Ik ben Van Der Smissen Rik
Ik ben een man en woon in Zandbergen (Belgie) en mijn beroep is Ex militair van de Belgische Marine.
Ik ben geboren op 06/04/1961 en ben nu dus 64 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Vogels, muziek, computer, natuur.
Ik ben kweker van:
- Grasparkiet
- Agapornis Personata
- Forpus dwergpapegaai
- Catharina parkiet
LID VAN: - A.O.B. Belgie
- De Boskanarie Zandbergen stamnr: ZC 153
- Belgische Nationale exotenclub
Vogels die ik nog te koop heb: geen vogels meer te koop, Vogels gezocht: Japanse meeuwen in TT kwaliteit - roodgrijs - wit - albino - gepareld
Deze exoot is volgens de schaarse literatuur uit de 16e en de 17e eeuw afkomstig uit China en niet uit Japan.
Hij zou gekweekt zijn uit kruisingen van bronzemannetjes en andere lonchurasoorten.
Wat zeker is dat het spitsstaartbronzemannetje (Lonchura striata striata) aan de wieg stond van de huidige Japanse meeuw.
Ook is het vrijwel zeker dat andere ondersoorten van deze bronzeman, zoals de Lonchura striata subquamicollis, lonchura striata acuticauda en Lonchura striata swinhoei evenzeer hun steentje in de creatie van de Japanse meeuw hebben bijgedragen.
Rond 1700 kwamen de eerste Bengali zoals de Japanse meeuw vroeger genoemd werd, vanuit China naar Japan terecht.
Via Japan kwam het vogeltje in 1860 in Europa terecht, meer bepaald in de London Zoo.
De eerste Japanse meeuwen die aankwamen op het Europese vasteland in 1872 waren fel gedegenereerde en kakelbonte vogeltjes. Toch was er toen ook al sprake van witte vogels.
Tot voor 1950 had niemand eenkleurige Japanse meeuwen zoals we die nu kennen.
Rond die tijd begonnen twee Deense vogelliefhebbers, de heren C. Enehjelm & W. Langberg, aan een strenge selectieve kweek.
Ze koppelden telkens weer de minst bonte vogels aan elkaar.
Zo slaagden ze erin de eerste eenkleurige Japanse meeuwen te kweken.
Omdat de eenkleurige afstamden van uit bonte voorouders werden er in de nakweek regelmatig en meer dan lief was, opnieuw bonte vogels geboren.
De twee voorgenoemde liefhebbers hebben echt monnikenwerk verricht om dit bont eruit te kweken.
Halfweg de vijftiger jaren sprongen enkele Duitse kwekers op de Deense kar.
Ondermeer de heren Radtke & Kirschke legden zich toe op de kweek van eenkleurige meeuwen.
Zij hebben de verdienste gehad om met behulp van het inkruisen van verschillende Lonchurasoorten, vooral nonnen en muskaatvinken, de kleur maar ook de tekeningen van de Deense vogels fel te verbeteren.
Vooral zij liggen aan de basis van de zogenaamde visgraattekening, thans v-tekening genoemd.
Toen kwamen de Nederlanders, onze noorderburen hebben vanaf het einde van de jaren 60, begin jaren 70 een onuitwisbare stempel gedrukt op de Japanse meeuw.
Velen hebben hun verdiensten maar de heren Fred Panjer & Arno Kok hebben ervoor gezorgd dat de kwaliteit van deze vogel écht spectaculair de hoogte inging, elk in zijn eigen kleurspecialiteit.
Voor Fred is dit de zwartbruine Japanse meeuw, Arno heeft het meer op de roodbruine begrepen.
Nederland mocht zich in 1975 verheugen in het ontstaan van een speciaalclub.
In het bijhorende tijdschrift schreven de pioniers leerrijke artikels neer.
Allen hadden maar een doel voor ogen: het broedstoofje tot een echte showvogel maken.
Ze zijn er wonderwel in gelukt.
Pas in 1987 werd in België een speciaalclub opgericht voor Japanse meeuwen.
Voorheen waren er wel al enkele bijeenkomsten geweest, vaak met Arno Kok als gastspreker, maar van een echte organisatie was beslist geen sprake.
