Hoed u voor
vrolijke mensen. Mijd ze als gaven zij persoonlijk de pest een lift,
want zij kunnen uw somberheid danig verstoren. Omdat zij geen schaamte
kennen. Onaangekondigd wagen zij het zomaar uw pad te kruisen, net op
het ogenblik dat u , de kin op de borst, druk doende bent de
wereldproblemen te contempleren. U denkt 'honger', u peinst
'vogelgriep', u berekent uit het blote hoofd het percentage van de
mondiale populatie dat gedoemd is te sneuvelen bij een nakend nucleair
conflict van middelgrote omvang; kortom u bent uzelve en aardig op
dreef en dan 'vanuit het blauwe' wordt u pardoes geconfronteerd met een
opgewekt sujet van menselijke origine. Dat is behoorlijk balen, balen
als een stekker zoals onze noorderburen plegen te poneren, al word ik
er persoonlijk vooral kotsmisselijk van. Dat totale ontbreken van
respect, die onverkwikkelijke aandrift om gratuite goedgeluimdheid de
umwelt in te schetteren, kilometers in het kwadraat, het is mij al een
gesel Gods, of indien Nietzsche gelijk had, een foltertuig ons gezonden
door zijn erfgenamen. Ze noemen zich optimisten, de
glimlachterroristen, en menen dat zij het beste met ons voorhebben, een
waanidee dat wel meer fundamentalisten met zich meedragen. Ik pleit
voor een muur, bij voorkeur één van het vierkantige type. Daarachter
kunnen ze dan ongestoord hun ding doen: Kirren, glunderen,
schaterlachen, dijenkletsen. Leve de biodiversiteit, zolang ik er maar
geen last van heb. Zolang ik me maar ongehinderd kan wijden aan de
ondergang van het avondland, de verloedering van de zeden en de
opwarming van het ozongat. Ja, een reservaat ware ideaal. Geef de
olijkerds hun thuisland, hun eigen bantoestan; waar ze hun vrolijkheid
mogen botvieren op elkander, lok ze naar een tropisch eiland en doop
het Positivonië. En, uiterst belangrijk, laat het de inwoners aldaar
aan niets ontbreken. We zouden niet willen dat ze boodschappen komen
doen op het vaste land, toch. Ach, ik besef het ook wel, Positivonië is
nog niet voor morgen. Maar het staat iedereen vrij te dromen, niet,
zelfs een doemdenker ...
Wat jammer, nou. 'Alles uit de kast' is niet meer. Gisteren werd de
laatste aflevering van het boekenprogramma de ether ingeslingerd. Net
nu ook ik mijn bijzondere boek heb ontdekt. Een waar meesterwerk durf
ik het te noemen. De auteur is ene A.E. Hartink, de titel:
"Legergewerenencyclopedie", kort en bondig, en volledig to the point.
Het kleinood stond stilletjes weg te deemsteren in de sectie 'Oorlog en
Vrede' van de openbare bibliotheek, alhier in de Kempen. Zoveel
verkommering raakt mijn weke lezershart. Dus nam ik het verwaarloosde
beestje mee naar huis. Iedereen zou dat moeten doen. Waarlijk
stichtende literatuur. Wat zou het dat u geen plannen hebt uw gezin uit
te moorden, of dat u geen contacten hebt met wapentrafikanten, mocht u
wel zulk een voornemen koesteren . Wie zegt dat een boek 'nuttig' moet
zijn ... Bovendien, wat vandaag niet is, kan altijd nog komen. U kan u
maar beter goed informeren. Omtrent de keuze van het juiste kaliber
projectiel bijvoorbeeld. Zou die 9 mm wel volstaan om uw schoonmoeder
om te leggen ? Of schaft u voor die gelegenheid beter meteen een .50
Browning Machine Gun aan, waarvan de kogels in afgevuurde toestand een
energie van 16880 Joules herbergen, die komen dus een slordige 37 keer
harder aan dan zo'n 9mm prul. Ach, misschien ziet u er helemaal niet
tegenop de trekker 37 keer te moeten overhalen. U merkt het, een echte
aanrader, deze legergewerenencyclopedie. En niet enkel vanwege zijn
uitmuntend pedagogisch gehalte. Dit boek staat garant voor een
hartverwarmend boeket van prachtig proza, poëzie en esthetiek. Paf
stond ik van de onderkoelde verteltoon, bijvoorbeeld wanneer de auteur
op pagina 27 het onderwerp 'geluidsdemper' aansnijdt. Ik citeer: " Er
zijn situaties denkbaar waarin bepaalde doelen moeten worden
uitgeschakeld. De omgeving waarin de operatie plaatsvindt, mag vaak
niet gealarmeerd worden." Las u ooit een meer universele waarheid ?
