Leuke verhaaltjes over FC De Kampioenen...
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen


Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

23-02-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 2 – verhaal 12

Vlinders in de buik

 

Bij Pascale

 

Maurice                       Voila, zie, Pascale. Uw wasmachine werkt terug.

Pascale                       Ooh, Maurice, ge zijt een echte stielman.

Maurice                       Ik zeg altijd: als ge ne stielman zijt, ..., dan zijt ge geen stielvrouw.

Pascale                       Aaaah... haha! Ge zijt toch zo’n filosoof, hé, Maurice! Moet je pintje hebben?

Maurice                       Nee bedankt. Heb je geen orangeade?

Pascale                       Een... wat?

Maurice                       Wel, ne gele limonade.

Pascale                       Ah jajaja! Natuurlijk, ‘k was evekes verstrooid...

Maurice                       Nie erg, Pascale, bij mij gebeurt dat ook wel eens.

Pascale                       Zet u, Maurice. En hier zie, uwen gele limo... euh... orangeade!

Maurice                       Ha, dank u, Pascale.

Pascale                       Goh, zeg maar Pascalleke.

Maurice                       Euh... tuurlijk, Pascalleke.

Pascale                       Zeg, Maurice. Is er ook een mevrouw de Praetere?

Maurice                       Aah, ge bedoelt mijn moeder!

Pascale                       Neenee, ik bedoel... hebt gij de ware liefde al gevonden?

Maurice                       Nee...

Pascale                       Ooh, maar dat is fantasti... ik bedoel... ooh, sukkelaar...

 

Bieke komt binnen.

 

Bieke                           Ah, wie we hier hebben, onze Maurice.

Maurice                       Ah, Bieke. Ja, sorry, Pascale, ik moet nu echt gaan... ik moet mijn moeder in bed gaan stoppen voor haar middagdutje.

Pascale                       Ah ja, geen probleem.

Maurice                       Allez, nog een prettige dag, hé!

Pascale                       Ja, dag Maurice... Oooooh, Bieke, ik voel kriebels...

Bieke                           Meent ge da? Vlinders in uwen buik?

Pascale                       Maurice is zo charmant en handig en lief en verstandig en...

Bieke                           Ik hoor het al, ge zijt hopeloos verliefd.

Pascale                       Goh, is dat echt zo duidelijk?

Bieke                           Ja. Zeg, waarom zegt ge dat nie gewoon aan Maurice?

Pascale                       Ja, Bieke, zo gemakkelijk gaat da nie, hé! Ik durf het hem niet te zeggen...

 

 

Bij Boma

 

Balthasar                     En, Maurice, welke wind brengt u hier?

Maurice                       Wel, ik vroeg me af of da Pascale...

Balthasar                     Wat van Pascale?

Maurice                       Wel ja, is zij eigenlijk getrouwd?

Balthasar                     Nog nie, maar ’t zal nie meer lang duren, mijn gedacht!

Maurice                       Hoe? Met wie dan?

Balthasar                     Ha, met mij, tsjiens!

Maurice                       Ah, jullie zijn...

Balthasar                     Jaja, wij zijn voor elkaar gemaakt. Soms wel wat dieptepunten in onze relatie, maar ja... Zeg, waarom moet gij da eigenlijk weten?

Maurice                       Oooh, zomaar, uit nieuwsgierigheid.

 

 

Bij Pol en Doortje, in de loft

 

Bieke                            Dus, ik heb een plan om ons ma en Maurice samen te krijgen...

Doortje                        Vertel...

Bieke                            Wel, we geven aan ons ma een briefje, zogezegd geschreven door Maurice, en we doen hetzelfde met 
 Maurice, zogezegd geschreven door ons ma.

Doortje                        En wat moet er dan op dat briefje staan?

Bieke                            Ik heb hier al een tekstje... ‘Ik hou van jou, je ogen zo blauw, je lippen zo zacht, je glimlach vol pracht; ik zie je 
 graag’. En dan zetten we er een datum en uur op om af te spreken.

Doortje                        Jaja, maar waar afspreken?

Bieke                            In het café, op maandagavond. Dan is ’t toch gesloten.

Doortje                        Oh ja, dat doen we!

 

 

Bij Pascale

 

Bieke komt binnen.

 

Pascale                        Ah, Bieke, kom binnen, kind.

Bieke                            Ma, ik heb fantastisch nieuws! Dit briefje moest ik geven van Maurice aan jou!

Pascale                        Een briefje? En wat staat erop?

Bieke                            Ah, lees maar!

Pascale                       ‘Ik hou van jou, je ogen zo blauw, je lippen zo zacht, je glimlach vol pracht’, getekend Maurice de Praetere. 
 Oooh, Bieke, hij voelt ook iets voor mij! Joepie!

Bieke                            En lees eens eronder.

Pascale                       ‘Laten we eens afspreken. Maandagavond in het café?’ Ooh, da’s geweldig! ’t Café is dan gesloten en dan 
 kunnen we alleen zijn met z’n tweetjes! Joepieee!

 

 

Die maandagavond, in het café

 

Pascale heeft een tafeltje gedekt en enkele kaarsjes aangestoken.

 

Pascale                       Voilà, laat hem nu maar komen!

 

Maurice komt binnen.

 

Maurice                       Dag, Pascale.

Pascale                       Oooh, Maurice... Ik heb lekker gekookt!

Maurice                       Dat had je nu echt niet moeten doen.

Pascale                       Toch wel, Maurice. Je bent het waard.

Maurice                       Ik zeg altijd: als je iets waard bent, ben je een heel kostbaar mens.

Pascale                       Ah euh... ha jajaja... Ik moet even naar de keuken, hoor.

Maurice                       Ja, doe maar gerust, Pascale...

Pascale                       Pascalleke, Maurice!

Maurice                       Ja, tuurlijk, Pascalleke.

 

Pascale komt terug van de keuken.

 

Pascale                       Ik vond uw briefje trouwens heel romantisch?

Maurice                       Hoe? Mijn briefje? Uw briefje was heel romantisch!

Pascale                       Mijn briefje? Maar ik heb geen briefje geschreven!

Maurice                       Jawel... ‘Ik hou van jou, je ogen zo blauw’...

Pascale                       ‘Je lippen zo zacht, je glimlach vol pracht’?

Maurice                       Ja, inderdaad.

Pascale                       Ik heb juist hetzelfde briefje gekregen. Maar ik begrijp al hoe de vork aan de steel zit... Ons Bieke zit daar voor iets tussen! Maar euh, Maurice, voelt gij eigenlijk... enfin ja... ook iets voor... mij?

Maurice                       Ik moet toegeven van wel, Pascale... Pascalleke, maar ge zijt al bezet, dus ja.

Pascale                       Bezet? Ikke?

Maurice                       Ja, met meneer Boma!

Pascale                       Hem moet je niet geloven! Een echte vrouwenloper, dat is hij!

Maurice                       Dus ge zijt vrij?

Pascale                       Tuurlijk, Maurice, maar niet voor lang meer...

Maurice                       Ik zeg altijd...

Pascale                       Shhht, nu zeg je beter even niets...

 

Pascale en Maurice kussen.

 

 

EINDE


22-02-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 2 – verhaal 11

Stielbederver

 

In de kleedkamers

 

Xavier                          Ja, lap, er komt alweer geen water uit de douches!

Pol                               Hoe? Heeft Fernand nu nog altijd die douches niet gerepareerd?

Xavier                          Ja, je kent hem! Liever lui dan moe!

Pol                               En 2 linkerhanden heeft hij ook!

Marc                            Ha, gelijk ik!

Xavier                          Ja, Marcske, ja.

 

Boma komt binnen.

 

Balthasar                     Maten, makkers, ...

Xavier                          Maes... Ik heb wel liever Jupiler, hoor, voorzitter!

 

Iedereen lacht.

 

Balthasar                     Haha, mag ik nu eindelijk eens zeggen wat ik te zeggen heb?

Xavier                          Jaja.

Balthasar                     Goed. Omdat Fernand de douches nu nog altijd niet is komen repareren, heb ik iemand anders geëngageerd. En een veel betere!

Pol                               Ha, dat is goed nieuws! Wie is ‘t?

Balthasar                     Eén of andere gemeentearbeider, Maurice heet hij. Freddy, mijn goeie vriend de burgemeester, heeft aan mij voorgesteld om hem de douches en andere klusjes te laten repareren. Wat zegt ge daarvan?

Xavier                          Dat is goed nieuws! Eindelijk zal er terug water uit de douches komen!

Balthasar                     Ah, ge weet et, mijn gedacht!

 

 

De volgende dag, in het café

 

Maurice en Boma komen binnen.

 

Balthasar                     Vrienden, ziehier Maurice, de nieuwe klusjesman!

Maurice                       Aangenaam, iedereen.

 

Pascale kijkt met verliefde oogjes naar hem.

 

Pascale                       Zet u, Maurice. Een pintje?

Maurice                       Euh, liever niet, een orangeade graag.

Pascale                       Een wat?

Maurice                       Een orangeade is een gele limonade.

Pascale                       Aah, ne Fanta!

 

Iedereen lacht.

 

Maurice                       Ik zeg altijd: een orangeade is hetzelfde als een gele limonade.

Carmen                      Amai, zegt gij dat altijd ja? Twee minuten geleden zei ge toch iets anders(!)

 

Iedereen lacht opnieuw. Ondertussen komt Fernand binnen.

 

Fernand                       Meneer Boma, ik kom de douches repareren!

Balthasar                     Euh Fernand, gij hebt uw kans gehad! We hebben een nieuwe klusjesman!

Fernand                       Hoe? Nen nieuwe? En ik dan?

Balthasar                     Ja, pech voor u, Costermans!

Fernand                       Iedereen is tegen mij, hé!!! Man, man, man...

Iedereen                      Miserie, miserie, miserie!

 

Fernand kijkt boos.

 

 

Bij Fernand

 

Fernand                       Ha, ze hebben iemand anders! Maar dat zal nie pakken! Fernand Costermans laat zich door niemand z’n centjes afpakken! Wacht maar af!

 

Pol komt binnen.

 

Fernand                       Ha, Pol, zeg, wie is die nieuwe klusjesman eigenlijk?

Pol                               Ah, da’s Maurice, een gemeentearbeider.

Fernand                       Ne gemeentearbeider zegt ge? Ah zo... En doet ie zijn werk een beetje goed?

Pol                               Ja, hoor! De douches werken terug! Da’s wat anders dan uw geknoei, hé!

Fernand                       Zèèg, mensenkloter!

 

 

Op het gemeentehuis

 

Fernand klopt op de deur van het bureau van de burgemeester.

 

Burgemeester              Binnen!

Fernand                       Aha, meneer de burgemeester! Man, man, man! Nu heb ik u toch iets te vertellen over één van uw werknemers hoor!

Burgemeester              Ja, vertel snel! Ik heb niet veel tijd, meneer...

Fernand                       Costermans.

Burgemeester              Welja, meneer Borstermans...

Fernand                       Die Maurice die verwaarloost dus zijn taak voor de gemeente om een beetje klusjes op te knappen bij een voetbalploeg, kunt ge u da nu voorstellen?

Burgemeester              Ja, dat kan ik me voorstellen, want ik heb het voorgesteld aan Maurice. Balthasar had namelijk een nieuwe klusjesman nodig. En hij verwaarloost zijn taak niet, want wat Maurice ginder doet is buiten zijn werkuren.

Fernand                       Ah, euh...

Burgemeester              Ja, en wilt ge me nu alleen laten, meneer Flosterkans!

Fernand                       Costermans!

Burgemeester              Awel, ja, Costerfans!

 

 

In het café

 

Maurice komt binnen.

 

Fernand                       Ah, daar is de lelijke stielbederver!

Maurice                       Ik zeg altijd: als je boos bent, dan ben je niet blij...

Fernand                       Jaja, hou maar op met uw filosofie! Zeg, Pascale, geef mij ne keer een Vieuxke.

Maurice                       Oja, Pascale, hebt ge al het koffiezetapparaat al uitgetest? Ik heb het gerepareerd.

Pascale                       Goh, Maurice, ge zijt nen echte schat. En zo vlug! In tegenstelling tot anderen!

Fernand                       Zèèg, ge zou me beter mijn Vieuxke geven!

Doortje                        En voor mij ne koffie, Pascale, dan kunt ge direct zien of uw koffiezetapparaat terug werkt!

 

Pascale doet water in de koffiezet. Het toestel vat vuur.

 

Pascale                       Brand!!! Help!!!

 

Iedereen is in paniek.

 

Pol                               Wacht, Pascale, ik haal het brandblusapparaat!

 

Pol is al snel terug en blust het vuur.

 

Pascale                       Amai, een pak van mijn hart!

Fernand                       Man, man, man! Wie doet nu zoiets zeg!?

Balthasar                     Wat bedoelt ge daarmee, Fernand?

Pol                               Ja, zit gij daar misschien voor iets tussen?

Fernand                       Ik? Den eerlijkste mens van heel Europa en omstreken!

Pascale                       Ooooh, nu zijt ge te ver gegaan, Fernand! Ge hebt mijn koffiezet gesaboteerd omdat ge het niet kunt pikken dat we nu Maurice hebben voor die zaken! Ge wou ons doen geloven dat het Maurice z’n schuld is dat dat koffiezetapparaat in brand vloog! Is het niet?

Maurice                       Is dat waar, Fernand?

Fernand                       Ik euh...

Pol                               Verontschuldig u maar bij Maurice! Allez!

Fernand                       Sorry Maurice, kunt ge het mij vergeven? Is ’t nu goed?!!

Maurice                       Ik zeg altijd: het is pas goed als het niet slecht is...

 

Iedereen lacht. Fernand kijkt smerig.

 

 

EINDE


21-02-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 2 – verhaal 10

Doortje undercover

 

Bij Pol en Doortje, in de loft

 

Doortje                        Goh, ik verveel mij steendood.

Pol                               Ah, lees dan iets of zo.

Doortje                        Maar nee, ik bedoel in het algemeen. Niets te doen hebben heel de dag.

Pol                               Bwoja, ge kunt al beginnen met mijn hemd te strijken.

Doortje                        Och, ben ik maar daarvoor goed? Om de was en de plas te doen? Neenee, ik wil iets uitdagender doen! Want 
 sinds dat BTW mij ontslagen heeft, is mijn leven één grote saaie boel.

Pol                               Ge kunt toch naar het kerkkoor gaan.

Doortje                        Da’s wel maar 1 keer in een week, hé. Neenee, ik heb een beter idee! Ik ga vragen aan Boma of die nog werk 
 heeft voor mij!

Pol                               Watblieft? Nee, ik wil niet dat ge bij Boma gaat werken!

Doortje                        Ge kunt me nie tegenhouden! Ik ga er direct naartoe!

 

Boma komt binnen.

 

Doortje                        Ah, meneer Boma, gij komt als geroepen!

Balthasar                     Ah, ik heb nochtans niemand horen roepen(!)

Doortje                        Neenee, ik wil u iets vragen. Hebt gij nog werk voor mij?

Balthasar                     Wel, euh... Ik heb nog iemand nodig voor een bepaalde job, maar ik denk niet dat gij daar zo geschikt voor 
bent.

Doortje                        Ja, maar, vertel maar!

Balthasar                     Euh... bewakingsagente om mijn saucissen te bewaken! ’t Is wel nachtwerk!