Aan de basis van de speciaalclub lagen toen ondermeer de gebroeders Edwin & Kurt Gilson, Emiel Debrier en Danny Roels.
Zeggen dat het alleen daaraan lag is waarschijnlijk de waarheid geweld aandoen, maar zeker was dat de Belgische achterstand op de Nederlanders begon te verminderen.
Op de wereldkampioenschappen haalde plots Belgische liefhebbers zoals Jean-Claude Mommerency, Edwin Gilson, Louis Verdeyen, Paul Iwens en vooral Emiel Debrier meerdere medailles met hun meeuwen.
Op dit moment is het zo dat de Nederlandse kwekers naar België komen om vooral de zwartbruine meeuw te kopen.
De kleurslagen en hun vererving
BRUINSERIE
Zwartbruin
Dominant
Donkerbruin
Recessief
Mokkabruin
Recessief
Roodbruin
Recessief
GRIJSSERIE
Zwartgrijs
Recessief
Donkergrijs
Recessief
Mokkagrijs
Recessief
Roodgrijs
Recessief
PASTELLEN
Pastel mokkabruin
Recessief
Pastel roodbruin
Recessief
Pastel mokkagrijs
Recessief
Pastel roodgrijs
Recessief
BLEEKVLEUGELS
Bleekvleugel mokkabruin
Recessief
Bleekvleugel roodbruin
Recessief
Bleekvleugel mokkagrijs
Recessief
Bleekvleugel roodgrijs
Recessief
INOS
Bruin Ino
Geslachtsgebonden
Grijs Ino
Geslachtsgebonden
GEPARELDEN
Gepareld bruin
Geslachtsgebonden
Gepareld grijs
Geslachtsgebonden
GETEKENDEN
Getekende met kap
Recessief of Dominant
Getekende met oogring
Recessief of Dominant
Getekende witkop
Recessief of Dominant
OVERIGE
Dominant Wit (zwartoog wit )
Recessief
Recessief Wit ( Albino )
Recessief
Kuif
Dominant
Frisé
Dominant
Voorbeeld van een recessieve vererving
Met als voorbeeld roodbruin is een recessieve vererving dan zijn de uitkomsten hier:
1)Roodbruin x roodbruin = 100 % roodbruin man, pop.
2)Roodbruin x zwartbruin
= 100 % zwartbruin/ roodbruin man, pop
3)Zwartbruin x roodbruin
= 100 % zwartbruin/ roodbruin man, pop
4)Zwartbruin/ roodbruin x roodbruin
= 25 % zwartbruin/ roodbruin man
= 25 % roodbruin man
= 25 % zwartbruin/ roodbruin pop
= 25 % roodbruin pop
5)Zwartbruin/ roodbruin x zwartbruin/ roodbruin
= 25 % zwartbruin/ roodbruin - man
= 12 ½ % roodbruin man
= 12 ½ % zwartbruin man
= 25 % zwartbruin/ roodbruin pop
= 12 ½ % roodbruin pop
= 12 ½ % zwartbruin pop
Voorbeeld van een geslachtsgebonden vererving
Gepareld is een geslachtsgebonden vererving dan is hier de uitkomst:
Er wordt altijd gesproken over Spirulina. In feite mag de Spirulina echter niet worden geclassificeerd als een plant, het is geen alg. Van Spirulina werd altijd aangenomen dat het een alg was, omdat het in water leeft en een blauwgroene kleur heeft. In feite betreft het een organisme dat totaal verschillend is van een plant. Het is een micro-organisme van het bacterietype dat zich in zout water ontwikkelt.
Chlorella
Chlorella is een micro-alg die geclassificeerd wordt bij de planten. Het is de oudste en kleinste plant op aarde die we kennen!
Spirulina
Microscopisch gezien heeft de Spirulina-'alg' een totaal andere structuur dan Chlorella-alg. Spirulina is een meercellig, spiraalvormig organisme dat 200 micron groot is.
Chlorella
Chlorella heeft een eencellige structuur, is bolvormig en is 2 tot 8 micron groot. Dit komt overeen met de afmeting van onze rode bloedlichaampjes.
Spirulina
De Spirulina-'alg' heeft geen celwand, noch een goed afgebakende kern. Het genetisch materiaal (DNA-RNA) ligt in de spiraal verspreid. Ze bevat ook chlorofyl voor fotosynthese, maar wel drie tot vijfmaal minder dan chlorella.