Zelfs de grote W.F. Hermans om maar een verscheiden literair monument
te noemen - die kunnen je namelijk niet meer tegenspreken - zelfs hij
had niet raker kunnen mikken. En dan waren er nog de prachtige
illustraties, de explosietekeningen, hoe fijnzinnig toch, die
woordkeuze: Het wapen in doorsnede afgebeeld met een nummertje bij
ieder welluidend onderdeel en daaronder een bijbehorende lijst van
vaktermen. Houd een zakdoek paraat, want ik breng u het water in de
mond. Tilden mij naar hogere sferen:
Bij de afbeelding
'Automatisch geweer : nr 16, oogdopvizierveer nr 41 ;
afsluitervangpalborgstift; nr 79, kolfplaatmoergeleidebus.
Bij de afbeelding 'Machinepistool': nr 13, afsluiterhuis; nr 18, sluitveergeleidestang ; nr 21 , stuurstuk voor vergrendelrollen
Bij de afbeelding 'Automatisch geweer': nr 1, klapkolf ; nr 18, patroonhouderpal
Noem
me een hopeloze romanticus, ik beken. Maar ik weet dat ik niet de enige
ben. Dus, waar wacht u nog op ? Als de wiedeweerga naar een bib in uw
buurt of, als u er zo ééntje bent die van hebben houdt, naar dat
boekenasiel dat zich 'De Slegte' noemt. Zodat ook u op recepties zal
kunnen grossieren in vuurwapenjargon en de domkoppen daar verzameld zal
kunnen verhalen over de AI AW, neen geen onderafdeling van Amnesty
International, maar het Arctic Warfare snipergeweer van Accuracy
International. Doe er uw voordeel mee !
Zij
was nog even mooi als die dag in '89, die dag toen een paar
intellectuele vrienden mij de kinema in lulden. Het zou een artistiek
verantwoord uitje worden, blijkbaar was mijn kunstzinnige entourage het
oordeel toegedaan dat deze Kempische boer daar zijn voordeel mee zou
doen. Wie was ik om mijn meer ontwikkelde medemens daarin tegen te
spreken. Het werd een memorabele ervaring, ontroerend en ondraaglijk
tegelijk Ontroerend vanwege haar blanke achterkant, dat andere door de
ellenlange scènes zonder. Juliette Binoche, 23, schitterend in 'De
ondraaglijke lichtheid van het bestaan', naar een roman van Milan
Kundera. Voor de vertelling bleek ik geenszins vatbaar, maar des te
meer bleek ik ontvankelijk voor de kont van Juliette. Ik ga me niet
wagen aan een beschrijving hier. Haar getuigenis staat op pellicule.
Het minste woord zou afbreuk doen aan het kunstwerk in kwestie. Nooit
heeft een vrouwelijk zitvlak mij nog zo ontroerd als toen die dag in
'89. Mijn vrienden zagen een filmisch meesterwerk en ik, ik zag slechts
bleke billen. Niet met lustgevoelens , nou ja, hier en daar een
kleintje misschien, maar vooral toch met vertedering en esthetische
vervoering. Niet dat die sensaties me weerhouden hebben om me later die
dag alsnog total loss te zuipen, overigens, a student 's got to do what
a student 's got to do, nietwaar. Ze is toch blijven hangen, de schone
Juliette, ondanks de overvloedige onderdompeling in alcoholhoudend
nat,die doorgaans zo nefast is voor het memoriseren. En zo komt het dat
ik me sindsdien zo om de drie, vier jaren stierlijk verveel met de 150
minuten zonder en woordenloos geniet van de 21 met - dat is slechts
mijn subjectieve schatting, misschien onderschat ik haar naaktheid
enigzins - de tijd gaat snel als je gelukkig bent.
( Onomatopee voor overgaande telefoon, onomatopee voor overgaande telefoon)
Davyken : Maaa, de telefoon gaat over / neen, excuus,ik herneem / Maaa, telefon !
( het onomatopeeën wil maar niet ophouden )
Davyken: Maaa-aaaaaaa, den telefon.
Maaa: Maar neemt dan op Davyken.
Davyken: Bij Vercammen !
Elders: murmel, murmel, murmel ....
Davyken: Nee, ons maaa zit op .... kan nu nie komen.
Maaa: Voor wat is 't, Davyken ?
Davyken: 't is 't Parket !
Maaa: 't Parket och here .... en wa willen ze ?
Davyken: 't is over de Carjacker van onze paaa, of dat die op verlof mag van 't weekend.
