Verklaring van de rechter bladzijde uit een efemeride.
Er zijn acht kolommen, de éérste bevat de dagen van de maand, de zes volgende bevatten de manier, kwaliteit en de naam ( symbool ) van deze aspeckten die de Maan had tot de Planeten, en ook , het uur van de dag of nacht wanneer zij een sluitend aspeckt met elkaar maken, de achtste kolom geeft alleen de aspeckten met Saturnus, Jupiter, Mars, Zon, Venus en Mercurius ten opzichte van elkaar, en dit in de tijd, dag, of de nacht.
In de vierde lijn onder Saturnus vindt je Occid., dat is wanneer Saturnus occidentall (occidentaal ) is tot de Zon, dus achter de Zon staat, hetzelfde voor Jupiter of waar Occid. is vermeld.
Onder Mars vindt je Orient. Mars is orientall ( oriëntaal ), of rijzend voor de Zon.
Om goed te begrijpen wanneer de Maan een aspeckt maakt met gelijk welke Planeet, moet je onthouden dat we hier uitgaan van een 12 uurs efemeride, en alle berekeningen voor de Planeten van hier uit zijn zijn gemaakt. Zo beginnen we in deze efemeride, onze dag om 12 uur, tel hier 24 uur bij, dan maken we één dag vol op de middag van de volgende dag. Op deze manier berekenen we ook de aspeckten.
Als voorbeeld nu, de éérste dag van januari 1646, Donderdag, onder de kolom van de Zon zie je links het symbool van een sextiel, en rechts het cijfer 0. De Maan maakt een sextiel met de Zon om 0 uur na de middag. ( op de middag zelf ).
Opnieuw voor Vrijdag de tweede Januari, onder Venus staat een vierkant en het cijfer 6, op dezelfde dag onder Mercurius een driehoek en het cijfer 9, wat niet meer is dan dat de Maan op de tweede Januari een vierkant maakt met Venus om 6 uur na de middag en Mercurius een driehoek om 9 uur.
De zesde dag van Januari, Dinsdag, onder Saturnus een vierkant en het cijfer 14, de Maan komt vierkant Saturnus 14 uur na de middag, wat overeenkomt met 2uur in de morgen op de volgende dag ( Woensdag ).
Zien we verder de zesde dag onder de Zon; een Conjunctie, 11.48, de Maan komt tot een Conjunctie met de Zon om 11 uur en 48 minuten na de middag. Een Conjunctie van de Maan met de Zon is nieuwe Maan, haar volgende vierkant na de Conjunctie is haar éérste kwartier, de oppositie die daar op volgt is volle Maan, en het vierkant na de oppositie is haar laatste kwartier.
Als je nu begrijpt dat 13 uur na de middag staat voor 1 uur voor de volgende dag, 14 uur voor 2 uur enz... 24 uur na de middag zeggen we niet, dan is het juist middag, en zeggen we 00.00 uur na de middag , of juist op de middag om 12 uur de volgende dag. Begrijp je dit dan kan je haast geen fouten maken.
In de kollom, onder de Planeet aspecten, opnieuw op 3 Januari;Zaterdag; Sextiel Saturnus Jupiter 21, Saturnus en Jupiter vormen een Sextiel 21 uur na Zaterdag middag, en dat is 9 uur in de morgen van de volgende Zondag.
Op 4 Januari; Maan Apogaum ( Apogee ), op die dag staat de Maan het verst verwijderd van de Aarde; en op 18 Januari Maan Perigaum ( Perigee ) dan staat zij het dichtst bij de Aarde.
Op 12 Januari; Mercurius in Elong.Max, Mercurius is in Maxima Elongatione, op die dag Mercurius is in zijn grootste Elongatie ( afstand ) tot de Zon.
Op 6 Januari; Vc Zon Jupiteer SS Mars Mercurius; de Zon en Jupiter zijn in Quincunx aspeckt; dit aspeckt bestaat uit vijf tekens of 150 graden. SS is een Semisextiel; Mars en Mercurius zijn in Semisextiel tot mekaar; dit aspeckt bedraagd 30 graden.