Pol                               Euh nee, vergeet het maar, hé!

Doortje                        Maar, Pol! Dat is toch ideaal voor mij! Een echte uitdaging!

Pol                               Ja, zeg! Da’s veel te gevaarlijk voor u! En dan nog ’s nachts!

Doortje                        Och, Pol, ge zult wel zien! Ik ga dat heel goed kunnen! Oké, meneer Boma, ik aanvaard de job!

Balthasar                     Allez, zeg, en wanneer kunt ge beginnen?

Doortje                        Vannacht nog!

Pol                               Nee, voorzitter, dat gaat niet door!

Doortje                        Zwijg, Pol! Of hebt ge dan helemaal niets over voor mij?

Pol                               Maar jawel, maar...

Doortje                        Da’s dan geregeld. Tot vanavond, meneer Boma!

Pol                               Man, man, man!

 

 

Die nacht, in de fabriek van Boma

 

Doortje komt aan in de fabriek. Boma stond al op haar te wachten.

 

Balthasar                     Ah, Doortje! Eindelijk! Ik zal u nu uitleggen wat ge precies moet doen. Maar morgen staat ge er alleen voor, hé!

Doortje                        Oké.

Balthasar                     Wel, ’t enigste da ge moet doen is hier gewoon een beetje rondlopen en alles inspecteren... kijken of alles veilig 
 is... en of er geen dieven proberen binnen te dringen om mijn worsten te stelen!

Doortje                        Ik denk niet dat er iemand uw worsten zou willen stelen...

Balthasar                     Huh? Wa zei je? ‘k Heb het nie verstaan.

Doortje                        Euh... niks niks. Laat maar.

 

 

Ondertussen, in het café

 

Pol                               Pascale, geef mij... hips... nog eens een pint!

Pascale                       Zeg, Pol! Ge zijt al helemaal zat! En dat allemaal omdat Doortje bij Balthasar gaat werken!

Pol                               Wat moet ik nu... hips... doen? Zonder Doortje heb ik kou ’s nachts!

Pascale                       Ja, dat kan mij nie schelen! ’t Is al 1 uur en ik ga sluiten!

Pol                               Nee, Pascale, niet... hips... doen!

Pascale                       Toch wel! Buiten, Pol!

 

Pascale sleurt Pol het café uit.

 

 

Terug in de fabriek van Boma

 

Balthasar                     Zie je ‘t? Zo zie je of die machine nog warm genoeg heeft.

Doortje                        Ahja.

Balthasar                     Zeg, euh... Doortje...

Doortje                        Ja, meneer Boma?

Balthasar                     Wel, nu Pol ons hier niet kan lastigvallen... dan kunnen we toch...

Doortje                        Wat kunnen we dan?

Balthasar                     Wel, ge weet wel... Niemand kan ons hier zien. We kunnen toch... een poepeke doen!

Doortje                        Och, seksmaniak!!!

 

Doortje geeft hem een mep op zijn wang.

 

Balthasar                     Mijn gedacht! Dat is toch maar een normale vraag!

 

 

Bij Pol en Doortje, in de loft

 

Doortje komt binnen in de loft.

 

Doortje                        Pol, moet ge nu eens iets weten!?

 

Er komt geen antwoord.

 

Doortje                        Pol, zeg eens iets!

 

Doortje doet het laken van het bed en ziet dat Pol niet in z’n bed ligt.

 

Doortje                        Hoe? Waar is Pol nu?

 

Pol komt binnen. Straalbezopen is hij!

 

Pol                               Doortje? Zijt gij... hips... al terug van bij... hips... Boma?

Doortje                        Pol? Maar gij zijt zat!

Pol                               Ik kon nie zonder u ’s nachts, Doortje, ik moest m’n verdriet verdrinken!

Doortje                        Maar Pol toch...

Pol                               Ja, ... hips... ik zie... hips hik... u gr-gr-gr-...

Doortje                        En speciaal voor u heb ik mijn werk opgegeven... Hé, is dat goed, Pol?

 

Doortje ziet dat Pol ligt te slapen en geeft hem nog snel een nachtzoentje.

 

 

EINDE


20-02-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 2 – verhaal 9

De heilige maagd

 

Scherpenheuvel, in een kapel

 

Carmen                      Voilà, Neroke, we zijn in Scherpenheuvel en hier ga je genezen worden!

Xavier                          Zo’n spel voor een hond die een beetje ziek is!

Carmen                      Pardon? Onze Nero is niet zomaar een hond, en hij is ook niet zomaar ziek! Al dagen eet hij niet meer en da’s niet normaal! Dus als hij hier besprenkeld zal worden met wijwater, zal hij rap genezen.

Xavier                         Och, gij gelooft ook in alles, gij!

Carmen                      Nie luisteren naar je papa, Nero! Kijk, daar is er al een priester!

Priester                        Dag, mevrouw en meneer.

Carmen                      Priester, ons kind is ernstig ziek!

Priester                        Ooh, da’s jammer, mevrouw. Maar ik zie uw kind niet?

Carmen                      Zeg, kijkt eens verder dan uw neus lang is! Hier, in mijn armen!

Priester                        Haja, ’t is een euh... hond!

Carmen                      Ja, en hij wil al enkele dagen niet meer eten!

Priester                        Allez zeg...

Carmen                      Wilt u hem besprenkelen met dit gewijde water, eerwaarde de edelachtbare?

Priester                        Tuurlijk, mevrouw.

 

De priester besprenkelt wijwater op Nero. Nero blaft.

 

Carmen                      Haha, ’t is toch zo’n deugniet, onze Nero!

Priester                        Haha... ja...

 

 

In het café

 

Pascale                       Zeg, waar zou Carmen zijn? ‘k Heb ze al van de hele dag nie gezien!

 

Carmen en Xavier komen binnen.

 

Doortje                       Ha, als ge van de duivel spreekt!

Carmen                      Ik heb goed nieuws! We komen net terug van Scherpenheuvel!

Pascale                       Is dat uw goed nieuws?

Carmen                      Maar neeje, we hebben daar Nero laten genezen met wijwater en het is gelukt! Toen we thuiskwamen flakkerde zijn eetlust weer op!

Pascale                       Ja, ge beweert toch niet dat dat iets met da wijwater te maken heeft?

Carmen                      En waarom niet? Dit is een mirakel!

Doortje                       Allez, Carmen, ik ben ook wel gelovig en zo, maar dat is toch wel overdreven!

Carmen                      Zeg, seut! Als ik zeg dat dat een mirakel is, dan is dat een mirakel! Ik ga me zelfs laten toetreden tot een klooster, omdat ik de goden zo dankbaar ben dat ze mijne Nero uit zijn lijden hebben verlost!

 

 

Bij Carmen en Xavier

 

Carmen                       Sjoeke! Ik heb goed nieuws! Ik ga me laten toetreden tot het klooster!

Xavier                          Watblieft? En mag ik vragen waarom?

Carmen                       Nee, da moogt ge nie. Of ja, omdat ge zo aandringt... Die genezing van Nero heeft mij de stap doen zetten!

Xavier                          Maar Carmen, dat had toch niks met da wijwater te maken dat hij plots terug begon te eten!

Carmen                       Waarom nie? Ge gaat toch nie zeggen dat dat toeval was?

Xavier                          Maar da was toeval!

Carmen                       Zwijg, Xavier! Morgen ga ik naar het klooster om te... euh... “solliciteren”, hé!

 

 

Bij Bieke en Marc, op de mansarde

 

Xavier                          Dat is een ramp, hé, als Carmen naar het klooster gaat!

Marc                            Een ramp dan nog!

Xavier                          Wel ja, wie gaat dan mijn eten koken en zo?

Bieke                            Ja, en ik denk ook niet dat Carmen beseft hoe veel ze u daar wel zal missen!

Xavier                          Tja...

Bieke                            Zeg, ik heb een idee: als we nu eens de paters daar omkopen om Carmen niet te laten aanvaarden in het 
 klooster!

Xavier                          Ja, allemaal goed en wel, maar met wat?

Bieke                            Ah, met een mand vol trappistbieren in, natuurlijk! De paters willen niets liever!

Xavier                          Jaja, Bieke, da’s nog eens een gedacht! Maar ge moogt dan ook wel zo’n mand aan mij geven, hoor!

Bieke                            Tgoh, Xavier!

 

 

De volgende dag, in het klooster

 

Carmen                      Ja, ik kom dus om me te laten toetreden in dit klooster als non of zo, hé!

Pater                           Als zuster, zult ge bedoelen!

Carmen                      Wel ja, dadde!

Pater                           Da zal nie gaan!

Carmen                      En waarom nie?

Pater                           Omdat, heu, er al genoeg zusters zijn!

Carmen                      Ja, zeg, eentje maar of minder maakt nie uit!

Pater                           Toch wel, hoor!

Carmen                      Gaat ge mij tegenspreken? Mislukte kiwi!

Pater                           Rustig, mevrouw! Vergeet niet dat we ons hier in een oord van gebed bevinden!

Carmen                      Aja, sorry. Maar wat is ’t nu? Als ge me nie aanvaard, dan ga ik boos worden en ik denk da ge da wilt meemaken!

Pater                           Maar, in het klooster is er wel strikte geheelonthouding!

Carmen                      Geen probleem! Thuis is da alle dagen met Xavier!

Pater                           En ge moogt er nie roken!

Carmen                      Geen probleem! Ik ben aan ’t stoppen!

Pater                           En honden zijn ook niet toegelaten?

Carmen                      Watblieft? En waarom niet?

Pater                           Wegens de... euh... goddelijke... euh... voorschriften! Jaja!

Carmen                      Azo, jammer dan. Dan denk ik toch niet dat zuster zijn iets voor mij is.

Pater                           Godzijdank!

Carmen                      Watblieft?

Pater                           Euh... ik bedoel ‘God, da’s jammer’.

Carmen                      Aja...

 

Carmen gaat weg. Ondertussen komen Bieke en Xavier tevoorschijn.

 

Bieke                           Goh, dat hebt u goed gedaan! Zeker die smoes van dat hondjes niet toegelaten zijn!

Pater                           Geen probleem, hoor! Maar krijg ik nu die...

Xavier                          Die mand? Jaja, hier zo!

Pater                           Oké, dankuwel. Prettige dag nog!

 

De pater gaat weg.

 

Xavier                          Zeg, Bieke, da was een superidee, hé!

Bieke                           Ja, ze liep er regelrecht in! Zeg maar, Xavier, die mand was precies al halfleeg?

Xavier                          Ik weet van niks hoor... Burp!!!

Bieke                           ‘k Had het kunnen denken, haha!

Xavier                          Ge kent mij, hé!

 

 

EINDE


26-01-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 2 – verhaal 8

Antiek Fernand

 

Bij Fernand

 

Fernand                       Haah, mijn toonzaal ziet er prachtig uit! En nogal een chance dat Bernard niks meegenomen heeft naar Zuid-Frankrijk, want nu kan ik z’n inboedel verkopen, héhé! Mijn duivenhok staat er ook al, dus ik ben klaar voor de opening.

 

Pol en Doortje komen binnen.

 

Pol                               Amai, Fernand! Ge zijt ook nog lang niet klaar! ’t Ligt hier nog vol rommel!

Fernand                       Rommel, rommel! Da’s pure antiek! Wa weten jullie daar nu van?
 Mijn antiekzaak is klaar om geopend te worden!

Pol                               Goh, der zal veel volk op afkomen!

Doortje                        Ja, inderdaad! Zo’n rommelige toonzaal!

 

Pol en Doortje gaan naar hun loft.

 

Fernand                      Wa weten die antiekbarbaren daar nu van!!?

 

 

Die zondag, op het veld

 

De match is volop aan de gang. De Kampioenen staan met 6-0 achter. Fernand komt woest aangelopen naar Boma.

 

Fernand                       Boma! Mijn duiven moeten vallen en da gaat niet als er gevoetbald wordt!

Balthasar                     Jamaar, da gaat zomaar niet, Costermans! Gij moest maar nie zo dom geweest zijn om uw duivenkot naast ons veld te plaatsen!

Fernand                       Jah, waar moest ik het anders zetten?

Balthasar                     Awel, in uw toonzaal! Die ligt er toch al rommelig bij, een beetje duivenstront meer of minder maakt toch niet uit, wahaa!

Fernand                       Bwo, mensenkloters!

Pol                               Gohoh, met hem gaan we nog wa meemaken, voorzitter!

Balthasar                     Mijn gedacht! Dien woont hier nog maar een week en we liggen er al mee in ruzie!

 

 

In het café

 

Carmen                       Hahaa, met 11-0 verloren!

Xavier                          Jajaa, lacht er maar mee!

Pol                               Dat moet gedaan zijn, hé! Elke week opnieuw verliezen we!

Pascale                        Tja, ik dacht dat ge da ondertussen al gewoon waart, Pol.

Pol                               Ja, grappig zenne!

 

Fernand komt, samen met een politieagent, binnen.

 

Fernand                       Voilà, dit zijn ze, hé, agent! Door hun pakken mijn duiven de schrik!

 

Iedereen joelt hem uit.

 

Agent                          Rustig, rustig! Meneer Costermans dient klacht in wegens opzettelijke slagen en verwondingen aan z’n duiven doordat jullie er volgens hem met ballen naar schotten en hij dient ook klacht in tegen lawaaioverlast wanneer er match is en dan kunnen zijn duiven niet vallen.

Balthasar                     Zeg, zever in pakskes! Dat is ‘t!

Agent                          Toch vraag ik dat iedereen eens meekomt naar het politiebureau!

Carmen                      Wablieft? Ik moet wel naar de coiffeur, hé!

Agent                          Tja, niets aan te doen, mevrouw!

Carmen                       Zèèg, maar gij kunt bellen om die afspraak te verzetten, hé!

Agent                          Rustig, mevrouw.

Pol                               Ja, maar, agent, dit gaat toch zomaar niet!

Agent                          Ik ben bang van wel. Komaan, iedereen in de combi!

 

 

Op het politiebureau

 

Commissaris                Meneer Costermans, vertelt u even welke verwondingen uw duiven hebben opgelopen.

Fernand                       Wel, meneer den agent...

Commissaris                Ik ben een commissaris.

Fernand                       Meneer de commissaris, dan. Mijnen Albert die heeft al z’n pootje gebroken door die pottestampers en mijnen Gaston die is vorige week spijtig genoeg overleden door die voetbalballen van hen!

Pol                               Vorige week woonde je nog nie naast ons!

Fernand                       Euh, zei ik nu vorige week? Man, man, man! Nu vergis ik me toch wel zeker! Ik bedoelde gisteren!

Pol                               Gisteren werd er nie geshot!

Fernand                       Jaja, maar hij lag al sinds dat jullie voor de laatste keer trainden in coma en gisteren is hij dan gestorven... snik  snif! Ik heb toch ook altijd miserie, hé! Eerst mijn dochtertje die kanker kreeg, dan mijn vrouw die in een rolstoel  belandde en nu dit! Ik heb toch malchance, hé!

Carmen                       Gooooh, komediant!

Pol                               Ge hebt nie eens een vrouw en een dochter!

Fernand                       Ah nee, nu niet meer, hé! Ze zijn onlangs overleden... snif... de wereld zit toch oneerlijk in mekaar.

Commissaris                Ja, ik begrijp het, meneer Costermans.

Balthasar                     Mijn gedacht, ge moet hem nie geloven hoor!