Maaa:
En daar bellen ze nu nog voor, vrijdags na de noen .... Zegt dat ze
terug bellen na zes uur als uwen paaa terug is van zijn werk.
Davyken: Onze paaa is pas terug na zes uur, kunt ge dan terugbellen, madame ?
Elders: murmel, murmel, murmel
Davyken: Ze zeggen dat iedereen dan al naar huis is, maaa
Maaa: Brussel, 'k had het kunnen weten ....
Zie
daar, het nieuwste wondermiddel voor regeringscrisissen, schuif ze door
naar de burger. En noem het inspraak of waarom niet meteen
'participerende democratie'. De regering leeft nog en dat verheugt me.
Niet omdat ik overloop van liefde voor Verhofstadts politieke ploeg.
Dit land kan zich simpelweg niet permitteren van regering te wisselen
zoals ondergetekende van onderbroek, zo één keer om de twee maanden is
dat. Problemen zijn er om opgelost te worden. De oplossing die vandaag
uit de bus rolde heeft echter meer weg van een gifmengsel dan van een
levensreddend medicament. Ze ondergraaft onze rechtstaat. Dat ook
slachtoffers tegenwoordig een stem krijgen binnen onze rechtspraak, dat
kan ik enkel toejuichen. Het verschaft de rechter inzicht in de vaak
blijvende impact die een misdrijf heeft op het leven van hen die er
door getroffen worden. Die informatie kan hij laten meewegen in zijn
vonnis. Ook lijkt het me verstandig, de slachtoffers te informeren over
een aankomende vrijlating of een penitentiair verlof van een
gedetineerde. Maar hen laten oordelen over het wel of niet toekennen
van penitentiair verlof, dat gaat een stap te ver. Het is niet fair,
niet ten opzichte van de gedetineerde, noch ten aanzien van het
slachtoffer. Door het slachtoffer de facto beslissingsrecht te geven
zadel je hem op met een verpletterende verantwoordelijkheid die
eigenlijk bij de rechter dient te liggen. Bovendien valt het niet uit
te sluiten dat de entourage van de gedetineerde, het slachtoffer onder
druk zal proberen te zetten. Ook de gedetineerde komt er bekaaid af.
Hij moet het voortaan stellen zonder enige garantie op objectiviteit
bij de strafuitvoering. Je kan je slachtoffers vanaf nu maar best
vooraf screenen. De wraaklustige types laat je beter links liggen. Het
ideale doelwit is een mens van goede wil, een vergevingsgezinde goeierd
die je snel je vrijheid zal gunnen, mocht je criminele project
onverhoopt op een fiasco uitdraaien. Een waarlijk crimineel gedrocht
dus, dit duivels compromis. Gelukkig geldt het maar ad interim.
We
zitten in de laatste rechte lijn richting gemeenteraadsverkiezingen. Je
kan het aan van alles merken, de geestdrift waarmee politici zich in de
kijker proberen te werken, propagandistische lectuur die zich nestelt
tussen uw reclamefolders, Siegfried Bracke die weer helemaal opleeft.
Nog zo'n typisch electoraal fenomeen is de smoeltjesparade, een bonte
verzameling van vertrouwen en dynamisme uitstralende posterkoppen, stuk
voor stuk tuk op een plekje in de gemeenteraad. Wat naar nou voor die
strevers dat het aantal zitjes daar beperkt is. Ze moeten er voor
vechten, een stoelendans met bijzonder veel gegadigden en schaars
zitmeubilair. Daar hoort fanfare bij, een kakafonisch blazersgezelschap
dat vooral uitblinkt in het om ter langst éénzelfde noot aanhouden, van
contrapunt hebben de gelegenheidsmuzikanten weinig begrepen, het gaat
er hen vooral om ons met tuitende oren te begiftigen, mogelijke schade
aan de trommelvliezen zal hen worst wezen, als het trommelvlies maar
scheurt op hun frekwentie is het al lang goed. Wat zonde toch dat
allegorieën niet meer dan uitgewerkte zinnebeeldige voorstellingen van
een zaak zijn, anders zouden een paar op maat gefrabiceerde oordopjes
ons geheel resistent maken tegen de heersende verkiezingskoorts. Helaas
geeft de lokale politieke klasse er de voorkeur aan ons te overdonderen
met visuele muzak, een wirwar aan foto's met rugnummer die zich langs
Vlaamse wegen aan ons opdringen. Een beeld zegt immers meer dan duizend
woorden en je kan je er veel moeilijker aan onttrekken. Probeer die
oordopjes maar eens in je ogen te proppen. Of beter, probeer het vooral
niet, want dat is nog stukken gevaarlijker dan gsm-en, als chauffeur,
laverend door de dorpskom. Ja, ze hangen overal, onze toekomstige
bestuurders, waar vroeger een biermerk mij vertelde dat het eigenlijk
geen reclame behoefde, want als man wist ik zelf wel waarom, daar
hangen nu de burgemeesters. Hoe zou het trouwens Sabrina vergaan zijn ?