Chlorella
Iedere Chlorella-cel is omgeven door een celwand. De celkern is goed afgebakend en bevat een grote hoeveelheid genetisch materiaal. Chlorella bevat de sterkste concentratie plantaardig DNA en RNA van alle levende organismen en is eveneens de grootste bron van Chlorofyl (3%).
Spirulina
Bij optimale bezonning en gekweekt in water van goede kwaliteit kan Spirulina haar fotochemische reacties doeltreffend activeren en 60 tot 70% eiwitten produceren. Een dergelijke kwaliteit is zeldzaam. Het is bekend dat er heel wat minderwaardige spirulina op de markt is. De teelt ervan moet altijd gebeuren onder nauwkeurige controle.
Voordelen van chlorella
Meer Calcium en IJzer in Chlorella
Chlorella bevat naast een zeer groot aantal aminozuren onder meer 30% meer calcium en 12 keer meer ijzer dan Spirulina. Het ijzer verbindt zich met de Chlorofyl, dat vervolgens unieke eigenschappen krijgt voor de aanmaak van menselijke bloedcellen. De zuurstoftoevoer naar spieren en hersenen wordt bevorderd.
Meer Zink in Chlorella
Chlorella bevat ook veel meer zink dan Spirulina. Zink is een belangrijke katalysator voor zeer veel lichaamsverrichtingen en is een belangrijke voedingsstof voor de hersenen.
Meer Foliumzuur in Chlorella
Chlorella bevat ook veel meer foliumzuur (ongeveer 150 tot 170 microgram per 10 gram) dan Spirulina. Chlorella bevat ook bijna 2 keer zoveel foliumzuur dan runderlever, die meestal doorgaat als de grootste bron van foliumzuur. De vitamine Foliumzuur is vooral belangrijk voor vrouwen tijdens de zwangerschap.
Meer weerstand met Chlorella
Iedere Chlorella cel bevat van nature eiwitten en vezels, een celwand, chlorofyl, vitaminen, mineralen, aminozuren en ook nog eens de Chlorella Groei Factor. Het is deze unieke combinatie van werkzame stoffen in één organisch geheel, die het lichaam in staat stelt om weer evenwichtig te functioneren. En zich zo beter te verdedigen, de zuurgraad van het bloed te verminderen en de invloed van ziekteverwekkende bacteriën te beperken. Kortom: met Chlorella wordt de kans om ziek te worden in belangrijke mate verminderd!
Veilig groen voedingssupplement
Chlorella is een uniek en natuurlijk en veilig voedingssupplement dat door jong en oud kan worden gebruikt.
De dagelijkse voeding is immers steeds meer aan allerlei bewerkingen onderhevig en verliest aan voedingswaarde.
Regelmatige stress en onregelmatige werktijden, te snel of vaak buiten de deur eten, en te weinig uitgebalanceerd voedsel. Het is allemaal van invloed en het doet de weerstand tegen ziekte afnemen.
Aanvulling met natuurlijke, complete vitaminen, aminozuren en mineralen is dan noodzakelijk.
Het suppleteren met gesynthetiseerde producten die supergedoseerd worden is fout.
Voeding en voedingsstoffen niet zien als geïsoleerde delen, maar als een complexe samenhang in een bepaalde verhouding.
Daarom is voedingsaanvulling met het beste van de voeding zelf te verkiezen boven chemische suppletie.
In Chlorella zijn deze elementen in een zodanige verhouding aanwezig, dat dit alleen al uniek mag worden genoemd.
Maar Chlorella bevat ook nog eens bijzondere stoffen als Chlorofyl (bladgroen), Chlorella Groeifactor (CGF) evenals RNA en DNA.
Dit alles wordt niet kunstmatig samengevoegd, maar als een natuurlijk, organisch geheel aangeboden, zodat het lichaam er wel raad mee weet!
Chlorofyl of bladgroen
Geen plant op aarde bezit zoveel chlorofyl als de Chlorella-alg. Chlorofyl vergemakkelijkt het verteren van voedingsstoffen als eiwitten en remt de groei van ongewenste bacteriën. Met Chlorella wordt elke behandeling tegen darm- en maagklachten effectief ondersteund.