Commissaris                Ja, dat zullen wij wel zelf uitmaken, meneer Boma. Euh, meneer Costermans, waar woont u precies?

Fernand                       Veldweg 12.

Balthasar                     Aja, maar da’s just, ik denk juist aan iets! Meneer Costermans hier heeft geen vergunning voor zijn woonst!

Fernand                       Zèèg, met zo’n leugens moet ge nie afkomen, hé! Die Bernard heeft gezegd dat er wel een vergunning is!

Balthasar                     Ja, maar die Bernard was ne leugenaar!

Commissaris                Dat zullen we dan maar even checken. Als dat waar is wat u zegt, meneer Boma, dan wordt de klacht van meneer Costermans natuurlijk ingetrokken.

Fernand                       Hoezo? Waarom?

Commissaris                Als ge geen vergunning hebt, is uw woonst illegaal en dus uw duivenkot ook! De Kampioenen mogen er dus  zoveel naar shotten als ze willen! Maar eerst ga ik even zien of het waar is van die vergunning.

 

De commissaris gaat naar buiten.

 

Xavier                          Hahaa, Fernand, nu zijt ge de pineut!

Fernand                       Zeg, kon ik da nu weten dat die Bernard geen vergunning had!

Pol                               Ja, Bernard wist het waarschijnlijk zelf ook nie! Nonkel Dimitri heeft Bernard ook waarschijnlijk wijsgemaakt dat er wel een vergunning is, hahaa!

 

De commissaris komt terug binnen.

 

Commissaris                Meneer Costermans, u hebt inderdaad geen vergunning. Dat wil zeggen dat de klacht ingetrokken wordt en dat u ook nog eens een fikse boete zal betalen!

 

De Kampioenen lachen.

 

Pascale                        Eigen schuld, dikke bult, hé Fernand!

Fernand                       Goh, iedereen is tegen mij, hé!!! Man, man, man!

Iedereen                      Miserie, miserie, miserie!

 

 

EINDE


05-01-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 2 – verhaal 7

De erfgenaam

 

Bij BTW

 

Bernard                        Doortje, binnenkort moet ge hier nie meer komen werken.

Doortje                        Hoe?!!! Ben ik ontslagen?

Bernard                        Ik heb geërfd van mijn tante Bernadette die vorige week is overleden. Ik ben zo gelukkig!

Doortje                        Dat ze dood is?

Bernard                        Maar nee, dat ik 200.000 euro ga erven!

Doortje                        Watblieft? Maar dat is goed nieuws! En waarom mag ik dan hier niet blijven werken?

Bernard                        Ha, omdat ik met dat geld een nieuw restaurant ga kopen!

Doortje                        Een nieuw restaurant? En waar komt dat nieuw restaurant?

Bernard                        In Zuid-Frankrijk!

Doortje                        Watblieft? Dus ik wordt hier zomaar buitengegooid omdat meneer een restaurant
 wil beginnen in ‘t buitenland!

Bernard                        Tja, dat is de normale gang van zaken. Of wilt ge misschien mee naar Zuid-Frankrijk?
 Dan moet ik u niet ontslaan en dan kunt ge daar bij me werken...

Doortje                        Ik denk er nog niet aan! Saluut!!!

 

Doortje gaat weg.

 

Bernard                       Goh, die vrouwen toch, hé. Mijn 3 ex-vrouwen waren juist dezelfde! Ze weten niks van geld af! Maar ik weet wel beter, heb ik gelijk of heb ik gelijk?!!! Ja dus, gelijk!

 

 

In het café

 

Doortje                        Ja, dus ik ben weer werkloos, hé.

Pascale                       Goh, maar kind toch. Hier, drinkt er ene van mij.

Doortje                        Merci, Pascale.

Bieke                            Zeg, ma, die antieken kast staat nu nog de living te versperren. Gaat eens naar een antiquair.

Pascale                       Ja, maar der is hier te veel volk, ik heb nu geen tijd. Gaat gij anders!

Bieke                           Oké, hoeveel wilt ge voor die kast?

Pascale                       Da’s me allemaal om ’t even. Als ik die lelijke kast maar kwijt ben!

Carmen                      Ja, Pascale, vanwaar komt die kast?

Pascale                       Dat is nog een erfstuk van nonkel Bob.

Carmen                      Nonkel Bob... Haha! Is die soms getrouwd met tante Terry?

 

Iedereen lacht.

 

Pascale                       Nee, grappig hoor. Ik heb die kast gisteren ontdekt op de zolder. Ze zat helemaal in een hoekje verborgen en aangezien dat ik nie veel kom op die zolder, wist ik niet eens dat er daar een kast stond. En nu gaat Bieke naar een antiquair om die kast te verkopen.

Carmen                      Tja, ge zou uzelf ook beter eens naar een antiquair doen!

Pascale                       Aja, waarom?

Carmen                      Gij zijt toch ook een antiek geval!

 

Iedereen lacht. Pascale kijkt boos.

 

 

Bij BTW

 

Bernard                       Voila, zie, de papieren zijn ondertekend. Ge zijt vanaf nu de eigenaar van mijn restaurant, meneer Costermans.

Fernand                       Zeg maar Fernand, hoor. Jaja, ik zie het al helemaal zitten. Mijn antiekzaak zal hier veel volk trekken! Zeg maar, die voetbalploeg hiernaast, zijn dat vriendelijke mensen?

Bernard                        Euh... Jaja, natuurlijk(!)

Fernand                       Ahja, zoveel te beter. Want als mijn duiven moeten vallen, mag er niet gevoetbald worden hoor! Maar als dat  zo’n vriendelijke mensen zijn, zal dat wel geen probleem zijn. Ik heb trouwens al kennisgemaakt met één van hen.

Bernard                        Ah, met wie?

Fernand                       Bieke Stucke, of zoiets.

Bernard                        Bieke Crucke, zult ge bedoelen... Dat is zo’n serp... euh... sympathiek meisje!

 

 

Bij Pascale

 

Pascale                       En, Bieke, hoeveel hebt ge ervoor gekregen?

Bieke                           20 euro.

Pascale                       Amai, da’s gene vette. Wat voor een antiquair was dat wel?

Bieke                           Een of andere eigenaar van een brocantiek. ’t Zag er mij een raar type uit.

Pascale                       Maar ja, we zijn nu toch die lelijke kast kwijt, hé, nu is er op de zolder weer plaats voor andere dingen.

 

 

In het café

 

BTW en Fernand komen binnen.

 

Bernard                       Mensen allemaal, zoals je allemaal wel al zult weten, verlaat ik mijn restaurant.

Carmen                      Ja, dat weten we!

Bernard                       De man hier naast mij is de nieuwe eigenaar. Hij zal er een antiekzaak van maken!

 

Bieke komt ook binnen.

 

Bieke                            Maar, dat is die antiquair aan wie ik die kast van nonkel Bob heb verkocht!

Fernand                       Jaja, voor een heel maatschappelijk prijske, hé.

Bieke                            Ja, als ge 20 euro al maatschappelijk kan noemen.

Pol                               Maar ik en Doortje wonen dan vanaf nu boven u. Blijft de huurprijs hetzelfde als bij BTW?

Fernand                       Ja, ge begrijpt, ik ben ook maar een arme mens, ik zal die huurprijs wel moeten opslaan, hé!

Pol                               Jamaar...

Fernand                       Ja wat? Vriendelijke mensen zoals jullie begrijpen dat toch wel, zeker!

Bernard                        Allez, ik ben er maar eens mee weg! Naar Zuid-Frankrijk!

Carmen                       Ja, bye bye! We zullen u missen(!)

 

Bernard gaat weg. Iedereen juicht.

 

Carmen                       Joepie! Daar zijn we vanaf!

Fernand                       Zeg, nog iets, mijn duiven moeten vallen op zondag. Jullie zullen dan niet kunnen voetballen, hé!

Balthasar                     Zeg, nee, hé. Wij blijven shotten op zondag en gij moet u maar aanpassen!

Fernand                       Hoe? Ik dacht dat jullie vriendelijke mensen waren?

Balthasar                     Dat zijn we ook!

Fernand                       Ja, ik zie het! Man man man, miserie miserie!

 

Fernand gaat weg.

 

Balthasar                     Amai, wat voor ne rare is da zeg! Pascale, op het vertrek van BTW: tournée générale!

 

Iedereen juicht.

 

 

EINDE


15-12-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 2 – verhaal 6

Marc gaat vreemd

 

Bij Bieke en Marc, op de mansarde

 

Bieke                            Zeg, Marc, hebt gij ook goesting?

Marc                            Om te dammen? Ja!

Bieke                            Neenee, in iets anders, zotteke!

Marc                            Ah, euh, om te schaken dan?

Bieke                            Marc! Om van de grond te gaan... Je weet wel wat ik bedoel.

Marc                            Ah, dus gij wilt van de grond gaan? Euh... Ik denk er juist aan dat ik weg moet.

Bieke                            Nu nog? ’t Is al negen uur ’s avonds!

Marc                            Euh, ja... Ik moet nog euh... naar Radio Hallo. Om de top 100 te presenteren!

Bieke                            Hoe? En denk je daar nu nog maar aan? Ge hebt al uwe pyjama en al aan!

Marc                            Ja, vergeten, hé. Ge weet toch da ‘k een kieken ben!

 

 

In het café

 

Bieke                           Zeg, ma, weet gij soms waarom da Marc zo raar doet de laatste tijd?

Pascale                       Raar? Hoezo?

Bieke                           Wel, gisteren moest hij om negen uur nog naar Radio Hallo om zogezegd de top 100 te presenteren, maar de top 100 was toch eergisteren?

Pascale                       Ja, normaal is da altijd de zaterdag. Maar er zal daar wel een perfect logische verklaring voor zijn, kinneke. Misschien had hij zich vergist en was het de top 100 niet.

Bieke                           Ja, misschien... Maar ‘k vond toch dat hij raar deed.

 

Carmen is ook in het café en heeft een tijdje het gesprek tussen Pascale en Bieke

afgeluisterd.

 

Carmen                      Wat is ‘t, Bieke? Bedriegt dien asperge u met een ander?

Bieke                           Maar nee, Carmen, der zal daar wel een perfect logische verklaring voor zijn!

Carmen                      Jaja, dat zeggen ze allemaal, hé!

 

 

In de stad

 

Bieke is inkopen gaan doen. Plots ziet ze Marc samen met een andere vrouw op het terras

van een café zitten. Bieke gaat ernaartoe.

 

Bieke                            Zeg, Marc, wat doet gij hier?

Marc                            Ah, Bieke, euh... Ik eet hier een ijsje, da’s alles.

Bieke                            En wie is dat hier dan?

Marc                            Ah, dat is euh... mijn vroegere turnlerares, euh... mevrouw Isolde Verstappen.

Bieke                            Amai, uw vroegere turnlerares ziet er ook nog heel jong uit.

Isolde                           Heh, ja, euh... ik heb mij altijd goed verzorgd, hé.

Bieke                            Hehe, jaja.

Marc                            Allez, tot vanavond dan, hé Bieke.

Bieke                            Ah euh ja, natuurlijk. Tot... vanavond...

 

Bieke gaat weg.

 

Isolde                           Zou ze iets vermoeden?

Marc                            Maar nee, Bieke is daar niet slim genoeg voor. Denk ik toch...

 

 

Bij Carmen en Xavier

 

Carmen                      Ik wist het, hé! Die asperge van u is toch nen gigolo! Ik had het altijd al gedacht!

Bieke                           Maar mijne Marc doet zoiets niet, toch?

Carmen                      Ja, dat zeiden alle vrouwen die eerst gelukkig waren samen en nu uit elkaar zijn.

Bieke                           Ja, maar toch. Ik denk dat ik me gewoon vergis.

Carmen                      Maar nee, Bieke. Mannen zijn allemaal dezelfde! Maak het maar uit met die dolgedraaide casanova!

Bieke                           Ik wil eerst zeker weten of die twee een relatie hebben.

Carmen                      Zeg, ge gaat nu nie moeilijk doen, hé! Ge hebt nu een kans om van da kieken af te geraken!

Bieke                           Zeg, Carmen! Let op uw woorden, hé!

Carmen                      Zèèg, ‘k heb toch gelijk, zeker!

Bieke                           Ja... misschien... wel...

 

 

In het café

 

Bieke                           ’t Is uit tussen ons! En hij moet niet denken dat hij hier nog langer mag rondlopen! Ik wil hem nooit meer zien!

Carmen                      Goe gesproken, kind!

Pascale                       Carmen, nu is ’t genoeg, hé! Bieke, doet dat niet! Wa gaat ons Madeleine daar niet van denken!

Bieke                           Zeg, is dat al waar da gij kunt aan denken!

Pascale                       Ja, sorry hoor...

Balthasar                     Nooit gedacht van dien asperge! Chance da ‘k ik nie zo ben!

 

Iedereen lacht. Ondertussen komen Marc en Isolde, zijn zogezegde vroegere turnlerares,

binnen.

 

Carmen                       Daar is em! Onze Judas!

Pascale                       Carmen!

Bieke                            Marc, laat me gerust! Ik wil u nooit meer zien!

Marc                            Hoe, wat heb ik nu verkeerd gedaan?

Bieke                            Da weet ge maar al te goed! Ge papt aan met die truttemie daar, uw zogezegde lerares van vroeger!

Marc                            Ja, ik moet toegeven, dit is mijn vroegere turnlerares inderdaad niet.

Carmen                       Ah, zie je het wel! Hij bekent!

Pascale                       Carmen!

Bieke                            Is dat waar dat gij een relatie hebt met haar?

Marc                            Maar nee! Ik ken da meisje zelf nog nie eens goed! Met haar kunnen we van de grond gaan!

Balthasar                     Mijn gedacht!!! Die wilt een trioke doen met Bieke en die poes daar!

Bieke                            Hoe durft ge? Profiteur!

Marc                            Maar je begrijpt het alweer verkeerd!

Bieke                            Ik begrijp het maar al te goed!

Marc                            Bieke, nu moet je eens goed naar mij luisteren, Isolde organiseert ballonvluchten!

Bieke                            Ja, en dan? Al is ze een politieagente, dat maakt toch niks uit!

Marc                            Maar gij wou toch eens van de grond gaan? Awel, met een luchtballon!

Bieke                            Ja, en da… Ah... Dus gij hebt helemaal niets met haar?

Marc                            Maar nee!

Isolde                           We deden gewoon zo geheimzinnig omdat het een verrassing moest zijn voor u.

Bieke                            Goh, Marc... Kunt ge het mij vergeven?

Marc                            Maar natuurlijk, Bieke.

Bieke                            Zeg, en nog eens iets. Met dat “van de grond gaan” bedoelde ik wel niet varen met een luchtballon, hé!

Marc                            Ah nee? Met het vliegtuig dan?

 

Iedereen lacht.

 

Bieke                            Laat ook maar.

Isolde                           Wil iedereen nu naar buiten gaan? De luchtballon staat klaar voor de tortelduifjes!

Bieke                            Goh, Marc, dat is het mooiste wat gij voor mij al gedaan hebt! Ik zie u graag, Marc.

Marc                            Ik u ook, Bieke, ik u ook.

 

Ze kussen.

 

 

EINDE


24-11-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 2 – verhaal 5

Circus Bij Mij

 

Bij BTW

 

Bernard zit in zijn keuken. Ondertussen komt Doortje naar beneden.