Op 25 Januari; Vierkant Saturnus Mars 11 Q Zon Saturnus. Om 11 uur na de middag staan Saturnus en Mars in Vierkant aspeckt, en de Zon met Saturnus in een Quintiel tot mekaar. Een Quintiel bestaat uit twee tekens en 12°, of wanneer de Planeten 72° verwijderd zijn van elkaar, in een uurhoek gebruiken we zelden meer dan de Conjunctie, het Sextiel, het Vierkant, de Driehoek en de Oppositie. Kepler, een geleerd man voegde er nog een paar nieuwe aan toe.
Deze aspeckten worden hier alleen vermeld om duidelijk te maken waarvoor zij staan in een efemeride.
In de moderne Astrologie is het gebruikelijk om nog meer mineure aspecten toe te passen, maar voor een uurhoek niet van groot belang.
Achteraan in een efemeride vinden we een Huizentabel, deze is samen met de Planeetstanden onontbeerlijk, zelf zo, dat zonder deze gegevens het onmogelijk is om een figuur te berekenen en in te tekenen
Zoals er twaalf tekens zijn in de Dierenriem waardoor de Zon en de Planeten hun dagelijkse beweging maken, zo zijn er ook twaalf huizen. In de efemeride staan achteraan 12 paginas. Op de éérste pagina staat de Zon in Ram, op de tweede staat de Zon in Stier, en verder opeenvolgend door de tekens over de twaalf paginas. Het is met deze gegevens dat we een figuur kunnen opbouwen Ga eens naar Horoscoopfiguur om te zien hoe een uitgewerkte figuur er zo al uitziet.
Inleiding tot de traditionele Astrologie. Het aantal Planeten, Tekens en Aspecten met hun verschillende benamingen en karakter symbolen. In de eerste plaats is het goed om te weten dat men in de traditionele astrologie alleen werkte met de zeven Planeten, Saturnus, Jupiter, Mars, Zon, Venus, Mercurius en de Maan.
Drakenkop en Drakenstaart zijn geen Planeten maar Maanskopen. Transsaturnale Planeten Uranus, Neptunus en Pluto zijn geen hoofdaanduiders. Er zijn ook twaalf tekens, Ram, Stier, Tweelingen, Kreeft, Maagd, Weegschaal, Schorpioen, Boogschutter, Steenbok, Waterman en Vissen. Door deze tekens bewegen de Planeten onophoudelijk. Verder zijn er ook de aspeckten, het sextiel, het vierkant, de driehoek, de oppositie en de conjunctie.
Tip! Maak een appart kaartje met de symbolen als geheugensteun.
Elk teken omvat in lengte dertig graden, en elke graad zestig minuten. het beginpunt ligt op 0 graden Ram en zo in volgorde het ene teken na het andere. De hele Dierenriem of Zodiac omvat 360 graden, de tweede graad van Stier is dus de tweeendertigste graad van de Dierenriem, de tiende graad van Stier is dus de veertigste graad, en zo in volgorde door de twaalf tekens,van hier uit berekenen wij de aspeckten, wanneer bijvoorbeeld Saturnus zich heeft geplaatst op de 10° van het teken Tweelingen, en we willen weten in welke graad van de Ecliptica hij een sinister sextiel maakt, dan tellen wij 60° bij zijn positie, zijn positie is dan 10° Tweelingen ( 70° in de dierenriem ) 60° =130° wat overeenkomt met 10° in het teken Leeuw, en daar maakt Saturnus een sextiel met gelijk welke Planeet of Knoop.
Wanneer de afstand tussen twee Planeten 60° bedraagd vormen zij een sextiel. Wanneer de afstand tussen twee Planeten 90° bedraagd vormen zij een vierkant. Wanneer de afstand tusse twee Planeten 120° bedraagd vormen zij een driehoek; Wanneer de afstand tussen twee Planeten 180° bedraagd vormen zij een oppositie. Twee Planeten met een afstand van 0° in gelijk welk teken vormen een conjunctie.