Sabrina, het stijlrijk silhouet dat symbool staat voor een erotisch
centrum, ergens hier in de buurt. Dat symboliseren doet ze uitstekend
gelegen, 't is te zeggen, schuin tegenover de kerk, zodat de brave
mannen er hier elke zondag fijntjes aan herinnerd worden waar het
lichaam verwend wordt eens ze met gezuiverde geest door de pastoor
wandelen zijn gestuurd. Niet dat de manschappen hier zich tot zulke
duivelse uitspattingen zouden laten verleiden. In dit dorp doen we daar
niet aan mee. Het hangen van Sabrina heeft louter tot doel het
doorgaand verkeer tot lustverkeer aan te zetten. Dit dorp is een
doorrijddorp. Dit dorp dient slechts de kerk. Sabrina kan er enkel te
biechten gaan, rok graag tot onder de knie.
Gegroet
lezer, treed binnen, zet u. Verschoning dat ik met volle mond praat. U
treft me midden een warme- melk-met-chocolade-moment. Daar was ik echt
aan toe. De vaak wil me vroeg vloeren vanavond. Ik heb besloten mij
schrap te zetten. Waarom dan warme melk gedronken ... ? Tja, probeer je
reep maar eens week te krijgen in koude pap. Zoveel geduld kan ik niet
opbrengen. Eén voor één gaan ze in bad, de chocoladeblokjes. Een
secondje of vijf, dat volstaat. Dan een koffielepelritje naar het
voorportaal van mijn spijsverteringsstelsel, waar ze zich volledig
laten gaan, tot genoegen van mijn smaakpapillen. Daar kikkert een
blogger van op, zodat ik u nu kond kan doen van wat mij vandaag
allemaal overkwam, zijnde, niets. Een heerlijk, hartverwarmend niets
met name. Niets dat in het oog sprong, niets dat mij tot tranen toe
bewoog, niets dat mij voor eeuwig bij zal blijven. Het was een zondag
zonder meer. Zonder nucleaire rampen, zonder tranentrekkende mystieke
ervaringen, zonder tweede regenboogtrui voor Tommeke. Een zomerse
zondag zoals zovele. Ik at, dronk en defeceerde, vier keer,
onophoudelijk en éénmalig, voor de statistici onder u. Dat is, tot op
heden, met nog een kwartiertje 24 september 2006 te gaan. Op éénvoudig
schriftelijk verzoek ben ik gaarne bereid u de eindstand mede te delen.
Wie of wat mij dan zo vermoeide dat ik mijn toevlucht moet nemen tot
theobromine ... Een chatster, ééntje van de vrouwelijke soort dus, die
mij verwende met woordjes als 'spitant' , 'rododendron' en
'achteruitkijkspiegel', warme melk voor Alex' chocolade. Ik poogde nog
te riposteren met een allitererend 'paard en prins' en een rijmend
"lichtgewichtnicht", maar niets kon nog baten. Zo omstreeks vier uur
vanmorgen liet ze me zitten, smeuïg als een Cécémel van het betere
merk, pruttelend als een bolognaisesaus op een Leuvense stoof. Dat zijn
behoorlijk uitputtende praktijken voor een blogger zonder
uithoudingsvermogen. Zeker als die zich daarna slechts vijf uurtjes
gunt om te stollen. Gelukkig bracht de dag dus niets.
Ziet u hier staan, onnozelaar met uw artistiek montuur, uw pak van C&A couture en uw ééndags stoppelbaard, die Wim te zijn alleen om haar.
Omdat zij sinds die helse nacht, alleen nog naar zijn pijpen smacht te dansen, heeft zij mijn ganse aard verkracht, ze wil me slijpen naar zijn beeld, ik kan slechts doen wat zij beveelt, ik laat me stansen.
Tot ware Wim word ik gesmeed, tot op mijn slip word ik verkleed, ik moet zijn monologen leren, 's mans rare loopje imiteren. Zijn poëzie ken ik van buiten compleet met Wimse stijl van uiten.
Ja, zelfs als wij des nachtens vrijen, mag 'k mij niet als mezelf vermeien, want 't vrouwtje is pas echt content, als ze op zijn Helsens wordt verwend. Ik weet dat ze niet mij bemint, alleen van hem wil zij een kind. ach, kon 'k haar goud maar zelf ontginnen, maar zonder muts raak 'k niet meer binnen.