 

Doortje                       Awel, Bernard. Ge zit daar zo te zitten.

Bernard                       Ik ben aan het denken.

Doortje                       Aan wat?

Bernard                       Aan een nieuw idee om klanten te lokken.

Doortje                       Ja, ‘k zal u niet kunnen helpen, want ik ga met Billie naar ’t circus.

Bernard                       Aah, maar dat is eens een idee!

Doortje                       Wat?

Bernard                       Een circus!

Doortje                       Ja, en ik ga er nu naartoe! Allez salu, hé!

Bernard                       Ja, dag Doortje.

 

Doortje vertrekt.

 

Bernard                       Een circus in mijn restaurant, da’s nog eens een idee! Een paar acrobaten en clowns inhuren en de klanten stromen toe! Super gedacht van mij, mijn gedacht! Oei, ‘k begin al te doen gelijk Boma, haha.

 

 

In het café

 

Pascale                       En, Billie, was ’t een beetje leuk in ’t circus?

 

Billie knikt.

 

Doortje                        Ja, Billie heeft zich heel goed geamuseerd.

Pascale                       Goh, kinderen, hé. Ze zijn zo lief.

 

BTW komt binnen en heeft een affiche bij.

 

Bernard                       Vrienden, volgende week zaterdag moeten jullie allemaal naar m’n restaurant komen! Er zullen namelijk enkele acrobaten en clowns optreden! Daar moet je bij zijn!

Doortje                        Ha, daarom dat je zei “dat is nog eens een idee” toen ik met u praatte over da circus.

Bernard                       Jaja, inderdaad, Doortje. Zo zullen er meer klanten komen.

Carmen                      Ja, dat denkte gij! ’t Zullen allemaal kinderen zijn, en ‘k denk niet dat die een vijfgangenmenu zullen eten!

Bernard                       Ha, dat denk jij! Allemaal hooggeëerde gasten zal ik mogen ontvangen!

Doortje                        Zeg, hebt ge al enkele acrobaten gecontacteerd? En hoeveel kosten ze?

Bernard                       Ow, shit, dat was ik vergeten. Bedankt om me eraan te herinneren, hé.

Carmen                      Da komt dan af met een affiche en dat heeft nog nie eens acrobaten gehuurd!

 

 

Bij BTW

 

Bernard                       Waat? 1000 euro? Ja, ga maar acrobatentoeren uithalen bij een ander! Salut! Wat denken die wel? 1000 euro om gewoon eens de clown uit te hangen in m’n restaurant. Ik zal iemand anders moeten zoeken, hé.

 

Marc komt binnen.

 

Marc                            ‘k Ga even naar Pol en Doortje, hoor.

Bernard                        Marcske, wacht even. Zout gij da nie zien zitten om volgende week zaterdag de clown uit te hangen?

Marc                            Natuurlijk, ‘k ben da toch al gewoon.

Bernard                        Haha, ‘k wist wel da ’k op u kon rekenen. Maar euh, zeg het nog niet tegen Bieke, hé. Kwestie om het als verrassing te houden.

Marc                            Aja, natuurlijk, meneer Bernard.

 

 

Bij Carmen en Xavier

 

Carmen                       Goh, Nero, da gaat plezant zijn in het circus van BTW.

Xavier                          Hoe, wilt gij daar naartoe?

Carmen                       Natuurlijk.

Xavier                          Maar da’s toch niks voor ons.

Carmen                       Maar voor ons Neroke wel, hé.

Xavier                          Ik moet toch nie mee, hé!

Carmen                       Ja, natuurlijk, als papa van Nero moet ge aanwezig zijn, hé.

 

Xavier kijkt boos.

 

 

Een week later, bij BTW

 

De grote dag is aangebroken. In de keuken is Marcske zich aan het omkleden in een echte

clown.

 

Bernard                        Marcske, binnen 5 minuten moogt ge op, hé. Maar ’t zijn allemaal kinderen in de zaal! Zou Carmen dan toch gelijk krijgen? ’t Enigste dat die kinderen willen is een glas limonade of zo, zo zal ‘k ook niets verdienen, hé.

Marc                            Tjah...

 

BTW opent de deuren van de keuken en verwelkomt de gasten.

 

Bernard                       Aaah, welkom allemaal bij Circus Bij Mij! Vanavond treedt voor u een zeer leuke clown op terwijl jullie eten... of liever limonade drinken en de boel op stelten zetten... Dames en heren, en kindertjes, ik stel jullie voor: Clown Marco!

 

Marc komt niet opdagen.

 

Bernard                       Ik zei... clown Marco!!! Hey, Marc, waar zit je?

Carmen                      Ja, Neroke, ’t zal zo meteen wel beginnen, hé.

 

Bernard gaat de keuken in en ziet Marc en Bieke. Marc heeft al terug zijn gewone kleren aan.

 

Bernard                       Zeg, Marc, waar blijf je? De gasten worden ongeduldig!

Bieke                           Da zal nie gaan, Bernard. Marc gaat niet optreden! Ik wil niet dat ie zich belachelijk maakt en dan nog gratis!

Bernard                       Ja, maar, en mijn gasten dan?

Bieke                           Tjah, pech, hé!

 

Bieke en Marc vertrekken. Bernard kijkt beteuterd en gaat dan terug naar het restaurant.

 

Bernard                       Euh... kindertjes!

Carmen                      Ahem!

Bernard                       En hondje... De clown is euh... ziek geworden! Jaja, ziek dus, hé.

Iedereen                     Boe!!! Awoe!!!

Bernard                       Rustig, rustig. Jullie krijgen allemaal een glas limonade van mij!

Iedereen                     Boe!!!

Carmen                      Ik wil geen glas limonade! Ik wil ne porto!

 

Iedereen vertrekt en vraagt z’n inkomgeld terug.

 

 

In het café

 

Doortje                       Gohoo, da was dus een hele flop, hé. Iedereen vroeg zijn geld terug!

Pascale                       Dat zal hem leren!

 

Bernard komt binnen en struikelt. Hij valt pardoes op de grond. Iedereen lacht ermee.

 

Pascale                       Awel, Bernard, da’s ne leuke circustruc! Ge kunt misschien zelf voor clown spelen!

 

Iedereen lacht.

 

 

EINDE


03-11-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 2 – verhaal 4

Koude schotel

 

In het café

 

Balthasar                     Ja, we zijn hier allemaal samen voor de organisatie van ons jaarlijks Kampioenenbal. Hopelijk wil iedereen zoals vorig jaar weer ijverig meewerken. Punt 1: wie wil helpen met de tent opzetten?

 

Enkele mannen steken hun hand op.

 

Balthasar                      Punt 2: wie gaat de koude schotel maken?

Carmen                       Ah, ik natuurlijk zeker, moet ge daar nog aan twijfelen?

Doortje                        Ah nee, hé. Gij mocht vorig jaar al de koude schotel maken voor het bal, nu is het mijn toer.

Carmen                       Zeg, kwezelke! De koude schotel van u trekt op niks! De sla is halfdroog, in de tomaten steken
 nog tomatenpitten, ...

Doortje                        Zèèg, Carmen!

Pol                               Ja, Doortje, daarin heeft ze wel gelijk, hé.

Doortje                        Pol!

Pol                               Ja, Doortje?

Doortje                        Mee naar huis, gij!

Pol                               Oké, Doortje.

 

Iedereen lacht. Carmen glundert.

 

 

Bij Carmen en Xavier

 

Carmen is bezig met koken.

 

Xavier                         En, sjoeke. Lukt uwe koude schotel een beetje?

Carmen                      Ja, zenne. Ge moogt eens proeven, zie.

 

De bel in de winkel gaat.

 

Carmen                      Xavier, gaat eens zien wie dat er in de winkel is!

 

Xavier gaat kijken en ziet niemand.

 

Xavier                         Er is niemand, hoor, sjoeke.

Carmen                      Tiens, ik dacht toch dat ik de bel hoorde... 

Xavier                         Ge zult het u wel ingebeeld hebben, hé.

Carmen                      Ja, waarschijnlijk wel. Xavier, ik heb goesting.

Xavier                         Ik ook.

Carmen                      Kom hier, mijne Rambo!       

Xavier                         Hoe? Gaan we dan geen koude schotel eten?

Carmen                      Had gij goesting in die koude schotel en niet in mij?

Xavier                         Euh... neenee.

Carmen                      Kom dan maar hier!

 

Carmen kust Xavier en neemt hem mee naar de slaapkamer. Ondertussen duikt Doortje op, die achter een winkelrek verstopt zat. Ze gaat naar de living, kijkt eerst of de kust veilig is en gaat vervolgens naar Carmens keuken.

 

 

Op het Kampioenenbal

 

Boma geeft een speech op het podium.

 

Balthasar                     Beste vrienden, ik ben blij dat jullie hier allemaal zijn om het bestaan van de ploeg naar jaarlijkse gewoonte weer te vieren. Net zoals vorig jaar werd ons smulfestijn weer bereid door niemand minder dan ons Carmenneke.

 

De mensen applaudisseren. Carmen staat recht en wuift. Alle mensen gaan aan tafel en

krijgen een bord koude schotel.

 

Xavier                          Hmm, lekker zeg.

Carmen                       Tja, das een van mijn specialiteiten, hé.

Pol                               Doortje, moet gij niet eten?

Doortje                        Nee, ik heb geen honger.

Pol                               Ah?

Doortje                        Ja, Pol, moet gij u daar altijd zo veel vragen over stellen?!!!

Pol                               Sorry, hoor.

 

Maar plots voelt Marc zich niet goed.

 

Marc                            Bieke, ik voel mij niet goed.

Bieke                            Marcske? Wat is er? Hoe komt het dat ge u niet goed voelt?

Marc                            Wel, ik denk... BWEURK!

 

Marc moet overgeven op de tafel.

 

Carmen                      Zèèg, asperge! Kunt ge nie uitkijken waar ge uw braaksel legt?

 

Maar al snel worden meer mensen ziek.

 

Pascale                       Balthasar, ik voel me misselijk.

Balthasar                     Ik ook, Pascale, ik...

 

Al snel wordt iedereen ziek. Voor de 2 toiletten die er maar zijn in de tent, worden snel lange

wachtrijen gevormd. Alleen Doortje voelt zich kiplekker.

 

Bernard                       Zèèg, Carmen. ’t Is allemaal de schuld van u! Ge had beter die koude schotel laten maken door mij!

Carmen                      Zèèg, boeferke! Kan ik daar aan doe...

 

Carmen valt flauw. Xavier belt de 100. Na 5 minuten komen er enkele ziekenwagens aan.

 

 

In het café, enkele dagen later

 

Balthasar                      Dat was dus een catastrofe, hé!

Pascale                        Ja, ge weet het!

Balthasar                      Nogal een chance dat er geen ernstige slachtoffers zijn gevallen.

Pascale                        Tja, en aan wie hebben we dat te danken?!!!

Carmen                       Ja, steek het maar allemaal weer op mij, hé!

Doortje                        Eigenlijk is het mijn schuld.

Carmen                       Hoe?

Doortje                        Ik heb Carmens koude schotel gesaboteerd.

Carmen                       Waaaaaaat?

Doortje                        Sorry, maar ik was zo boos dat Carmen weer de koude schotel mocht maken en ja...

Balthasar                     Awel, Doortje, ge moest u schamen!

Pascale                       Ja, inderdaad, nooit gedacht van u!

Carmen                       Ik vind dat ge een goede straf verdient!

Doortje                        Oh nee, wat dan?

Carmen                       Wel euh, ge moogt 2 weken mijn werk als kuisvrouw overnemen.

Balthasar                     Mijn gedacht! Dan heb ik ook eens ander vlees in de kuip!

Doortje                        ’t Is niet waar, hé!

Iedereen                      Toch wel!

 

 

EINDE


13-10-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 2 – verhaal 3

De sabotage

 

Bij Pascale

 

Pascale en Boma zijn hun koffers aan het pakken om naar de Dominicaanse Republiek te reizen (zie reeks 2 – verhaal 2).

 

Pascale                       Allez, Balleke, ge gaat toch uw tijgerslipje toch niet meedoen, zeker.

Balthasar                     Waarom niet? Ik zal da wel nodig hebben, hoor.

Pascale                       Gohoo, Balleke.

 

Ze kussen. Plots komt BTW binnen...

 

Bernard                       Aaaaah, wie we hier hebben. Klaar om op reis te gaan?

Pascale                       Bernard, buiten!

Bernard                       Hoe, maar ik wil gewoon...

Balthasar                     Buiten, heeft ze gezegd!

 

Bernard gaat weg.

 

Balthasar                     Die zou nog een beetje onze romantiek verstoren zeker!

Pascale                       Zeg, Balleke, boven piept er een vijzeke van m’n matras. Zullen we...?

Balthasar                     Da’s een goed gedacht, mijn gedacht!

 

Wanneer Boma en Pascale naar boven gaan, sluipt Bernard voorzichtjes de living in.

 

Bernard                       Hahaaa, zo niet, hé. Pascale is voor mij en niet voor diene dolgedraaide worstenboer!

 

Bernard haalt alles uit de valiezen en gooit het overal in het rond.

 

 

Bij Carmen en Xavier

 

Carmen                      Xavier, ik wil ook op reis!

Xavier                         Ja, Carmenneke, we hebben die reis niet gewonnen, hé.

Carmen                      Maar, niet naar de Dominicaanse Republiek! Verder!

Xavier                         Ja, ge weet niet wa da kost, zeker!

Carmen                      Nee, maar binnenkort wel, hé.

Xavier                         Nee, we gaan niet op reis! We zijn vorig jaar nog maar naar Blankenberge geweest!

Carmen                      Gij hebt ook niets over voor mij!

Xavier                         Ik ga naar het café, als het zo zit!

Carmen                      Xavier!!! Smerig boeferke!

 

 

Bij Pascale

 

Boma en Pascale gaan terug naar beneden, na hun romantisch avontuurtje boven.

 

Pascale                       Wat is hier gebeurd? Is er ingebroken?!!!

Balthasar                     Miljaarde!

Pascale                       Ooh nee, Balleke! De tickets!!! De tickets, ze zijn weg!!!

Balthasar                     Ah nee, hé!!!

Pascale                       Wie heeft ons dat gelapt?!!

Balthasar                     Zeg, is da nie Xavier die daar het café uitgaat?

Pascale                       Hij zal toch nie...?

Balthasar                     Maar nee...

Pascale                       Het kan wel, hé. Carmen was boos op hem omdat hij die reis niet gewonnen had!

Balthasar                     Gohoo, nooit gedacht van die Xavier!

 

 

Bij BTW

 

Bernard                       Hahaa, ik heb ze. De tickets zijn van mij! Nu alleen nog Pascale overtuigen om mee te gaan.

 

 

Bij Carmen en Xavier

 

Boma en Pascale bellen aan. Carmen doet open.

 

Carmen                      Ooh, Pascale en meneer Boma, kom binnen.

Balthasar                     Houdt u maar nie van de domme, Carmen!

Carmen                      Over wat hebt ge het?

Pascale                       We weten wel dat gij Xavier hebt opgestookt om die tickets te stelen!

Carmen                      Waat! Ik weet daar niets van! Waar is Xavier nu?

Pascale                       We zagen hem uit het café gaan.

Carmen                      Ah ja, natuurlijk, hij ging er ene gaan drinken.