Saturnus op 1° Ram, en de Maan, of gelijk welke Planeet op 1° Tweelingen noemen we een sextiel, omdat hun afstand tot mekaar 60° bedraagd. Dit aspeckt werkt van natuur middelmatig goed. Saturnus op 1° Ram, en de Maan of gelijk welke Planeet op 1° Kreeft noemen we een vierkant, omdat hun afstand tot mekaar 90° bedraagd. Dit aspeckt werkt vijandig en is niet goed in zijn uitwerking. Saturnus op 1° Ram, en gelijk welke Planeet op 1° Leeuw , bevinden zich 120° van elkaar, en dit noemen we een driehoek. Dit aspeckt werkt samenwerkend, harmonisch en vriendschappelijk. Saturnus op 1° Ram, en gelijk welke Planeet op 1° Weegschaal, bevinden zich 180° van mekaar, en dit noemen we een oppositie; een minder goed aspect. Saturnus op 1° Ram en gelijk welke Planeet op dezelfde °, noemen we een conjunctie. Dit aspeckt is goed of slecht afhankelijk van hun aard of natuur, ten opzichte van de vraag of kwestie.
Zo staat Ram in oppositie tot Weegschaal, Weegschaal tot Ram, Stier tot Schorpioen, Schorpioen tot Stier, en zo in volgorde in de Zodiak. Om de stand van een Planeet in de Dierenriem te plaatsen, hebben wij een efemeride nodig.
Wat is een efemeride?
Een efemeride is niet meer dan een boek die ons de nodige informatie geeft over de stand van de Planeten, in graden en minuten, in elk van de &é tekens, zowel in lengte als in breedte, elke dag van het jaar. Efemeriden bestaan in verschillende uitvoeringen, een 12 uurs ( middag ), of een 24 uurs ( nacht ). Het is verkrijgbaar als jaarlijks, of uitgebreid voor meerdere jaren. Een aanrader is RAPHAEL`S ASTRONOMICAL EPHEMERIS jaarlijks, kostprijs tussen 5 a 7 , en is verkrijgbaar in de gespecialiseerde boekwinkel of op internet. Het is onmisbaar voor de Astrologie student. Meer hierover in; Het gebruik van een efemeride.
Inleiding tot de traditionele Astrologie. Over het gebruik van een efemeride. Aan de linkerkant zien we als het ware een bladzijde uit een efemeride voor Januari 1646. Tegenwoordig zijn efemerides veel uitgebreider en nauwkeuriger dan toen, maar is als voorbeeld ruim voldoende.
Op de eerste lijn van de bladzijde aan de linkerkant staat vermeld welke maand en jaar deze pagina bestrijkt, hier dus 31 dagen van Januari 1646.
De tweede lijn laat zien dat het hier gaat over de dagelijkse beweging van de planeten en de drakenkop.
In de derde lijn boven het symbool teken van Saturnus staat M.D. De letter M staat voor MERIDIONALL (Zuidelijk), en de letter D DESCENDING ( Dalend), dus Saturnus heeft Zuiderbreedte en is dalend. In de volgende kolom staat M.D. boven het symbool van Jupiter, dus Jupiter heeft hier Zuiderbreedte en is dalend. S.A. is de afkorting van S SEPTENTRIONALL ( noordelijk ) en A ASCENDING ( rijzend ). Staat nu boven Mars M.A. dan heeft Mars Zuiderbreedte en is rijzend.
De Zon heeft nooit Noorder of Zuiderbreedte.
Naast de kolom van de Zon vinden we Venus en Mercurius. Nu, staat boven gelijk welke Planeet S.A.of D, dan wijst dit er op dat die Planeet Septentrionall of Noorderbreedte heeft , en is toenemend of afnemend wanneer de letters A. of D. zijn vermeld.
Op de vierde lijn zien we Saturnus, Jupiter, Mars, Zon, Venus, Mercurius, Maan en de Drakenkop. De Drakenstaart staat niet vermeld in de efemeride maar plaatst zich steeds op dezelfde graad van het oppositie teken van de Drakenkop.
In de vijfde lijn staan de symbolen van Ram, Tweelingen, Steenbok, Steenbok, Vissen, Waterman, Schorpioen en Leeuw. Boven Ram staat Saturnus, en dit geeft aan dat Saturnus in het teken Ram heeft plaatsgenomen. Kijken we verder naar het teken Steenbok dan staat hier Mars, en zo kunnen alle Planeten gezien worden in welke tekens zij staan.