Chlorofyl helpt het calciumgehalte in het bloed op peil te houden en verbetert de opname van ijzer, het zuivert en maakt het bloed krachtiger.
Ik verstrek NutriBird pellets aan mijn vogels en ik ben tevreden van dit voer. Ik heb eerst wel een gewenningsmethode moeten inbouwen, want in het begin aten mijn vogels niet van de pellets. Nu krijgen ze steeds een zaadmengeling met 20% pellets erin, voor in geval van verkoop van een vogel en de volgende eigenaar geeft geen pellets dat ze nog gewend zijn aan zaden. Bij mijn kanaries en exoten heb ik al opgemerkt dat ze de pellets er het eerst uithalen, bij de grasparkieten is het omgekeerd die zullen eerst hun zaden eten. Om het niet eten van pellets op te lossen meng ik het soms ook in mijn eivoer, ik doe een hoeveelheid pellets bij de rusk die ik gebruik om mijn eivoer vochtig te maken, hierdoor worden ze zachter en worden ze nog beter gegeten. De soorten pellets die ik geef zijn: Tijdens kweek en rui Voor kanaries en exoten - C19 Voor grasparkieten - B18
Tijdens tussenperiodes Voor kanaries en exoten - C15 voor grasparkieten - B14
Via een modern fabricatieprocédé - de zogeheten extrusietechnologie - worden de zaden tot meel vermaald en vervolgens door toevoeging van water en damp kortstondig gekookt. Hierbij worden de voedingsstoffen 'ontsloten' waardoor de verschillende voedingselementen voor de vogels beter benutbaar worden: zetmeel wordt omgezet in suikers en vetten worden beter opneembaar. Door toevoeging van de noodzakelijke aminozuren, vitaminen, mineralen en sporenelementen ontstaat uiteindelijk een wetenschappelijk uitgebalanceerde korrelvoeding, die alle voedingsbehoeften van de vogels dekt.
Mijn bevindingen van het bijvoederen van pellets zijn:
- jongen dat op stok komt ligt hoger;
- de met het korrelvoer gevoerde vogels eten minder;
- de met het korrelvoer gevoerde vogels drinken meer;
- er is nauwelijks voederafval; er blijft alleen wat gruis in de
voerbakjes over.
- weinig voederverspilling;
- de kostprijs van het geëxtrudeerde voer valt hoger uit dan de klassieke voederwijze, maar voorzover ik dat tot op heden kan bekijken, is het wel een uitstekende investering.
Hierna het gevraagde lijstje, schematisch wat er op en rond ons hok van tel is en wat we doen om endoparasieten buiten te houden.
1. Constante ventilatie winter en zomer is zeer belangrijk. Situatieschets: Wij wonen op de noordkant van een glooiende valleiwand. 2/3 van het jaar waait er bij ons een zuidwester. 2. Voorzijde kweekhok met deur, verluchtingsingangen en vensters gericht op het zuiden. 3. Drie passieve ventilatie-ingangen op de zuidmuur, zowel hoog, midden als laag geïnstalleerd; 2 passieve ventilatiegaten op de oostmuur, middenhoog geïnstalleerd; 2 actieve afzuigventilatoren op de noordmuur, klokgeschakeld en op het hoogste punt geïnstalleerd. 4. Passieve ventilatie dag en nacht. Actieve ventilatie (met afzuigventilatoren op noordmuur) gebeurt enkel overdag, klokgeschakeld en bij elk weertype, hoe koud ook. 's Winters loopt de elektriciteitsrekening hoog op wanneer je verwarmt "met de vensters open". 5.En s zomers dan: Bijvoet is een uitgesproken aromatische plant met een uitgebreid gamma werkzame geurbestanddelen, het belangrijkste daarvan is alfathujon, met sterk antiparasitair karakter. 6. De gehele 10m lange voorgevel van het hok (behalve deuringang) is op 20cm van de muur afgeperkt met 2m hoge bijvoet. Op 1.5m afstand van de voorgevel staat lateraal nogmaals een dikke haag van bijvoet, 2m tot 2.7m hoog. Geeft een geweldig geureffect, en niet alleen tijdens de bloeifase. 