Balthasar                     Ja, da zal wel.

Carmen                      Ge denkt toch nie da mijne Xavier die tickets heeft gestolen, hé?

Pascale                       Wie anders?!!!

Carmen                      Wel euh... BTW!

Pascale                       BTW?

Carmen                      Ik weet van Doortje dat hij op jou verliefd is!

Pascale                       Op mij? Allez zeg!

Balthasar                     Die smerige onderkruiper! We gaan er naartoe! Ik heb al een plan!

 

 

Bij BTW

 

Pascale komt binnen.

 

Bernard                       Aaah, Pa-pa-pascale. Ik heb een verrassing voor u.

Pascale                       Ah ja?

Bernard                       Ja, twee tickets voor de Dominicaanse Republiek!

Pascale                       Hoe komt gij daaraan?

Bernard                       Ik had het eigenlijk niet mogen doen, maar ik heb ze gestolen van jullie. Maar ik deed dat om jou te redden van dat wreed monster van een Boma!

Pascale                       Ooh, dat is lief.

Bernard                       Me-me-meent ge da?

 

De rest komt binnen.

 

Balthasar                     Zo zit dat, BTW!

Bernard                       Euh...

Balthasar                     Geef ze nu maar rap terug!

Bernard                       Wie? Pascale of de tickets?

Balthasar                     De tickets.

Pascale                       Zeg!

Balthasar                     En Pascalleke natuurlijk ook!

Bernard                       Weet je wat ik met die tickets doe?

 

Bernard smijt ze in het haardvuur.

 

Balthasar                     Gij lomperik!

Pascale                       Wat doet gij nu?

Carmen                      Boeferke! Hier zie!

 

Carmen gooit een taart in z’n gezicht.

 

Bernard                       Zèèg!

 

 

EINDE


22-09-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 2 – verhaal 2

De leukste thuis

 

In het café

 

Op Radio Hallo geeft men prijzen weg voor de beste zelfgevonden mop. Iedereen die in het café zit, luistert mee.

 

Xavier                          Ja, man. Een reis naar de Dominicaanse Republiek kunt ge winnen met gewoon een mopje te verzinnen. Ik doe mee hoor!

Doortje                        Ik doe ook mee!

Pol                               Maar Doortje, gij kunt toch helemaal geen moppen tappen!

Doortje                        Ah nee zeker. Wat is het verschil tussen een brief en gij?

Pol                               Kweenie.

Doortje                        Gij zijt getikt en een brief is getypt!

 

Niemand lacht.

 

Pol                               Moet dat nie omgekeerd zijn?

Doortje                        Och, zeg, ge hebt allemaal geen gevoel voor humor. Ge zult wel zien! Ik win die reis!

Xavier                          Neenee, ik zal hem winnen. Kom sjoeke, we zijn naar huis. Moppen gaan tappen!

Carmen                       Ja, sjoeke. Wij zullen die reis winnen. Deze keer niet naar Blankenberge!

 

 

Bij BTW

 

BTW heeft het radiobericht ook gehoord.

 

Bernard                       Goh, ik moet en zal die reis winnen, hé. Dan kan ik naar m’n droomvrouw gaan en zeggen dat ik zielsveel van haar hou. Als ik dan zeg dat ze mee mag op reis, zal ze zo blij zijn dat we samen wilde nachten zullen beleven!

 

Doortje heeft alles gehoord.

 

Doortje                        Wie mag die droomvrouw dan wel zijn?

Bernard                        Euh... niemand.

Doortje                        Hoe? Ge waart toch bezig over uw droomvrouw daarnet?

Bernard                        Over m’n droomvrouw? Zeg, begint ge u al dingen in te beelden die er niet zijn misschien?

 

Doortje begrijpt er niets van en gaat weg.

 

Bernard                       Oh, Doortje was het bijna te weten gekomen, verdomme. Moest zij weten dat ik verliefd ben op Pascale, dan zouden er nogal roddels ontstaan. Maar eerst moet ik een mop verzinnen...

 

 

Bij Carmen en Xavier

 

Xavier                          Luistert hier eens naar: Wat zei Jezus toen hij voor de eerste dag aan het kruis hing?

Carmen                       Vertel, vertel.

Xavier                          ‘Amai, m’n paasvakantie begint hier goed.’

Carmen                       Haahaaaa!

Xavier                          Da’s ne goeie, hé.

 

 

Ondertussen bij Pol en Doortje

 

Doortje                        Luister, Pol: Waarom zijn mannen onderleggers? Je ziet ze enkel als er eten op tafel komt.

Pol                               Doortje, dat is flauw. Zo de mannen bespotten!

Doortje                        Och zeg, ge wilt gewoon nie dat ik meedoe met die wedstrijd.

Pol                               Maar jawel, maar toch niet met zo’n flauwe moppen.

Doortje                        Verzint er dan zelf één, hé.

Pol                               Oké, wat vind ge hiervan: Een man en een vrouw lopen door het museum. Zegt de vrouw: ‘Marinus, zo’n lelijk schilderij heb ik nog nooit gezien’. Zegt de man: ‘Margreet, zet je bril op en ga van die spiegel weg.’ Hahaa, da’s ne goeie, hé.

Doortje                        Zeg, zo de vrouwen bespotten, Pol.

Pol                               Dat is toch een supermop!

Doortje                        Gaat gij maar op de zetel slapen vannacht!

Pol                               Zeg, ge hebt ook geen gevoel voor humor, hé.

 

 

In het café

 

Vanavond zal de winnaar van de wedstrijd bekend worden. Marc heeft zich al volledig

geïnstalleerd in het café.

 

Marc                            Oké, beste luisteraars. Vanavond komen we te weten wie er op reis mag gaan naar de Dominicaanse Republiek, samen met z’n partner.

Carmen                       Hopelijk wij, hé, sjoeke!

Marc                            Maar eerst nog een plaatje: ‘The winner takes it all’ van Abba.

Carmen                       Zèèg, nu moeten we nog langer wachten!

Pol                               Jaja Xavier, wij hebben dan toch nog een goede mop gevonden hoor. Ik denk niet dat gij nog
veel kans maakt.

Xavier                          We zullen wel zien, Pol.

Boma                          Ge weet wat ze zeggen, hé. Als twee honden vechten om een been, dan gaat de derde ermee heen.

Carmen                      Wat wilt ge daar nu weer mee zeggen?

Boma                          Och, niks. Niks.

 

Het liedje eindigt.

 

Marc                            Oké, beste luisteraars. We zijn hier terug in Café De Kampioen voor de spannende ontknoping.

Bernard                        Jaja, hopelijk ben ik de winnaar.

Carmen                       Hebt gij ook meegedaan?

Bernard                        Ahja, natuurlijk. Een reisje is altijd mooi meegenomen.

Marc                            En de winnaar van de reis naar de Dominicaanse Republiek is...

Carmen                       Nu gaan we ’t horen, sjoeke.

Marc                            Balthasar Boma!

Boma                           Ikke? Mijn gedacht!

Carmen                       Watte? Gij deed toch nie mee?

Boma                           Ja, Carmenneke. Als ik met Pascalleke op reis kan gaan...

Pascale                        Watblieft? Meen je dat, Balleke?

Boma                           Tuurlijk, Pascalleke.

Marc                            Meneer Boma, wilt u even bij de micro komen en nog eens uw winnende mop vertellen aan de
 luisteraars en de mensen hier in het café?

Boma                           Hoe kan je zien dat er in bier vrouwenhormonen zitten? Als je er veel van drinkt begin je dom
 te praten, te zagen en kan je niet meer autorijden. Woehaaaaa!

 

Iedereen lacht.

 

Carmen                       Da’s weer typisch Boma, hé!

Marc                            Meneer Boma, nog een vraag: met wie gaat u op reis?

Boma                           Wel, mijn Pascalleke natuurlijk.

Marc                            Och, dat is heel mooi.

Pascale                        Ja, dat vind ik ook. Kom hier Balleke.

 

Boma en Pascale geven mekaar een zoen. Bernard kijkt betreurd.

 

 

EINDE


01-09-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 2 – verhaal 1

Comme chez moi

 

Bij BTW

 

Het is de grote opening van BTW’s restaurant.

 

Bernard                       Dus, alles is nu ongeveer in orde. Heb ik nu alles? Ah nee, de wijn! Even snel bellen naar de brouwer.

 

Bernard toetst het nummer in van de brouwer.

 

Bernard                       Hallo? Is het met de brouwer?

Brouwer                      Ja, daar spreekt u mee.

Bernard                       Zeg, waar blijft die wijn? Ik had toch 20 dozen besteld!

Brouwer                      Hoezo? Is de bestelwagen nog niet aangekomen?

Bernard                       Nee, en vanavond is het de grote opening. Maak maar dat ik hier vanavond 20 dozen wijn heb of ge zijt een grote klant kwijt, hé.

 

 

Bij Carmen en Xavier

 

Carmen is bezig in de keuken wanneer Xavier binnenkomt.

 

Xavier                          Zeg sjoeke, wat doen die dozen wijn hier in de living?

Carmen                       Dozen wijn? Welke dozen wijn?

Xavier                          Awel, deze hier.

Carmen                       Wel potverdorie. Wie heeft die hier gezet? Ik heb nochtans niemand horen binnenkomen.

Xavier                          Welja, dan zijn ze voor ons. Kom sjoeke, zin in een glaasje heerlijke witte wijn?

Carmen                       Allez, ’t zal mij deugd doen na een hele dag lang al in de keuken te staan.

Xavier                          Ola, en wat staat er op het menu?

Carmen                       Biefstuk-friet.

Xavier                          Staat ge daarvoor al een hele dag in de keuken?!

Carmen                       Staan wel ja, ‘k was aan het stofzuigen.

 

 

In het café

 

Carmen                      Mannekes, moeten jullie ook eens proeven van deze heerlijke wijn?

Pascale                       Amai Carmen, waar hebt ge die wijn vandaan gehaald?

Carmen                      Gevonden in onze living.

Pascale                       Gevonden in uw living?

Carmen                      Jaja... Allez, niet dringen, er is genoeg voor iedereen. Ik heb glazen ook bij, hier zie.

Balthasar                     Amai, Carmen. Da’s gene kattepis, mijn gedacht!

Marc                            Hoe? Is het dan hondepis?

Balthasar                     “Is het dan hondepis?” zegt hij! Woehahaa!

Pascale                       Mmm, dit is echt heerlijk. Zeg, waar is Xavier eigenlijk?

Carmen                      Goh, ‘k heb die in zijn bed gelegd. Die is zo zat als een kanon van die wijn!

Pascale                       Allez, normaal is het van de pinten.

Carmen                      Jahaahaa. Zeg, wie gaat er vanavond naar de opening van BTW’s restaurant?

Pascale                       Ik alleszins wel.

Carmen                      Maar allez Pascale, da’s toch alleen voor sjieke mensen.

Pascale                       Pfft!

 

 

Bij BTW

 

Bernard                        Zeg Doortje, zijt gij nog altijd op zoek naar een job?

Doortje                        Ja.

Bernard                        Awel, ge zijt aangenomen bij mij.

Doortje                        Meent ge da? Ooh Bernard, ge zijt ne schat!

Bernard                        Inderdaad, inderdaad. Ge moogt al beginnen met de keuken een poetsbeurt te geven en dan het restaurant ook.

Doortje                        Wablieft? Ik ga hier nie...

Bernard                        Oké, dan zijt ge al ontslagen.

Doortje                        ’t Is al goed, slavendrijver.

Bernard                        Hela, een beetje respect voor uwe werkgever! En bel ook eens naar de brouwer, want die wijn is nog altijd niet 
 aangekomen.

Doortje                        Ik heb der ook maar twee, hé.

Bernard                        Ge zout er beter vier hebben. Heb ik gelijk of gelijk?

Doortje                        Gelijk, zeker.

Bernard                        Hoo, eindelijk eens iemand die mij gelijk geeft. Mijn dag kan al niet meer stuk.

 

 

Bij Carmen en Xavier

 

BTW komt binnen.

 

Bernard                        Ah, mijn lief neefke.

Xavier                          BTW, wat komt gij hier doen?

Bernard                        Zeg, gaat ge mij weer de hele tijd beledigen met die belastingnaam? Zout ge mij vanavond niet beter komen 
 helpen in het restaurant?

Xavier                          Komen helpen? Ge hebt toch Doortje, ze heeft gebeld naar Carmen om te zeggen dat ze voortaan bij u werkt.

Bernard                        Jaja, zij werkt in het restaurant. Maar ik zoek nog een hulpje voor in de keuken.

Xavier                          Neenee, zijt ge zot?

Bernard                        Ook niet voor een vat bier?

Xavier                          Een heel vat? Oké, ik doe het!

 

 

Bij BTW

 

Het moment van de grote opening is aangebroken. Het restaurant zit stampvol. Xavier is de

uien aan het schillen.

 

Bernard                        Zeg, Xavier, ge moet niet wenen.

Xavier                          Och, Bernard. Hou op met uwe zever. Dat piekt hoor!

Bernard                        Jaja, ‘k zal stoppen. Waar blijft die brouwer toch, hé. Die 20 dozen wijn zouden al lang aangekomen moeten 
 zijn.

Xavier                          20 dozen wijn? Die staan bij ons!

Bernard                        Bij jullie? Hoezo?

Xavier                          Opeens stonden er 20 dozen wijn in onze living toen ik binnenkwam. Dat zal waarschijnlijk een vergissing 
 geweest zijn.

Bernard                        Maar kunt ge dat dan niet direct zeggen?!!! Neefke van m’n voeten! Ga ze maar rap halen!

Xavier                          Dat zal moeilijk gaan. Ze zijn allemaal op. Ik heb er zelfs een kater aan overgehouden, ik voel het nog  
 broebelen in mijn maag. Hips!

Bernard                        Wablieft? Da meent ge nie, hé! Buiten!

Xavier                          Meent ge dat? Mag ik echt weggaan?

Bernard                        Ja, buiten!

 

 

In het café

 

Pascale                        Zijt ge nu al terug, Xavier?

Xavier                          Ja, hij heeft mij buitengezwierd omdat die flessen wijn eigenlijk voor hem waren en wij hadden die 
 leeggedronken.

Pascale                        Haha, allez, een dagschotel voor u.

Carmen                       Amai zeg, kijk eens naar buiten. Alle klanten van BTW gaan al naar huis en BTW komt naar hier.

 

Even later komt BTW binnen.

 

Bernard                       Ik eis dat jullie die flessen wijn terugbetalen nadat jullie ze hebben opgedronken. Ik kon er nu geen serveren en alle klanten gaan nu naar een ander restaurant.

Carmen                      Sorry, Bernard, ge weet waar ge ze kunt steken!

Bernard                       Ahzo, waar dan wel?

Carmen                      In uw dik, lelijk gat!

Bernard                       Zal ’t gaan, ja!

 

Iedereen lacht.

 

 

EINDE 


01-07-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 1 – verhaal 13

Wie laatst lacht

 

Bij DDT

 

Dimitri                          Het is altijd hetzelfde liedje! Elke maand heb ik verlies.

Doortje                        Ja, kuist uw garage eens op en er zullen al veel meer klanten over de vloer komen!

Dimitri                          Gij hebt gemakkelijk praten, hé. Gij moet hier maar elke dag uw uren komen doen en op het einde van de maand hebt ge centjes in ’t bakske. Voor ne kleine zelfstandige gelijk ik is da veel ingewikkelder!