De zesde lijn toont de éérste dag van de maand Januari, met daarnaast de letter A, aanduider voor de dag van de maand, verder naar beneden zien we de letter D aanduider voor Dominicall of Zondag van het jaar 1646; E = Maandag; F = Dinsdag enz.
Verder weer, de éérste dag van januari, onder het teken Ram staat 27.48 en boven het teken Ram het symbool van Saturnus. De betekenis hiervan is dat Saturnus de éérste dag van Januari staat op 27 graden en 48 minuten, in het teken Ram. Nu meten we in acht nemen, dat 60 minuten één ° vol maken, en wanner gelijk welke Planeet de 30° van een teken passeert, hij overgaat naar het volgende teken. vb. Van Ram naar Stier, van Stier naar Tweelingen enz...
In de vierde kolom, opnieuw de eerste van de maand, vindt je 28R12, over hen Tweelingen en daar boven Jupiter, wat betekent, Jupiter is de éérste Januari 1646 op 28 graden en 12 minuten in Tweelingen. De letter R merkt aan dat hij retrograde is, Di of D dat hij terug zijn normale koers hervat; Over al deze termen later meer.
In de vijfde kolom 10.5 Steenbok, Mars is de éérste Januari in 10 graden en 5 minuten Steenbok. En zo in volgorde vindt je de Zon in 21 graden en 34 minuten Steenbok; Venus in 5 graden en 7 minuten Vissen; Mercurius in 5 graden en 29 minuten Waterman; Maan in 21 graden en 23 minuten Schorpioen; Drakenkop in 12 graden en 34 minuten Leeuw.
Zo zie je aan de pagina van de efemeride aan de linkerkant, dat er tien verschillende kolommen zijn, de eerste bevat de dag van de maand; de tweede de letter van de weekdag; de derde de graad en minuten van Saturnus; de vierde de graad en minuten van Jupiter, en zo verder voor de rest van de Planeten.
Opnieuw, maar nu de tiende Januari, onder de kolom van de Zon, vindt je 0 graden en 44 minuten in het teken Waterman, wat aantoont dat de Zon die dag op de middag staat in 0°44` Waterman
Helemaal onderaan aan de linkerzijde van het pagina voorbeeldvindt je, Lat of Pla, dat is de breedte van de Planeten.
Onder de letter C vindt je 1 10 20
Onderaan de kolom van Saturnus naast 1 vindt je 2.31, volg je verder, onder Jupiter 0.5, Mars 0.47, Venus 1.13, Mercurius 1.45. De bedoeling hiervan is, dat de éérste dag van Januari, Saturnus 2°31` breedte had, Jupiter 0°5`, Mars 0°47`, Venus 1°13`, Mercurius 1°45`. Om te weten wanneer het om Noorder of Zuiderbreedte gaat, kijk dan weer boven Saturnus, daar staat MD, Meridionall Descending, of afnemende Zuiderbreedte, wanneer je hier vindt S dan is het Noorderbreedte, vindt je A, dan is de Planeet toenemend in zijn breedte, wanneer het D is, dan is het afnemend.
Wat is een uurhoek feitelijk? Gaan we eens ons licht op steken bij Nicolas DeVore in zijn ENCYCLOPEDIA OF ASTROLOGY dan zien we vrij vertaald, dat een uurhoek gaat over de kunst van het interpreteren, en het verband te leggen tussen kosmische fenomenen die voortvloeien uit de stand van de hemellichamen ten tijde van een gedachte, een situatie of een gebeurtenis. Het behandelt met succes slechts concrete, duidelijk omlijnde vragen, en zijn geldigheid is onderworpen aan de vraagstelling, want indien de vraag slecht gedefinieerd, of wazig is in zijn presentatie tot de astroloog, verliest het zijn waarde.
