vragen dan een gelovige op aarde om voorbede te vragen.
Voor de Christen is de dood niet het einde, en ook niet een
eindpunt waarna niets verder gaat. Het leven gaat verder in het Koninkrijk van
God. Zoals Paulus zegt: "ons lichaam (..) verlaten om onze intrek bij de
Heer te nemen" (2 Kor. 5:8). Voor Oosters Orthodoxe Christenen is het
geloven dat het leven doorgaat na de fysieke dood en het contact opnemen met
heiligen die ons zijn voorgegaan voor voorbede iets dat in het verlengde van
elkaar ligt.
De Moeder van God
De Maagd Maria is, volgens de Griekse term
"Theotokos," de God drager, of Moeder van God. Mary bracht Jezus ter
wereld, van wie beleden wordt dat Hij de vleesgeworden God is. In 431 A.D.
gedurende de Nestoriaanse twisten, besloot het Concilie van Efeze tot de term
Theotokos als meest correcte term voor Maria, een term die ook het juiste
Christologische begrip van Jezus als de door God gezondene (Messias) waarborgt.
Twee grote leerstukken kwamen uit dit Concilie: het eerste, de Incarnatie,
wordt nog steeds aanvaard door vrijwel allen die belijden Christen te zijn; het
tweede, Maria als Theotokos, wordt (volgens Orthodoxe Christenen) alleen ten
volle in ere gehouden door Orthodoxe Christenen.
Theotokos
Bevestiging van de Incarnatie
De beslissing van het Concilie over de Incarnatie ligt na
aan het hart van Christenen: dat Jezus Christus volledig mens en volledig God
is. De term Theotokos werd geïntroduceerd om dit begrip te bevestigen. Het woord
betekent God-drager en verklaart dat degene die Maria negen maanden droeg, God
was. Het Concilie besloot dat de twee begrippen hand in hand gaan en niet los
van elkaar genomen kunnen worden zonder het Christendom onrecht te doen. Zoals
Fr. Thomas Hopko zegt, "Jezus Christus, de Zoon, Woord, en beeld van God,
is fysiek en geestelijk gevormd in het lichaam van Maria opdat hij ook zo in
ons gevormd zou kunnen worden (zie Gal. 4:19)".
Deze ererol is duidelijk te zien in de laatste bede in de
litanieën in Orthodoxe diensten: "gedenkend onze heiligste, puurste en
meest glorieuze Vrouwe, de Moeder van God en altijd maagd Maria, met alle
heiligen, laat ons onszelf en elkaar en heel ons leven opdragen aan Christus
onze God." De nadruk is op de gedachtenis als aanleiding om zelf ons te
wijden aan Christus." Door Maria's leven te gedenken, door haar
"gezegend" te noemen, zoals het Nieuwe Testament dat ook doet, wijden
gelovigen zich iedere dag aan de navolging van Christus volgens het beeld en de
wil van God.
Maria en het kind Jezus
Omdat Heiligen een heilig leven leidden zijn zij
rolmodellen geworden, of iconen van hoe nederig, liefhebbend en geestelijk
Christelijk leven zou moeten zijn. De meeste van de vroege Heiligen waren
martelaars die hun leven gaven om hun geloof in Jezus Christus. Dit was niet
alleen een getuigenis van het geloof van de persoon die martelaar werd, maar
ook een getuigenis van Christus' overwinning op de dood. Daarom zijn zoveel
vroege kerken gebouwd met hun altaar over het graf van een martelaar; de dood
van de martelaar was een getuigenis van de opstanding van Jezus Christus, zoals
de Eucharistie die op dat altaar werd gevierd geestelijk voedsel was op de weg
van het eeuwige leven. De Heiligen waren dan wel fysiek dood gegaan, maar de
gelovigen wisten dat ze niet in een uiteindelijke zin dood waren gegaan; ze
leven met Christus in zijn Koninkrijk. Als het "leven na de dood"
deel is van het Christelijke geloof, dan is de grote gemeenschap der heiligen
daar deel van.
De gemeenschap der Heiligen
Dit geloof in de gemeenschap der heiligen gaat terug op de
vroege kerk. Athanasius spreekt erover in zijn tweede pastorale brief over het
Paasfeest uit 330 A.D.. Wat hij zegt is ongetwijfeld de neerslag van een veel
eerdere traditie in de kerk. Hij zegt, "Laat ons dan zo deze hemelse
vreugde vieren, samen met de Heiligen van ouds die hetzelfde feest vierden. Ja,
zij vieren het feest met ons en ze zijn voor ons voorbeelden van leven in
Christus." Let op het verschil in tijd: de Heiligen van ouds vierden het
feest, en nu "vieren zij het met ons." De Heiligen kunnen het feest
vieren omdat ze bij hun dood binnentraden in de gemeenschap van de Heer, die de
dood overstijgt en eeuwig is.