Doortje                        Moest ge uw prijzen verlagen, zouden er ook al meer klanten komen.

Dimitri                          Als ik mijn prijzen verlaag, dan heb ik nog meer verlies! Neenee, ik denk dat ik de garage ga  verkopen.

Doortje                        Wat? Verkopen? Maar zijt gij nu helemaal op uwe kop gevallen?

Dimitri                          Wat moet ik anders doen? Hebt gij een betere oplossing?

Doortje                        Nee, maar dan ben ik wel m’n werk kwijt, hé!

Dimitri                          Sorry Doortje, m’n besluit staat vast.

Doortje                        Gij meent dat echt?

Dimitri                          Ja, natuurlijk meen ik da!

Doortje                        Vandaag is het dus mijn laatste dag... Krijg ik dan nu mijn geld van de hele maand?

Dimitri                          Niet van een hele maand, hé. We zijn toch nog maar de 23e.

Doortje                        Zèèg, gierige pin! Als ge toch uw garage verkoopt, hebt ge toch geld genoeg?

Dimitri                          Allez, ik zal m’n goed hart laten zien. Ge krijgt 24 keer uw dagloon!

 

 

In het café

 

Doortje                        Ja, ik ben dus buitengezwierd bij DDT, hé.

Bieke                            Maar zeg, gaat die nu echt z’n garage verkopen?

Pol                               Ja, die gaat dat doen. Dus er zijn 2 problemen: Doortje moet een andere job zoeken en we moeten ook nog eens verhuizen!

Bieke                            Maar, wie zegt da? Ge kunt dat toch verder verhuren als er een koper komt opdagen?

Pol                               Ja, maar gaat die nieuwe koper da wel willen?

Doortje                        ’t Is te hopen! Allez, mannekes, ik ben weg. Een nieuwe job gaan zoeken...

 

 

Bij DDT

 

Er is iemand komen opdagen die de garage wil kopen.

 

Dimitri                         Ga zitten, meneer. Dus u zijt geïnteresseerd in mijn infras... structuur?

Bernard                       Jazeker.

Dimitri                         En wat is de naam?

Bernard                       Waterslaeghers. Bernard Theofiel Waterslaeghers.

Dimitri                         Waterslaeghers? Bent u toevallig geen familie van Xavier?

Bernard                       Jaja, dat is mijn ambetant neefke, ja.

Dimitri                         Allez zeg, ge trekt erop!

Bernard                       Zijt gij nu met mij aan ’t lachen?

Dimitri                         Neenee, natuurlijk niet!

Bernard                       Ah, dan is ’t goed. Maar kunnen we nu eindelijk terzake komen? Hoeveel vraagt ge?

Dimitri                         4 miljoen!

Bernard                       Waat? 4 miljoen voor dat kruipkotteke, hier?

Dimitri                         Zèèg! Allez, 3 miljoen en een half!

Bernard                       2 miljoen!

Dimitri                         Watte? Zo weinig?

Bernard                       Meer geef ik niet.

Dimitri                         Allez, ’t is goed. Ge zijt den enigste koper, dus ik heb nie veel keus.

Bernard                       Voilà, dat is dan geregeld, hé.

Dimitri                         Ik ben blij dat er toch iemand met m’n zaak wil voortdoen.

Bernard                       Maar neeneenee, ik ga hier een restaurant van maken!

Dimitri                         Watte? Een restaurant? Gij zijt nie goe wijs, zeker? En m’n zaak dan, die ik volledig uit de grond gestampt heb?

Bernard                       Ja, sorry. Maar daar ben ik niets mee, ik ken namelijk niets van automechaniek. Ik ben de beste kok van heel België, dus maak ik er hier een restaurant van. Heb ik gelijk of heb ik gelijk?!

Dimitri                         Ongelijk! De verkoop gaat niet door. Mijn infras... structuur wordt geen restaurant!

 

Plotseling komt ma DDT binnen.

 

Dimitri                         Ma! Wat doet gij hier?

Ma DDT                       Wat hoor ik daar van een restaurant?

Dimitri                         Ja, ik ga m’n garage verkopen.

Ma DDT                       Allez, ’t verstand komt dan toch met de jaren. En wil die meneer er een restaurant van maken?

Dimitri                         Ja, schandalig, hé!

Ma DDT                       Juist niet! Dat is prachtig! En hoeveel wilt ge geven, meneer?

Bernard                       2 miljoen.

Ma DDT                       Dat is genoeg voor die stal hier. Dimitri, geef hem de onderhandelingspapieren!

Dimitri                         Maar nee, ma, ik wil hier geen restaurant!

Ma DDT                       Dimitri, zwijg!

Dimitri                         Ja, ma.

 

 

In het café

 

DDT, Bernard en ma DDT komen binnen.

 

Bernard                         Serveuse, tournée générale!

Balthasar                      Amai, en met wie hebben wij de eer?

Bernard                        Met Bernard Theofiel Waterslaeghers, de nieuwe eigenaar van DDT’s garage. Ik ga er een
 restaurant van maken, die ‘Bij mij’ zal heten.

Pascale                        Amai, ook een toepasselijke naam.

Balthasar                      Dus we zijn van DDT verlost?

Dimitri                           Zèèg, een beetje respect voor uwe ex-gebuur, hé.

Pol                                Meneer Waterslaeghers, mogen wij de loft verder huren?

Bernard                         Maar natuurlijk mag dat!

 

Pol en Doortje juichen. Ondertussen komt Xavier binnen.

 

Xavier                          Bernard?

Bernard                        Ah, neefke. Blij mij terug te zien?

Xavier                          Euh, ja, heel blij...

Bernard                        Haha, dacht ik het niet. Ik ga van de garage een restaurant maken!

Xavier                          Ooh nee!

Marc                            Ooh ja, zeker weten.

Bernard                        Neenee, beter weten!

 

 

EINDE


01-06-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 1 – verhaal 12

Milieuvervuiling

 

In het café

 

Het is crisisvergadering bij de Kampioenen.

 

Pol                               Dit is dus een ramp, hé. Als die beek die naast het veld stroomt tegen volgende week nog altijd zo zwaar vervuild is, dan is het forfait. Dan hebben we 5-0 aan ons broek, hé!

Xavier                          Ik vind dat we op onderzoek moeten gaan. We moeten die beek zien proper te krijgen en ook te weten komen vanwaar dat da komt.

Pol                               Ja, dat vind ik ook. Allez, wie van de mannen gaat mee? Rudy, André?

 

Alle mannen knikken van nee.

 

Pol                               Voorzitter, gij gaat toch mee?

Balthasar                     Natuurlijk ga ik mee. Ik wil weten wie da vervuild heeft.

Pol                               Allez, dan zijn we met drie, hé. Komaan!

 

 

Op het veld

 

Balthasar, Xavier en Pol staan langs de beek en zien een zwarte bubbelige massa drijven.

 

Xavier                          Eikes! Hoe gaan we dat wegkrijgen?

Pol                               We kunnen anders aan nonkel Dimitri vragen of hij ons geen afzuigsysteem, of hoe dat ge dat ook noemt, kan lenen.

Balthasar                     Dat is nog eens een gedacht, zeg.

 

 

Bij DDT

 

Billie                             Nonkel, mag ik naar buiten?

Dimitri                          Maar nee, ge hebt toch gehoord wat Pol gezegd heeft. Ge moet in de garage blijven.

Billie                             Ik mag hier ook nooit iets!

 

Dimitri gaat naar het bureau. Billie ziet een kans om te ontsnappen. Hij sluipt naar de deur,

doet die open en loopt naar buiten. Ondertussen komen de mannen naar de garage van

DDT, maar ze merken Billie niet op.

 

Pol                               Ah, Dimitri, mogen wij iets lenen van u?

Dimitri                          Goh, nee, dat zal niet gaan...

Xavier                          We zullen u wel betalen!

Dimitri                          Ge moogt alles lenen van mij! Ik sta daarvoor open!

Pol                               Hebt gij geen afzuigpomp om iets vuils uit de beek te zuigen?

Dimitri                          Maar natuurlijk, DDT heeft alles in huis. Hier zie.

Pol                               Ah, dankuwel, nonkeltje.

Dimitri                          En mijn geld?

Balthasar                     Hier, is dat genoeg? Afzetter!

Dimitri                          Zèèg, ge moogt blij zijn dat ik aan u wíl lenen!

Pol                               Jaja... Waar is Billieke eigenlijk?

Dimitri                          Die is toch in de garage?

Pol                               Nee.

Dimitri                          Hoe? Waar is die dan naartoe?

Pol                               Zegt dat het geen waar is, hé. Komaan, allemaal helpen zoeken!

 

 

Op het veld

 

Iedereen                      Billie!!! Billieke!!!

Pol                               Goh, waar is die toch?

Dimitri                          Billieke, kom bij uw lief nonkeltje terug, kom!!!

 

Ze roepen nog even door, tot ze iets horen vanuit de beek: hulpgeroep.

 

Pol                               Zit Billie daar?

 

Ze gaan kijken bij de beek. Billie is er in gevallen.

 

Balthasar                     Mijn gedacht! Wat doen we nu!?

Pol                               Billieke, hou vol, hé. We komen u er uithalen!

Billie                             Vlug, Pol, ik kan niet zwemmen!

 

Pol springt in het water en hij haalt Billie er uit. Hij draagt Billie verder naar het veld, waar hij

kan bekomen in het gras.

 

Billie                             Ik... kan... niet... goed... meer... ademen...

Pol                               We moeten hem naar een dokter brengen.

Balthasar                     Ik zal hem wel voeren.

 

 

In het café

 

Doortje                        Goh, zeg, ben ik blij dat alles terug goed gekomen is. En allemaal dankzij mijne Pol.

Balthasar                     En door mij en de Xavier ook, hé!

Dimitri                          En mij niet vergeten, hé.

Doortje                        Ja, ge zijt allemaal schatten.

Balthasar                     En ik heb gebeld naar de milieu-inspectie. Ze zijn aan het uitzoeken wat er die beek vervuilt.

 

Een man van de milieu-inspectie komt binnen.

 

Balthasar                     Zijt ge nu al klaar?

Man                             Ja, we hebben alles opgekuist. En het bleken olieresten te zijn die de beek zo zwaar vervuilden. En die komen waarschijnlijk van meneer DDT daar.

Balthasar                     Dimitri? Hoe kunt ge?

Dimitri                          Dat was toch maar om te lachen, hé.

Xavier                          Door uw schuld is Billie bijna vergiftigd en door uw schuld was het bijna forfait!

Man                             Kom jij maar eens mee!

Dimitri                          Maar... dat was toch maar een fopje flauw mopje!

Man                             Ja, een mopje waar niet iedereen kan om lachen.

Xavier                          Maar hier kunnen we wel mee lachen.

 

Iedereen lacht.

 

 

EINDE


01-05-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 1 – verhaal 11

Tante Madeleine

 

Bij Pascale

 

Pascale                       Bieke, beziet dat nu eens op de muur! Da’s een ramp! Zo’n vochtplek!

Bieke                           Tja, da’s van de hevige regen van de voorbije dagen.

Pascale                       Maar Allez, zo kan ik toch geen mensen ontvangen. Die vochtplek is nog groter dan de muur zelf!

Bieke                           We zullen opnieuw moeten behangen!

Pascale                       Opnieuw moete... behangen! Wie gaat dat doen?

 

De telefoon rinkelt.

 

Pascale                       Hallo, met Pascale De Backer.

Madeleine                   Ah, zusje. ’t Is hier Madeleine, hé. Zeg, zouden ik en Jerom eens op bezoek mogen komen?

Pascale                       Euh... natuurlijk Madeleine. Zeer zeker.

Madeleine                   Ah, da’s goed. Wat dacht ge van morgen?

Pascale                       Morgen al?!!!

Madeleine                   Of is dat een probleem?

Pascale                       Neenee, natuurlijk niet. Allez, tot morgen dan hé.

 

Pascale legt de hoorn terug op de haak.

 

Pascale                       Een ramp! Catastrofe! Madeleine komt op bezoek!

Bieke                           Ja, en dan?

Pascale                       En die vochtplek dan?

Bieke                           Ja, daar zeg je zoiets.

Pascale                       Bieke, ik ga...

Bieke                           Je gaat wat?

Pascale                       Ik ga...

Bieke                           Maar wat dan?

Pascale                       Ik ga flauwvallen...

 

Pascale valt flauw, Bieke kan haar nog net opvangen.

 

 

In het café

 

Balthasar                     Maar da’s toch geen probleem! Hangt daar een schoon groot schilderijke bovenop en niemand ziet dat! En later kunt ge dan opnieuw behangen, eventueel.

Bieke                           Jaja, maar waar vinden we zo’n groot schilderij?

Dimitri                         Misschien kan ik voor één zorgen.

Bieke                           Waar gaat gij dat vinden?

Dimitri                         Op de zolder van mijn garage, bijvoorbeeld.

Balthasar                     Welja, da’s een goed gedacht, mijn gedacht.

Dimitri                         Ik ben toch een genie, hé. Is ’t nie waar?

 

 

Bij DDT

 

Dimitri                         Haha, ik zal zelf eens mijn schilderkunsten bovenhalen! Ik, de beroemde Dimitrius, zal hier eens in een wip een mooi schilderij toveren! Maar ja, welk schilderij zou Pascale graag zien? Aja, ‘k heb het! Een naaktschilderij, dat ziet iedereen graag, hé.

 

DDT haalt een groot wit doek boven en legt op de grond. Hij begint direct te schilderen

en ziet dat het wel niet zo gemakkelijk is.

 

Dimitri                         Hmm, da lukt dus toch niet. Ik moet er gewoon nog een beetje inkomen. Of... o ja! Ik heb een idee! Ik laat door iemand anders een groot schilderij maken en zet er achteraf mijn naam onder, want ‘k moet nog de auto van Carmen herstellen en anders heb ik geen tijd meer.

 

 

Bij Pascale, de volgende dag

 

Pascale                       Gooh, waar blijft DDT nu toch met dat schilderij die hij ging zoeken voor mij om boven die vochtplek te hangen?

Bieke                           Waarschijnlijk heeft hij niet eens een schilderij gevonden.

Pascale                       Jawel hoor, gisterenavond heeft hij nog gebeld om te zeggen dat hij het vandaag ging brengen. ’t Is nu al halftwaalf. Binnen een halfuurtje staan Madeleine en Jerom hier... En... Marc, blijf van die hapjes af!

Marc                            Ja zeg, ik mag hier ook niets, hé. Ik moet toch eens proeven.

Pascale                       Die zijn voor de gasten!

Bieke                           Och ma, laat hem toch eentje proeven, enfin zeg!

Pascale                       Nee is nee!

 

Pascale gaat naar de keuken om nog eens in de soep te roeren.

 

Marc                            Amai, die is ook in haar gat gebeten.

Pascale                       Ja, DDT blijft ook wel erg lang weg, hé. En als ge probeert te bellen, dan is het het antwoordapparaat.

 

 

Bij DDT

 

Dimitri                         Voilà, mijn naam staat eronder. Nu kan ik naar Pascale. Ze zal nogal eens blij zijn als ze haar eigen naaktschilderij ziet voor in hare living. Ik ga het wel eerst nog inpakken, want het regent buiten. Ziet dat MIJN schilderij nat wordt!