7. Binnenin het hok hangen aan muren, plafond en volières botten boerenwormkruid in alle groeistadia, alweer zeer aromatisch door tal van werkzame stoffen, en vooral met betathujon (sterker dan alfathujon in bijvoet, in sterkere concentraties vooral tijdens de bloei-en bloemfase van boerenwormkruid) 8. Vanaf augustus tot eind september wordt ook bijvoet (uit de haag) geoogst en gebundeld in het hok opgehangen. 9. In de bodembedekker gaat het jaar rond telkens afwisselend een verpulverde/versnipperde bot gedroogd boerenwormkruid, of soms ook een hele zwik gedroogde dennennaalden, of gedroogde conifeersnippers. 10. Tijdens kweek en ruiperiode gaat 2 à 3 maal wekelijks (zuivere) lookpoeder door het zachtvoer, 1gr per 100-150gr voer; 1 à 2 maal per week gaat propolis in het drinkwater. Zowel de zwavelverbindingen uit knoflook als de harsen uit propolis bezorgen de vogels een steeds veranderend lijfgeurtje. 11. Regelmatig worden verse conifeertoppen geïnstalleerd, zowel in kooien als in volières, volgens senior gaan endoparasieten in besloten behuizingen ook hier van lopen. 12. In kweek- en ruiperiode gaan 1à 2x per week speciaal bereide oliemixen met aromatische kruiden in het zachtvoer, 5ml oliemix per 250gr zachtvoer. 13. Tijdens de rui-periode krijgen vogels in een supplementaire 2e fontein ook 2X per week mijn vaders natuurelixir (met stoffen die de vogels in de natuur ook zouden gaan zoeken). Ik vermoed dat ook daar een aantal natuurlijke stoffen in zitten die de stofwisseling en lijfgeur van vogels laten variëren, en zeer onaangenaam maken voor parasieten, zowel in als op de vogel. 14. Kooien en binnenvolières worden halfjaarlijks 1x volledig uitgewassen met detergent en javel. Kooien en volières worden halfjaarlijks 1x uitgewassen met azijn en vervolgens beneveld met een oplossing van lavendelextract, binnen- en buitenkant. 15. Nestmateriaal wordt bewaard op een 2 cm laag van aromatische keukenkruiden (uiteraard droog), vóór gebruik tenminste 2 maand op kamertemperatuur 18-20°C in gesloten maar ademende dozen. Nestblokjes worden ten minste 2 maand gestockeerd in afgesloten (maar ademende) bananendozen, waarin onderaan ook een laag aromatisch (en zeer droog-gedroogd) plantenmateriaal. 16. In de nestkastjes (van gouldamadines) en de kapelletjes (van goudvinken) gingen vroeger onderaan ook een paar snuifjes gedroogde en vermalen mediterrane kruiden zoals tijm, rozemarijn en andere. Sinds 2 seizoenen doen we dat niet meer. 17. Ongetwijfeld zullen er nog een aantal dat we doen die ik vergeten ben te vermelden. (voor zover ik al alles zou weten wat senior doet - niet dus). Ik zie nu s zomers ook regelmatig botten met roomse kervel, lavas, okkernootbladeren, citroenmelisse met een metalen haakje aan de volièrewanden te drogen hangen. Ik veronderstel dat die ook wel voor iets in die aard gaan dienen. 18. Met dank aan Mirjam -- Want idd staat er bij ons evenwijdig aan het hok (maar niet rechtover het hok) ook een meer dan 10m lange rij (reuze)bosvarens. Waarom de rij varens pas begint daar waar het hok en de bijvoethaag eindigen heb ik me altijd al afgevraagd.
Spuitbussen, flessen of potten met industriële insecticiden en ander chemisch vergif zijn op ons hok afwezig, evenzeer als bloedmijt en andere endoparasieten afwezig zijn.
Ook al jagen we er al jaren vrijwel elke week op, op het hok geen bloedmijt te vinden; ·Op het hok evenmin symptomen van luchtpijpmijt, noch bij goudvink, noch bij gouldamadines; ·Op het hok evenmin kaalkoppen bij gouldamadines. Ik kan alleen maar raden dat de Lievens-lijst ook met dit laatste punt wat te maken heeft, naast de aller-strengste selectie op weerstand, natuurlijk.