Iconografie en de Incarnatie
Dit begrip van de Heiligen als model of beeld van het
Christelijke leven en van Christus, kan een begrip helpen geven van het Oosters
Orthodoxe gebruik van iconen. De iconen zijn afbeeldingen, of modellen waardoor
de gelovige visueel contact kan krijgen met deze personen die geliefd, geëerd
en herinnerd zijn. Mensen worden sterk beïnvloed door hun zintuigen. Verder is
het Orthodoxe Christelijke geloof concreet en geworteld in de geschiedenis en
de ervaring en gericht op een historische heiland die God is; niet iets
abstracts. In Hebreeën 12, worden Christenen gezien als "ziende op
Jezus..." Zo is het gebruik van iconen niet alleen van praktisch belang,
maar ook een belijdenis van geloof in de incarnatie.
De Oecumenische Concilies werden gehouden om de nature/ het
wezen van Jezus Christus duidelijk te omschrijven. Omdat hij niet alleen
helemaal God maar ook helemaal mens is, kan hij afgebeeld worden in iconen. Iconografie
en de Incarnatie gaan hand in hand.
De fysieke dimensie van de
Eredienst
De Bijbel leert dat God de mens schiep, zowel fysiek als
geestelijk. Het fysieke ontkennen is de schepping ontkennen. Het is een
uitdaging om dit fysieke aspect van de mens op zo'n manier verwoorden dat het
opbouwend is en de mens helpt naar het beeld van Christus te leven.
Verder is de Incarnatie van Jezus, het aannemen van
menselijk vlees en het hebben van zowel een menselijke als een goddelijke natuur,
de ultieme bevestiging van het feit dat de schepping goed geschapen is. De
fysieke kant van het menszijn ontkennen of denigreren, of de geestelijke kant
ophemelen ten koste van de fysieke kant, is simpelweg niet Christelijk. In de
Oosters Orthodoxe eredienst worden alle zintuigen ingeschakeld, door de geur
van wierook, de aanblik van kaarsen en iconen, het horen van gebeden en muziek,
en de smaak van de Eucharistie.
Ernst Benz is een Protestante Theoloog die over de Oosterse
Orthodoxie schrijft. Hij stelt dat je de Oosters Orthodoxe Kerk pas begrijpt
als je het gebruik van iconen begrijpt. Dit begint ermee de relatie tussen God
en mens te zien, want mensen werden naar het beeld en gelijkenis van God
geschapen en dragen de "icoon" van God in zichzelf. Benz gelooft dat
"dit beeld-concept ook de Christologie en de leer van de Drieëenheid
beheerst in de Oosters Orthodoxe kerk." Christus, het goddelijke Woord, is
het beeld van de Vader.
Christus Rex
Het verlossende werk van Jezus Christus, die de icoon van
de Vader is, bestaat uit het vernieuwen van het beeld van God dat verwrongen
was door de zonde. Verlossing is verbonden met dit concept van 'beeld of
gelijkenis'; de verlossing van de mensheid "bestaat erin dat de mensheid
wordt vernieuwd naar het beeld van Jezus Christus, opgenomen in het nieuwe
beeld van Christus en zo door Jezus Christus de vernieuwing van het beeld van
God zijn ervaart."
Iconografie en Jezus Christus
In het hart van alle iconografie staat Jezus Christus en
daarmee God de Vader. De Heilige die afgebeeld wordt in een icoon is 'beeld en
gelijkenis' van Jezus Christus. Door de Heiligen te vereren, vereren Oosters
Orthodoxe Christenen Jezus Christus ("als ze jullie ontvangen, ontvangen
ze mij" Matt. 10:40); dat wil zeggen: God, in wiens beeld en gelijkenis ze
gemaakt werden. Iconen dienen om uit te dagen en te motiveren, om aan te
moedigen en om te zegenen omdat men er Jezus Christus, de hoop op glorie in kan
zien en ervaren.
Oudere Joodse synagogen hadden vaak afbeeldingen van
Bijbelse taferelen, symbolen of verhalen. Archeologisch onderzoek heeft een
grote overeenkomst laten zien tussen de fresco's en mozaïeken die gebruikt
werden in synagogen en die in vroege Christelijke iconografie werden gebruikt.
De opgraving van zowel een synagoge als een Christelijke kerk in Dura-Europos
in Syrië laten dit zien. De oudere Joodse selectie van feiten en verhalen
werden door Christenen geïnterpreteerd in het licht van Christus. Het was het
martelaarschap van gelovigen dat de aanzet gaf tot het schilderen van bepaalde
heiligen. Die iconen getuigen van het eeuwige leven dat hun toeviel in Christus
en dat verkondigd wordt door hun dood.
Synagoge van Dura-Europos
Aanbidding van het volk Israel van het gouden kalf
De zalving van koning David door Samuel
Het splitsen van de Rode Zee door Mozes en de doortocht van de Israelieten
Herodus tempel en de consecratie van het tabernakel
Het vinden van Mozes in zijn korfje in de rivier
|