 

 

Bij Pascale

 

Pascale                       Ah, eindelijk! DDT is daar!

Bieke                           Ja, ’t is al vijf na twaalf. Al een chance dat nonkel en tante hier nog nie zijn!

Dimitri                         Ah, Pascale. Ik zal hem eens rap gaan ophangen, zie. Ik heb hem ingepakt, omdat het regent en omdat de verrassing dan des te groter is...

 

DDT, Bieke en Marc gaan naar de living om het schilderij op te hangen. Ondertussen

komen Madeleine en Jerom binnen in het café.

 

Madeleine                   Pascale!

Pascale                       Madeleine! Jerom! Hoe gaat het ermee? En met Saartje en Sabine?

Madeleine                   Uitstekend!

Pascale                       Ja zeg, ’t is toch schoon weer, hé.

Madeleine                   Ja, maar kunnen we dan nu naar de living...?

Pascale                       Nu? Naar de living? Euh... Ja, natuurlijk!

 

Pascale en haar gasten gaan naar de living. Ondertussen hangt het schilderij er al. DDT

sluipt stilletjes weg. Bieke vreest voor de reactie van haar ma en haar tante als ze dit schilderij

zien...

 

Pascale                       Kijk, Madeleine. We hebben onze living opgefleurd met een mooi schilde... Waaat?!

 

Op het schilderij staat een naakte Pascale. Madeleine begint te lachen.

 

Madeleine                   Hahaa, Pascale!!! Hoe kunt ge u nu zo verlagen? Kom Jerom, we zijn weg. Ik ga nu meteen naar mijn vriendinnen. Die zullen er ook wel mee kunnen lachen! Pascale naakt, haha.

Jerom                          Bien sur, ma chérie.

 

Madeleine en Jerom vertrekken terug. Pascale valt weer flauw.

 

Bieke en Marc             Maaaaa!!!

 

 

EINDE


01-04-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 1 – verhaal 10

Koninklijk bezoek

 

Bij DDT

 

Er wordt gebeld en Dimitri neemt de telefoon op.

 

Dimitri                          DDT Oké Cars, tot uw dienst.

Chauffeur                    Bonjour, monsieur. Ma voiture est en panne. Vous voulez venir?

Dimitri                          Euh... yes... ik bedoel... oui!

Chauffeur                    Je suis ici dans la Rue de la Peinture.

Dimitri                          Euhm... de watte?

Chauffeur                    La Rue de la Peinture, Schilderstraat.

Dimitri                          Ah, oui. Ich zalle komen.

Chauffeur                    Ah, c’est bien, ça.

Dimitri                          Oui, c’est... ‘t is ook goed.

Doortje                        Wie was dat wel?

Dimitri                          Een of andere halven hare die heel de tijd Frans zit te klappen! ’t Was precies de koning zeg!

 

 

In de Schilderstraat

 

Dimitri komt aan met z’n depannagewagen en stapt uit.

 

Chauffeur                    Ici, monsieur!!!

Dimitri                          Allez, wat is ’t probleem?

Chauffeur                    Ben, oui, la voiture est en panne.

Dimitri                          Ja, dat heb ik ondertussen ook wel door. Allez, ‘k zal eens kijken in de motorkap.

Chauffeur                    Non, attendez! D’abord, le roi va descendre!

Dimitri                          Le roi? Da kan toch niet?

 

De koning stapt uit de wagen. Dimitri valt flauw.

 

Koning                         Mais, qu’est-ce qu’il y a avec ce monsieur?

Chauffeur                    Je ne sais pas, monsieur. Mais où est la reine?

Koning                         Ah, j’ai oublié ma femme dans la voiture!

Koningin                      Finalement tu ouvres la porte! Mais, tout est bien avec ce monsieur?

Chauffeur                    J’espère ça. Mais qui va reformer la voiture?

Koning                         Peut-être monsieur Van Roost?

Chauffeur                    Oui, c’est une excellente idée!

 

 

In het café

 

Balthasar                     Pascalé, tournée générale!

Pascale                       Amai, wat is ‘t? Het groot lot gewonnen?

Balthasar                     Neenee, ik heb horen zeggen dat de koning hier op bezoek is!

Pascale                       Wablieft? De koning?

Balthasar                     Ja, zeer zeker. Den Albert!

Carmen                      Gooh, is dat echt waar? Amai, wa zou ik aandoen voor de koning als die naar hier komt?

Pol                              Wa zou de koning nu naar hier komen? Naar zo’n ordinair café?

Pascale                       Pardon?

Pol                               Ik bedoel, chique établissement.

Balthasar                     Ge kunt nooit weten dat den Albert interesse heeft voor de voetbal.

Pol                               Neenee, de koning komt niet naar hier. Die zal wel in het gemeentehuis ontvangen worden.

 

De chauffeur van de koning komt binnen.

 

Chauffeur                    Bonjour, mesdames et messieurs. Où est-ce que je peux trouver Dimitri De Tremmerie?

Balthasar                     Euh, wat zegt hij?

Pol                               Dimitri De Tremmerie est dans son garage, monsieur. Mais pourqoui voulez-vous le savoir?

Chauffeur                    Ben, monsieur De Tremmerie a venu pour depanner la voiture du roi. Mais parce que monsieur De Tremmerie était malade, j’ai appelé monsieur Van Roost. Donc je veux souhaiter monsieur De Tremmerie une bonne récuperation.

Pol                               Le roi? Tu es le chauffeur du roi?

Chauffeur                    Oui. Maintenant, le roi est dans la voiture avec la reine.

Pascale                       Oooh, mannekes. Ik ga mij snel gaan omkleden.

Carmen                       Voor mij is dat al nie nodig. Ik ben mooi zoals ik eruitzie, vooral mijn boezem dan, hé.

 

De koning en de koningin komen binnen. Iedereen kijkt verbaasd op.

 

Koning                        Alors, chauffeur, où est monsieur De Tremmerie?

Carmen                      Ooh, meneer de koning!

 

Iedereen staat recht en wil zichzelf voorstellen of een handtekening vragen aan de koning en aan de koningin.

 

Koning                        Haa, dak waarde landkenoten!

Carmen                      Ik ben Carmen Waterslaeghers, de vrouw van de trainer.

Balthasar                     En ik ben Balthasar Boma, PDG van de Boma Vleesindustrie NV. Hoe gaat het ermee, copain? ‘k Wist niet dat gij ook Frans kon?

Koning                        Euh, ja, dat moet wel, hé, als je ook nog rekeert over La Wallonie! Maar mijn chauffeur spreekt nog altijd Français.

Balthasar                     Ah, ja, oui!

 

Dimitri komt binnen.

 

Dimitri                         Zèèg, moet ge nu eens weten wat da ik meegemaakt heb? Ik had de kans om den auto van de koning te depanneren en dan belt die loempe chauffeur nog naar Van Roost omdat ík zogezegd flauwviel.

Chauffeur                   Qu’est-ce que c’est: un loempe chauffeur?

Dimitri                         Waaa! De chauffeur, en de ko... ko... koning!

Koning                        En de koningin inkluis, niet te verketen. We waren nog een beetje bezorgd om uw gezondheid, meneer De Tremmerie. Nadat u bent flauwkevallen, heeft mijn chauffeur u terug naar hier gebrakt. Dus wij wouden onze goede, maar zieke landkenoot plezieren met een bezoek.

Dimitri                         Ah, da’s... da’s heel vriendelijk, meneer de koning.

Koning                        Wij zijn van plan om nog voor altijd onze auto binnen te brengen bij Van Roost. Dat is toch zo’n goede garagist.

Dimitri                         ’t Is niet waar, hé!

 

 

EINDE


01-03-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 1 – verhaal 9

In ‘t cachot

 

In de cel

 

Carmen en Xavier vliegen in de cel na hun schietaffaires (zie verhaal 8: ‘Recht in de roos’).

De soldaten die hen kwamen arresteren, sleuren hen nu ook mee.

 

Carmen                       Zeg, wilde gij wel eens van mij blijven! Seksmaniak!

Soldaat 1                     Madammeke, houdt maar schoon uw mond!

Carmen                       Zèèg!

Soldaat 1                     Die gevangenen van tegenwoordig, hé!

Soldaat 2                     Ja, zwijg mij ervan!

Carmen                       Gevangenen, gevangenen! Ik ben wel Carmen Waterslaeghers, hé: hygiënisch      verantwoordelijke bij Boma Vleesindustrie NV.

Xavier                          Sjoeke, zwijg! Zeg, jullie weten toch wel wie ik ben, hé? De Xavier. Kunnen jullie geen goed      woordje placeren bij de kolonel?

Soldaat 1                     Sorry, Xavier, maar dat durven wij niet hoor! De kolonel, da’s ’t een en ’t ander, zenne!

 

De soldaten duwen hen in de cel en doen die op slot.

 

Carmen                       Is dit een grap of wat is dat hier? Hela, niet weggaan! Laat ons hieruit! Waar is Nero? Ik wil mijne 
 Nero terug! Heeeeelp! Help mij!

Xavier                          En help mij ook!

 

 

In het café

 

Pascale                       Goh zeg, dat is toch erg, hé, van Xavier en Carmen. Ik vind dat we iets moeten doen om hen terug vrij te krijgen.

Bieke                           Ja, maar wat?

 

De Kampioenen denken na.

 

Pol                               Ik heb misschien een idee. Misschien kan onze voorzitter de kolonel overtuigen.

Balthasar                     Ikke?

Bieke                           Ahja, gij kent de kolonel toch goed?

Balthasar                     Ik en Germain zijn natuurlijk 2 handen op 1 buik. Vooral op de buik van Lulu en Minou, wahaahaaa...

Pascale                       Balleke!

Balthasar                     Da was maar een grapje natuurlijk, hihi.

Bieke                           Jaja... Dus we kunnen op u rekenen, voorzitter?

Balthasar                     Wel, ’t is te zeggen euh...

Iedereen                      Voorzitter!?

Balthasar                     Ja, natuurlijk kunnen jullie op mij rekenen. Ik ben toch de voorzitter, hé!

 

 

In het bureau van de kolonel

 

Balthasar klopt op de deur.

 

Kolonel                         Binnen. Ah, Balthasar, alles hip in de slip?

Balthasar                      Altijd, hé, altijd! En bij u ook alles kloek in de broek?

Kolonel                         Ge kent mij, hé!

Balthasar                      ’t Is juist daarom dat ik het vraag, wahaaahaaaa... Zeg maar, Germain, ik kom eigenlijk voor    
 een heel delicate zaak.

Kolonel                         Ah, vertel maar.

Balthasar                      Wel, het gaat over Xavier en Carmen die nu in ’t cachot zitten.

Kolonel                         Ja, ben ik blij dat ik van Waterslaeghers verlost ben!

Balthasar                       Euh ja, zout ge ze niet kunnen vrijlaten?

Kolonel                         Waat? Vrijlaten? Ja, sorry, Balthasar, maar dat doe ik niet hoor!

Balthasar                       Zelfs niet voor een afspraakje met Babette van de Pussycat?

Kolonel                         Oooh, hoohoooo... Babette, met haar dikke tetten!

Balthasar                      Awel ja, dedie... Ge zout er mij en de Kampioenen een groot plezier mee doen, en vooral   
 mijzelf! Sinds da ze daar zit, komt ze niet meer kuisen en is m’n bureau gelijk ne messing!

Kolonel                         Allez, ’t is goed. Maar alleen omdat gij het zijt, hé, Balthasar. 

 

 

In de cel

 

Een soldaat komt binnen.

 

Carmen                       Ah, meneer de soldaat, mag ik mijne Nero zien, alstublieft? Ik mis hem zo, wèèèihh...

Xavier                          Ja, mag het? Want ik hou dat hier niet meer uit sinds dat ze elke dag liters tranen huilt.

Soldaat 1                     Sorry, madammeke. Geen bezoek toegelaten, zelfs niet van dieren!

Carmen                       Pfft! Beul!

 

Een andere soldaat komt ook binnen. De twee soldaten zeggen iets tegen mekaar.

 

Soldaat 1                    Bevel van de kolonel: jullie moeten worden vrijgelaten.

Carmen                      Ooh, eindelijk, mijne Nero, hooo!

Soldaat 2                    Hoe houdt gij dat vol met haar?

Xavier                         Ja, als ge in ’t leger zit, zijt ge veel gewoon, hé.

 

 

In het café

 

 

Balthasar                     En om te vieren dat Carmen en Xavier terug zijn, door mij natuurlijk, deze grote taart!

Carmen                      Joepie! Sjoeke, wij gaan nogal smullen, hé!

Pascale                       Wij ook, hé, Carmen!

 

Dimitri komt binnen.

 

Dimitri                         Hoe? Zijn jullie al terug?

Xavier                         Ah, Dimitri! U had ik net nodig.

Dimitri                         Ah, waarom?

 

Xavier neemt de grote taart en gooit hem in DDT’s gezicht.

 

Dimitri                         Zal ’t gaan ja?

 

 

EINDE


01-02-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 1 – verhaal 8

Recht in de roos

 

Bij Carmen en Xavier

 

Carmen                       Goh, ’t is toch erg, hé, al die inbraken!

Doortje                        Ja zeg, zwijg me ervan! Ik heb voor de zekerheid toch een hangslot op onze deur gedaan, want de deur van onze loft krijg je gemakkelijk open.

Pascale                        Ik doe mijn café voortaan om 11 uur dicht, je weet nooit welke kerels je nog over de vloer krijgt.

Carmen                       Jaja, ik heb ook een remedie: Xavier! Die moet mij beschermen met z’n dienstwapen!

Doortje                        Mag dat wel: buiten de kazerne met wapens omgaan?

Carmen                       Tut-tut-tut, van mij mag dat! Hij doet oefeningen op het veld.

Pascale                        Op het veld!? Weet Balthasar da?

Carmen                       Euh… natuurlijk… heh…

 

 

Op het veld

 

Xavier is aan het oefenen met z’n dienstwapen. Hij moet schieten op een darts-bord.

 

Carmen                       Allez, Xavier, recht in de roos, hé! Ge moet me kunnen beschermen als er dieven in mijne winkel 
 komen stelen!

Xavier                          Ik vind dit toch geen goed idee, sjoeke.

Carmen                       Xavier, gaat gij mij tegenspreken?

Xavier                          Nee, sjoeke.

 

Xavier schiet, maar mikt volledig naast het darts-bord.

 

Carmen                       Gij lomperik! Gaat gij mij zo beschermen? Geef hier, ik zal eens proberen.

Xavier                          Nee, Carmen, niet doen!

Carmen                       Xavier, zwijg!

Xavier                          Nee, sjoeke! Ge gaat ongelukken doen!

Carmen                       Zwijg, zeg ik!

 

Carmen lost een schot en valt helemaal achterover op haar achterwerk.

 

Carmen                       Zèèg!

 

 

Bij DDT

 

Dimitri                          Zeg Doortje, wat zijn Xavier en Carmen daar aan ’t doen op het veld?

Doortje                        Ha, die zijn schie… euh… die zijn schikcursussen voor bloemen aan het volgen!

Dimitri                          Neeneenee, ge vergist u, die zijn schietoefeningen aan het doen. Wacht maar tot de kolonel dat hoort!

Doortje                        Nee, Dimitri, niet doen! Anders vliegt Xavier misschien in ’t cachot!