Uurhoek astrologie heeft zo zijn eigen regels, maar die regels zijn redelijk simpel en gemakkelijk te begrijpen. Nochtans, hoe groter de kennis die de beoefenaar hierover bezit, hoe dieper hij kan gaan in het interpreteren. Een voorbeeld kan ons dit duidelijk maken, de vraag was, komt mijn wegelopen hond terug? dan kan een astrologie student dit beantwoorden met een simpel ja of nee, maar een ver gevorderde astrologie student kan aangeven hoe zijn toestand is, welke richting hij is uitgelopen, en wanneer komt hij of zij terug, toch een groot verschil of niet soms?
Hoe berekenen we nu een uurhoek, en wat hebben we hiervoor nodig? Om een uurhoek te berekenen heeft men net dezelfde gegevens nodig als een geboorte horoscoop, dus de plaats, datum en het tijdstip op het moment van de gebeurtenis, de gedachte of een situatie.
Wie was Wiliam Lilly? Geboren in Diseworth Leicestershire England in de lente van1602. Zijn schooltijd zouden wij nu kunnen omschrijven als de middelbare school, volgde grammatica en latijn, wat hem later goed van pas zou komen voor zijn studie als astrologie student.Zo noemde hij zich ook ( astrologie student ). Lilly was voor bestemd om te studeren aan Cambridge, maar door de financiele toestand van zijn ouders was dit niet mogelijk. In 1632 voelde Lilly zich vreemd genoeg sterk aangetrokken tot astrologie, volgens hem alleen om te ervaren of er enige waarheid in te vinden was. Toen begon voor hem een jarenlange diepgaande studie. Door zijn kennis van het latijn had Lilly toegang tot de vele manuscripten uit de oudheid. In CHRISTIAN ASTROLOGY staan zijn bronnen vermeld, Bonatus, Ptolemeus, Haly, Dariot, Zael en vele andere. Door zijn studie en praktijk ontwikkelde hij zijn eigen visie. In 1647 verscheen voor het eerst zijn boek CHRISTIAN ASTROLOGY, een driedelig werk, een meesterwerk. De dag van vandaag bestuderen astrologie studenten over de hele wereld noch steeds dit uniek werk van een groot meester.Voor de liefhebbers zijn de eerste twee delen gratis te downloaden via http://skyscript.co.uk .
Vele jaren geleden, in de jaren 70 begon bij mij de interesse voor astrologie. Wat doet men dan? Zoeken naar meer natuurlijk. Dan maar naar de bibliotheek, en de boekenwinkel, en zien wat er zoal op de markt te vinden was. Enkele boeken aangeschaft, en die volgden elkaar op, tot mijn boekenkast zodanig was gevuld, dat ik een eigen bibliotheek kon beginnen. Toen begon de zelfstudie, maar ook het scheiden van het koren van het kaf, waar was ik aan begonnen. In het begin fouten gemaakt bij de vleet. Het berekenen van een horoscoop, het zelf maken van een horoscooptekening, alles moest toen met de hand gemaakt worden, van een PC kon ik toen alleen maar dromen. Uiteindelijk slaagde ik er in om een horoscoop te berekenen en netjes in te tekenen. Maar ja, na het berekenen en intekenen moest de uitleg volgen. Terug de boekenkast in, recepten zoeken zoals in een kookboek, kwam de grootste tegenstrijdigheden tegen. Stop, dat was fout. Realiseerde mij na verloop van tijd, dat traditionele en moderne astrologie niet zo in overeenstemming waren met elkaar. De dag van vandaag bestudeer ik de klasieke regels van de oude meesters, die ons enorm veel hebben nagelaten. Eén van deze meesters was William Lilly (1602-1681). Lilly heeft ons een boekwerk nagelaten CHRISTIAN ASTROLOGY, een driedelig boek waarvan de eerste twee delen ons het meeste aanspreken. WAAROM? Omdat ASTROLOGICAL uitsluitend over uurhoekastrologie zal gaan. Let wel, alles weet ik niet, maar wat ik wel weet wil ik graag met anderen delen. We gaan ons dan ook hier baseren op en om het werk van William Lilly.
Wat is een uurhoek feitelijk?
Vele jaren geleden, in de jaren 70 begon bij mij de interesse voor astrologie.