Dimitri                          Zoveel te beter, dan is ’t gedaan met de Kampioenen! Als er geen keeper nie meer is, kunnen ze  ook nie meer  shotten!

Doortje                        Nee, Dimitri!

Dimitri                          Doortje, zwijgt, laat uw baas doen! Of moet ik u die 5 frank opslag kwijtschelden!?

Doortje                        Nee…

Dimitri                          Goed, ga dan maar weg. Ge hebt vandaag al genoeg gewerkt.

 

Doortje neemt haar jas en gaat weg. Dan belt Dimitri naar kolonel Vandesype.

 

Dimitri                          Ha, dag meneer de kolonel. ’t Is hier Dimitri De Tremmerie. Het is in verband met Xavier Waterslaeghers.

Kolonel                        Wat heeft hij nu weer uitgestoken?

Dimitri                          Wel, hij is op dit moment schietoefeningen aan het doen op het veld van de Kampioenen.

Kolonel                        Waat? Herhaalt dat nog eens!

Dimitri                          Hij is op dit moment schie…

Kolonel                        Da weet ik ook wel, kieken! We komen er direct aan!

 

 

Op het veld

 

Kolonel Vandesype komt, samen met een paar andere soldaten, aan op het voetbalveld.

Xavier loopt snel weg en verstopt zich achter enkele reclameborden. Carmen blijft staan.

 

Xavier                          Sjoeke, kom hier! De kolonel zal u zien!

Carmen                       Ik zal da kolonelleke van m’n voeten eens leren zomaar je schietoefeningen te komen storen!

Xavier                          Kom hier, sjoeke!

Kolonel                        Mevrouw Waterslaeghers, waar is meneer Waterslaeghers?

Carmen                       Gij permitteert u nogal, zomaar Xaviers schietoefeningen komen storen!

Kolonel                        Ik herhaal, waar is Waterslaeghers?

Carmen                       Daar achter dat reclamebord, als ge ’t zo graag wilt weten.

 

De soldaten lopen naar het reclamebord waar Xavier zich verschuilt. Xavier loopt weg,

maar de soldaten hebben hem al snel te pakken.

 

Carmen                       Zèèg, willen jullie wel eens van m’n ventje blijven? Beulen!

Kolonel                        Neem haar ook maar mee!

 

De soldaten willen Carmen ook meenemen, maar ze spartelt tegen. Dus houden ze haar voeten ook stevig vast.

 

Carmen                       Sjoeke! Help mij! Die beulen hebben mij te pakken!

 

Carmen en Xavier worden in de auto van de kolonel geduwd. De deur gaat op slot.

 

Carmen                       Zeg, wat heeft dit te betekenen?

Kolonel                        Jullie worden gearresteerd omdat jullie een dienstwapen meegenomen hebben uit de kazerne en er vervolgens mee geschoten hebben in het openbaar.

Carmen                       Openbaar, openbaar! Niemand heeft ons gezien!

Kolonel                        Een zekere Dimitri De Tremmerie wel.

Carmen                       Da smerig boeferke!

Xavier                          Wacht maar tot ik hem te pakken krijg…

Kolonel                        Ge zult nog lang mogen wachten!

 

De auto vertrekt richting kazerne. Zullen Carmen en Xavier in de gevangenis vliegen? En komen ze er nog uit?

In verhaaltje 9 komt u het allemaal te weten!


 

EINDE


01-01-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 1 – verhaal 7

Scheiden doet lijden

 

Bij Pol en Doortje, in de loft

 

Doortje ligt in de zetel uit te rusten van een lange werkdag in de garage van DDT, wanneer Pol binnenkomt.

 

Pol                               Doortje, waar is mijn jas?

Doortje                        Die ligt hier.

Pol                               Geef hem eens eventjes, want ik moet dringend naar de training, hé.

 

Doortje neemt Pols jas en ruikt iets vreemds.

 

Doortje                        Wat is dat?

Pol                               Wat is wat?

Doortje                        Die jas ruikt zo vreemd... dat is precies... vrouwenparfum!

Pol                               Heu, heu, dat kan niet!

Doortje                        Maar ’t is waar! Hier, riekt eens!

Pol                               Ik ruik niets.

Doortje                        Ik wel! Pol De Tremmerie, hebt gij bij een andere vrouw gezeten?

Pol                               Maar nee, ik kan dat allemaal uitleggen, ik...

Doortje                        Ik moet het allemaal niet weten! Jij hebt mij bedrogen en belogen! Nu begrijp ik waarom ge niet wil trouwen; je wil niet dat je maîtresse ongelukkig wordt doordat jij met mij trouwt!

Pol                               Maar dat is toch allemaal geen waar!

Doortje                        Dat is wel waar! Ik haat u! Buiten!

Pol                               Maar Doortje, je begrijpt het niet...

Doortje                        Ik begrijp het maar al te goed!

 

Doortje gooit Pol de deur uit.

 

 

In het café

 

Doortje komt wenend binnen.

 

Pascale                       Awel, wat is ‘t, Doortje? Waarom weent ge?

Doortje                        Die vuile, smerige, achterbakse De Tremmerie, hé!

Xavier                          Hoe? DDT?

Doortje                        Nee, Pol! Die bedriegt mij met een ander!

Carmen                       Ik wist het wel dat uwe Pol niet te vertrouwen was!

Pascale                        Maar allez, Carmen, gij gelooft dat toch niet zeker!

Carmen                       Toch wel! Doortje, komt gij maar eens een klapke doen met tante Carmen en dat zal veel dingen ophelderen.

Xavier                          Ja, veel miserie ophelderen zeker!

Carmen                       Xavier, zwijg!

 

Xavier kijkt boos.

 

 

Bij Carmen en Xavier

 

Carmen                       Dus, Doortje, ik zal u 10 vragen stellen uit de Libelle en daarop moet ge antwoorden.

Doortje                        Oké.

Carmen                       Vraag 1: Is er ooit sprake geweest van een huwelijk tussen jullie twee?

Doortje                        Nee, nooit, dat is noo...

Carmen                       Nee dus. Ahja, wie wil er nu ook trouwen met zo’n kwezel gelijk gij, hé!

Doortje                        Zeg, Carmen!

Carmen                       Vraag 2: Wanneer hebben jullie voor het laatst gevreeën?

Doortje                        Goh, euh...

Carmen                       Een eeuwigheid geleden dus. Vraag 3: Hoe ben je te weten gekomen dat je partner je bedriegt?

Doortje                        Wel, Pols jas die rook naar vrouwenparfum en...

Carmen                       Oooooh, da smerig achterbaks vuil De Tremmerieke! Wat hebt gij ooit in hem gezien, Doortje! Da vuil profiteurke!

Doortje                        Ja, je hebt gelijk. Wat heb ik ooit in hem gezien! De smeerlap!

 

 

In de kleedkamer

 

Pol                               Zeg Xavier, waarom mag ik niet binnen in het café?

Xavier                          Iedereen weet het al, Pol, dat ge Doortje bedrogen hebt. Maar ik geloof dat niet.

Pol                               Toch iemand die aan mijn kant staat. Heeft Carmen nu eens gesproken met Doortje?

Xavier                          Ja, maar ’t is nog erger geworden. Doortje staat nu op springen.

Pol                               Ja, zeg, ik dacht dat ze ging helpen?

Xavier                          Ja, ge kent ze, hé!

Pol                               Wat nu, wat nu, wat nu?

Xavier                          Je moet gewoon zeggen aan Doortje hoe het komt dat ge naar vrouwenparfum ruikt.

Pol                               Ze gaat me toch niet geloven. ’t Is veel te onnozel!

Xavier                          Doe het nu gewoon maar!

Pol                               ‘k Zal nie anders kunnen zeker!

 

 

In het café

 

Pol stormt binnen.

 

Carmen                       Daar is hij, zie! Dat smerig boeferke!

Pol                               Carmen, zwijg! Doortje, dat was uw parfum op mijn jas!

Doortje                        Ja, dat zal wel!

Pol                               Maar ’t is waar, ik had uw parfum in plaats van mijn aftershave gebruikt.

Carmen                       Dus eigenlijk zijt ge een vuil janette die vrouwenparfum op zichzelf spuit, eikes!

Pol                               Maar nee, dat was toch maar per ongeluk!

Carmen                       Nie geloven, Doortje, hij liegt dat hij zwart ziet!

Doortje                        Carmen, zwijg!

Carmen                       Zeg, ik moet hier altijd zwijgen, hé!

Doortje                        Ik geloof Pol. Nu dat Pol zei dat het mijn parfum was, wist ik dat het niet waar was. Ik herken die geur.

Pol                               Ah, oef! Zijt ge dan niet meer boos op mij?

Doortje                        Maar nee! Kom, we gaan eens een spelletje spelen thuis, je gaat het heel plezant vinden!

 

Pol en Doortje gaan weg.

 

Pascale                       Oooh, de liefde kan toch schoon zijn, hé!

Carmen                       En toch denk ik dat Pol een maîtresse...

Iedereen                      Carmen, zwijg!

Carmen                       Zèèg!

 

 

EINDE


01-12-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Reeks 1 – verhaal 6

De nieuwe sponsor

 

In het café

 

De Kampioenen maken ruzie met Boma omdat hij niet meer wil investeren in de ploeg.

 

Boma                          Als jullie zo slecht blijven verder spelen, ben ik genoodzaakt om te stoppen met de Kampioenen!

Pol                               Stoppen? Dat meent ge niet, hé, voorzitter!

Boma                          Jawel, Popol. ’t Is allemaal Xaviers schuld, hé!

Xavier                          Pardon, mijn schuld?

Boma                          Ahja, gij zijt toch de trainer, hé.

Xavier                         Ja, maar…

Boma                          Niks te maren! Ik investeer niet meer in de ploeg zolang ge niet meer wint!

Pol                               Bon, dan zien wij maar één oplossing: een nieuwe sponsor zoeken.

Boma                          Awel ja, doet da! Dan ben ik tenminste van jullie af! Maar ge moet niet denken dat ik het hierbij ga laten, hé! Ik verkoop heel de boel: het veld, het café en Carmens winkeltje! Saluut en de kost!

 

Boma gaat weg.

 

Pol                               Ja, wat nu zeg?

Xavier                          Da’s toch simpel: we zoeken een nieuwe sponsor.

Pol                               Ja maar, dat is nog niet alles: zou Boma dat menen van dat verkopen?

Pascale                       Maar neeje, Balthasar die doet zoiets niet!

Pol                               Laat ons hopen!

Bieke                            Wie zou er onze ploeg willen sponsoren?

Xavier                          Ne zot zouden dat wel willen doen!

Carmen                       Ja, zoals Boma!

Pol                               Hé, ik heb het: ma DDT! Die is voor 3 weken terug bij hare Dimitri.

Xavier                          Dat meent ge niet, hé, Pol.

Pol                               We hebben geen andere keus. En zij is zo rijk als de zee diep is.

Xavier                          Ahja, maar wie gaat er haar overtuigen?

 

De Kampioenen doen alsof ze het niet gehoord hebben en fluiten enkele liedjes.

 

Pol                               Ja, ik zal het dan maar weer doen, zeker!

 

 

Bij DDT

 

Ma DDT                       Dimieke! Masseert m’n voetjes nog eens!

Dimitri                         Ja natuurlijk, ma!

 

Pol komt binnen.

 

Ma DDT                       Ah, Pol.

Pol                              Ah, dag tanteke! Ik heb een voorstel voor u dat je niet kan weigeren: wat zou je ervan denken om onze ploeg te sponsoren?

Ma DDT                       De Kampioenen sponsoren?

Dimitri                         Zèèg, wilt gij wel eens ophouden met m’n moeder te ambeteren, ja! Ze wil niet sponsoren in die pottenstampers!

Ma DDT                       Dimitri, zwijgt! Ik ga die ploeg sponsoren.

Dimitri                         Maar waarom? Geef uw geld toch liever aan mij!

Ma DDT                       Ik heb niets meer om handen op mijn ouwe dag, ik wil weer iets te doen hebben zoals vroeger.

Pol                              Da’s dan afgesproken. Komt ge eens meer naar het café, tanteke?

Ma DDT                       Da’s goed, jongen.

Dimitri                         Ma, niet doen, ze zijn met uw voeten aan ’t spelen!

Ma DDT                       Dimitri, zwijgt!

 

 

In het café

 

Ma DDT ondertekent het contract om de ploeg te sponsoren.

 

Pol                               Voilà, proficiat tanteke!

 

Pol doet teken dat de mannen moeten zingen. Ze zingen: ‘Merci Georgette, merci

Georgette, merci Georgette, merci…’

 

Ma DDT                        Dankuwel, dankuwel. Maar ik wel dat er gewonnen wordt, hé!

Xavier                          Natuurlijk, mijn mannen staan scherp, hé!

 

 

Bij Boma

 

Boma                           Awel, Dimitri, waarom wou je mij zo dringend spreken?

Dimiri                           Meneer Boma, de Kampioenen hebben een nieuwe sponsor.

Boma                           Watblieft! Dat kan niet, dat mag niet! Wie is ‘t?

Dimitri                          Mijn moeder!

Boma                           Wat!? Maar dat zal geen waar zijn, hoor! Daar moet ik een stokje voor steken!

Dimitri                          En ik weet hoe ge dat moet doen! Ge kunt het veld aan mij verkopen en dan is er gene
 voetbal meer.

Boma                           Jajaja, ge zegt daar zoal iets! Dimitri, ge zijt nog niet zo dom als ge er uitziet!

Dimitri                          Dank u, denk ik…

 

 

Bij DDT

 

Dimitri                         Ma, ge gaat dat toch echt niet doen, hé!

Ma DDT                       Te laat, ik heb al getekend.

Dimitri                         Maar ge loopt in uw ongeluk. Die Kampioenen van hiernaast kunnen niet met een bal shotten!

 

DDT’s ruit vliegt kapot door een bal.

 

Dimitri                         ’t Is niet waar, hé!

Ma DDT                       Goed gemikt, zeg! Zie je wel dat ze wel met een bal kunnen shotten!?

 

Dimitri kijkt boos.

 

 

In het café

 

Boma en DDT komen binnen.

 

Boma                          Voilà, ’t is nu officieel gedaan met de voetbal!

Pol                               Hoezo?

Boma                          Ik heb het veld verkocht aan Dimitri.

Pol                               Watblieft? Dat meent ge niet, hé!

Boma                          Toch wel! Maar ik zal een voorstel doen: ik verscheur het contract van de verkoop als jullie ma DDT buitenzwieren en ik weer voorzitter mag zijn.

Pol                               Akkoord!

Dimitri                         Watblieft? En m’n veld dan?

Boma                          Ge weet waar ge uw veld kunt steken!

Dimitri                          Zèèg!

 

Dimitri gaat weg.

 

Pol                               Maar voorzitter, wilt ge dan terug investeren in onze ploeg?

Boma                          Natuurlijk, Popol. Ik begon jullie al te missen, hoor. Ik heb er heel veel spijt van.

Carmen                      Allez, ’t is u vergeven. Door u zijn we tenminste van ma DDT verlost!

Xavier                         Ja, da’s waar. Zo’n heks zeg! Zeg, voorzitter, ik heb dorst…

Boma                          Allez Pascale, tournée générale!

 

 

EINDE


Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen


Klik op de afbeelding om de link te volgen


Klik op de afbeelding om de link te volgen


Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik op de afbeelding om de link te volgen


Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs